STATEN-GENERAAL. Benoemingen, enz. Buitenland. Frankrijk. Engeland. vee, voor zoo ver na de inenting geene reactie ontstaat, tegen vergoeding van de volle waarde artikel 3 van het koninklijk besluit van den 4 Dec. 1871 (Staatsblad No. 190), hetwelk afmaking alleen van de aangetaste runderen voorschrijft, in den weg staat." Te Veendam vonden een paar knapen een afgeschoten vuurpijl, zij deden het kruid in de bus en een er van stak dit aan, terwijl de ander de bus nog in de hand had. De bus sloeg uit elkaar en kwetste beide knapen aan de handen, den laatstbedoelde zoo, dat zijn duim na een lang lijden, moest afgezet worden. Hij kreeg de klem en overleed. De ander, aan drie vingers gewond, is weer hersteld. Te Grave zijn nog eens de ruiten ingeworpen bij den luitenant der marechauseés, die bij het Aprilfeest zich door zijne flinke houding dapper heeft gekenmerkt. Aan het artikel Galiforniëvoorkomende in „Onze Tijd," ontleenen wij de volgende regelen: Het vrouwelijk element ontbrak (in de mijn-districten zoo als die waren v-óór 15 a 20 jaren) en de goudgravers liepen in massa uit zoodra er maar kans was voor een kijkje op dat voor hen zoo zeldzame wezeneen vrouw. Oude bewoners verhalen, hoe in zeker mijnwerkers-kamp op een vroegen morgen de tijding werd verspreid dat er een vrouw was gekomen. Men had een katoenen japon zien hangen uit een wagen, die digt bij het kamp stond en zeker aan een gezelschap emigranten behoorde. Het kamp liep uit en een donderend hoerahweerklonk, toen werkelijk een bona fide japon werd ontdekt, wapperende in den wind. De man die bij den wagen behoorde kwam naar buiten, om te zien wat er gaande was, waarop de goudgravers eenvoudig riepen: „Breng haar buiten!" Hij antwoordde: „Mijne heeren zij is ziek de Indianen hebben ons beroofd van ons geld, onze provisies, in één woord van alles en wij hebben rust noodig." „Breng haar buitenWij willen haar zien." „Maar, mijne heeren, de arme vrouw ze „Breng haar buiten!" Hij „bragt haar naar buiten" met sprongen en buitelingen van halve waanzinnigen wierpen zij hun hoeden in de lucht en gilden een driewerf hoerah uit; zij gingen om haar heen staan, bekeken haar lang, betastten haar kleed en luisterden naar haar stem met de uitdrukking op het gelaat van mannen die niet luisteren naar iets werkelijks, maar naar een herinnering; zij ver zamelden 2500 dollars in goud, gaven het den man, wierpen hun hoeden weer omhoog, hieven nogmaals een driewerf hoerah aan en keerden voldaan naar hun kamp terug. Maar niet alleen in de mijndistricten was een vrouw een zeldzaam verschijnsel, ook in San Francisco, de grootste stad van Californië, waren nog in 1850 zoo weinig vrouwen, dat, wanneer er een zich op straat liet zien, de vensters overal werden geopend, waaruit dan de mannen haar be keken en nastaarden, zelfs dan, wanneer het voorwerp hunner bewondering noch jong noch schoon was. Ook kinderen waren even zeldzaam. Zoo verhaalt Twain dat toen een heer van zijn kennis met zijn echtgenoote en kind te San Francisco aankwam en zich naar een hotel begaf een reusachtige mijnwerker met een ruw uiterlijk en tot de tanden gewapend hem tegenkwam, de dienstmeid, die met het kind op haar arm vooruit liep, staande hield en haar en het kind aanstaarde met een blik vol genot en verwondering. Heel beleefd zei hij, „daar heb je nou waarachtig weer eens een kind in levenden lijve," haalde ean lederen zak te voorschijn en sprak tot de dienstmeid: „Hier hebt ge 150 dollars in goudstof, ze zijn voor u en nog meer als ge wilt wanneer