Benoemingen, enz. Buitenland. jFrankrijk. Engeland. van spiegels en candelabres, terwijl tot aan den nok van het koepelvormig dak het kwistig met goud doorwerkte en met gouden sterren en rozetten bezaaid tarlatan in sierlijke plooijen opwaarts liep." Door het bestuur en de ingelanden van den polder Burghorn is onlangs het loffelijk besluit genomen tot be- harding van twee wegen tot dien polder behoorende, welke wegen zich beiden van af den Westfrieschen dijk, aan het gehucht het Zeugebuurtje, in één punt vereenigen; onder voorwaarde evenwel, dat ook de beharding van den langs genoemden polder, doch binnen de grens van de banne Schagen, gelegen weg, om de Schager of Grimswiel van af den Valkogerdijk tot aan het Zeugebuurtje, mede tot stand worde gebragt, van de kosten van welken laatstge noemden weg zij echter nog een derde voor hunne rekening willen nemen. Gisteren is te Anna Paulowna aangevangen en lieden voortgezet een vergelijkend examen ter vervulling der vacante betrekking van hoofdonderwijzer aan de openbare school te Kleine Sluis aldaar. Yoor de Brielsche feestviering heeft zich te Noord- scharwoude eene sub-commissie gevormd, bestaande uit de heeren M. Buis, A. van den Eelaart, A. Brinkman, P. Swager Cz., P. de Geus Az. en J. Heiman. Te Ileerhugowaard is eenigen tijd geleden eene Ned. Hervormde gemeente gesticht, welke door de kerkelijke besturen zelfstandig verklaard is. Den 23 Jan. 11. is, onder de leiding van eene commissie uit het klassikaal bestuur van Alkmaar, te Heerhugowaard eene vergadering van stemgeregtigde lidmaten gehouden, door wie de verschillende kerkelijke collegiën van bestuur en beheer voor deze ge meente benoemd zijn. Weldra zal men dus kunnen overgaan tot het beroepen van een predikant. Het predikants-trac- tement hoopt men op duizend gulden te kunnen brengen. De heer Heemskerk, hoofdonderwijzer te Heerhugowaard, heeft zich voor de stichting dezer kerkelijke gemeente zeer beijverd en aan zijne onvermoeide pogingen is het wei- gelukken dezer zaak voor een goed deel toe te schrijven. Bij de jl. Donderdag te Alkmaar plaats gehad hebbende herstemming voor een lid van den gemeenteraad, is als zoodanig gekozen de heer C. J. de Lange, med. doctor aldaar. Van de 800 kiezers waren slechts 269 opgekomen. Te Oudcarspel is aan Simon Zeeman, van Zuidschar- woude, de zilveren medaille vanwege de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen uitgereikt voor het redden van een drenkeling. Tot leden van den gemeenteraad te Zaandam zijn gekozen de hli. Mr. A Greebe burgemeester, met 185 en P. Keg met 110 van de 210 uitgebragte stemmen. Op de voordragt voor de benoeming van een secretaris dier gemeente, zijn geplaatst de hh. Mr. W. Jager Gerlings, advocaat te Haarlem, en Konijnenburg, surnumerair te Veenhuizen. Voor het Provinciaal Hof in Zuidholland stond eer gisteren teregt Johan Riemenschneider, Pruis van geboorte, van beroep kleedermaker, die na van 18621867 in het tuchthuis te hebben doorgebragt, en van September 1870 tot September 1871 gevangenisstraf te hebben ondergaan, zich op 6 November van het verleden jaar wederom aan een misdaad, die hij geheel erkende te hebben bedreven, heeft schuldig gemaakt. Zonder eenige provocatie, zonder voorafgaanden twist of aanleidende oorzaak, doch alleen met het doel om in het bezit te komen van een zilveren horologie, vervoegde de beschuldigde zich ten huize van B., te Rotterdam, waar hij vroeger als kostganger had door gebragt, gewapend met een in een zakdoek gewikkelden steen, wetende dat de heer des huizes op dit uur, zeven uren des morgens, reeds