ADVERTENTIËN. Afloop der Verpachting-, Marine-Haven JNieuwediep. ïhttS nen- roep ïblil ziel men ham tatst acht, vai oget i, di Vet. npli vai allei ir di paal va itatj vei k inse: iir ikei 1 hi mne oonc f au p hi gani bezi aard nelfd acci imoi .er inde ie leetl jong i gi en i i vei i ege sind sgei rooi se Dlij vori stil ij hi .verl n hi nva llinj sn .ark als moi en ;elei thai g( lige neel di ome atso g ha: bi ibli olit enig leeg i de n ii )leel he at 1 rge| reet r bi an nge n e ;t one iend )'k 'g 1 ;esti vart jas. Ik ging te vier ure de deur uit, zijnde het mijn uit gangsmiddag, namelijk eens om de veertien dagen. Ik was dit gewoon. Ik liet mijnheer en mevrouw, voor zoover ik wist, in de boekerij. Ik keerde te negen ure terug en den heer Watson liet mij binnen zeggende: ,Uw mevrouw is uit de stad gegaan en zal niet voor morgen thuis zijn.'" Hij zeide geen thee te hebben gedronken, maar wat brood en kaas te zullen nemen. Ik bragt dit in de eetkamer en nam naderhand het tafelgereed schap weg. Ik begaf mij ten 10 ure ter rustte, zonder iets bijzonders in dr. Watson bespeurd te hebben. Toen ik de boekerij voorbijging, opende dr. Watson de deur met een kaars in de hand en zeide„„Deze vlek op den vloer is portwijn, door uwe mevrouw gestort. Ik zeg u dit, ingeval gij u verwonderen mogt, als ge niet weet wat het zijn kan."" Ik ging toen te bed. Gevraagd zijnde: of zij ooit be merkt had, dat de heer en mevrouw Watson woorden hadden of twistten; of er immer eene bedreiging geuit was; of zij ooit had gezien dat dr. Watson zijne vrouw geduwd of geslagen had, gaf zij op al deze vragen neen ten antwoord, en op de vraag: was hij gewoonlijk vrien delijk tegen u? zeide zij „Ja, altijd." Vraag: „Was hij altijd vriendelijk jegens mevr. Watson?" Antwoord: „Ja, hij was altijd heel hijzonder vriendelijk jegens haar." Van voorbedachten moord kan hier geen sprake zijn. Ten 4 ure ging de meid uit; tusschen 5 en 6 ure des Zondags wordt de thee gebruikt in huisgezinnen die dadelijk na de ochtendkerk het middagmaal nuttigen, ten einde gereed te zijn voor de avondkerk die ten half zeven ure of som tijds iets later begint. Dr. Watson en zijne vrouw hadden echter, zoo als uit het vrijwillige gezegde van den man bleek, geen thee gedronken, zoodat de geheele toestand, gelijk die uit het medegedeelde valt op te maken, in nog geen twee uren heeft moeten veranderen en een vriendelijk gestemden echtgenoot doen overgaan in den moordenaar zijner vrouw, met welke hij elf jaren verkeerd had en denkelijk meer dan twintig jaren gehuwd was geweest. De ongelukkige man is de eenige die 't raadsel kan oplossen. Den dag volgende op de volvoering der misdaad was hij bezig met het schikken van boeken en papieren. De volgende dagen bragt hij als gewoonlijk door; des Dingsdags maakte hij eene wandeling naar Clapliam Road. Het schijnt, dat hij na de misdaad zich met Pruissisch zuur heeft willen vergiftigen en dat hij des Dingsdags was uit gegaan om het te koopen de apotheker weigerde echter hem dit te verkoopen, maar bood hem iets anders aan want hij zeide tot de meid, dat zoo hem iets overkwam, zij naar doctor llugg zou zenden. Zoo hij echter al een poging tot zelfmoord deed, dan bleef deze zonder uitwerking. Des Woensdags