Benoeming-en, enz. Buitenland. België. Frankrijk. overtuigd dat zekere, in de nabijheid wonende vrouw v. d. A. den kleine betooverd heeft en dus de moordenares van haar kind is. Een verschrikkelijke gedachte voor een moeder, waaraan, helaas! ook werkelijk eenig gevaar verbonden is voor de persoon, die het bijgeloof ongelukkigerwijze als de heks aanwijst, althans in de eerste dagen en onder den indruk van de smart der moeder, die haar ongeluk zooveel mogelijk aan iedereen vertelt, die het hooren wil, tengevolge waarvan niet weinige lieden op de gewaande heks verbitterd zijn en niets liever zouden wenschen dan haar eens een kwaden trek te spelen. (D. Ct.) Maandag 8 dezer, ten 7 ure des avonds, maakte de dood een einde aan het lijden van den ongelukkigen tooneel- kunstenaar Peters, die, zooals men weet, sedert het begin van April dezes jaars, in het krankzinnigen-gesticht te Delft werd verpleegd. Hij had den ouderdom van ruim 60 jaren bereikt. Zijn loopbaan heeft wel het bewijs geleverd, eensdeels hoe een groot en onbetwistbaar talent tot eene belangrijke hoogte kan stijgen, maar ten andere hoe moeijelijk het is zich staande te houden als eenmaal die hoogte bereikt is. Peters heeft al het genot van den roem gekend, maar ook al de bitterheid ondervonden, die daarvan, helaas onafscheidelijk schijnt te zijn. Hoe hoog zijn talent gewaar deerd is geworden, dit blijkt uit het medelijden, dat hem ten deel viel door de goed geslaagde pogingen, hier en elders aangewend, om de ramp, hem overkomen, zooveel mogelijk voor de zijnen te verzachten. De naam van Peters staat met gulden letteren in de geschiedenis van ons nati- naal tooneel opgeteekend. Te Amsterdam begon hij zijn loophaan, en het was ook hier dat hij de laatste maal ten tooneele verscheen. Moge een meer bevoegde hand dan de onze schetsen wat daar tusschen ligt, en de schoonste krea- tiën van Peters voor vergetelheid bewaren. Een bio grafie van den ontslapen kunstenaar, zou, bedriegen wij ons niet, een belangrijk boek worden, waaruit voor menig volgeling veel te leeren zou zijn, hetzij ter aanmoediging, hetzij ter vermijding van gevaarlijke klippen, waarop het talent schipbreuk lijdt. (Amst. Crt.) Morgen zal Peter's stoffelijk overschot te Delft worden ter aarde besteld. De schutter H. J. Backers, te Gouda, die na afloop der parade op den 27 Junij 11. zijn luitenant in het open baar beleedigde, is jl. Maandag avond door den schuttersraad aldaar veroordeeld tot wegzending uit de schutterij en tot betaling eener jaarlijksche geldboete van 50 voor zijn nog overigen diensttijd, zijnde nog vijf jaren. Door de arrondissements-regtbank te Brielle is de veldwachter J. B., van Korendijk, bij vonnis veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf, in eenzame opsluiting te ondergaan en ontzetting van de regten in art. 8 der wet van 29 Junij 1854 vermeld, voor den tijd van 5 jaren, en zulks ter zake van het zich schuldig maken, zonder daartoe eenig regt te hebben, en zonder dat er eenige aanleiding toe bestond, aan het buiten de gemeente arresteren van iemand, door welke daad van willekeur inbreuk was ge schied op de persoonlijke vrijheid van een burger. Zestal te Gorinchemds. Boer, te Ouderkerk aan den IJssel; ds. Hoogerhuijzen, te Steenwijk; ds. Lasonder, te Berkel; ds. Mossel, te Renkum; ds. Gunning, te Nunspeet; ds. Baart de la Eaille, te Ridderkerk. Omtrent den hekenden effecten-diefstal te Utrecht verneemt men nog, dat niet alleen aan vele effecten de coupons van 1872 ontbreken, maar dat bij de Hollandsche effecten volstrekt geene coupons zijn; de stellen coupons daarvan zijn allen bij een bankier daar ter stede gedepo neerd. Verder wijst men er op, dat de aandeelen van de Nederl. Rijnspoorweg-Maatschappij allen op naam zijn, zoodat de dieven ook daarmede niets kunnen aanvangen. ■H- De heer J., te Tilburg, had reeds sedert eenige dagen, wegens de hitte, in een koepel bij zijn fabriek met zijn huisgezin het middagmaal gebruikt; men had de voor- zigtigheid des avonds telkens het tafelzilver mede te nemen. Zaturdag jl. werden er gasten genoodigd, en toevallig ver gat de bediende het tafelzilver dien avond mede te nemen, hetwelk ter waarde van 500 a 600 hij het diner had dienst gedaantot overmaat van toevalligheid had de verwer, die aan de deuren bezig was, die open laten staan, en de sleutel was blijven steken op de kast waar het zilver inlag. Altemaal omstandigheden die tot diefstal uitlokten. Zondag ten 12 ure des namiddags vond de eerste per soon, die in den koepel trad, al het zilver gevlogen, terwijl degeen, die zoo op zijn gemak alles kon wegkapen, een paar halve fleschjes Malaga had uitgedronken. De politie peinst en zoekt. De Haagsche correspondent van de Middelburgsche Courant zegt o. a. van den nieuwen minister van Oorlog, graaf van Limburg Stirum het volgende: „Hij is een uitstekend zwemmer. Zoodra het hadsaizoen aangevangen is ziet men op het Scheveningsche strand den eenbeenigen generaal in volledig hadcostuum op den rug van een Scheveninger de zee in dragen; zijn drager „zet hem af" op zekere