Binnenland. Hulde komt toe aan de onderscheidene in deze gemeente bestaande vereenigingen en corporatiën, die allen veel, zeer veel hebben tocgebragt aan de feestelijkheid van den dag. Niet het minst komt die hulde toe aan de kolenwerkers, toetuigers, enz., die zoowel door hun fraai costuuin als door een flinke orde aan 't einde van den trein heel veel hebben bijgedragen om alles wel te doen gelukken. De ruiter-eerewacht kweet zich mede loffelijk van hare taak. Gesteund door de veelvermogende medewerking van heel de burgerij en van de militaire autoriteiten is het der feestcommissie, onder de leiding van den heer W. Steffens, mogelijk geweest een waardig gedenkfeest te organiseren. Door verstoring der goede orde is die feeste lijkheid niet een enkele maal ontsierd, een goede geest heerschte er bestendig en wij meenen, dat de gemeente Helder steeds „met voldoening en genoegen op hare feest viering van 1 April 1872 zal kunnen terugzien." HELDER en NIEUWEDIEP, 2 April. In Spanje blijven de partijen op staatkundig gebied steeds woelen en zelfs neemt bun aantal nog toe. Dezer dagen is er weder een nieuwe partij ontstaan, die zich den naam geeft van „de Voorhoede", een naam die aanduiden moet, dat zij zich aan de spits stelt der revolutiemannen. Zij neemt zich voor op de toekomstige gebeurtenissen een krachtigen invloed uit te oefenen. Mexico levert in dezen tijd een betreurenswaardig schouwspel van regeringloosheid op. Nu eens verslagen, dan weer overwinnaars, houden de opstandelingen zich in het noorden des Rijks nog steeds staande en gaan er nu weer aanvallend te werk. Waarlijk de positie van den president Juarez is in het geheel niet benijdbaar. Thiers heeft jl. Zaturdag in de Nationale Vergadering te Versailles zeer geruststellende verzekeringen gegeven omtrent den binnenlandschen toestand des lands en de verhouding tot het buitenland. Uit zijne mededeelingen blijkt, dat daar te lande nog wel partijen bestaan, die onrust zoeken te zaaijen, maar dat er voor gewaakt wordt, dat de vrede niet zal worden verstoord. De vrede van Europa - zoo verze kerde de heer Thiers wordt niet bedreigd. Frankrijk staat niet geïsoleerd, niet zonder bondgenootschap. De ware wraak van Frankrijk behoort te zijn de hervorming van Frankrijk, waardoor het land wordt wat het wezen moet. Niemand wil den vrede storen en de orde loopt ook geen gevaar gestoord te worden. Heden blijkt de feestelijke stemming der burgerij nog geenszins uitgedoofd. Zij wordt verlevendigd door het feestgezang en door optogten der schooljeugd, die in feest- dosch én met vaandels en vlaggen langs de straten trekt. De Koning heeft bij de eerste steenlegging te Brie] le het volgende gesproken: „Wanneer mijne woorden gering zullen zijn, gij zult het mij gewis vergeven, want in het oogenblik dat de nazaten van den grooten Zwijger, de nakomelingen van het Geuzenvolk zich op deze heilige plek vereenigen, dan, mijne heeren! zijn mijne woorden weinig in getal. Gij moogt het verschoonen, want het is de taal van het hart, dat moeijelijk kan uitdrukken de fierheid die hetzelve doet kloppen. Ik ben grootsch, zeer grootscli van Nederlander te zijn en ik dank u voor de groote eer en het groote voorregt welke gij mij wel hebt willen schenken, om den eersten steen te leggen van deze beide heerlijke plannen, welke op deze plek in de toekomst zullen worden verwezenlijkt. Daarna riep de Koning: „Leve het Vader land."" (V.) Maandag 8 April zal Z. M. de Koning in de hoofd stad komen om haar zijn jaarlijksch