naar zijn werk was en dus de vrouw alleen te huis zou zijn. Gedurende een half uur sprak hij met zijn slagtoffer over koetjes en kalfjes, slechts op een geschikt oogenblik wachtende zijn helsch plan te volvoeren. Die gelegenheid kwam. De vrouw, die een harer kinderen, slechts 18 maanden oud, had aangekleed en op een stoel had nedergezet, keerde zich met den rug naar Riemenschneider, en een oogenblik later guste het bloed uit haar hoofd, door de hevige slagen die haar met den steen werden toegebragt, slagen, zoo hevig dat de steen in stukken door het vertrek vloog. Maar de mis dadiger was niet verzadigd; in een achtervertrek waarheen de vrouw de wijk had genomen, werd zij door een emmer, een potlepel en een waterpot op nieuw gekneusd en ge slagen, totdat zij gelukkig naar boven ontkwam en moord schreeuwde, waarop de beschuldigde, aan wien zij op de knieën gesmeekt had haar het leven te laten, uit angst onder de bedstede kroop. Het zesjarige dochtertje had het gelieele tooneel gezien, en had kennis gemaakt met de door bloed bezoedelde handen van Riemenschneider, die haar zëer onzacht op zijde had geduwd. De booswicht werd door de aanwijzing van het meisje onder de bedstede dooi de politie gevonden, en de arme vrouw lag vier weken lang te bed, onbekwaam tot het verrigten harer gewone werkzaamheden. Zoodanig was de toedragt der zaak. De zwaar verwonde vrouw verhaalde eergisteren morgen het geheele verschrikkelijke voorval, en het lieve, kleine zes jarige meisje, door president Framjois op echt vaderlijke wijze bejegend, bevestigde alles te hebben gezien. Advocaat-generaal van Maanen eischte een tuchthuisstraf Van minstens vijf en ten hoogste twintig jaar; de advocaat, mr. van Hogendorp, wensclite verzachtende omstandigheden 1 in aanmerking genomen te zien, en voerde o. a. aan, dat de beschuldigde tijdens hij als pauselijk zouaaf te Rome in 1 dienst lag, een val op het achterhoofd had gedaan, waar- door tijdelijke zinsverbijstering was ontstaan, hetgeen zich ook hier wel had kunnen doen gelden. De uitspraak is bepaald op heden, Zaturdag. (Vad.) j In een jl. Dingsdag gehouden vergadering van leden van het korps Koninklijke Scherpschutters te 's Hage is de toestand van achteruitgang van dat korps besproken. Vrij algemeen was men van oordeel, dat meer discipline j een onmisbaar vereischte was en dat dit niet wel mogelijk is op eenige andere wijze te bereiken dan door aansluiting der scherpschutters bij de schutterijen, zonder daarom 1 feitelijk als schutters aangemerkt te worden, met behoud van eigen kommandant, uniform, oefeningsterrein, enz. Dit plan schijnt veel kans van slagen te hebben. De heer Van Hoorn uit Hoorn hield jl. Donderdag avond in Diligentia te 's Hage voor de leden van Licht, Liefde, Leven een voordragt over Dickens, die hij'aan zijn hoorders deed kennen uit zijn werken; verschillende frag menten daaruit, nu eens juweeltjes van echte humor, straks van diepe tragedie, werden op uitstekende wijze voorge dragen. In Dicken's karakterschildering straalt overal door zijn fijne gave van opmerken en zijn vermogen om alles wat hij heeft waargenomen te vereenigen in één persoon. Vooral deed spreker den gevierden Engelschen schrijver kennen als menscli; hij noemde hem met regt den man met het groote hart; in Dickens leefde de overtuiging, dat alle menschelijke ellende te genezen was, en moedig sloeg hij de hand aan het werk om tegen de bestaande mis bruiken, overal waar hij ze aantrof, op te treden. Het is algemeen bekend, hoezeer hem dit gelukt is, aan hoeveel misbruiken in Engeland door Dickens woord een einde