1872. N". 38.
Vrijdag 29 Maart.
30 Jaargang.
De inneming van den Briel,
AA, BAKKER
Cz.
PROVINCIAAL BLAD
NOORDHÖLLAND.
1872.
PROVINCIALE WATERSTAAT VAN NOORDHOLLAND.
AANBESTEDING.
IIELDERSCHË
EV MEUWEDIE
COURANT.
„Wij huldigen het goede."
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
Uitgever
lïureau:
HOLE KI'IE IN, N°. 163.
Prijs der A dvert en tiënVau 14 regels CO cent,
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
VERTREKDAGEN DER BRIEVENMALEN
Naar Oosl-Indië: via Triest 2 April, 's avonds 6 u. 25 m.
„nu Marseille 11 April 's avonds 6 u. 25 m.
Brindisi 4 April, 's avonds 6 u. 25 m.
West-Indiiyia. Southampton 31Maart's morg. 6 u. 25 m.
u Suriname via St. NazdireA April, 's avonds 6 u. 25 m.
u de Kust van Guinea: 3 April 's morg. 6 u. 25 m.
Kaap de Goede Hoop: 8 April,'s morg. 6 u. 25 m.
i/i/i/ u via Triest 7 April, 's m. 6 u. 25 m.
Ter bespoediging der expeditie berigt de
BRESa» ondergeteekende, dat hij met het Postkantoor
alhier is overeengekomen, om alle Couranten,
bestemd voor Anna Paulowna, Koegras en Wieringen (met
uitzondering van die welke aan den Heer M. Koorn
worden geleverd) te verzenden voor rekening van voormeld
Kantoor. Belanghebbenden aldaar worden alzoo verzocht
aan de Brievengaarders van hunne gemeenten bestellingen
op te geven en betalingen te doen.
De Couranten, welke voor andere deelen der provincie
bestemd zijn, worden op den ouden voet verzonden.
A. A. BAKKER Cz.
van
j\To Qh! Besluit van den 1'Men Maart 1872, n". 53,
betreffende den herijk der malen, gewigten
en weegwerktuigen.
Gedeputeerde Staten der Provincie
Noordholland;
Gelet op art. 15 der wet van 7 April 18G9 (Staatsblad n°. 57)
en op liet koninklijk besluit van den llden December
1871 n°. 16;
Gelet op hun besluit van 28 December 1871, n°. 10
(prov. blad n° 70);
Hebben goedgevonden:
I. Te bepalen dat de herijk in de hierna te vermelden
gemeenten zal plaats hebben als volgt:
in de gemeente Warmenhuizen op 16 April van des voorm.
10 tot des nam. 2 uur;
te Dirkshorn, gemeente Harenkarspel, op 17 April, van
des voorm. 8 tot des nam. 1 uur;
in de gemeente Nieuwe Niedorp, op 18 April voor de
ingezetenen dier gemeente des voorm. van 8 tot 12 uur,
en voor de ingezetenen van Oude Niedorp, (welke gemeente
met Nieuwe Niedorp voor den herijk wordt zamengevoegd)
des nam. van 1 tot 4 uur;
in de gemeente Winkel op 19 April van des voorm. 9
tot des nam. 2 uur;
in de gemeente Barsingerhorn op 20 April voor de
ingezetenen van Barsingerhorn, des voorm. van 7| tot 10
uur; voor de bewoners van Colhorn, des voorm. van 10 tot
des nam. 3 uur en voor de bewoners van Haringhuizen
des nam. van 3 tot 4 uur;
te Schagerbrug (gemeente Zijpe) op 22 April voor de
ingezetenen van Anna Paulowna en Petten des voorm. van
9 tot 12 uur, en voor de bewoners van Burgerbrug (ge
meente Zijpe) des nam. van 1 tot 4 uur;
op 23 April voor de bewoners Van St. Maartensbrug
(gemeente Zijpe) des voorm. van 8 tot 12 uur en voor
de bewoners van het Zand (gemeente Zijpe) des nam. van
1 tot 4 uur;
op 24 April voor de bewoners van Oude Sluis (gemeente
type) en voor de ingezetenen van Wieringerwaard van des
voorm. 8 tot des nam. 3 uur;
op 25 April voor de bewoners van Schagerbrug (gemeente
typedes voorm. van 8 tot 12 uur en voor de ingezetenen
van Callantsoog des nam. van 1 tot 3 uur, wordende de
gemeenten Zijpe, Anna Paulowna, Petten, Wieringerwaard
en Callantsoog voor den herijk zamengevoegd;
in de gemeente Schagen voor de ingezetenen dier gemeente
°P den 26 April des voorm. van 8 tot 12 en des nam.