bezoek te brengen. Blijkens eene opgave van het departement van Oorlog in het Algemeen Politieblad, zijn in het jaar 1871 van de corpsen der landmagt en der mariniers 85 man gedeser teerd, waaromtrent de nasporingen tot op 1 Jan. dezes jaars vruchteloos zijn gebleven. Uit het Weekblad van het Regt blijkt, dat onlangs in ons land een niet alledaagsch feit zich heeft voorgedaan. Een kantonregter werd door zijn eigen kantongeregt tot een gulden boete, subsidiair tot een dag gevangenisstraf veroordeeld, en van dat vonnis voorzag hij zich in cassatie; de Hooge Raad vernietigde het inderdaad, maar veroor deelde hem tot twee geldboeten, elke van 1, subsidiair tot gevangenisstraf van een dag voor elke boete. En wat .„had nu die kantonregter misdaan? Hij was schuldig ver klaard aan: „het tegen elke schouw niet zuiveren van waterplanten of ruigten in, en het niet behoorlijk opsnoeijen van het houtgewas langs eene waterleiding", voorzien en strafbaar gesteld bij de artt. 11, 21 en 24 van het regle ment op de waterleiding in Overijssel. Men schrijft ons van Texel, dd. 31 Maart: „Door bijzondere omstandigheden vierde men aan de Koog op gisteren reeds het bevrijdingsfeest van de Spaansche overheersching. De onderwijzer der openbare school aldaar, daartoe in staat gesteld door allezins voldoende bijdragen van ouders en andere belangstellenden, onthaalde de school jeugd op chocolade, krentenbrood en koek, terwijl hij hun verraste met het houden eener tombola. De vaderlandsche driekleur wapperde van 't schoolgebouw, dat inwendig versierd was. Er werd een optogt der schoolkinderen ge houden en alles liep in de beste orde af, terwijl ieder zijn aandeel vond in de feestvreugde van den dag." Te Amsterdam heeft het gisteren nagenoeg den gelieelen dag geregend. Ter gelegenheid van de voorgenomen aanzienlijke verbouwing van den Amsterdamschen schouwburg, brengt de Amst. Crt. in herinnering, dat op 11 Meie.k. juist een eeuw zal verloopen zijn, dat dè groote schouwburg der hoofdstad door een geweldigen brand werd vernield. Gelijk men weet, stond dat gebouw op de Keizersgracht bij de Run straat, en verrees de tegenwoordige komedie later, als noodhulp, waarom zij dan ook van hout opgetrokken v erd. Op 2 den avond van den brand voerden de Vlaamsche operisten onder het bestuur van J. T. Neijts, voor een zeer talrijk publiek, ten tooneele„De kwalijk bewaarde dochter," gevolgd door „de Deserteur." Bij het spelen van dit laatste stuk moest men het tooneel voor eene gevangenis duister maken, waartoe men, dus luidt het verhaal„de schuiven hadt laten vallen voor de smeerkokers, die in agt blikke bakken bestaende, anderhalven voet boven eikanderen, in ieder bak wederom andere kleine bakjes geplaatst had den met verscheidene overeind staande blikken pijpjes, met kaerssmeer gevuld, en dienden om de schermen te verligten. Deze smeerkokers dus eenigen tijd gesloten zijnde geweest, was bij den een en ander wel een ongewoone damp en stank ontwaerd, inaer men schreef dezelve aen ligte öorzaeken toe, en vreesde geen kwaeds. Doch ver moedelijk door het lang toeblijveu der schuif voor de smeerkokers, t was het smeer in een der bakken heet ge worden en had vlam gevat, welker vlam de smeerkoker uitkwam." Dit gebeurde des avonds omtrent kwart voor negen ure. Op het geroep van brand, ontstond nu de hevigste verwarring, daar de toeschouwers tegen elkaar ingedrongen en ook naar verkeerde uitgangen, daar som migen gesloten waren, vlugtten, bij welke gelegenheid menigeen van de been raakte. De