is gemaakt. Die magtige invloed van Dickens was zijn beste eereteeken na zijn dood, een beter dan het stand beeld dat te Portsmouth voor hem zal worden opgerigt. De heer Van Hoorn heeft dien avond zijn hoorders niet alleen aangenaam beziggehouden, maar tevens een goed werk verrigt; hij houde zich daarvan verzekerd. (Vad.) Om het aangename aan het nuttige te paren, oppert de schrijver van een artikel in de (oude) Rott. Crt. het denkbeeld, te Brielle eene reusachtige zuil ter herinnering aan 1 April 1572 op te rigten. Deze zuil zou tot op verren afstand worden gezien en tevens een goed kenteeken zijn voor schepen, bestemd voor onze zeegaten. Daar de regeling der feestelijkheden bij de opening der spoorweglijn Goes-Middelburg-Vlissingen op 1 Maart, wat Middelburg betreft, opgedragen is aan het bestuur der vereeniging „Uit het Volk Voor het Volk', heeft dit bestuur reeds een voorloopig plan opgemaakt. Het wil, naar men verneemt, op de Groote Markt een kolossale tent oprigten tot ontvangst der verschillende autoriteiten, het geven van concerten, enz. Voorts zullen de feestelijk heden bestaan in volksspelen, openbare mnziekuitvoeringen, illuminatie en vuurwerk, mits de burgerij hare onder steuning niet onthoude. De wijze waarop genoemde vereeniging een feest orga niseerde bij den aanvang der werken op het eiland Wal cheren, doet ook thans iets luisterrijks verwachten. Op enkele stallen in Zuid- en Noord-Beveland heeft zich de lenden-typhus onder de paarden vertoond; het meerendeel der aangetaste dieren is aan de gevolgen er van overleden. Het ontstaan der ziekte wordt door de veeartsen toegeschreven aan het toedienen van met schimmel plantjes (gryptogamen) bezet stroo. Ofschoon die woeker plant dikwerf niet met hst bloote oog kan worden waar genomen, is de aanwezigheid toch merkbaar aan den doffen reuk, die daardoor het voeder eigen wordt. Het Prov. Geregtshofin Gelderland heeft jl. Donderdag uitspraak gedaan in de zaak van H. Mulder, beschuldigd van moedwilligen doodslag. Het Hof heeft overwogen, dat de verwonding, door hem aan Colijn toegebragt, in elk geval tot de zeer gevaarlijke gerekend moest worden; dat al mogten ook ongunstige bijkomende omstandigheden de onmiddelijke oorzaak van den dood van Colijn zijn geweest, de beschuldigde ook voor de gevolgen zijner daad aan sprakelijk moest gesteld worden. Het Hof heeft hem dus schuldig verklaard aan moedwilligen doodslag en hem deswege veroordeeld tot een tuchthuisstraf van 10 jaren. Als eene merkwaardige bijzonderheid wordt gemeld, dat tusschen Harlingen en Amsterdam nu reeds 41 jaar stoombooten varen zonder dat daarbij ooit door tegenspoed op zee een menschenleven is verloren gegaan. Jl. Dingsdag avond heeft niet ver van Sneek bij het dorpje Tirns een treurig ongeluk plaats gehad. Twee mannen, vader en zoon, die de markt van Sneek hadden bezocht, keerden met hun zeilbootje huiswaarts, toen door den hevigen wind het vaartuigje omsloeg, met het gevolg, dat de zoon verdronk en de vader met. moeite gered werd. De vergadering te Sneek in zake den Noordhollandsch- Frieschen spoorweg zal 7 Februarij a. s. plaats hebben. Het Hollandsch Nieuwsblad van 1 dezer zegt: De lieeren Smidt en Co., de Amsterdamsche diamant- koopers, zijn van de velden teruggekeerd en hebben kapitale zaken gedaan. Zij hadden moer dan vijfduizend karaten diamanten bij zich. In Maart zullen zij weder de velden gaan bezoeken. Volgens hun opinie zullen diamanten over geheel Afrika gevonden worden. Het Kaapsche Volksblad meldt, dat de rijkdommen, die de Zuid-Afrikaansche diamantgroeven opleveren, schier aan