van 1 tot 4 uur en op 27 April des voorm. van 8 tot 10
voor de ingezetenen van St. Maarten op 27 April van
des voorm. 10 tot des nam. 1 uur; wordende de gemeente
Maarten met de gemeente Schagen voor den herijk
Hmengevoegd;
in de gemeente Hoogwoud, vooi' de ingezetenen dier
gemeente en van de gemeenten Opmeer, Spanbroek en
Obdam op 29 April van des voorm. 9 tot des nam. 1 en
des nam. van 2 tot 5 uur en voor de ingezetenen der
gemeenten Hoogwoud en Hensbroek, op 30 April van des
voorm. 8 tot des nam. 1 uur; wordende de gemeenten
Hoogwoud, Opmeer, Spanbroek, Obdam en Hensbroek voor
den herijk zamengevoegd;
in de gemeente Wognum, voor de ingezetenen dier
gemeente en van de gemeenten Sijbekarspel en Nibbikswoud,
welke gemeenten met Wognum voor den herijk worden
zamengevoegd, op 1 Mei van des voorm. 8 tot des
nam. 2 uur;
in de gemeente Blokker, voor de ingezetenen dier gemeente
en van de gemeente Westwoud, op 2 Mei van des voorm.
8 tot des nam. 1 uur, wordende de gemeente Westwoud
met de gemeente Blokker voor den herijk zamengevoegd;
in de gemeente Grootebroek, voor de ingezetenen dier
gemeente en van Bovenkarspel, op 3 Mei van des voorm.
8 tot des nam. 1 en 's nam. van 25 uur, en voor de
ingezetenen van Grootebroek en Hoogkarspel op 4 Mei,
van des voorm. 8 tot des nam. 1 uur, wordende de ge
meenten Grootebroek, Bovenkarspel en Hoogkarspel voor den
herijk zamengevoegd
in de gemeente Enkhuizen voor de ingezetenen dier
gemeente en voor do bewoners van liet aangrenzende
gedeelte der gemeente Andijk, welke gemeente voor dat
gedeelte met de gemeente Enkhuizen voor den herijk wordt
zamengevoegd op 13, 14 en 15 Mei, des voorm. van 8 tot
12 uur en des nam. van 2 tot 5 uur en op 16 Mei des
voorm. van 9 tot 12 uur;
in de gemeente Venhuizen op 17 Mei, van des voorm.
8 tot des nam. 1 uur;
in de gemeente Twisk op 21 Mei, van des voorm. 8 tot
des nam. 3 uur en tevens des voorm. van 8 tot 12 uur
voor de ingezetenen van Abbekerk en Midwoud, wordende
de gemeenten Twisk, Abbekerk cn Midwoud voor den herijk
zamengevoegd
in de gemeente Medemblik op 22 en 23 Mei, des voorm.
