1871. N°. 137. Woensdag 15 November. 29 Jaargang. Uit o-ever A. A. BAKKER Cz. B I E t\ L A HELDERSCHE EN NIEUWEDIEPER COURANT. „Wij huldigen het g o e d e.,! Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1.30. franco per post - 1.65. Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163. Prijs der Advertentiën: Van 14 regels GO cent, elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. VERTREKDAGEN DER BRIEVENMALEN I Naar Oost-Incliëvia Triest Dingsdag 28 Nov. 's av. 6 u. 30 m. Brindisi, Vrijdag 17 Nov. 's av. 6 u. 30 m. West-lndie: viaSf.iVaïairejDingsdag5 Dec.'sav.6 u.30ra. Sou(/iam/)f onWoensd.l5Nov.'sm.6u. 25 in. de Kust van Guinea: Woensdag 15 Nov. 'sm. 6 u. 25 m. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER brengen ter kennis van de belanghebbenden, dat tot beëedigd Commissaris der Graan- en Steenkolen meters is aangesteld J. N. BOUVET; dat de meters door het Gemeentebestuur benoemd, aan de orders van dien Commissaris onderworpen zijn en dat ook aan hem alle aanvragen tot het doen van metingen en de betaling der daarvoor verschuldigde loonen moeten worden gedaan. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester. 13 November 1871. L. VERHEY, Secretaris. HELDER en NIEUWEDIEP, 14 November. In Engeland is thans weêr op nieuw aan de orde gesteld het vraagstuk betreffende de staatkundige regten der vrouw. De vereeniging, aldaar bestaande, en «die zich ten doel stelt om ook voor de vrouw het stemregt te verwerven, stelt zich voor in het nieuwe zittingjaar van het Parlement een nieuwe poging te wagen om haar doel te bereiken. Bij ons te lande komt gelukkig dit vraagstuk nog niet te berde, en zeker is het dat een huismoeder beter op haar plaats is te midden der zorgen voor haar gezin dan in de kiesvergadering. De meerderheid der Spaansche Cortes heeft verklaard vertrouwen in de regering en wantrouwen in de Internationale te stellen. Onzes inziens was de keuze niet moeijelijk; de Spaansche wet gevers hebben er evenwel, vóór het tot eene stemming kwam, druk over geredekaveld. In Oostenrijk koestert men geen groote gedachten van den heer Andrassy. Men vreest, dat zijne verheffing wel spoedig door zijn val zal gevolgd worden. Het Italiaansclie schip Manuelita A, kapt. Castagnola, van Taganrog met rogge naar Amsterdam bestemd, is bij de derde bank van den vuurtoren gestrand. Twee sleep- booten zijn er bij ter adsistentie. Het schip zit hoog op strand. Men is begonnen de lading te lossen. De Internationale. Voor iederen courant-lezer is het tegenwoordig van belang eenigzins nader bekend te zijn met eene vereeniging, die schier dagelijks in onderscheidene berigten en mededeelingen genoemd wordt en die een niet onbelangrijk aandeel heeft aan de woelingen en beroeringen, waardoor de tegenwoordige tijd zich heeft geken merkt. Wij bedoelen de Internationale Werkmans-Vereeniging, wier levensgeschiedenis en beginselen wij in de volgende regelen, aan de Times ontleend, vermelden. De eerste geslaagde poging tot internationaal samenwerken, welke door Londensche werklieden gedaan is, ging uit van een klein aantal Duitsche werklieden aldaar, die in 1839, wegens deelneming aan eene rustverstoring te Parijs, uit Frankrijk verwijderd waren. Tot dusver hadden alle vereenigingen van werklieden tot het uit den weg ruimen van slechts nationale grieven gestrekt, en nog niet uit den weg ruiming van wat men sedert gemeenschappelijke inter nationale onderdrukking noemt, bedoeld. In 1839 nu bestonden in Frankrijk en in Zwitserland een aantal Duitsche werkmans- vereenigingen, die met elkander gestadig gemeenschap oefenden en wier hoofddoel was het verbreiden van communistische denkbeelden. Zulk eene vereeniging vormden de bovenbedoelde Duitschers in 1840 te Londen, onder den naam van „Arbeiter Bildungs Verein." Het telde Duitsche, Hongaarsche, Poolsche, Deensche, Zwecdsche en eenige Engelsche leden, onder welke laatsten Ernest Jones. De woordvoerders der vereeniging waren bevriend met die der Engel sche socialisten, de chartisleu, en met de Londensche-Fransche democratische vereeniging. Uit die vriendschap