Benoemingen, enz.
rijkbcdeelde hunkert om ooggetuige te wezen, maar uit
kracht van het beginsel, dat men van de vreugd der armen
geen „schouwspel" maken moet, zal men hoogst spaarzaam
zijn met het verleenen van toegang.
Voor de regtbank te Rotterdam stonden jl. Dingsdag
teregt een Mjarig dienstmeisje en haar 18jarige broeder,
de eerste beklaagd van diefstal van een aantal effecten, ter
gezamenlijke waarde van 6000, ten nadeele harer mees-
teresse. Na eerst voor den commissaris van politie haar
onschuld betuigd te hebben, verklaarde zij later tot den
diefstal aangezet te zijn door haren broeder, die het aldus
onregtmatig verkregene in losbandigheid doorbragt. Van
de opbrengst had zij zelfs niets genoten dan een hoedje
en een ketting met gouden slot. Van al het gestolene was
slechts 14.28 over.
Bij het nemen van zijn requisitoir, deed de officier van
Justitie een korte levensschets van den tweeden beklaagde
voorafgaan, waaruit bleek, dat deze sedert zijn 13de jaar
tot nu toe, bij elkaar slechts ééne maand op vrije voeten
was geweest, en zulk een bedorven karakter had getoond
te bezitten als gelukkig maar zelden voorkomt. Voor de
eerste beklaagde eischte hij een gevangenisstraf van twee
jaren cn 6 maanden, voor haren broeder van 6 jaren en
8 maanden.
ïe Middelbeers bij Oirschot is een wild zwijn geschoten.
Een 50tal schutters en drijvers hadden zich, toen het ont
dekt werd, verzameld, om er jagt op te maken. Het
beest woog 75 kilogrammen.
Door onvoorzigtigheid bij het rijden is te Leeuwen,
naar men meldt, een kar omgeslagen, waarin 5 personen
zaten. Een dier personen kwam tegen een huis aan cn
was onmiddelijk dood; een tweede werd ernstig, een derde
minder zwaar gewond; de beide anderen kwamen er met
den schrik af.
ïe Meppel passeeide dezer dagen een trein met niet
minder dan 2(100 levende ganzen. Bij de aankomst te
Heerenveen konden zij niet verder vervoerd worden, zoodat
zij daar drie dagen op een stuk weiland bewaard zijn,
waar zij eiken avond gevoederd werden met plus minus
20 hectoliters haver.
Het Prov. Geregtshof in Limburg heeft, op requisi
toir van den advocaat-generaal, oen instructie bevolen in
zake het onlangs in de nabijheid van Maastricht plaats
gehad hebbend tweegevecht tusschen een officier aldaar in
garnizoen en een leeraar der Hoogere Burgerschool. Als
raadsheer, met de instructie belast, is aangewezen mr.
Victor Nijst, lid van gemeld Hof.
L'Ami du Limbourg meldt, dat de heer P. Iiegout,
te Maastricht, zich tot Z. M. den Koning heeft gewend
om tegen het besluit der Tweede Kamer in zake demissie
te Rome te protesteren, en te gelijkertijd ter kennis van
Z. M. heeft gebrsgt, dat hij jaarlijks eene som van 3000
beschikbaar zal stellen om te voorzien in een gedeelte der
kosten van een Nederlandschen gezant bij den Paus, in
geval Z. M. in weerwil van het besluit der Tweede Kamer,
een vertegenwoordiger te Rome mogt willen hebben.
Tijdens haar reis in Spanje, is aan Keizerin Eugénie
een kistje met kostbaarheden ontstolen. Vele van deze
kleinoodien zijn waarschijnlijk door de dieven in België
verkocht. Vandaar, dat het parket te Brussel tot onder
zoek is aangezocht. Onder het gestolene zou zich een
halsketting van grooto waarde bevinden.
ten laatste, en de „oude" zag dat liet schip reddeloos verloren ivas"
Hierop geven de stokers een beschrijving van de pogingen, welke
de kapitein dien zij op eigenaardige zeemansmanier prijzen voor
zijn moed en koelbloedigheid in liet werk stelt om de bemanning
te redden. Met de kalmste stem leest hij Zondag morgen den
1 Gelen de gebeden voor cn deelt toen aan de bemanning mede,
dat de buitenhuid van het schip in stukken wegvalt en dat hij
verwachtte, dut de manschap als Britsche matrozen hun pligt zouden
doen en zouden pogen het schip zoolang mogelijk boven water" te
houden. Met drie krachtige hoera's voor den kapitein snelden alle
matrozen wrêr naar de pompen, Intiissclieii werd het weêr zeer
onstuimig en de kapitein besloot ecu poging te wilgen om het schip
over de rillen te brengen, cn het te laten stranden op de St.