het wonderbare grenzen en met den aanwas der bevolking eer toe- dan afnemen. Niet alleen is het aantal diamanten verbazend groot, maar de verhouding van zware steenen gaat alles te boven, wat in de geschiedenis tot nog toe bekend was. Verreweg do grootste waarde der lading van de veertiendaagsche mailbooten bestaat uit diamanten, en alleen de Roman, die den 4den Doe. 11. naar Engeland vertrok, had voor niet minder dan circa 21 millioen gulden edelgesteenten aan boord. Volgens particuliere berigten uit Madrid, zijn de discussiën in de Cortes, die aan hare ontbinding zijn vooraf gegaan, zeer stormachtig geweest. Een afgevaardigde riep; dat men, nu do Koning het volk beleedigd had door hen als ministers te behandelen, die de nedorlaag geleden hadden, alleen tot de barricades zijne toevlugt kon nemen. De heer Zorilla riepGod heeft de vrijheid geredGod heeft het land gered; verdedigen wij ons! Onder de bevolking heerschte groote bewegingmen was bevreesd voor onlusten en de troepen waren onder de wapenen. De luit. ter zee 2de klasse F. W. C. Ledeboer, dienende aan boord van liet wachtschip te Willemsoord, is op non-act. gesteld, en vervangen door den luit. ter zee 2de klasse N. J. van Eenterghem. De officier-machinist 1ste klasse J. II. Jullien is geplaatst bij 's ltijks werf te Willemsoord. Tot secretaris der gemeente Leiden is benoemd de heer mr. E. Kist. Dij besluit van den minister van Financiën is bepaald: dat te Haarlemmermeer met ingang van 1 Febr. a. s. tot de vereeniging van de aldaar gevestigde post- en telegraafkantoren, onder jbeheer van een ambtenaar als hoofd van het vereeuigd kantoor, zal worden overgegaan, inet verdere bepaling dat de directeur van het Rijks telegraafkantoor M. J. II. Spaiuk, als directeur vau het vereenigd kantoor zal optreden. Oost-Indie. Verleend: Een tweejarig verlof naar Nederland, wegens ziekte, aan den bootsman bij de marine-magazijnen te Batavia J. Evers. BenoemdTot bootsman bij de marine-magaz. te Batavia de ambt. op wachtgeld A. Eykelenboom, laatstelijk baas-zeilmaker bij het marine-etablissement op Onrust. OntslagenEervol, uit 's lands dienst, wegens ziekte, de tde machinist bij de gouvernements-marine A. B. ten Bosch. Ingetrokken: De det. van den luit. ter zee 1ste kl. J. J. de Hart, bij het marine-etabl. te Onrust, wordende hij eervol ontheven van de verdere vervulling der betrekking van equipagem. aldaar. Tijdelijk gedetacheerd: Bij het marine-etabl. te Onrust, teneinde de betrekking van equipagem. bij dat etabl. te vervullen, de luit. ter zee 1ste kl. bij de Kon. Ned. marine D. M. G. de Swart; bij de gouv.-marine benoemd: tot lsten machinist, de 2de machinist J. J. M. Behrens; tot 2den machinist de machinist-leerling lste kl. A. Hamwijk. Te Parijs is een zakkenroller gevat, die den ouderdom van 78 jaar had bereikt, en van de jaren van onderscheid af, zijn gansche leven door dit bedrijf in zijn onderhoud had voorzien. Na zulk eene langdurige beoefening van het vak laat het zich wel begrijpen, dat hij eene groote mate van bedrevenheid had verkregen. Hij had reeds „gewerkt" ten tijde van Vidocq en van diens voorgangers Cauler en Coco-Letour, maar in dien tijd, zeide hij bij zijn verhoor, werd men slechts gevat door dieven. „Thans, mijne heeren," eindigde hij met eene hoffelijke buiging tot de agenten van politie die hem aanhoorden, „thans is ook die toestand geheel veranderd." Omtrent zijn vroegere ontmoetingen met do politie wildo hij zich niet uitlaten. Als een staaltje, hoe bitter Parijs, terwijl het de pretentie heeft Frankrijk te willen zijn, elders in den lande