stond hij op den gewonen tijd op, schreef eenige brieven en begaf zich toen weder naar bed. Tegen elf ure ging de dienstbode naar doctor Rugg en zeide, dat haar heer een aanval van beroerte had gekregen. De doctor kwam en Ellen gaf hem een brief aan zijn adres, waarin hij de volgende woorden las: „In een oogenblik van drift heb ik mijne vrouw ver moord. Vaak heb ik mij met moeite bedwongen; thans overwon mij mijne drift en ik sloeg haar dood. In de kleine kamer naast de bibliotheek zal men haar lijk vinden. Ik hoop, dat zij begraven zal worden zooals aan eene vrouw van hare geboorte en rang toekomt. Zij is eene Iersche en heet Anna. Men zal den sleutel in eene enve loppe op tafel vinden." De doctor vond den heer Watson zeer zwak, buiten staat om te spreken en schijnbaar onder de werking van een hevig vergif. Hij gaf een braakmiddel en liet zich daarop door Ellen in het aangewezen vertrek brengen. Het lijk der vrouw was in een hoek geduwd, de knieën tegen de borst, de handen krampachtig gevouwen, het hoofd gebogen, de kleederen doortrokken van bloed, dat nog scheen te vloeijen en een rood spoor achterliet. De hersenpan was ingeslagen en op enkele plaatsen geheel verbrijzeld. Behalve vele andere wonden, was eene kneuzing van het achterhoofd voldoende om den dood tengevolge te hebben. De slapen waren ingeslagen, en men zag eene breede wond midden in het voorhoofd. Watson kwam intussclien langzaam tot zich zeiven. Onder voorwendsel dat hij eenig geneesmiddel ging halen, begaf de doctor zich naar buiten en zond een bekende, dien hij ontmoette, naar het bureau van politie. Toen de politie verscheen, had Watson weder eenigermate zijne ligchaams- krachten teruggekregen. De doctor zeide dat hij den brief had gelezen en het Tijk van zijne vrouw gevonden, en dat politie beneden was. „Dat dacht ik welhet moest zoo zijn," antwoordde Watson. Maar hij maakte geenerlei toespeling op zijne misdaad en sprak niets meer. Hij scheen de zaak zeer natuurlijk te achten; waarschijnlijk belette hem de werking van het vergif, om zich rekenschap van zijn toestand te geven. Men liet hem nog eenige uren in zijn huis. De kleederen, die hij droeg bij het plegen van zijne misdaad, waren geheel met bloed bevlekt en getuigde van de woede waarmede hij geslagen had. Het schijnt dat bij het begin van den twist, zij bij het raam gezeten waren en de vrouw, in haar arm stoel zittende, getroffen werd. Na de misdaad moet Watson het lijk van zijne vrouw in de armen genomen en naar het vertrek aan de andere zijde van de bibliotheek gedragen hebben. De deur was gesloten en hij moet eerst nog zijn afschuwelijken last hebben nedergezet, waarna hij het lijk in den hoek legde, waar men het gevonden heeft, en er een ouden deken overheen wierp, Toen moet hij besloten hebben zich te vergiftigen, en met kalmte heeft hij zijne zaken in orde gebragt. Onder de brieven, die hij geschreven heeft, is er een aan een dienstbode met 5 pond voor looneen ander aan een leverancier over diens rekening; en verscheidene andere aan" zijne vrienden, waarin hij geenerlei toespeling maakt op den moord en den zelfmoord. Op de tafel der bibli otheek lagen verscheidene zanten gebonden pakjes aan het adres van de eigenaars der boeken of handschriften, die