ADVERTENTIËN. Duitschland en Oostenrijk. Spanje. Amerika. Mr. Johan Rudolph Thorbecke Marine-Haven Nieuwediep. SCHAGER MARKT van HEDEN. mij dat ik te huis zou blijven en mij zou verzekeren, dat de 'deuren en ramen aan de noordzijde goed gesloten waren. Op dat oogenblik had de kalmte iets vreeselijkers nog dan de storm weinige minuten geleden. Geen zonnestraal brak door de loodkleurige lucht, die in het noorden al zwarter en zwarter werd; hier en daar was eene hellichte plek. Al de dieren waren onbewegelijk en zwegen. Mijne pape- iraaijen, wier veeren overeind stonden, antwoordden niet meer als ik hun toesprak; de kippen lieten zich opnemen en gaven geen geluid. Ik had wel eens gehoord van het voorgevoel der dieren in dergelijke toestanden en verwachtte eene aardbeving. Mijn vriend vond ik bezig met het barricaderen van zijn ramen, alsof hij een geregelden aanval van vijanden ver wachtte. Ik volgde zijn voorbeeld zonder mij te haasten; als er een storm uit het noorden kwam, zoo dacht ik, zou hij geleidelijk opsteken en ik zou den tijd hebben om mijne boeken en papieren te bergen. Geen drie kwartier waren er verstreken, sedert de storm uit het zuiden was gaan liggen. Terwijl ik mijne ramen vastsjorde met touwen, hoorde ik schelle geluiden als die van de fluit eener stoomboot. Ik meende dat het seinen waren van de Abydos. Een venster dat ik sloot begon tot drie—, viermaal toe heftig te klappereneene onwederstaan- bare kracht wierp het geheel open, rukte het uit zijne scharnieren en deed allen op den grond vallen. Die eerste stormvlaag schijnt mij toe de heftigste te zijn geweest. Ik rees op, hield mij aan de balustrade vast en zag naar het noorden; de duisternis was zoo volkomen, dat ik zelfs de niet zag, waaraan ik mij vastklemde. Het water bij stortvlagen in mijne kamer; het was zoutwater en zand, dat de orkaan uit de zee opzweepte. In weinige oogenblikken waren de vertrekken overstroomd en de meubels omvergeworpenboeken en kussens dreven door elkander. IJdel zou het geweest zijn om eene poging aan te wenden om iets te redden. De storm duurde tot in den avond. Eerst toen de hemel opklaarde, konden wij ons een denkbeeld maken van de verwoesting, die hij bad teweeggebragt. De kaden waren weggeslagen, en de kuizen er tegenover waren alle min of meer ondermijnd. De groote gebouwen van de Engelsche missie, de Ameri- 'aansche, Engelsche en Duitsche consulaten hadden geen (Ogenblik langer weerstand kunnen bieden. Vele schepen waren op de klippen vergaan en met man en muis verdwenen. de stad waren alle huizen van klei vernield. Overal zag men de grootste verwoesting. De berigten uit het binnenland van het eiland melden eveneens, dat alles is vernietigd. De cacaobosschen zijn omvergeworpenvan de 600 hoornen staan er geen 20 meer. Ook de kruidnagel- losschen zijn verdwenenvijftien jaar is er noodig vóór de cacao- en kruidnagelboomen vruchten afwerpen. De geheele rijst-, aardappel- en maïsoogst is verwoest. Hongersnood en verderf wachten den bewoners. De schade wordt geschat op 50 a 60 millioen gulden. Von Humboldt's nalatenschap zal van 2931 dezer le Berlijn verkocht worden. Het geheele muziekkorps van het Keiz. Kon. Pruis- sisch garde-ulanen-regement no. 3, te Berlijn, is, na ont vangen verlof van hooger hand, voornemens een groote kunstreis te doen van Berlijn door Noord-Duitschland, Rijnland, Westfalen, Nederland en België. Ondaök is 's werelds