1872. N°. 19.
30 Jaargang.
Woensdag 14 Februarij.
LOTING VOOR DE NATIONALE MILITIE.
TWEEDE BEKENDMAKING.
Uitgever
Bureau:
A. A. BAKKER
Cz.
VASTSTELLING DER 278STE STAATS LOTERIJ.
Binnenland.
HËLDËRSCHË
EN MËl WEDIËFËR COURANT,
„W ij huldigen het goed o."
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per li wartaal1.30.
franco per post - 1.65.
nOIENP L E IIV, N°. 103.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
VERTREKDAGEN DER BRIEVENMALEN
Naar Oost-Tndiëvia Tri'èstïOFcbruarij's avonds 6 u. 25 m.
m n u Marseille 15 Febr.,'s avonds 6 u. 25 m.
t n /r Brindisi22Februarij,'savonds 6 u. 25m.
West-Indiè: viaSouthampton 15Febr. 's morg. 6 u. 25 m.
Suriname via St. iVa^a»Ve4Maart,'s avonds 6 u. 25 m.
de Kust, van Guinea15 Februarij 's morg. 6 u. 25 m.
Kaap de Goede Hoop23 Febr. 's morg. 6 u. 25 m.
y y via 222nëslFebr. 's m. 6 u. 25 m.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
HELDER maken bekend, dat de IiOTUV® over de in
1871 in deze gemeente ingeschrevenen voor de ligting der
Nationale Militie van 1872 is bepaald op Bonderdag den
tree-cn-twintigsten Februarij eerstkomende, des
wormiddags ten half tien ure.
De loting zal plaats hebben in de BOUWZAAL, nebter
het Bureau voor Gemeentewerken, op de Kerkgracht.
Gedurende vijf dagen, te rekenen van den dag waarop
de loting heeft plaats gehad, kunnen tegen de wijze waarop
zij is geschied, bij de Gedeputeerde Staten bezwaren wor
den ingebragt door belanghebbende lotelingen, of door hun
vader of voogd, bij verzoekschrift, op ongezegeld papier,
onderteekend door hem die het bezwaar inbrengt.
Dat verzoekschrift moet worden bezorgd bij den Burge
meester dezer gemeente.
Voorts wordt in herinnering gebragt dat zij die vermee-
nen vrijstelling van dienst te kunnen erlangen, daarvan
bij de loting opgave moeten doen aan den Heer Militie-
Commissaris.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester.
den 13 Februarij 1872. L. VERHEY, Secretaris.
Het GEMEENTEBESTUUR van den HELDER brengt lei-
kennis, dat bij resolutie van Z. Exc. den Minister van Financiën
van den 19 Januarij 1872, No. 25, krachtens de daartoe door den
Koning verleende magtiging, is vastgesteld de 278ste Staats-Loterij,
bestaande uit 20,000 loten, 10,000 prijzen en 2 preraiën, overeen
komstig het plan aan de resolutie gehecht.
Beide stukken, geplaatst in de Staatscourant, zijn voor belang
hebbenden aan de Secretarie der gemeente ter lezing nedergelegd.
Het Gemeentebestuur voornoemd,
Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester.
12 Februarij 1872. L. VERHEY, Secretaris.
HELDER en NIEUWEDIEP, 13 Februarij.