brand was om 9' ure op zijn hevigst, duurde tot 's nachts 2 ure en werd zelfs van Texel waargenomen. Bij het opruimen der puinhoopen vond men 16 lijken, waaronder die van den eersten stads bouwmeester Rauws, den tooneelmeester Brinkman en den opzigter der werktuigen Teffers. De afgebrande schouwburg, voorheen de Academie genaamd, vervolgens met de rede rijkerskamer „In Liefde bloeijende" vereenigd, was in het laatst van 1637 herbouwd geworden en op 3 Januarij 1638 met den „Gijsbrecht van Amstel" ingewijd. De Zaanl. Crt. hoopt, dat de Eerste Kamer ons eindelijk van de tienden verlossen zal. De tienden houden toch vooreerst de verbetering van onzen landbouw tegen, omdat zij den zoogenaamden Intensiven landbouw grootendeels onmogelijk maken. De zekerheid van in de verbeterde opbrengst van het land, gedurende eene reeks van jaren, de interessen en het kapitaal van de kosten der gemaakte verbeteringen terug te zullen vinden, bestaat niet, wanneer de bouwman telken jare een evenredig deel van den oogst aan den tiendheffer moet afstaan. En ten anderen houdt het tiendregt ook hierom van verbeteringen in den land bouw terug, omdat het eene premie geeft aan het maken van bouw- tot weiland, waarvan, zooals bekend is, geene tienden geheven worden. De Zaanl. Crt., weet wel, dat op de Eerste Kamer meermalen die hervorming is afgestuit. Maar het liberale element is in dat staats-collegie in de laatste jaren vrij wat versterkt. Wegens die versterking verwacht de Zaanl. Crt., dat de Eerste Kamer niet langer, tusschen de lessen der wetenschap en ondervinding in, de belangen van den landbouw aan die der tiendheffers zal willen opofferen. Als voorbeeld van vaderlandslievende ontboezeming dient de volgende in eenige bladen voorkomende advertentie van J. B. Toscani, in hammen, spek, worst, enz., te Rotterdam. Zandstraat, hoek Hofstraat, Burgers, Vrinden, Kunt gij mijn nieuwen Winkel vinden; Ik heb Vrijheidshammen, Vrijheidsworst, Zoo fijn als gij ooit denken dorst; Gij vindt als gij er goed in bijt, Een smaak van onafhankelijkheid. In het land van Heusden en Altona zijn de land bouwers wederom bevreesd voor de muizenplaag. Het Prov. Geregtshof in Gelderland heeft jl. Vrijdag W. J. K., uit Eibergen, schuldig verklaard aan valsch getuigenis en veroordeeld tot vijf jaren tuchthuisstraf. - Onder Eist zijn dezer dagen een vijftal runderen overleden aan eene soort van vuur. Zij zijn terstond afgemaakt en begraven, zoodat het vleescli niet in den handel is gebragt. (Arnh. Crt.) Een ingezetene van Zwolle, voornaam industrieel, heeft zijne fabriekzaak ontbonden en al zijne bezittingen te gelde gemaakt, om tegen 1 Aug. e. k. met vrouw en zes kinderen naar Californië te verhuizen. Met hem vertrekken nog dertig andere hoofden van huisgezinnen, waaronder één uit Utrecht. Het doel is om in het verre land eene kolonie te stichten. Men verheugt zich zeer in Drenthe dat Z. M. de Koning bij zijn komst in die provincie ook het oostelijk gedeelte, het Veen-Calif'ornië, zal bezoeken om daar het begin te zien eener ontwikkeling, die gewis binnen weinige jaren van grooten omvang zal worden. De kleine ge huchten, die zich daar nu vertoonen, zullen te eeniger tijd de grootsche namen welke zij dragen Nieuw-Amsterdam en Nieuw-Dordrecht -eer aandoen, want een bodem die voor meer dan 200 millioen gulden aan veen verbergt, zal als die schatten op de markt zijn gebragt, eene bevolking niet alleen voeden, maar ook tot een welstand brengen welke verwondering moet baren. Wie thans de