ontstond de ver eeniging der „Fraternal Democrats, die briefwisseling voerde met verscheidene democratische vereenigingen in België, o. a. met de Duitsche Werkmans-Vereeniging te Brussel. In November 1847 werd te Londen eene conferentie van Duit sche Communisten gehouden, welke door den destijds te Brussel wonenden heer Karl Marx werd bijgewoond, die met den heer Frederick Engels een „manifest der Communistische partij" op stelde, hetwelk aangenomen werd en o. a. inhield: „De Communisten vormen geene bijzondere partij tegenover andere partijen van werklieden, llunne belangen zijri geene anderen dan die van het geheele proletariaat, en zij nemen geene bijzondere beginselen aan, overeenkomstig welke zij de beweging der proleta riërs denken te besturen. Zij onderscheiden zich van andere par tijen der werklieden, doordien zij de gemeenschappelijke belangen, welke van de nationaliteit onafhankelijk zijn, verdedigen, en door dien zij de belangen vertegenwoordigen der gemeenschappelijke beweging op de verschillende stadiën, welke de worsteling tussclïen arbeiders en kapitalisten te doorloopen heeft. Het onmiddelijke doel der Communisten is hetzelfde als dat der andere partijen van proletariërs: de heerschappij van het kapitaal te vernietigen door de verkrijging van staatkundige magt." Afschaffing van den parti culieren grondeigendom, centralisatie van het crediet en van de Men schrijft ons van Hoorn, dd. 13 November: „Op de groote najaars-koemarkt van gisteren en heden zijn aangevoerd ongeveer 9000 stuks vee, over het alge meen beste kwaliteit. Was de aanvoer in verhouding tot vorige jaren groot, niet minder groot was het bezoek, dat zoowel door buiten- als inlandsche kooplieden aan de markt gebragt werd. De prijs van het vee was hoog en de handel vlug. Van al het aangevoerde vee is bijna niets onverkocht gebleven. Er werden 33 vaartuigen en 4 stoombooten met vee geladen en het overige werd in driften vervoerd." Koning Victor Emmanuel heeft aan de Koningin der Nederlanden te Florence een bezoek gebragt. Donderdag a. s. wordt H. M. in de residentie terugverwacht. Men verzekert, dat bij het koloniaal werfdepöt geen militairen, afkomstig van de regimenten, meer worden aan genomen, omdat het contingent suppletie-troepen voor dit jaar voltallig is. De Kamers van Koophandel te Alkmaar, Leiden en Groningen hebben bij de Tweede Kamer adressen inge zonden ter ondersteuning van het voorgedragen wetsont werp tot heffing eener belasting op de inkomsten. Die van Alkmaar acht die wet een geschikt middel ter vervanging der sedert lang veroordeelde patentbelasting en de nog bestaande accijnsen, terwijl de Leidsche Kamer nadrukkelijk op de afschaffing van den zeepaccijns aandringt. De Kamer van Koophandel te Groningen zegt dat het wetsontwerp bestreden wordt met te wijzen op de impopulariteit dier belasting, doch herinnert tevens dat hier te lande reeds sedert lang een dergelijke belasting bestaat: het patent. „Het is waar" zegt de Kamer verder „handel en nijverheid hebben herhaaldelijk hunne bezwaren tegen die belasting medegedeelddoch was dit, omdat een inkomsten belasting hunne afkeuring wegdroeg? Geenzins. Die bezwaren waren gerigt tegen het partiëele der patent-belasting. Immers alleen de inkomsten van handel en nijverheid worden door haar getroffen; andere inkomsten niet. Het onregt- matige dier belasting was en is dus de grief. Eindelijk schijnt het ernstige plan te bestaan dit onregt op te heffen. De patent-belasting zal verdwijnen. Voor zeker zou een eenvoudige afschaffing, zonder meer, voor allen het aangenaamst zijn. Wij betwijfelen echter of dit mogelijk is. Zoolang de waarborg voor de onafhankelijkheid middelen van vervoer in de handen van den Staat: nationale werkplaatsen, aanwinst en verbetering van land volgens één ge meenschappelijk plan, en kosteloos onderwijs van al dc kinderen, waren de hoofdpunten van het programma. De „Fraternal Demo crats" schreven tegen het volgende jaar een internationaal congres te Brussel uit, waartoe de democratie van Europa zou geuoodigd worden, maar de revolutie van Februarij