loon, zegt Hans Wachenliusen de Köln. Zeit., wanneer men in aanmerking neemt dat mgr. Dupanloup de Duitsche soldaten, die de Roomsche geestelijken in den laatsten oorlog zoo voorkomend hebben behandeld, door hem barbaren worden genoemd. In het gymnasium te Neuberg had Pinkstermaandag een oproertje onder de leerlingen plaats, ontstaan door de slecht toebereide spijzen, die hun tot avondeten werden voorgezet. Nadat zij deze door het venster hadden ge worpen, trokken de oproerlingen naar de keuken, verniel- iten daar al wat zij konden vinden en rigtten door een en ander eene schade van 150 gulden aan. Eerst na veel moeite gelukte het den directeur met het mannelijk dienst personeel een einde te maken aan dat woeste tooneel, waardoor verscheidene leerlingen wonden hebben bekomen. Te Weenen is thans de viool van Mozart te koop. Zij behoort aan den heer Pfeiffer, professor in de muziek in Rusland. Uit Bayonne wordt gemeld, dat Don Carlos na het gevecht bij Oroquieta in allerijl gevlugt is en via Beunza naar Frankrijk is getogen. Hij werd aangehouden en onder vraagd door gendarmes en toonde hun een paspoort, meldende dat de houder architect was. In de nabijheid van Dax "loet hij aanvankelijk een schuilplaats hebben gevonden. Vier dagen toefde hij er en verdween daarop plotseling, waarschijnlijk om zich naar Zwitserland te begeven. De Urlisten erkennen nu zelf, dat 't met den opstand gedaan is. In 1871 zijn in Amerika 346,938 landverhuizers aan gekomen, dat is elk kwartieruurs één. De verkiezing van een President der Amerikaansche Jjnie heeft niets gemeens met een verkiezingstrijd in Europa, hoe kan men zich ook een denkbeeld vormen van een verkiezing, zegt Daily News, die op één en denzelfden hij een volk geschiedt, dat zoover uit elkander leett a's de afstand van St. Petersburg tot Parijs bedraagt. Op een zelfden dag moet er een man in zooveel verschillende «imaten gekozen worden, dat die toestand het zelfde aanzien verkrijgt, alsof al de staten van Europa overeenge komen waren om op den zelfden datum één zelfden poli- L1 dignitaris te kiezen. Wat den verkiezingsstrijd zeiven netreft, die is vol koddige incidenten. Weken, ja maanden 'oor den beslissenden dag geeft de natie haar hart lucht '■et vlaggen, plakkaten, portretten en symbolen. In de Hoofdstraten van elke stad worden groote transparenten en Portretten van de candidaat-presidenten hoog in de lucht "Pgehangen. De afbeeldsels van mededingers naar de hooge staats betrekking zweven dan zoowel boven de ruïnen van Chicago en de stevige bouwwerken van Cincinnati, als boven het mengelmoes van Amerikanen, Ieren, Mexicanen en Chinezen, d at men eiken dag in Montgomery-street te San Francisco kan vinden. Plakkaten met verbazend groote letters noo- digen de menschen overal uit om meetings ten gunste van dezen of genen candidaat te houden. En de menschen blijven dan ook niet in gebreke om aan die uitnoodiging gehoor te geven, want Eransche, Duitsche, Italiaansche Spaansclie en Cubasche meetings zijn dan aan de orde van den dagniets is dan wonderlijker dan dat dubbele nationali- teits-gevoel, dat afzonderen in nationale clubs, om toch eenzelfde belang van het nieuwe vaderland te bespreken. Reeds weken vóór den verkiezingsdag schijnen de optogten uit den grond op te rijzen. Alle maatschappijen, vereeni- gingen, corporatiën of gezelschappen van het matigheids genootschap tot de Garibaldiaansche