Dedems- vaart beschouwt, met al hare huizen, waaronder zelfs prachtige met spiegelglas, met' hare fabrieken, werven, enz., zal gelooven dat ook het Oostelijk-Drenthe eene andere toekomst te gemoet gaat. Volgens berigten van de Kust van Guinea, heeft de groote meerderheid der Elminezen Koning Habbeno Edjo, in wien zij het werktuig eener Ashantijnsche bende zag, afgezet en den heer Emen Sang tot opperhoofd benoemd, waarna de Ashantijnen naar eene verwijderde plaats zijn teruggezonden, met de gelegenheid, om naar hun plan terug te keeren. Men verwacht alsnu, dat de overgave der bezittingen zonder eenige ongeregeldheden zal plaats hebben, ook omdat de nieuwe negerregering vast besloten was, geen verzet te plegen of te gedoogen. In de Tijd leest men het volgende: „Sinds eenigen tijd werd in den Univers nu en dan gewag gemaakt van eene arme Napolitaansche vrouw, Palma geheetcn, die de gave der voorzegging bezit, en belangrijke zaken heeft geopenbaard omtrent de toekomst welke de verschillende natiën wacht. Thans bevat de Univers hierover opnieuw eene corres- pondentie uit Rome; wij ontleenen daaraan het volgende Palma verklaart een groot kruis in de lucht gezien te hebben, waaruit acht stralen op de aarde neervielen. Viet dezer stralen waren stralen van medelijden, de andere van geregtigheid. De eersten verlichtten het oosten en het westen, dat is Turkije van de eene en Amerika van de andere zijde, met Engeland, Polen en Rusland in liet midden. De stralen van geregtigheid troffen Frankrijk, Duitschland, Spanje en Italië. Naar aanleiding dezer wonderlijke verschijning heeft Palma voorzegd, dat in Jnlij a. s. Spanje, Frankrijken Italië in een tijdperk van vreeselijke omwenteling zullen verkeeren. Onder het voorwendsel van deze monarchie» - vooral die van Victor Emmanuel, die met Wilhelm een verbond heeft aangegaan weer op te heffen en de maatschappelijke orde, welke door de politiek van von Bismarck zoo hevig werd geschokt, te herstellen, zullen de Duitsche legers Frankrijk andermaal overweldigen en Parijs voor de tweede maai gekastijd en genomen worden. Bloedige worstelingen zullen de wereld met ontzetting ver vullen; Rusland, Amerika, Engeland en later ook Oostenrijk zullen zich met Frankrijk vereenigen en de velden van Italië zullen met Duitsche, Russische, Fransclie en Itali- aansche dooden overdekt zijn. Na geduchte worstelingen worden de Pruissen eindelijk overwonnen, overal ver- pletterd en slechts weinigen zullen naar hunne haardsteden terugkeeren. Ilenri V wordt tot Koning van Frankrijk uitgeroepen en Pius IX zal te Rome terugkeeren, om er de eerste dagen van de zegepraal der kerk te genieten." In een hoofdartikel van het Vaderland mijmert dl commies Jansen over staathuishoudkundige beginselen. De man werkt als commies aan 't ministerie, even als zijn vader en even als zijn zoon waarschijnlijk doen zal. Maar 't werk was niet meer als in 's vaders tijdde wettige huisvrouwen kregen toenmaals pensioen en ze leefden ruimer, want de ontdekking van edel metaal in Californië en Australië had de waardemeter nog niet veranderd. De staat hoeft evenveel behoefte aan werk als vroeger, en 't werk moest dus gelijke waarde hebben, maar het aanbod van hen, die uit de staatsruif willen eten, is grooter: een paard eet zooveel hij lust, maar een klerk op 't bureau met.... 8 kinderen! De tractementen zijn niet verhoogd, Tractementen doen denken aan tracteereneerder is de afleiding te nemen van tractare, trahere, meten, rekken, trekken, om het tractement