Paulusrots.
„De booten zouden onmogelijk over de branding gekend hebben"
zeide de sloker, „en bovendien waren zij even oud en slecht als
liet schip zelf, en niet in staat om meer dan twee derden der op
varenden te bevatten."
„Alle hens op liet dek," klonk nu liet bevel en liet schip werd
op het land aangehouden. De meeste matrozen klommen in den
mast en op de ra's, om zich gereed te houden in zee te springen,
ten einde een laatste kans Ie hebben, wanneer liet schip te pletter
liep op de rotsen. Ze zonden het echter tusschen de branding en
de haiujen zeer hard te verantwoorden hebben gehad
„Waar waart gij?" vroeg ik.
„O beneden, want men moest toch stoom ophouden. De stokers
waren gedwongen op hun post te blijven. Wel dwang was het
eigenlijk niet. maar pligt, want wij zeiden niets, al waren wij ook
zeker dat wij het dek nooit weer zien zouden. „Pull speed" werd
gekommandeerd. De iverkbosscn lekten, en ik dacht ieder oogen-
blik dat de stoompijp barsten zou."
„Hadden wij niet net zoo goed zielen die g.red moesten worden
als de rest?" barstte nu de tweede stoker los.
„Niemand vroeg ons of wij een slok wilden hebben, maar zij
stelden ons op de gevaarlijkste plaats van lirt schip, en daarmee
was het uit. Mijn haar stond overeind, zeg ik je."
„Kom oude jongen," z.eide de andere, „beken nu maar niet dat
je bang was. Wel mijnheer liet was dan ook een liugchelijk oogen-
blik. Wij spraken met elkander over zaken, waarover wij, zeelui,
anders niet veel spreken. De machinist zei, dat daar wij bei e ten
op onzen post waren, en onzen pligt deden ten nutte van de
anderen, wij konden zeker zijn van in den hemel te komen, wanneer
liet schip naar den grond ging. Toen wij de baar naderden schudden
wij elkander de hand, en wendde ieder zijn gelaat naar den wand.
Het schip passeerde de baar cn strandde zoo gocd.als men wenschrn
kon. liet gleed zoo zacht en zoo geleidelijk op de rotsen, alsof
liet een leege eijerdop was. Zoo het een sterk gaaf schip was
geweest, zonden de masten over boord zijn geslagen door den schok,
doch bet. was zóó verrot cn vermolmd, dat er in liet geheel geen
schok gevoeld werd, daar de rotsen door den bodem gingen alsof
die van koek was."
Hiermede besluiten wij ons korte uittreksel van liet belangrijk
verhaal.
De Eucalyptus Globulus, een boom die moerasachtigen
grond bemint, en daarin spoedig eene zeer groote hoogte
bereikt, b. v. van 60 meters binnen 12 jaren, wordt tegen
woordig zeer veel aangekweekt in Algiers, Spanje, Corsica
cn liet zuiden van Frankrijk, vooral in de omstreken van
Nice en Hyèree, als koortswerend middel. Zij slorpt de
nadeelige vochten uit den grond en verdampt ze door de
bladeren. De boom, afkomstig uit Tasman ia» waar zij om
hare koortsverdrijvende hoedanigheden, bij de inboorlingen,
in groot aanzien staat, geeft een hout even hard en vast
als dat der eikenboomen. Alle deelen van den boom be
vatten eene etherische olie, in reuk veel overeenkomst
hebbende met de camplier olie. Daarenboven bezit hij,
volgens prof. Gübler, eene extractief stof, die een alkaloïde
inhoudt, het meest overeenkomende met de cliinine. De
zelfde stof is uitmuntend geschikt voor looi-stof en geeft
aan 't leder een fraaijen glans, daarenboven wordt zij aan
gewend als versterkend middel tegen chronische katarrli en
dyspepsie, en als bederfwerend bij wonden.