ik het kind een zoen mag geven." Von Schlagintweit deelt het volgende mede: „In San Francisco gebeurde het in het jaar 1851 dat gedurende een prachtige opvoering in een Italiaansche opera, plotseling een kind dat, 9 maanden oud, door de moeder mede was genomen omdat zij het niet alleen wilde te huis laten, begon te schreijen en wel juist op een oogenblik dat het schoonste aria werd gezongen. Op eens klonk een krachtige stem van een der bovenste galerijen„Zangers en muziekanten, houdt op met uw muziek en laat het kind schreeuwen, want zulk een muziek hebben wij in geen jaren gehoord." Stormachtige bijval van het publiek. De opera werd afgebroken totdat de kleine virtuoos zijn oor- verdoovend gezang had geëindigd en het publiek hem door luide toejuiching zijn tevredenheid en zijn dank had betuigd." De Maasbode is bezig met statistieke staten op te maken, ten einde te bewijzen, dat de klagt over stelselmatige achterstelling van Katholieken bij het begeven van posten en betrekkingen bij het openbaar bestuur gegrond is. De eerste 10 staten, vormende de afdeeling „Rijkszaken," zijn gereed en uit de recapitulatie, welke de Maasbode van die afdeeling geeft, blijkt, dat onder de 893 ambtenaren van die afdeeling 72 Katholieken zijn, of 4 Katholieken tegen 50 niet-Katholieken. De verhouding bij de bevolking van het rijk (op 1 Januarij 1871) is 4 Katholieken tegen 7 niet-Katholieken. Er waren toen 1,341,119 Katholieken en 2,345,151 niet-Katliolieke inwoners. Tweede Kamer. Bij de Kamer is ingekomen een ontwerp van wet tot wijziging en verbooging van Hoofdstuk V der begrooting van Staatsuitgaven voor het dienstjaar 1872. O. a. wordt voorgesteld de kosten tot afwering van bet gevaar, waarmede besmettelijke ziekten den veestapel bedreigen, met f 200,000 te verboogen. Met ingang van 1 Mei a. s. is bevorderd tot luit ter zee 1ste kl., de luit. ter zee 2de kl. W. A. Arriens. Tot lid der Prov. Stateu van Overijssel in het distriet Enschedé, is gekozen de heer mr. A. van Laer, kantonregter te Delden. Tot inspecteur der registratie en domeinen zijn beuoemd: van de lste kl., de heer J. W. G. II. R. Nouhuys, thans inspect. 2de kl.; van de 2de kl. de heer J. H. Smits, tbans 3de kl; van de 3de kl. de beer J. T. van Dunne, thans ontv. der reg. en dom. te Winschoten. Aan deu heer L. Mulder is, op zijn verzoek, eervol ontslag ver- leand uit zijne betrekking van inspecteur van het lager ouderwijs in de provincie Utrecht. Tot directeur van bet postkantoor te Oldenzaal is benoemd de lieer C. E. Romeyn, thans surnumerair der posterijen. Tot directeur van bet postkantoor te. Veendam is benoemd de heer J. E. vau Pelleeom, tbans geagr. klerk ten postkantore te Hilversum. Mej. M. E. Schuurman, te Alkmaar, heeft met goed gevolg het examen afgelegd van hoofdonderwijzeres. Bij bet departement van Koloniën is, onder dagteekening van den 18 dezer, van den gouverneur-generaal van Ned.-Indic een telegram ontvangen van den volgenden inhoudUitbarsting van den Merapi; eenige huizen verbrand aan de zijde van de Kadoe verlies van 136 mmschenlevens." Te rekenen van den 20sten April a. s. worden briefkaarten met betaald antwoord in gebruik gesteld. Zij bestaan uit. twee aan elkander verbonden afzonderlijke kaarten, waarvan de eene voor bet geven van antwoord bestemd is. Dit gedeelte wordt door de geadresseerden van het in dubbel gevouwen formulier afgescheiden en afzonderlijk verzonden. Zij zijn echter geheel vrij het te gebruiken tot zoodanig einde en op het tijdstip als zij verkiezen. De briefkaarten