broederschap, beginnen met trommels, pijpers en banieren in parade door de straten te loopen, om daarmede te kennen te geven, dat zij voor dezen of genen candidaat zijn. Dan beginnen de fakkeloptogten en staan eiken avond de straten in liehtelaaije vlam. Optogt makende benden kruisen dan rond, staan hier en daar stil, maken een oor- verdoovend kabaal met muziek-instrumenten, tot dat ten slotte een venster open gaat en een politieke leader of invloedrijke man er ten halven lijve uit gaat liggen. Deze houdt dan een speech, die misschien maar ten halve verstaan wordt, omdat eenige huizen verder een andere bende op gelijkvormige manier haar hart voor een anderen candidaat door groot kabaal lucht geeft. Eindelijk nadert de groote dagkabaal, meetings en wat al meer zijn dan ten toppunt gestegen; men komt zelfs aan het spoorwegstation informeren, voor wien men zal stemmen. De kiesconventie, die den president zal aanwijzen, wordt zamengesteld, de uitverkorene wordt genoemd. Nogmaals kabaal, meetings, fakkellicht, muziek, gelukwenschen, rouw beklag en optogten, doch den volgenden morgen is alles weer op den ouden voet en is er in Amerika niets ver anderd, behalve de president. 19 jl. Dingsdag avond te 's Hage overleden. Hij was den 15 Jan. 1798 te Zwolle geboren en had dus bij zijn afsterven een ruim 74jarigen ouderdom bereikt. Reeds vroeg, gedurende zijn studie jaren te Amsterdam- aan het Atheneum Illustre, en te Leiden aan de Hoogeschool, deed hij groote verwachtingen van zich koesteren. Hij verwierf tweemalen de gouden medaille voor zijne beantwoor ding van uitgeschreven prijsvragen. Na tot voltooijing zijner 9tudiën een buitenlandsche reis gemaakt te hebben, werd hij in 1825 benoemd tot hoogleeraar in de staatkundige wetenschappen te Gent en in 1830, tengevolge van de gebeurtenissen in België, als zoodanig te Leiden overgeplaatst. Op het gebied van staatsregt verschenen van hem van nu tot 1840 verschillende werken, o. a. Over de verandering van het algemeen statenstelsel van Europa Over de erkenning der onafhankelijkheid van België; Wat kan de dubbele Kamer doen? Maar vooral belangrijk, en nog heden ten dage een veelgekozen leiddraad, waren zijne Aanteekeningen op de Grondwet. In zijn staatkundige loopbaan was aanvankelijk vooral kenmerkend de kracht waarmede hij, tegelijk met anderen, aandrong op grond wetsherziening. Toen in 1848, na de vroegere mislukte pogingen, tot herziening zou worden overgegaan, behoorde Thorbecke niet alleen in de daartoe benoemde staatscommissie, maar oefende daarin zulk een overwegenden invloed uit, dat, sedert haar ontwerp door de dubbele Kamer aangenomen werd, de naam van: vader der grondwet, hem soms toegekend, geenszins oneigenlijk te achten is. Het jaar na dit gewigtig moment in het staatsleven van Neder land, in October 1849, werd Thorbecke door den Koning tot minister benoemd; dat bleef hij tot 19 April 1853, het jaar van de Aprilbeweging. Het tweede van de drie ministeriën die hij vormde en waarvau Thorbecke de ziel was, dagteekent van 1 Febr. 1862 en duurde tot 10 Februarij 1866, het jaar van de -veepest. Steeds bleef hij inmiddels lid der Tweede Kamer, totdat de Koning hem in 1871 wederom de vorming van een kabinet opdroeg, dat van 3 Januarij van dat jaar tot deze dagen van crisis bestaan heeft. Steeds was hij werkzaam inet onvermoeiden ijver tot voltooijing der regeling van de verschillende takken van bestuur. De