In Spanje wordt zij, wegens hare hoedanigheden, koorts
boom geheeten.
STATEA'-fiENEK AA L
Tweede lininer.
Zitting van Dingsdag ,28 November. De beraadslaging over
de bogrooting voor Binncnl. Zaken wordt vervolgd. Er wordt
gehandeld over: a. de verbetering van bet Hellegat, b. den Rotter-
(latnsehen waterweg, c. het Noordzee-kanaal naar Amsterdam.
Na breedvoerige discussie, waarbij onderscheidene bezwaren geopperd
werden, wordt de verdere behandeling van punt a. uitgesteld tot
na het laatste artikel van dit Hoofdstuk. Punt b. wordt besproken
en door verschillende sprekers wordt volgehouden, dat met geduld
en veel geld den nieuwen waterweg van Rotterdam naar zee wel
is goed te krijgen. Ten aanzien van 't Noordzee-kanaal wordt
door den heer Rutgers van Rozenburg gewezen op den ijver en de
volharding der Arastcrdnmschc kanaal-maatschappij; terwijl het
rapport van den hoofd-ingenieur Waldorp in den lieer Stieltjes een
bestrijder vindt. De discussicn over punt c. liepen in deze zitting
nog niet ten einde.
Zitting van Woensdag 29 November. Na nog eenige discussie,
wordt de som van f 1,048,000 ten behoeve van de Amsterdamsche
Kanaal-maatschappij toegestaan. Daarna worden de beraadslagingen
geopend over de afdecling ouderwijs. De artikelen betrekkelijk het
Hoogcr Onderwijs zijn aangenomen. Over het Middelbaar Onderwijs
voerden de heeren Saaymans Vader en Jonckbloet het woord.
Heden voortzetting.
Volgens het jl. Maandag openbaar gemaakte wetsontwerp tot
wijziging der militie-wet, wordt de jaarlijksche ligting verhoogd
tot het cijfer van 13,000 man. Ten einde tevens „liet zedelijk en
verstandelijk gehalte der militie" te verbeteren, wordt verder de
plaatsvervanging en het nummervcrwisselen afgeschaft. Om echter
de bezwaren te verminderen, aan de persoonlijke dienst verbonden,
worden twee artikelen voorgedragen, waarbij ieder loteling of vrij
williger voor de militie het regt heeft, om, zich voorziende van
eigen kledingstukken, het korps te kiezen waarbij en de garnizoens
plaats waarin hij dienen wii; zoolang de troep, waarbij zij dienen,
in het garnizoen blijft, zorgen zij voor eigeu woning en voeding;
zij erlangen dagelijksch theoretisch onderwijs; hun rekrutentijd
duurt zes weken; zij zijn vrij van corvees cn werkbeurten, zij doen
slechts zooveel nachtbeurten als noodig is. om hun dienst behoorlijk
te leeren. Zoo veel mogelijk wordt hun tijd gelaten om zich aan
hunne studiën of beroepsbezigheden te wijdenen in de academie
steden worden de oefeningen zoo veel mogelijk zoodanig geregeld,
dat de studenten hunne colleges kunnen bijwonen. Na zes maanden
kunnen zij tot een examen worden toegelaten ter bekoming van
den graad, hetzij van korporaal of van onderofficier. Het wetsontwerp
is aangeboden door de ministers van Binnenl. Zaken, van Oorlog
en Marine.
De majoor-magazijnmeester der artillerie 1ste kl. YV. 1'etter, te
Bergen op Zoom, is, op zijne aanvrage, krachtens art. 42 la der
wet van 28 Ang. 1S51, op pensioen gesteld en dat pensioen
bepaald op f 1300 's jaars.
De luit. ter zee 2de kl. P. Be Comte wordt met den 1G Dec. a s.
geplaatst op liet raderstoomscliip de Valk, in stede van den luit.
ter zee 2de kl. 1'. H. Ledoboer, wiens plaatsing op dat stoomschip
met den lsttn dier maand wordt ingetrokken.
De Staatscourant behelst koninklijke besluiten, houdende aanwijzing
der gemeente de ltijp als standplaats van een postkantoor.
5] i r p i D.
België.