deed dit plan in duigen vallen en van dien tijd af sluimerde de beweging vele jaren. Want ofschoon de vereeniging, welke zich in 1860, na afloop der groote Londensche werkstakingen, onder voorzitterschap van den heer George Odger, een schoenmaker van beroep, ter bevordering der zaak van de arbeiders-vereenigingen, van het algemeene stemregt en van de geheime stemming, gevormd had, tijdens het uitbreken van den Amerikaanschen oorlog dien arbeid liet varen, om haren invloed ten gunste der Noordelijken aan te wenden, en spoedig daarop met de „Nationale Ligue" ter verkrijging van 1'olens on afhankelijkheid beroering stookte, zoo kan men echter niet zeggen, dat een en ander met de grondlegging der Internationale Demo cratische Vereeniging iets gemeens had. Ter Londensche tentoonstelling van 1862 werden door de Parij- sclie werklieden, niet maar door de regering of door de patroons aangewezen, maar eigen gekozen vertegenwoordigers afgevaardigd, die door een comité werden ontvangen, en bij deze gelegenheid werd over en weder den wensch uitgesproken naar internationale zamenwerking der werklieden ter bevordering der gemeenschappelijke belangen, en ter verkrijging van vrijheid door gezamenlijke krachts inspanning. Naauwelijks was de deputatie te Parijs teruggekeerd, of de Poolsche opstand brak uit. Keizer Napoleon scheen aanvankelijk de Polen gunstig gezind te zijn, maar werd, naar men zeide, door lord Palmerston teruggehouden. De Parijsche democratie moedigde den Keizer aan en de Londensche meende pressie op lord Palmerston te zullen kunnen uitoefenen en te dien einde werden te Londen een aantal meetings gehouden. In eene van deze, den 22 Julij 1863, verscheen plotseling eene deputatie van Fransche werklieden, die met geestdrift begroet werd. Den volgenden dag hadden de Fransche afgevaardigden eene zamenkomst met den heer Odger en anderen, waarin besloten werd, dat eene internationale alliantie gesloten zou worden, „ten einde aan de diplomatieke kuiperijen een einde te maken, den algemecneu vrede te vestigen en den arbeid te beschermen tegen de aanmatigingen van het kapitaal." Er werd een comité benoemd, bestaande uit de heeren W. Cremer, schrijnwerker; J. Eglington, timmerman; J. Grant Facey, huis schilder; C. Goddard, boekbinder en G. Odger, schoenmaker; uit naam van hetwelk een door den heer Odger opgesteld adres tot de Fransche broeders werd gerigt, waarin onder anderen werd gezegd„Er zij eene bijeenkomst van vertegenwoordigers uit Frankrijk, Italië, Duitschland, Polen, Engeland en alle rijken, waar men tot het welzijn der menschheid wil medewerken. Laat ons congressen houden, laat ons de groote vraagstukken overwegen van welke de vrede der natiën afhangt; laat ons onze rede en ons van het land gezocht wordt in het uitgeven van een steeds toenemende hoeveelheid millioenen, zoolang zal er, in plaats van op bezuiniging, op uitzetting van uitgaven gerekend moeten worden. Er zijn bovendien elementen in ons belastingstelsel, die, hetzij om deze, hetzij om gene reden, te eeniger tijd moeten verdwijnen. De regering wenscht nu reeds den accijns op het geslagt, anderen daarentegen dien op de zeep af te schaften. Niemand heeft dan ook van de regering een voorstel tot afschaffing der patent belasting zonder meer verwacht. Tegenover die afschaffing staat dan de invoering eener algemeene inkomsten-belasting. Het wordt nu de vraagof men een partiëele inkomsten belasting wil laten blijven bestaan, dan wel haar wil laten drukken op alle inkomsten zonder onderscheid. Het wordt nu de vraag: of men onder het voorwendsel van de impopuraliteit der inkomsten-belasting, dat voorstel zal gunnen verwerpen en tegelijk behouden de patent belasting, die dan niet alleen impopulair, maar bovendien onregtmatig is. Kunnen die vragen anders dan ontkennend worden beantwoord? Wij rigten, op grond van bovenstaande overwegingen, mitsdien tot u het verzoek: met de regering te willen mede werken om de patent-belasting, als zijnde een partiëelen en dus onregtmatige inkomsten-belasting, uit ons belastingstelsel te doen verdwijnen en haar zoo