Een kijkje op de geldmarkt kon ons in de vorige week
al heel spoedig overtuigen, dat het op diplomatiek gebied
tussclien Oud- en Nieuw-Engeland niet pluis was. De
Alabama-kwestie veroorzaakt eene flaauwe stemming ter
beurze, teweeggebragt vooral door den scherpen toon der
dagbladen zoowel in Engeland als in Amerika. Wel legde
de kalme, bezadigde en vredelievende uitdrukking der
Britsche troonrede een zalfje op den wond, maar toch
begon men zich ongerust te maken, vooral toen het woord
oorlog ter sprake werd gebragt. Omtrent den stand dezer
zaak valt op dit oogenblik weinig licht te verspreiden. De
Britsche staatslieden schijnen nog steeds te gelooven aan
Engeland's goed regt op aanmerkelijke verzachting van
der Amerikanen hooge eischen. Wel heeft Engeland's
eerste minister in een-zijner jongste redevoeringen de wijze
waarop de regering te Washington bet verdrag wordt uit
gelegd, onjuist en oneerlijk genoemd, zelfs de Engelsche
dagbladen houden het er voor, dat men dit den lieer Glad-
stone aan den overkant van den Oceaan wel anders zal
beduiden. Algemeen hoopt men op 't bewaard blijven des
vredes tusschen de Oude en Nieuwe wereld. Met belang
stelling wordt inmiddels vernomen, wat in het Congres te
Washington en in het Britsche Parlement te dezer zake
wordt gesproken. De redevoeringen van Gladstone en
Disraeli worden door de Amerikaansche wetgevers ten
zeerste gelaakt. In een berigt uit New-York wordt ver
zekerd, dat de bladen aldaar de oorlog voor zeer onwaar
schijnlijk, eene minnelijke schikking voor vrij zeker houden.
In Spanje houdt de partij van den vooruitgang bare
banier omhoog, gesteund als zij wordt door verdeeldheid
'ii 't kamp der conservatieven, 't Getuigt nog weinig van
beschaving en zedelijkheid, dat er gedurig vrees wordt
gekoesterd ten aanzien van de eerlijkheid der regerings
beambten bij de eerlang te houden verkiezingen voor
de Cortes.
De Commissie belast met bet onderzoek, omtrent de in
den jongsten oorlog plaats gehad hebbende capïtulatiën,
heeft bare taak aangevangen. De capitulatie van Metz is
reeds aan de orde gesteld; verscheidene getuigen zijn
gehoord en de maarschalk Bazaine is thans aan de beurt.
In Frankrijk spreekt men vrij druk van Bonapartistische
woelingen, in verband met de zeer waarschijnlijke verkiezing
van den heer Rouher tot lid der Nationale Vergadering.
De militairen, vooral die van boogen rang, worden weinig
vertrouwd. In 't oogvallend is het, dat, naar men zegt,
juist thans de hooge rangen in het leger weder zullen
worden verleend aan de hertogen Joinville en Aumale,
die ze vroeger bezeten hebben. Men verzekert dat het
voorstel daartoe dezer dagen hij de Nationale Vergadering
zal worden ingediend.
Voor den overvoer naar Java van een detachement
sterk 125 militairen is aangenomen het schip Aurora, kapt.
II. Visser. Embarkement 24 dezer alhier.
Eergisteren avond hadden we het genoegen eene
buitengewone vergadering der zangvereeniging Cecilia in
Tivoli hij ie wonen. Het viertal nommers der eerste
afdeeling van het programma werd met medewerking van
den heer Otto, van Haarlem, flink ten gehoore gebragt.
In de tweede werd „Het Lied van de Klok," naar Scliiller's:
„Das Lied von der Glocke," muziek van Romberg ge
zongen. "Wij zeggen niet te veel, als we verzekeren, dat
Cecilia dit schoone, verhevene stuk op allezins verdienste
lijke wijze heeft uitgevoerd. Zoowel solo's, duo's, quartetten
als kooren voldoden ons uitstekend; terwijl het genoegen
der aanwezigen werd vermeerderd door de aanbieding van
teksthoekjes. Zijn wij wel ingelicht, dan zal dit omvangrijk
stuk door deze vereeniging ook a. s. Vrijdag avond op de
volksvoordragt worden uitgevoerd. De mededeeling hiervan
zal, naar wij vertrouwen, velen opwekken, zulk een
gelegenheid om iets waarlijk schoons te hooren, niet te
verzuimen.
Door onderofficieren der artillerie werd ^1. Zaturdag
avond eene tooneelvoorstelling gegeven, ten voordeele der
algemeene armen alhier. Het historisch tooneelspel„1
April 1572 of de inneming van den Briel" werd opgevoerd,
gevolgd door: „Een avontuurtje van mijnheer Kikkerbil of
een les voor oude jonge heeren;" een en ander besloten
door een Bogenwals en quadrillelancier door 8 onderofficieren.
De netto opbrengst bedraagt 22.671.