Zoo onstuimig en oproerig de vorige avonden waren
geweest, zoo kalm en stil was liet Maandag in Brussel's
verlaten straten. Uit voorzorg had de autoriteit de speciale
corpsen der garde—civiqtie opgeroepen, maar die maatregel
bleek overbodig te zijn geweest. De Place du Palais en
de straten, die op bet Park uitloopen, waren 's avonds ten
10 uur doodstil en verlaten. Ook in de Rue Joseph II
zag men niet één voorbijganger en de stilte werd slechts
afgebroken door de stemmen van de op den boek der-
straat pratende vrijwillige jagers. Zoo was bet ook in bet
Quartier dn Luxembourg, waar de beer Nothomb woont.
Om 11 uur was bet hooger gelegen deel der stad volko
men rustig; do overige wijken hadden bun gewoon voor
komen, niets meer en niets minder.
In do zitting, die de Brusselscbe gemeenteraad Maandag
hield, werd door den burgemeester Anspach rapport uit-
gebragt omtrent de gebeurtenissen der laatste dagen. Daarin
wordt gezegd, dat de bevolking zich niet op ernstige wijze
tegen de aanmaningen van bet gezag beeft verzet. De
aangerigte schade is gering. Alles bepaalt zich daarom
trent tot het volgende: Aan het Ministerie van Justitie
werd de belknop afgerukt; bet bekje van een keldergat
en één glasruit werden gebrokenbij den heer Brasseur
werden eenige glasruiten ingeworpen; de hoofddeur van
bet Ministerie van Openbare Werken werd opengedrongen,
maar door de politie dadelijk weder gesloten; de hoofd
deuren van do kloosters in de Rue Nótre-Dame en de
Rue du Marais werden eveneens opengeloopen, zonder dat
echter verder geweld werd gepleegd. Ziedaar alles. Het
rapport brengt verder buide aan den ijver en de gema
tigdheid van politie en burgerwacht.
Berigten van Dingsdag melden, dat voor het gebouw
der Kamer van Vertegenwoordigers eene zeer talrijke
volksmenigto is verzameld, die door de schutterij in bedwang
wordt gehouden en luide 't aftreden van het ministerie eischt.
De Précurseur berigt, dat de minister van Oorlog aan
den kommaudaut van bet materieel der artillerie te
Antwerpen bevel heeft gegeven, om 75,000 oorlogspatronen
naar Brussel te zenden.
Gisteren is een kennisgeving van den burgemeester
aangeplakt, waarbij de circulatie vóór de Kamer van
Afgevaardigden verboden wordt.
De tegen Dingsdag aangekondigde interpellatie over bet
ontslag van den lieer de Decker heeft Woensdag in de
Kamer van Vertegenwoordigers plaats gehad. De minister
Jacobs beeft verklaard, dat de ministers eenparig van oor
deel waren geweest, dat de aanvraag om ontslag van den
gouverneur van Limburg behoorde aangenomen te worden.
De minister Kervyn, op de interpellatie antwoordende, heeft
gezegd, dat bij zijne portefeuille zou behouden zoo lang de
meerderheid der Kamer hem niet ontviel. Bij bet uiteen
gaan der Kamer beeft de talrijk zaamgerloeide volks
menigte den lieer Bara en de andere liberale afgevaardigden
toegejuicht en weder den kreet omtrent bet aftreden van
bet ministerie doen hooren.
De deputatie van 400 leden der Gentsche liberale Kiezers-
V ereeniging, met den burgemeester van Gent, president der
ereeniging, aan het hoofd, is gisteren aan bet station van
den Noorder—spoorweg door eene talrijke volksmenigte
ontvangen. De genoemde burgemeester heeft den beer
B.ira het adres, hetwelk de deputatie overbragt, uit naam
der Gentsche liberalen overhandigd. Het publiek heeft de
deputatie met geestdrift toegejuicht.