noodig te doen vervangen door een algemeene inkomsten-belasting." Naar het Vaderland verneemt, is de bekende chirur gijn Mezger, wiens welgelukte talrijke genezingen van rhumatiek en verstuikingen door wrijving en knijping alge meen bekend zijn, uit Amsterdam ontboden naar Stockholm, ter behandeling van den Kroonprins, den broeder des Konings van Zweden. Op den 15 dezer zal voor het Prov. geregtshof in Noordholland worden behandeld de zaak van Riclnird Lloijd, oud 27 jaren, matroos, geboren te Londen, beschuldigd van poging tot moord. Ten laste van den beschuldigde blijkt, dat hij op Zatur dag den 5 Augustus 1871, omstreeks den middag, den koopman A. J. Groen, wonende te Nieuwediep, die van hem gelden te vorderen had, voor aan het Nieuwediep, door tusschenkomst van den kapitein van den besch., aan hem geleverde kleedingstukken, welke gelden hij niet wilde zedelijk regt met gepaste «aardigheid stellen tegenover de overreding en de domme overmagt onzer zoogenaamde overheerschers.... Op deze wijze zal voor eerlijke en verstandige lieden baan gebroken worden, om wetten te maken overeenkomstig de regten der velen en niet overeenkomstig de privilegiën der weinigen. De zaak van den arbeid heeft groote behoefte aan eene broederschap der volken, want wij ondervinden dat, zoo vaak wij pogen onze maatschappe lijke stelling te verbeteren, door het aantal werkuren te verminderen, of door den prijs van onzen arbeid te verhoogen, onze werkgevers ons dreigen met het outbieden van Franschen, Duitschers, Belgen en anderen, die ons werk voor minder geld verrigten, niet om ons te benadeelen, maar tengevolge van een gebrek aan gemeen overleg tusschen de werkmansstanden der verschillende landen. Wij hopen spoedig zulk een gemeen overleg te verkrijgen, omdat ons streven is om de loonen der slecht betaalden zoo veel mogelijk gelijk te maken aan die der meer bevoordeelden en om niet te dulden dat onze patroons ons, ter bejaging van eigen voordeel, tegen elkander doen opbieden." Dit adres te Parijs ontvangen zijnde, heeft het afzenden eener nieuwe deputatie naar Londen tengevolge gehad, die den 28 Sept. 1864 ontvangen is in eene meeting, welke o. a. werd bijgewoond door den majoor Wollf, den particulieren secretaris van Mazzini en door dr. Karl Marx. De heer Tolain was, gelijk bij vroegere gelegenheden, de woordvoerder der Fransche deputatie cn droeg een adres voor, waarin het plan tot zamenwerking ten zeerste werd toegejuicht en hetwelk aldus eindigde: „Wij, werklieden van alle natiën, moeten ons vereenigen, ten einde den slagboom te vernielen, die de menschheid verdeelt in twee klassen: eene menigte van verhongerde en onwetende wezens en een zeker aantal weldoorvoede Mandarijnen." Alsnu werd besloten een centraal-comité te benoemen, dat te Londen zetelen zou en een reglement zou opstellen voor eene internationale vereeniging, welk reglement in den loop van het volgend jaar aan een internationaal werkmans-congres te Brussel ter goedkeuring zou worden voorgelegd. Onverwijld werd over gegaan tot het benoemen van een president, een penningmeester en een secretaris en van een corresponderend secretaris voor elke in het comité vertegenwoordigde nationaliteit. De heer Odger werd tot president, de heer Wheeler tot penningmeester, de heer Creincr tot algemeen secretaris verkozen; en tot corresponderende secretarissen werden benoemd: voor Frankrijk, de heer Le Lubez; voor Italië, de majoor Wolff; voor Duitschland, dr. Marx; voor Polen, de heer Holthorp en voor Zwitserland, voorloopig de heer Nusperli. Daarop werd een sub-comité benoemd, ten einde een programma op te stellen, en het werk van dit comité, benevens eenige andere ontwerpen, werden aan eene commissie van herziening voorgelegd, uit naam van welke dr. Karl Marx den 1 November 1864 een voorloopig reglement voordroeg, hetwelk, met eenige geringe wijzigingen, met algemeene stemmen werd aangenomen en o. a. inhield, dat de naam der te stichten vereeniging wezen zou: De Internationale Werkmans- Vereeniging." {Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1871 | | pagina 1