met betaald antwoord zijn met ingang van 20 April op 's rijks postkantoren en op de hulpkantoren der posterijen tegen zes cent per stuk verkrijgbaar. Een telegram uit Londen dd. 19 dezer luidt: Men verneemt uit Berlijn en uit Parijs, dat aan de regering te Versailles eene nota van Prins Bismarck is voorgelezen, die van zeer vreedzamen aard en zeer vleijend voor den heer Thiers is. De markies de Nicolay, president van een maatschappij tegen de wilddieverij, gelezen hebbende het menu van het jongste diner op het Elyseum, heeft den heer Thiers een breedvoerigen brief geschreven, waarin hij namens 2000 zijner medeleden protesteert tegen het gebruik van „jonge patrijzen" aan de presidiale tafel. De maatschappij, zich ten doel stellende te waken tegen de overtredingen van de wet van 3 Mei 1844 op de wilddieverij, heeft met leedwezen gezien dat die overtredingen ook tot de hoogste klassen zijn doorgedrongen. Zij vertrouwt nogtans, dat dit slechte voorbeeld voortaan niet meer gegeven zal worden in de ofliciëele kringen, die meer dan ooit belang moeten stellen in do openbare eerlijkheid en zedelijkheid. De heer Barthélemy St. Hilaire heeft namens den heer Thiers op dit schrijven geantwoord, dat er volstrekt geen jonge patrijzen genuttigd zijn bij de diners op het Elyseum. De president wenscht evenwel het Jagergezelschap geluk met zijn ijver en waakzaamheid. In den Courier de France wordt het rapport der commissie van onderzoek naar de capitulatie van Sédan medegedeeld. Na een overzigt van het gebeurde komt de commissie daarin tot het volgende besluit: „dat de Keizer, door zonder overleg met den bevelvoerenden generaal Wimpffen, de witte vlag op de citadel te hebben doen hijschen, de volle verantwoordelijkheid voor de capitulatie van dien generaal op zich zeiven overgebragt heeftdat de generaal Wimpffen lof verdient wegens zijn voortdurend verzet tegen de capitulatie, doch dat het afgekeurd moet worden dat hij, eenmaal tot onderhandelen verpligt zijnde, niet vastgehouden heeft aan het beginsel, hetwelk door de tegenpartij blijkens des generaals mededeelingen in den gehouden krijgsraad bij de eerste zamenkomst toegegeven werd, dat alle officieren hunne wapenen en goederen konden behouden, daar hij later heeft toegelaten dat deze gunstige bepaling beperkt werd tot die officieren, welke naar hunne haardsteden terug zouden keeren na hun woord van eer te hebben verpand, dat z'j gedurende den oorlog niet meer tegen den vijand zouden dienen. Het aantal voorwerpen, dat in de fiacres en omni bussen te Parijs vergeten en achtergelaten wordt, is bijna ongelooflijk groot. De prefectuur van politie reikt jaar lijks een vrij aanzienlijke som in premiën uit aan die koetsiers en conducteurs, welke haar trouw het gevondene brengen, en de meeste en beste bewijzen van eerlijkheid hebben gegeven. In 1871 beliep het aantal gevonden en bij de prefectuur ingeleverde voorwerpen 11,987 stuks en 1590 francs zijn als belooning uitgedeeld onder de twintig koetsiers, die zich deze onderscheiding het meest hadden waardig gemaakt. Een hunner ontving 200 francs; ver volgens daalde het bedrag der premiën tot een minimum van 50 francs. Vijf-en-twintig koetsiers verwierven eene eervolle vermelding. Op de tentoor/stelling, die te Parijs van 15 Julij tot 1 November van dit jaar door de Maatschappij tot aan moediging van industrieele Werklieden zal worden gehouden, zullen, voor zoover bekend, uit Frankrijk, België, Neder land, Denemarken, Engeland, Spanje, Portugal, Italië, Turkije, Oostenrijk, Zwitserland, Rusland, Centraal