Dezer dagen is een marinier alhier aangehouden die,
naar men verzekert, niet geheel vreemd zoude zijn aan het
ongeval, dat in den oudejaarsnacht een zijner makkers
heeft getroffen, wiens lijk uit de Hoofdgracht is opgehaald.
Beroepen te Leiden de heer S. H. J. de Wolft,
pred te Dalfsen.
Bedankt voor het beroep naar Groningen door den
heer J. P. Nonhebei, pred te Middelburg.
-Het bestuur der Prov. Friesclie Werklieden-Ver
eeniging, door dat der Democratische-Vereeniging te
Amsterdam uitgenoodigd om haar adres aan den Koning,
ter verkrijging van liet algemeene stemregt, te ondersteunen,
heeft aan de besturen der afdeelingen en vakvereenigingen
kennis gegeven, dat het daartoe niet gezind is, dewijl onder
de lagere standen te weinig kennis en zelfstandigheid gevonden
worden, om niet te vreezen, dat het algemeene stemregt
aanleiding tot omkooperij en pressie zou geven, alsook
omdat de democratische partij de volksregering wil, en de
vrije Friezen niemand de hand willen bieden tot troons-
omwerping.
In de Groninger Werklieden-vereeniging, hebben alle
leden in haar jongste vergadering, het adres geteekend.
Men verneemt, dat de gemeente Hoogkarspel voor
twintigduizend gulden aandeel wil nemen in den ontworpen
Noordhollandsch-Friesclien spoorweg.
Te Amsterdam had jl. Zaturdag een vergadering van
de Amsterdamsche Kanaal-Maatschappij plaats; het voorstel
tot het aangaan eener leening van 5 3 millioen onder garantie
van den staat en onder intrekking van het besluit van
24 Mei 1871 tot liet aangaan eener leening van 10 millioen,
alles behoudens de goedkeuring door de volksvertegenwoor
diging, werd na eenige discussie aangenomen.
Met genoegen verneemt men, dat hij bestuurders van
het Koninklijk Zoölogisch Genootschap Natura Artis Magistra
te Amsterdam liet voornemen bestaat, binnen weinige dagen
eene tentoonstelling te openen van de fraaiste duivensoorten,
in de diergaarde van het Genootschap gekweekt en onder
houden. Voor elk die zich een beeld wenscht te vormen
van den invloed op gestalte en kleed der huisdieren, dooi
de vernuftige te zamenvoeging en naauwlettende zorg der
menschen teweeg gebragt, zijn dusdanige tentoonstellingen
van het hoogste gewigt.
Naar men zegt zal deze tentoonstelling gehouden worden
in een der zalen van het hoofdgebouw, en zal de oor
spronkelijke stamvader der ontelbare duivenrassen aan het
hoofd er van prijken, onverbasterd en in hetzelfde kleed,
waarin hij reeds in Noachs tijd dienst deed. (Amst.Crt.)
-De kweekers, zoo schrijft men aan de Leidsche Crt.,
zien niet zonder bezorgdheid het zoo vroegtijdig uitbotten
en groenen van planten en gewassen, omdat op zulk eene
vroege ontluiking groote schade volgt, als het weer omslaat.
Want zoo lenteachtig als liet nu sedert eenigen tijd is, kan
het niet blijvenvroeg of laat volgt hierop groote verande
ring. Men wijst op planten, die nu reeds beginnen te
bloeijen en waarvan het mooi is als zij anders half Maart
in bloei komen, en men ontdekt overal naar evenredigheid
dezelfde verjonging aan heesters en geboomte. Menigmaal,
men mag van de laatste jaren wel zeggen doorgaans, zien
o. a. de weilanden in Mei er veel ongunstiger uit dan
thans liet geval is. Een frisch groen waas ligt over de
velden uitgespreid en een zachte zuidewind met koesterenden
zonneschijn doet vergeten dat de maand Februarij pas is
begonnen.
Het was weder een hoogst treurige zaak, die jl.