Het Journal de Bruxelles deelt den van den 25 dezer
gedagteekenden brief mede, dien de beer de Decker uit
Hasselt aan den minister van Binnenlandsche Zaken heeft
gezonden om zijn ontslag te vragen. Hij betuigt daarin,
dat bet hem aanvankelijk veel gekost hoeft tot dien stap
over te gaan, omdat bij daardoor den schijn aannam, [alsof
bij week voor beschuldigingen, welke te verfoeijelijker
waren, omdat zij in de Kamer zijn gebragt, waar hij zich
niet kon verdedigen, en die zich wederregtelijk tot geregts-
liof bad opgeworpen, terwijl de regterlijke overheid des
lands reeds twee jaren lang de zaken van Langrand ijve
rig onderzocht. „Die stap," schrijft bij, „viel mij te zwaarder,
omdat op betzelfde oogenblik, waarop de procureur-generaal
Simons officieel verklaarde, dat er geen grond tot mijne
beschuldiging bestond, de heer Bara mij op eigen gezag
als een beschuldigde durfde behandelen en hij, een oud
minister, zonder de uitspraak der eeniglijk bevoegde tnagt
af te wachten, de hartstogten der volksmenigte ontketende
tegen een voormalig ambtgenoot, wien al de partijen, ik
mag dit vrijelijk zeggen, met bare sympathie vereeren
wegens de onbetwistbare regtscbapenbeid van zijn karakter."
De overweging echter, dat zijne benoeming tot een voor
wendsel werd genomen om een ministerie ten val te
brengen, 't welk zijn bestaan aan de wettige keuze des
lands te danken beeft gehad, en dat zijn ontslag tot be
vrediging der opgewekte hartstogten en derhalve in bet
belang van zijn geliefd vaderland zou kunnen strekken,
had hem doen besluiten zijne betrekking neder te leggen.
„Met kalmte en vertrouwen," zegt hij ten slotte, „verbeid
ik de uitspraak der justitie van mijn land. Men moge mijn
hart door boon en laster ten diepste hebben gekrenkt, men
zal er niet in slagen, mijn gemoed te verbijsteren of te
verbitteren."
Ten opzigte van den diefstal der 475,000 francs uit
de kas van de Nationale Bank te Bergen, verdiept
men zich nog steeds in allerlei gissingen. Zjl de justitie
er in slagen, licht over deze geheimzinnige ziiak te ver
spreiden? Men hoopt het voor sommige personen, op wie
nu een alles behalve aangename verdenking rust, die wel-
ligt ongegrond is. Inmiddels is de heer Duvivier als agent
der Nationale Bank te Bergen, door den beer de Hennin
vervangen, die reeds als zoodanig geïnstalleerd is, gelijk
ook de uit Brussel overgekomen beambten, die het perso
neel vervangen, dat ten bureele werkzaam was, waar de
diefstal gepleegd werd.
F r a n k r ij k.
Men schrijft uit Versailles, dat de beer Thiers, die
aldaar Zaterdag nacht uit Rouaan is teruggekomen, Zondag
ochtend den vader van den ter dood veroordeelden gede
legeerde der Commune Rossel bij zich ten geboore ont
vangen beeft, en dat die veroordeelde zelf dezer dagen den
heer Thiers schriftelijk verzocht beeft, dat hem althans de
vernedering der militaire degradatie bespaard zou worden.
Maandag meende men te Versailles te weten, dat de
commissie van gratie al de bij haar aanhangige verzoeken
om kwijtschelding van de doodstraf verworpen bad, op die
van Lullier en van de drie petroleuses na.
Een telegram uit Parijs van jl. Dingsdag luidt: Rosse!,
Ferré en Bourgeois zijn beden ochtend, ruim zeven ure,
te Satory gefusilleerd. Het aantal toeschouwers was gering.
Er waren drie duizend man troepen onder de wapenen.
Den avond te voren was nog volstrekt geen order ont
vangen en niets deed vermoeden, dat de veroordeelden
's morgens geëxecuteerd zouden worden. In het holle van
den nacht werden te Satory de -troepen onder de wapenen
geroepen; elk regiment moest twee compagniën zenden
voor 't bijwonen der executie. Ten 6 uur traden de gen
darmes de gevangenis binnen en een half uur later werd
de akelige togt naar de strafplaats ondernomen.
Het rijtuig stond stil voor de artillerie-polygoon. Ferré
sprong vlug op den grond en zette bet op een loopen.
Een oogenblik dacht men dat bij beproefde te ontsnappen,
maar de veroordeelde plaatste zich zelf tegen de executie-
paal. Rossel was bleek, maar vastberaden. Een onderofficier
naderde ieder der veroordeelden om bun een doek voorde
oogen te binden. Ferré weigerde zich de oogen te laten
bedekken; Rossel en de sergeant Bourgeois staken bun
hoofd naar voren.
Het executie-peleton bestond uit soldaten van de genie