kieswet, de provinciale en gemeentewetten, de werken op het geneeskundig staatstoezigt en op het middelbaar onderwijs zijn van zijne hand, en zonder de doodelijke ziekte, die hem na een half jaar lijdens wegrukte, zou misschien het hooger onderwijs ook door hem geregeld zijn. Ook vorstelijke onderscheiding was hem niet onthouden; hem sierden de grootkruizen der orde van den Nederlandschen Leeuw; der Leopoldsorde van België en der orde van Karei III van Spanje; benevens het ridderkruis der orde van den Rooden Adelaar eerste klasse van Pruissen. De volgende treffende regelen ontleenen wij aan het Vaderland: „Breng aan allen, met wie ik zoovele jaren aan de belangen van het vaderland gewerkt heb, mijne laatste groeten over en zeg hun dat de stervende vriend is heengegaan, erkentelijk voor den steun, die zoovelen hem in moeijelijke tijden gaven. Zoo sprak Thorbecke in de laatste ure zijns levens tot zijn trouwen arts en vriend, toen hij bemerkte dat hem schielijk de kracht tot spreken zou ontbreken. Wij beschouwen het als een voorregt die laatste woorden van den grooten staatsman, die eergisteren avond is heengegaan, aan onze landgenooten te mogen overbrengen. De gedachte dat de man, die zoovele jaren het vaderland zoo trouw heeft gediend, nog in zijne laatste ure gedacht heeft aan zijne vrienden en aan allen, die hem bij zijne groote taak hebben gesteund, zal voor velen, die met ons den overledene betreuren, een troostrijke gedachte zijn. Hij zal het gevoeld hebben dat Nederland, waarvoor hij gewerkt heeft met een energie, zoo als die slechts bij weinigen wordt ge vonden, behoefte had aan een afscheidsgroet. Desniettemin zal die afscheidsgroet menigeen pijnlijk aandoen. Er is een tijd geweest dat bijna geheel Nederland goedvond wat Thorbecke deed. Maar er kwam een tijd dat zelfs velen zijner vrienden tot hun spijt den grooten meester soms hun steun moesten ontzeggen. Toeh ook voor hen had de staatsman een afscheidsgroet. Tot allen die met hem aan de belangen van het vaderland hebben gewerkt, rigt de stervende zijn vaarwel. Het belang van den staat, waaraan hij zijne beste krachten wijdde, bleef tot in zijn laatste ure zijn hoogste doel. Wij behoeven wel niet te zeggen, dat hij de laatste uren, welke hem eergisteren nog gegund werden, in de eerste plaats wijdde aan zijne naaste betrekkingen, en voornamelijk aan zijne kinderen, voor wie hij alles was. Een voor een moesten zij voor zijn ziekbed verschijnen, en de hartelijke woorden, die de vader de zijnen toe sprak, hebben gewis een onuitwischbaren indruk achtergelaten. Het moet een hoogst aandoenlijk en treffend schouwspel geweest zijn een der grootste staatslieden, die ooit op Nederlandschen bodem zijn geboren, in het volle bewustzijn van zijn naderend einde, en met de meest mogelijke kalmte den dood afwachtende, afscheid te zien nemen van zijn omgeving, die zoo ongaarne wilde gelooven dat de tijd van scheiden was aangebroken. Er zijn sommige menschen, van wie men bijna niet kan geloo ven, dat ook zij het tijdelijke met het eeuwige moeten verwisselen. Er zijn menschen, wier geest zóó krachtig is, dat men zich niet kan voorstellen, dat ook hun geest zal moeten gehoorzamen aan de vernielende wetten der natuur. Hij zelf vleide zich van het oogenblik af, dat zijn arts hem met zijn toestand had bekend gemaakt, geen oogenblik meer met herstel. Het gaf hem zelfs een zekere gerustheid te weten, dat