beoordeeld wordt, diene het volgende, ontleend aan een artikel over den terugkeer der regering naar Parijs, en voorkomende in een Lyonsch blad: „Maar omdat wij nu voorstanders van dien terugkeer zijn, meene men daarom niet, dat dit bij ons het gevolg is van een buitengewone sympatie of overdreven voorliefde voor de Parijzenaars. In geenen deele! Niet alleen zijn wij geen aanbidders van de Parijzenaars, maar wij komen er zelfs onbewimpeld voor uit, dat, naar ons gevoelen, de echte Parijzenaar, de Parijsche Parijzenaar, de volbloed Parijzenaar, de grootste snoever, do grootste gaper, de grootste hansworst, het onbeduidendste, het nulligste, het onwetendste, het meest zoutelooze en het tergendste wezen op aarde is. Babbelaar, poseur, levenmaker, warhoofd, woelzieke, spreekt hij over alles, heeft over alles het hoogste woord, beslist alles, en dat zonder iets te kennen, zonder iets te weten, zonder eenige grondige studio van iets gemaakt te hebben. Op den stelligsten toon be spreekt hij industriëele, commerciëele, landbouwkundige en alle andere vraagstukken, en hij weet niet of de zijde van boomen, dan wel op het veld gewonnen wordt, of de katoen als de aardappelen groeit, of het graan in fabrieken gemaakt wordt of niet. Klinkklank en beuzelarij is het devies voor de Parijzenaars van hetgeen zij voortbrengen." Dat alles is lang niet malsch voor den echten inboorling van „de hoofdstad der beschaving;" maar, wat het opmer kelijkst is, een der meest gelezen Parijsche bladen neemt deze schets uit het Lyonsche over met bijvoeging: „er is wel eenige overdrijving in, maar als men bedenkt op welke wijze Parijs den boventoon, den voorrang eischt, en onophoudelijk van zijn wil, zijn heldenmoed, enz. enz. gewaagt, dan laat het zich zeer goed begrijpen, dat do provinciaal zóó spreekt." Eene commissie der Vergadering heeft jl. Woensdag beraadslaagd over het voorstel van den heer Brunet, om bij eene plegtige verklaring en door het bouwen van eenen tempel Frankrijk aan God toe te wijden en Christus als Heer te erkennen. De commissie heeft geoordeeld dat dit voorstel bij de vergadering buiten beraadslaging moest blijven. Het vertrek van Le Rhin, op welken bodem de ver oordeelde Communards naar Nieuw Caledonië zullen wor den overgebragt, is bepaald op den 8sten Februarij e. k. Te Marseille is dezer dagen de chef van een handels huis, zekere Grego, 32 jaren oud, door drie zijner vrienden, in een door hen opzettelijk daartoe gehuurd pakhuis gelokt en daar door hen wreedaardig door worging omgebragt, waarna zij het lijk in een koffer hebben gepakt, die echter niet lang genoeg was, zoodat zij eerst de beide beenen van hun slagtoffer hebben moeten afzagen. Zij hebben ver volgens den koffer door een vrachtrijder naar de haven doen brengen en aldaar, nadat ze den voerman om een boodschap hadden gezonden, in het water geworpen, hopende dat de kist zoude zinken; hij is echter drijvende gevonden door visschers. Toen de booswichten meenden het lijk uit den weg geruimd te hebben, zijn zij naar de woning van den vermoorde gegaan en hebben zich van een som van 60,000 frs. meester gemaakt. De politie is deze moorde naars gelukkig op het spoor. In eene bijeenkomst, welke de Koninklijke Geografische Maatschappij dezer dagen te Londen gehouden heeft, is medegedeeld, dat de lords der schatkist geweigerd hebben, een subsidie te verleenen aan de expeditie, die in Febr. a. s. uit Engeland vertrekken zal, ten einde dr. Livingstone in het binnenland van Afrika op te sporen. De brief, waarin

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1872 | | pagina 2