van 8 tot 12 en des nam. van 2 tot 5 uur, tevens voor
de ingezetenen van Opperdoes, welke gemeente met Medem
blik voor den herijk wordt zamengevoegd, en op 24 Mei
alleen des voorm. van 8 tot 12 uur;
in de gemeente Wcrvershoof, tevens voor de bewoners van
het aangrenzend gedeelte der gemeente Andijk, welke
gemeente voor dat gedeelte met Wervershoof voor den
herijk wordt zamengevoegd, op den 25sten Mei van des
voorm. 8 tot des nam. 2 uur;
te Grosthuizen, gemeente Avenhorn, voor de ingezetenen
dier gemeente en van Beets, Oudendijk en Ursem, op 27
Mei van des voorm. 8 tot des nam. 1 en des nam. van 2
tot 5 uur en op den 28sten Mei van des voorm. 8 tot des
nam. 2 uur mede voor de ingezetenen der gemeente Berk
hout, wordende de gemeenten Avenhorn, Beets, Oudendijk,
Ursem en Berkhout voor den herijk zamengevoegd;
in de gemeente Schellinkhout voor de ingezetenen dier
gemeente en van Wijdenes, welke gemeente met Schellink
hout voor den herijk wordt zamengevoegd, op 29 Mei des
voorm. van 8 tot 11 uur;
in de gemeente Zwaag op 29 Mei des nam. van 2J tot 5 uur;
II. De besturen der hiervoren genoemde gemeenten, onder
herinnering aan de circulaire van 10 Januarij 1872, n°. 66
(Provinciaal Blad n°. 9) uit te noodigen hunne ingezetenen
met liet bepaalde sub I, voor zooveel hunne gemeenten
betreft, bekend te maken en voorts te zorgen dat de belang
hebbenden aan liet tijdstip van den herijk tijdig worden
herinnerd, opdat zij aan hunne verpligtingen behoorlijk
kunnen voldoen.
Gegeven te Haarlem, den 13den Maart 1872.
Gedeputeerde Staten der provincie Noordholland,
R o l l, Voorzitter.
van Vladeracken, Griffier.
Op Ponderdag den llden April 1872, des namiddags ten half
drie ure, zal aan het lokaal van het provinciaal bestuur van Noord-
holland te Haarlem, bij enkele inschrijving worden aanbesteed:
a. Het verbeteren van het beslag vóór het paalseherm
der Fettemer Zeewering.
h. Het leveren van brik, zet- en stortsteen en het bestorten
der Heldersebe Zeewering, in twee perceelen.
De bestekken zijn, tegen betaling van 20 cents per exemplaar,
verkrijgbaar aan het lokaal van het provinciaal bestuur voornoemd
en aan het bureau voor buitenlandsche paspoorten op de O. Z.
Achterburgwal over het Walepleintje te Amsterdam en bij den Opzigter
van den Provincialen Waterstaat W. Pr. DE KRUIJFF te Helder.
Nadere inliehtingea kunnen worden verkregen bij den Hoofd
ingenieur van den Waterstaat te Haarlem, bij den Ingenieur J.
M. F. WELLAN te Alkmaar en bij den Opzigter W. 1'n. DE
KRUIJFF, te Helder.
IV.
Zal de aanstaande feestviering aan hare bestemming
beantwoorden en een blijvenden en heilzamen indruk achter
laten, dan moet zij een sterk sprekend karakter bezitten
en eene duidelijke manifestatie onzer vaderlandsliefde, blijd
schap en dankbaarheid zijn.
Zij drage een historisch en nationaal karakter. Waar
men vermakelijkheden wil aanrichten, zonder op de beteekenis
van liet feest te letten en dat helder te doen uitkomen,
waar men slechts eene gelegenheid zoekt tot uitspanning
zonder meer, zij liet liever gelaten dan gedaan. Toespraken,
opschriften, liederen, versieringen en illuminatiën zelfs, alles
moet heenwijzen naar liet feit, waarvan de herdenking
gevierd wordt, en op de goede vruchten welke het voor
Nederland gedragen lieeft en nog draagt. Vooral de jeugd
worde zulks voor oogen gesteld en daardoor de liefde tot
het vaderland en de vrijheid in onze toekomstige staats
burgers aangewakkerd. De geliefde driekleur siere op het
nationale feest onze woningen, het niet minder geliefde
oranje zij ons eenige tooisel, tot getuigenis onzer gehecht
heid aan het Huis, dat het symbool onzer eenheid is.