er op her stel niet meer te rekenen viel. Vreeselijk zwaar viel het den liefhebbenden vader van de zijnen te scheiden, maar hij scheen het als zijn pligt te beschouwen, zijn ontroering zooveel mogelijk te bedwingen en den zijnen moed in te spreken. Ook zijne dienstboden moesten bij hem komen. Vóór zijn overlijden wilde hij allen een welwillend woord toespreken. Reeds eergisteren in den vroegen morgen sprak hij uit, wat hem nog op het hart lag, en hij rekende zich gelukkig, dat hem daar voor nog de tijd werd gegund. Eergisteren middag sprak hij slechts nu en dan nog een enkel woord. Zijne krachten namen meer en meer af en het was te zien, dat hij den nacht niet meer zou halen. Tegen drie uur werd de stervende nog door een benaauwdheid overvallen, die echter ge lukkig niet lang duurde. De allerlaatste uren voor zijn afsterven was hij weder kalm en rustig. Tot op het laatste oogenblik behield hij zijn volle bewust zijn, al ontbrak hem ook de kracht om le spreken. Zelfs stervende was hij nog een groot man. Zijn helder oog verflaauwde niet en zijn geest scheen nog onwillig het ligchaam te verlaten. Ten half zeven ure blies hij den laatsten adem uit. Zeilklaar liggende en vertrokken Schepen Groote Vaart. Aankomst. Vertrek. Schip. Gezagvoerder. Bestemming. 9 Mei. 5 Junij. N.Waterw.II. J. Zwart. Batavia. 3 Junij. 5 Cornelia. J. H. Zeven. Genua. 5 Henriëtte. W. B. Schill. Suriname. 6 Trio. J. Westerveld. BuenosAyres. Binnengekomen Koopvaardijschepen Groote Vaart. Binnenk. Schip. Gezagvoerder. Cargadoor. Herkomst. 6 Junij. Granite City. R. Ellis. Duinker&Goedk. Calcutta. Binnengekomen Schepen bestemd hunne lading in de Binnenhaven te lossen. Schip. Gezagvoerder. Herkomst. Lading. Cargadoor. Nerva. Hout. van Vliet Co. Helsingfors. Amons Co. Seaham. Steenk.1 Duink.&Goedk. Heemste. W.W.Visser. Barsingerhorn. S. v.d. Woude. St. Matthew. J. Watson. Londonderry. W. Slater. Gosken. W. Redman. Sunderland. Weerkundige Waarnemingen te Helder (LandskeetJ. Windrigting en Kracht. Barometer mm. Stand. I Afw. nnw. 1.8k. nwtn. 0.2„ wzw. 0.2„ 764.09 760.85 760.45 3.01 0.30 - 0.70 Thermometer C. ■*- C3 Stand. I Afw. Toestand van de zee. 14.8 14.3 17.0 - 2.0 - 1.2 t 0.1 0.78 0.80 0.55 Slechtw. Vlak. Weersgesteldheid: 6 Junij 12u. Helder, ligtbew., mooi. 6 Junij 8 u. Ligtbew., mooiweer. 6 Junij 12 u. Ligtbew., mooiweer. Hij tiet afdrukken de telegram niet ontvangen. Lammeren f a Bokk. en Geitena Magere Varkensa f Paarden Ossen - a Stieren a Gelde-Koeijen - a Kalf-Koeijen - a Vaarzen a Hokkelingen - a Nucht.Kalverena Vetteltammen - a Schapen a Biggen Eenden Kippen Boter per kop Kaas perK.G. Kip-Kijeren per 100 Eend-Eijeren c. a Ondertrouwd Ph. E V E R T S EN C. G. K E IJ S E R. Texel, 6 Junij 1872. Algemeene kennisgeving. Getrouwd H. A. D E W A IJ E R, van Amsterdam, MET M. G. VAN DER M E IJ, die hiermede, ook uit naam van wederzijdsche Familie, hartelijk dank betuigen voor de vele blijken van belang stelling, in deze dagen ondervonden. Helder, 4 Junij 1872. Overleden MARIA MARGARETHA GEERTRUIDA, jongste Dochtertje van S. Th. BEETS en C. BEETS, DE VKIES ROBBÉ. Helder, 5 Junij 1872. De ondergeteekende betuigt bij dezen zijn innigen dank voor de ondervonden ondersteuning bij de gehouden verloting, ook aan den Notaris J. W. HATTINGA RAVEN, voor diens geheel belangelooze medewerking. MELVILL VAN CARNBÉE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1872 | | pagina 3