zij bevatten. Watson is zes en vijftig jaar, zijne vrouw twee en zestig. Hij was zeer gezien en leidde een voorbeeldeloos leren. Hij heeft vele klassieke en andere werken vertaald. De Londensche correspondent van het Engelsche blad Bath Argus schrijft, dat hij een bijeenkomst heeft gehad met Keizer Napoleon, die hem verklaarde, dat de mededeelingen van Oscar Lessines valsch zijn. In die conferentie gaf de Keizer voorts te kennen, dat hij het tegenwoordig gouvernement in Frankrijk niet als duurzaam beschouwt en dat de reis der Keizerin naar Spanje geenerlei politiek doel heeft. De Keizer was naar Chislehurst teruggekeerd. Sir Koderick Murchinson, de voorzitter van het Koninklijke Genootschap van Aardrijkskunde, is overleden. De Times zegt, dat Keizer Napoleon aan iemand, die hem een bezoek bragt, heeft verklaard, dat hij geene intrigues smeedt, maar een plehiscit verlangt. I) u i t s c h I a n d Op persoonlijk verlangen des Keizers zal de onthulling van het gedenkteeken ter eere van Schiller, welke eerst daags te Berlijn zal plaats hebben, zoo plegtig mogelijk geschieden. De Keizer wil dat feest door zijn tegenwoor digheid en die van zijn geheelen hofstoet opluisteren. Aan den magistraat der hoofdstad heeft de Keizer dan ook zijn verlangen te kennen gegeven, dat hij zal te gemoet komen aan de wenschen van de stedelijke vertegenwoordi ging, die verlangt, dat het Schillersfeest met de meest mogelijke praal zal worden gevierd. De nachten zijn te Berlijn reeds zoo koud, dat een paar menschen, op straat geslapen hebbende, bevroren zijn gevonden. In Gotlia zijn in de vorige week hij doctor Peter- mann, den beroemden aardrijkskundige, uitvoerige berigten van de Duitsche Noordpool-expeditie ontvangen. Volgens die berigten heeft de expeditie, eene particuliere onderneming van belangstellenden in de aardrijkskunde en in het alge- meene handelsverkeer, reeds eene belangrijke uitkomst opgeleverd, namelijk de ontdekking eener opeue en van ijs vrije zee onder do Noordpool. Ainalia Gaspar, geb. Gaal, een kunstenares van grooten naam en bij het publiek te Weenen zeer geliefd, is den 12den jl. ten grave gebragt. Bij de uitvoering van de Delilla, waarin zij de hoofdrol vervulde, had zij vooraf vergift genomen met het doel om onder de voorstelling te sterven. Door de trage werking van het vergift of de te kleine dosis is dit laatste echter niet geschied. Eerst vier uur later is zij bezweken. Het geheim der beweegreden voor deze ontzettende daad heeft zij met zich medege nomen in het graf. Alleen vraagt men of de eigenaar digheid der intrigue van de Delilla er ook indirect mede in verband kan staan. Delilla is een ongelukkig meisje, dat door haar beminde trouweloos verlaten wordt. De toe schouwers en de overige acteurs waren verbaasd over de geestdrift en bezieling, waarmee de ongelukkige die rol vervuld heeft. De nieuwe opera van Offenbach zal te Weenen ge geven worden, zij heet: Boule de neige. A in c r 1 k a. De New-Yorksche dagbladen van den 11 dezer brengen meer uitvoerige, hoewel natuurlijk nog onvolledige berigten van den brand van Chicago. In den nacht van Zondag den 8sten barstte de brand uit en reeds den volgenden middag lag een groot deel der stad in de asch; de afge brande