Amerika en Azië voorwerpen worden ingezonden. Gedurende de veertien Zondagen, dat de tentoonstelling geopend zal zijn, zullen telkens andere muziekkorpsen van verschillende nationali teiten (ook uit Nederland) concerten geven. Sicard, de moordenaar van mgr. Darboy, is in het hospitaal te Parijs overleden. Hij was ter dood veroordeeld en wachtte op de voltrekking van het vonnis. Jl. Dingsdag avond brak in de paardenstallen van het kamp van Roquencourt een brand uit, waardoor 50 paarden verbrandden of stikten. Le Mariage forcé, van Molière, is in het Turksch vertaald door Achmed Vefik Effendi en zijn fourberies de Scapin, door Ali Bey. Beide stukken zijn te -Konstanti- nopel met succes opgevoerd. De Turksche actrices spelen gesluijerd. Het Journal d'Amiens deelt een nieuwe manier mede van behendig en onbeschaamd smokkelen. Zie hier de zaak Onlangs had de regie van goederhand berigt ontvangen, dat een groote, met bossen stroo beladen wagen op een aangewezen dag en uur door een der faubourgs zou komen. De douane was natuurlijk op haar post; de wagen liet niet op zich wachten; de voerman scheen verlegen en gaf ontwijkende antwoorden. Hierop werd het voertuig aJ het scherpste onderzoek onderworpen; geen hoekje of vaat» bleef ondoorzocht; bos voor bos werd met adelaarsoogét doorsnuffeld. Inmiddels passeerde er juist een lijkstaatsie Daar de weg door de bossen stroo versperd was, hielpet de tolbeambten ijverig die uit den weg ruimen en lietei vervolgens eerbiedig en met ontblooten hoofde de lijkkoets voorbij trekken. Het onderzoek van den wagen werd daaros voortgezet, maar vruchteloos; er kwam geene contrabande hoegenaamd aan het licht, 's Anderen daags vernam dj douane, dat er eene aanzienlijke hoeveelheid tabak tet waarde van 200,000 frs. was binnengesmokkeld,en wtl door middel van gemelde lijkstaatsie. Al de persont- die den stoet vergezeld hadden, tot priester en koorknaa- incluis, waren verkleede smokkelaars geweest en beladen met tabak; ook de lijkkoets, de kist, ja tot de dekkend# paarden toe hadden tot bergplaats voor tabak moeten dienen. Lord Kimberley leverde jl. Dingsdag in 't Iloogerhuis bij de eerste lezing van de nieuwe Licensing Bill eene belangwekkende beschrijving van de gewone wijze om porter- bier te vervalschen. Van 't vat, zoo als 't uit de brouwerij komt, wordt ongeveer een derde afgetapt. De ledige ruimte wordt nu aangevuld met water, waarin, behalve een weinig zout, eenige ponden van de ruwste, zwarte suiker zijn opgelost. Hierna wordt een zeker mengsel in 't vat gedaan, finings genaamd, bestaande uit de huid van tong en zekert deelen van andere visschen welk mengsel door de brouwers gratis aan de tappers geleverd wordt. De massa wordt vervolgens goed omgeroerdom het schuimen te bevorderen, wordt er een weinig koper-vitriool ingedaan en de drank is tot consumptie gereed. In de laatste drie maanden is het moorden en mishandelen van vrouwen in Engeland op een onrustbarende manier toe genomen, en geen wonder ook, want de schuldigen schijnen er steeds voor de wet goed af te komen. Zoo was er o.a, een kuiper, die meer van een ander vrouwspersoon dan van zijn wettige echtgenoot hield. Om zich van den huwelijksband los te maken, ging hij met zijn ega wande len, passeerde London-Bridge en wierp toen zijn vrouw onverwachts onder de wielen van een bierwagen, waarna hij zelf ook op straat ging liggen, zich houdende alsof hij te gelijkertijd met zijn vrouw onder den voet geraakt was. De jury oordeelde echter, dat de man schuldig