Donderdag het Prov. Geregtsliof in Zuidholland gedurende
den geheelen dag bezig hield. Zij betrof toch een moord,
thans gepleegd door een 27jarigen man op zijne 28jarige
vrouw. Daar de dagbladen, toen de misdaad was begaan,
daarvan uitvoerig mededeeling deden, zullen wij slechts ter
herinnering in het kort deze vreeselijke gebeurtenis ver
melden. De verslagene, Margaretlia Maria van Wijngaarden,
verliet in den avond van 7 Nov. jl. omstreeks 8 ure haar
werkhuis, in de Zandstraat te Rotterdam, gezond en wel,
en een half uur daarna werd zij door eenige werklieden,
die aan de nieuwe cellulaire gevangenis den arbeid
voor dien dag hadden gestaakt en huiswaarts keerden, aan
den Noordsingel vermoord gevonden, uitgestrekt op den
grond en nog met een deel van haar verdiend loon, een
paar sneden brood, naast zich. Als bedrijver van die af
schuwelijke daad werd den volgenden ochtend gearresteerd
haar wettige man, Hendrik Johannes Snoey, sjouwer van
beroep, met wien de verslagene den 5 Oct. 1870 was ge
huwd, bij welke gelegenheid door hem een kind was erkend,
dat echter het zijne niet was.
Reeds op zeer jeugdigen leeftijd had de beschuldigde met
de verslagene kennis gemaakt, en de gevolgen daarvan
waren al spoedig zigtbaar geworden. Toen het tijdstip van
liare bevalling genaderd was, werd aan de jeugdige vrouw
door hare moeder de deur gewezen en zij op straat gezet,
hoewel de moeder dit thans ter teregtzitting tegensprak,
maar dat door haren zoon, den schoonbroeder van beschul
digde, werd bevestigd. De jeugdige vrouw werd met liefde
door de ouders van Snoey opgenomen en beviel daar van
een kind, dat echter na verloop van eenigen tijd stierf. De
pogingen, door den beschuldigde aangewend om in het
huwelijk te treden, werden echter voortdurend door de
moeder van zijne aanstaande tegengegaan, zooals zij ter
teregtzitting opgaf, wegens het slechte gedrag van Snoey,
maar ook dit werd door haren zoon tegengesproken, die
verklaarde dat zijne moeder hem zeiven gezegd had, dat
het verschil in godsdienst tusschen de jongelieden haar
aldus had doen handelen.
Beschuldigde, die daarop uit baloorigheid in militaire
dienst was gegaan, kon zijn aanstaande toch niet vergeten
en bedreef, zooals hij voorgaf, om weder uit de dienst ont
slagen te worden, een feit, waarvoor hij in 1867 door den
krijgsraad in de 3de militaire afdeeling werd vervallen ver
klaard van den militairen stand en veroordeeld tot drie
jaren kruiwagenstraf. Toen nu die drie jaren voorbij waren
en beschuldigde in vrijheid kwam, was zijn eerste werk
zijn meisje op te zoeken, en zijn liefde was zoo. sterk, dat
hij, niettegenstaande hij bevond dat zij in zijne afwezigheid
andermaal was bevallen, zijne aanzoeken tot een huwelijk
herhaalde. Hierin werd toen bewilligd, maar onder voor
waarde, dat haar kind door hem als het zijne zou worden
erkend. Daartoe liet hij zich overhalen en het huwelijk
werd voltrokken, een huwelijk waarvan zooals mr.
Terpstra het noemde twist en tweedragt, dronkenschap
en mishandeling de gevolgen waren. De moeder van zijne
vrouw was hem, naar het schijnt, een doorn in het oog,
en hij kon maar niet dulden dat beide vrouwen te zamen
waren, waardoor, gelijk beschuldigde opgaf, zijne huishou
ding verliep en hij steeds armer werd, naarmate hij meer
werkte. Dit gaf dikwijls tot twist en mishandeling aan
leiding, en een borrel moest den beschuldigde tot troost
verstrekken. Eens dat Snoey weder in beschonken toestand
verkeerde, liet zijne vrouw hem door de politie uit zijn
huis halen en in de wacht brengen, en toen hij ontnuchterd
weder te huis kwam, vond hij zijne huishouding opgebroken
en zijne vrouw bij hare moeder gehuisvest.. Snoey verkocht
toen alles wat hij nog bezat, en ging bij zijne oudere
inwonen. Niettegenstaande al deze treurige omstandigheden