met het genoten crediet in verband te brengen. Crediet is ook al een mooi woord; dat dient, zegt men, om, kapitalen verplaatsend, ze vrucht baar te maken; is hèt echter niet eerder een satanische verleider tot onoverdachte uitgaven? Maltlius leert, dat et een aantal mensclien zijn, die aan 't gastmaal des levens geen plaats vinden. Dat is hard, maar waar; tot het te veel te behooren, is leelijk. Maar waarom dan ook voor zijne kinderen eene betrekking te zoeken, waar het aanbod sterker is dan de vraag? Waarom zegt men niet liever; „leer timmeren, ga naar een kastenmaker, leer uw handen uit den mouw steken, ga naar Amerika! In Amerika kunt gij de eerste eeuwen nog lagchen om alle reeksen van Maltlius!" Waarom maak ik geen handelaar van den jongen? Kooplieden zijn er nooit te veel! Omdat? omdat ik al even dwaas ben als een menigte andere Nederlanders. Wij hebben nu eenmaal een zeker aantal betrekkingen tot „fatsoenlijke" gestempeld. Fat soenlijkheid is een echt Hollandsch begrip, onvertaalbaar in eenige taal, een mengsel van werkelijk eergevoel en misselijke kleingeestigheid. Die fatsoenlijke betrekkingen wil nu iedereen vervullen, terwijl in andere bedrijven de maatschappij handen te kort komt. Wij vinden het buiten gewoon fatsoenlijk om ambtenaar te zijn, een pen te voeren en op een bureau te zitten. Iedereen wenscht zijne kinde ren „fatsoenlijk geëtablisseerd" te zien; daarvoor getroost men zich opofferingen. En als dan een „fatsoenlijk" baantje openvalt, dan is 't aantal sollicitanten legio. Solliciteren is voor sommigen de eenige bezigheid, vraagt 't den candi- daat-notarissen! Onze maatschappij kent thans één sociale kwestie, die der arbeidersklasse; indien wij geen afstand willen doen van onze malle begrippen van standen, en allen eerlijken arbeid niet gelijkelijk „fatsoenlijk" leeren schatten, dan zullen wij er weldra een tweede sociale kwestie bij krijgen, die der ambtenaren, die der „fatsoenlijke" deftige lieden, voor welke glacé handschoenen en overgordijnen behoefte, vleesch weelde en schulden noodzakelijk kwaad zijn. Maar mijne vrouw en mijne familie! Er is nooit een koopman in de familie geweest, en voor mijn lieve bloed verwanten is een koopman iemand, die „as je blieft, vrijster!" zegt voor een pond stroop. Zullen zij 't aanzien, dat mijn jongen breekt met de voorvaderlijke traditiën en niet medehelpt het aanbod van schrijfwerk te vermeerderen boven de vraag? Laat ik haar vertellen, mijn beste vrouw en mijn wijsneuzige zusters wat Maltlius heeft gezegd omtrent de lui, die te veel ziju op de wereld. Mijne zusters zullen flaauw vallen, maar mijne vrouw zal het begrijpen. En moet dan de jongen hier blijven? Maar Amerika dan? De menschheid is één, en daar waar handen noodig zijn, is 't vaderland van hem, die werken wil. Indie is ook goed. Doch weêr als ambtenaar? Indië is echter groot, Java rijk en Sumatra belooft eene heerlijke toe komst! Toch kan een verstandig vader niet met hetzelfde vertrouwen zijn zoon op eigen wieken naar Indië zenden, als hij hem ziet gaan naar 't jong Amerika. Want Indië, had liet uwe vrijheid, Amerika! ware betaalde arbeid in plaats getreden van een veroordeeld cultuurstelsel, trok liet kapitaal de werkkracht tot zich in plaats van die te ver jagen door een onoeconomische wetgeving, dan ware het 't paradijs voor onze Hollandsclie knapen, die werken willen, en hier om slecht betaald werk bijna bedelen. Maar helax die ons arbe:

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1872 | | pagina 2