uitgestrektheid gronds wordt verschillend opgegeven, daar de berigtgevers bij het begrooten dier uitgestrektheid niet van hetzelfde punt uitgaan. Doch naar al de opgaven heeft de brand het binnenste der stad, haar hart of kern, gelijk de berigten het noemen, vernield, benevens eene van de buitenwijken aan de noordwestzijde, wier bevolking gezegd wordt vooral uit Skandinaviers en Duitschers te bestaan. Naar de opgave te oordeelen heeft deze brand in ver woestende kracht en vooral in snelheid geene weerga in de geschiedenis van den nieuwen tijd. Chicago heeft eene zeer goede brandweer; deze had zich loffelijk gekweten bij eene brand welke in den nacht van Vrijdag op Zaturdag uitgebarsten was en vrij groote uitbreiding bekwamhet gevolg was dat zij vermoeid was en hare werktuigen en aanstalten niet in orde had toen zij in den volgenden nacht, dien van den östen op den 9den, op nieuw werd geroepen, en wel naar eenen veestal die door het omvallen eener met parafine-olie gevulde lamp in brand geraakt was. Toen had het vuur door het omhalen van een paar houten gebouwen ligt kunnen worden gestuit; maar het was, zegt een berigt, als of de brandspuiten verlamd en de brand spuitgasten verbijsterd waren. Door eenen feilen stormwind, volgende op verscheiden weken drooge weersgesteldheid, werden de vlammen snel voortgezweept; -weldra kwam het zoover dat er een onafgebroken vuurstroom van twee mijlen lengte en eene mijl breedle was, met snelheid in het digtst bebouwde deel der stad veld winnend. Nu kwam er angst en radelooze ontsteltenis onder de bevolking, die aanvankelijk in het vertrouwen op de beproefde deugdelijkheid der brand weer het gevaar ligt geteld had, en er volgde een tooneel hetwelk gezegd wordt in huiveringwekkende akeligheid alle beschrijving te hoven te gaan: 70a 75 duizend menschen uit hunne woningen vlugtend, zooveel doenlijk van de have medeslepend, elkander verdringend en vertrappend zonder ooren te hebben voor de noodkreten dergenen die in het gedrang van de been raakten en dood getrapt werden; onder dat alles de kreten vau razenden, die van angst en schrik krankzinnig of door sterken drank bedwelmd waren. In den ochtend van Dingsdag 10 Oct. eindigde de brand. Volgens een correspondent der New-York Times zal Brigham Young, het hoofd der Mormonen in Utah, niet alleen wegens veelwijverij, maar ook wegens moord voor het geregt verschijnen. Zekere Ilickman is namelijk in hechtenis genomen en heeft bekend, dat hij in 1857, op last van den oppcr-profeet en geholpen door twee andere mannen, zekeren Echo Canon gedood en 900 dollars, op het lijk gevonden, aan Brigham Young ter hand gesteld i heeft. Het geraamte van den vermoorde werd op de door Hickman aangeduide plaats gevonden en de toestand, waarin de schedel zich bevond, bevestigde de opgave van den misdadiger, dat een ijzeren stang het werktuig tot den moord geweest is. LAATSTE BEHIGTKiV. Ten behoeve der nagelatene betrekkingen van de beide alhier verongelukte sloeperliedcn de een was de steun zijner bejaarde moeder zal eerstdaags een inteekenlijst bij de ingezetenen worden aangeboden. Vooral ook met het oog op den naderenden winter, bevelen wij deze poging om de smart der zwaarbeproefden eenigermate te lenigen ten