was aan manslag, doch strafte hem slechts met drie maanden dwang arbeid, zoodat hij in Jnnij weder op vrije voeten zal zijn; daar zijne vrouw inmiddels aan de gevolgen van het over rijden in het gasthuis is overleden, kan hij dan onmidde- lijk weêr aan het vrijen gaan. Een ander had een teringachtige vrouw, waarmede hij het nog al eens te kwaad had. Op zekeren dag was dit echtpaar aan het boksen geraakt; de man trommelde met zijn vuisten zijn echtvriendin, en deze maaide met een stok duchtig over de ribben van haar echtvriend. Nadat de man den stok aan de vrouw ontwrongen had en deze laatste op nieuw een dergelijk wapen had weten magtig te worden, werd de man zoo kwaad, dat hij zijne vrouw met eene stoot twee ribben brak, aan de gevolgen waarvan zij weldra overleed. Ook deze onmensch werd aan moord schuldig ver klaard, doch maar tot 4 maanden gevangenisstraf veroordeeld, daar het hem als een zeer verontschuldigende omstandigheid werd aangerekend, dat hij de vrouw niet met den over meesterden stok, maar met de vuist de ribben had gebroken. De Daily News steekt den draak met die vonnissen. Als uw huisvrouw u verveelt (zegt het blad) dan gooit gij haar eenvoudig onder de wielen van een rijtuig, of gij werpt haar in het vuur, of gij breekt haar een paar ribben, dat vooral bij een teringachtige vrouw allernoodlottigste, ja doodelijke gevolgen moet hebben. Dan volgt het tweede bedrijf, gij komt voor de regtbank en deze zal wel zorgen dat de gevolgen van het proces, waarbij gij in weduwnaar zijt getransformeerd, u zoo gemakkelijk mogelijk worde gemaakt. Een man zou graag zeven jaar zwaren arbeid in China of Indië willen verrigten, als hij de zekerheid had dat hij met een vollen geldbuidel tehuis kwam, en wie wil nu niet gaarne zijn levensvrijheid voor een paar maanden opsluiting koopen. Streng critiseert het blad de toegeeflijkheid der wet, wanneer een moord met gebalde vuist wordt gepleegd, tegenover de onverbiddelijke gestrengheid des regters, wan neer de vuist een hand wordt, die met gestrekte vingeren in een ander mans goed dwaalt en dan krom wordt terug getrokken. Mogelijk dat het nationaal egoïsme oorzaak is, besluit het blad, dat een vergrijp tegen den eigendom gestrenger dan moord wordt gestraft, doch zonder dat wij de vrouw-moordenaars kwaad willen doen, was het toch wel wenschelijk, dat men die feiten wat strenger strafte, want de toegevendheid, die men daarbij gebruikt, zal die misdaden eer in het leven roepen dan voorkomen. Zijn vrouwen beestenOnder dit opschrift vraagt een Engelsche dame naar aanleiding van bovenstaande in een bijtend schrijven in de Times, of het Parlement er niet voor waken kan, dat de bescherming, door de wet aan honden en paarden verleendook eenigermate worde uitgereikt tot een ander weerloos dierde Britsclie huisvrouw. In 1871 hebben 51 ontploffingen van stoomketels plaats gehad, waardoor 50 personen om het leven zijn ge komen en 107 gekwetst werden. In het rapport van den heer Fletscher, ingenieur der Manchester Steam Users Association worden 42 dezer ontploffingen omschreven, waaruit blijkt, dat al deze rampen aan achteloosheid zijn toe te schrijven, daar toch 19 ketels gebrekkig ingerigt waren en 18 ketels zich in slechten toestand bevonden, terwijl in 5 gevallen gebrek aan water en oververhitting oorzaak der ontploffing waren. Te Hanley is een 13jarige knaap door een olifant in een menagerie gedood, wien hij steenen in plaats van lekkernijen had gegeven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1872 | | pagina 2