Leuzen en teekens, die verdeeldheid kunnen opwekken,
blijven geweerd. Het feest zij zoo algemeen mogelijk,
niemand meene, dat de triumf zijner partij of zijner richting
gevierd wordt.
Onze blijdschap openbare zich op bezadigde wijze. De
goede geest van orde, waardoor onze nationale feesten in
1863 en 1865 zoo uitnemend geslaagd zijn, beziele ons
weder. Gedragen wij ons als vrije lieden die hunne vrijheid
waardig zijn, zich zeiven weten te bewaken en den teugel
van policie kunnen missen. Ongebondenheid en uitspattingen,
die onze kermissen ontsieren, blijven verre van ons. Het
feest van den Briel zij geen feest van Schiedam. Onkiesche
straatliederen worden niet vernomen, alleen onze volks
liederen of de talrijke voor het feest vervaardigde
gezangen.
Gaan op den tweeden Paaschmorgen de bedienaren der
godsdienst hunne gemeenten voor in dankzeggingen tot
den Allerhoogste, voor de zegeningen gedurende drie
eeuwen over Nederland uitgestort, en in gebeden voor het
behoud en het welzijn van vaderland en Koningshuis, zij
zullen daarmede handelen in den geest van de overgroote
meerderheid des volks, zij zullen aan de feestviering eene
hoogere wijding geven en de goede stemming van den dag
bevorderen. Maar de dankbaarheid voor de door ons
genoten weldaden toone zich ook op tastbare wijze. Meer-
gegoeden mogen hunne ondergeschikten en de minder
bedeelden in staat stellen, de zorgen des levens voor cén
dag ter zijde te zetten en onbekommerd in de algemeene
vreugde te deelen, het zal den broederband versterken, die
tusschen de zonen en docliteren van denzelfden volksstam
behoort te bestaan. Onze giften mogen ook toevloeien aan
de stichting, die tot blijvende herinnering aan de feestviering
in den Briel zal verrijzen. Daar, waar de Helderschc en
Nieuwedicper Courant gelezen wordt, zal het wel allerminst
ontbreken aan sympathie voor eene instelling, welke voor
oude schepelingen een toevluchtsoord zal zijn. De gelden,
alom in den lande verzameld, zullen misschien kunnen strekken
tot oprichting van het gebouw, om bet voortdurend aan
zijn doel te doen beantwoorden is veel meer noodig.
Bewoners der gemeente Helder, die hare opkomst en
bloei te danken beeft aan onze marine, aan onze koopvaardij,
gij allen die uw bestaan, uwe welvaart aan de zeevaart
verschuldigd zijt, gij, die liet moeitevolle leven van den
zeeman, de gevaren waarmede hij vaak te worstelen heeft,
kent, wakkere Texelaars en andere eilanders, die dit
evenzeer weet en aan de zeevaart zoo nauw verwant zijt,
Noordhollanders, die haar beschouwt als de onmisbare
helpster van uwen bloeienden landbouw en handel,
gedenkt de hulpbehoevendheid en verlatenheid van den
zeeman in zijnen ouderdom, wij vragen uzonder eene
feestgave af voor het asyl.
Nog één verzoek ten slotte: onze feestviering zij geheel
vrijwillig en daardoor des te oprechter: men dwinge niemand
zijns ondanks tot deelneming. Hoe meer er zich toe aan
gespoord gevoelen, des te nationaler karakter het feest zal
bezitten, des te meer zal het getuigen, dat ons volk één
wil zijn en blijven. Maar zijn er, bij wie de in ons vorig
artikel besproken bedenkingen zoo zwaar wegen, dat voor
hen de hoofdzaak alle belang en beteekenis verliest, niemand
valle hen daarover hard, maar men eerbiedige hunne ont
houding. Het beste gebruik toch, dat wij van onze vrijheid
kunnen maken, is wel dit, dat wij de vrijheid van anderen
niet verkorten. Dat blijke vooral op het feest der vrijheid,
op 1 April!