zeerste aan. gahouden door den Ontvanger der Registratie en Domeinen, op Maandag 23 October 1871, des avonds ten 7 ure, in liet lokaal Tivoli, ten overstaan van den Notaris J. \V. Hattinga Haven, voor den tijd vau 4 jaren: Perceel 1. J. Noodt Jr. f 8; - 2. Siinon Makelaar f 863. Anllionie Zwaan f85; - |i. Dirk Konijn f 190 - 5. Court Maalsteed f 172; - 6. Jan Hendrikz. Mens f 28; - 7. dezelfde f 20. - 8. Klaas Lastdrager f 91; - 9. Mr. Charles Bosch Reitz f 111; - 10 Klaas Lastdrager f 125. Al de perceelen worden gegund onder voorbehoud van hoogere goedkeuring. Zeilklaar liggende on vertrokken Schepen Groote Vaart Aankomst. Vertrek. Schip. Gezagvoerder. Bestemming. 10 Oct. Hoseah llich. H. W. Pierce. Batavia. 20 23 Oct. IJstroom. S. de Vries. Mobile. 20 24 Concordia. M. Wildeboer. BuenosAyres. 21 24 Casper deRobles T. II. van Sloten. Suriname. 22 24 I, Alcyone. G. J. Woelders. Bat. en Soerab. 22 ii 24 CatharineElizabeth. J.M.Brakke. Macasser. 22 22 I, Venus. D. G. Piejeers. Genua. Per Alcyone de heeren T. E. VViukelman, 1. I. Alich, VV. Boogaard, B. F. Lange. Binnengekomen Koopvaardijschepen Groote Vaart. Binnenk. Schip. Gezagvoerder. Cargadoor. Herkomst. 21 Oct. Junak. A. Scrivanelli. Zur Mühlen Co. Odessa. 22 I, Stad Leyden. C. W.Hissink. Batavia. 22 Aura. G. E. Barkcr. van Vliet Co. Wilmiugton. 22 One. E. Davies. Akyab. Binnengekomen Schepen bestemd hunne lading in de Binnenhaven te lossen. Schip. Gezagvoerder. Herkomst. Lading. Issabella's. J. Thomson. Seaham. Yivid. VV. Bedingfield. Sunderlaud. Conservator. VV. Rohinson. Neivcastle. Lanchester. C. Hammond. Baltimore. VV. de Wijn. Norge. O. Gullichsen. Alert. P. A. Paulsen. Cargadoor. Stcenk. DuinkerStGoedk. Sunderland. Ornskuldvick. Hout. Sundsivall. Abo. II. J. Tweeliuijs. Zur MiilileiiSrCo. Blikman&Co. v. Vliet Co. Amons 8c Co. Weerkundige Waarnemingen te Helder (Landskeet). t-i 02 -O O O O Uren. jj Windrigting en Kracht. Barometer mm. Thermometer C. Vochtigh.' procent. Toestand van d« zee. Stand. Afw. Stand. Al'w. 22 12 wnw. 13k. 767.41 - 7.99 12.6 0.2 0.79 Golvend. 23 12 zotz. 0.1„ 771.93 - 6.57 11.8 - 0.4 0.8C Vlak. 24 8 noto. 0.3„ 769.85 -10.55 9.4 - 0.6 0.92 9 24 12 otu. 0.3„ 769.15 - 9.85 10 6 - 1.2 0.86 9 Weersgesteldheid: 22 Oct. 12 u. Bewolkt, winderig, goedweer. 23 Oet. 12 u. Helder, beneveld, schoouweer. 24 Oct. 8 u. Digtheneveld, vochtig. 24 Oct. 12 u. Bewolkt, beneveld, mooiweer. rüO1 _^D.>0'JQQOICOC.Oi'jO'-'.jCI''-0 .iO Vijfentwintigjarige Echtverceniging rt) va» L. KKOON 9) ZN A. L U I IC I N O A. J Nieuwedicp, 25 October 1871. 'jj Uit naam hunner dankbare Kinderen en Bchuwdkinderen. Eenige en algemecne kennisgeving. '^GOC'OCOCOCCOCDCCGOCSOOCQC V CO.OOCCO^ Voorspoedig bevallen van een Zoon P. KUIJPER, geliefde Echtgenoote van J. KUIJPER Pz. Waal op Texel, 21 October 1871. Eenige en algemecne kennisgeving. Nieuwedicp, 22 October 1871. Bevallen van een Zoon A. HAVINGAGIEZEN. Eenige kennisgeving. Voorspoedig bevallen van eene Dochter C. J. LEIJER, Echtgenoote van II. THIJSSEN. Nieuwedicp, 23 October 1871. Algemecne kennisgeving. Bevallen van eene Dochter J. C. VAN TWISK, geliefde Echtgenoote van B. STEFFENS. Nieuwedicp, 23 October 1871.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1871 | | pagina 3