diepte, en de generaal zwemt van het strand af met eene vlugheid alsof hij op de citadel een been er bij gewonnen in plaats van verloren had." Jl. Zondag vierde men te Kampen een feest van bijzonderen aard; een feest, dat bij den strijd tusschen kapitaal en arbeid niet onopgemerkt mag blijven. De heer W. G. Boele gaf op zijn landgoed Meerzigt, nabij die stad, op een eigenaardige manier een genoegelijken dag aan zijne „mede-arbeiders," zoo als hij zijne werklieden noemt. Het was ter viering van het vijf-en-twintigjarig bestaan der firma C. J. Boele Zoon, die een weldaad voor de stad is en aan honderden nijvere handen brood verschaft. Des namiddags ten 3 ure ving het feest aan en kwamen de werklieden met hunne vrouwen en kinderen, te zamen een getal van twaalfhonderd personen, ieder voorzien van een toegangkaart, op de hofstede, vanwaar men zich naar het bosch, links van de laan, begaf, om plaats te nemen volgens loting, den vorigen dag gehouden. Kort daarop luidde eene schel, die het sein gaf voor de ververschings- kaart No. 1. Alleraangenaamst was de feestviering inge- rigtafwisseling van muziek en zang, wandelingen over de plaats en twee tooneelstukjes, uitgevoerd door de werklieden zeiven; bij dit alles vermaakten allen zich uitmuntend. De jubilaris had intusschen gezorgd, dat de feestvierenden geen gebrek behoefden te lijden, maar van al het noodige ruimschoots voorzien werden. Ook voor het amusement der kinderen was gezorgd: draaischuitjes, hardloopen, mastklimmen, marionettenspel; elk vond er zijne gading. Na afloop van een en ander was er een landelijk bal; het feest eindigde met een prachtig vuurwerk. Hierna schaar den zich de feestgenooten achter de muziek, die hen voor ging naar de stad. En zoo eindigde het feest, in zeker opzigt eenig in zijn soort, dat den heer Boele tot eer strekt. Had hij voor zijne werklieden de eene of andere openbare plaats afgehuurd en hen daar onthaald, men zou hem ge roemd hebben om zijne ombekrompene vrijgevigheid maar hij achtte het heter zijn werkvolk te ontvangen op zijn eigen landgoed, met familie en vrienden in hun midden te zijn en met hen feest te vieren en zóó te toonen, hoezeer hij den arbeider waardeert. Inderdaad, de heer W. G. Boele, reeds zoo bekend om hetgeen hij voor zijne arbeiders doet, heeft zich een krans verworven en een schoon voor beeld gegeven. (Amst. Crt.) Jl. Donderdag namiddag waren twee landlieden tijdens een onweder op een veld nabij Elburg werkzaam, toen eensklaps de een, 20 jaren oud en wonende te Vierhouten, door den bliksem gedood werdde andere viel bewustéloos neder en was als verlamd. Deze echter zal wel spoedig herstellen. Uit Sneek schrijft men dd. 9 dezer, aan de KI. Crt. „De gemeente Sneek viert gedurende deze week feest, Van stadhuis, Martinikerk en uit vele gehouwen van par ticulieren waait het vaderlandsche dundoeksierlijk uitgodost bewegen Sneek's schoonen, het keur van het Friesche ras zich langs de straten en bedrijvige smalle grachtjes. Het motief tot die feestvreugde is de 95ste algemeene verga dering en het congres der Nederlandsche Maatschappij tot bevordering van Nijverheid. Reeds vóór vijf jaar solliciteerde de afdeeling Sneek om de eer deze vergadering in haar midden te mogen hebben. Eerst nu is haar die gegund. Eene commissie heeft eene breede rij feesten georganiseerd, waarvan de meeste de regt practische strekking hebben om de afgevaardigden der afdeelingen uit alle oorden des lands het Noorden van ons Vaderland, de krachtige Friezen, vaak den steun van het liberalisme, te doen kennen en erkennen. Laat ons hopen dat voor de Maatschappij van Nijverheid die kennismaking haar met vernieuwde kracht moge bezielen Gisteren avond kwamen de meeste afgevaardigden aan, en werden feestelijk in de sociëteit Harmonie ontvangen, met een sierlijk ingekleeden welkomstgroet van den voor zitter der afdeeling. Een lieve jonge dame overhandigde daarop, onder daverend gejuich der aanwezigen, met een vrijmoedige toespraak aan den president der Maatschappij, den heer dr. Vrolik, een keurige banier, de nijverheid der Sneeksche dames vertegenwoordigende, waarvoor de pre sident der maatschappij een warm antwoord niet schuldig bleef. Een dameskoor zong voor en na die uitreiking een opzettelijk voor deze gelegenheid vervaardigd lied. Heden zijn de werkzaamheden aangevangen; van de be handelde punten is zeker punt A (voorstel van directeuren om ter eere van het eeuwfeest der maatschappij - in 1877 - een museum van kunstnijverheid te stichten, als het South- Kensington museum te Londen) wel het belangrijkste. De Amsterdamsche afgevaardigde had in last, om de mede werking van het Koninklijk oudheidkundig genootschap, dat reeds lang tot hetzelfde doel werkzaam is, in uitzicht te stellen, als het Museum in Amsterdam werd geplaatst. De zaak is in beginsel aangenomen, en ten fine van uitvoe ring commissoriaal gemaakt. "Verschillende andere punten, van minder belang, werden afgehandeld. Heden middag is er Matinee Musicale, door het muziek corps der schutterij uit Utrecht; verder volksvermaken en een stoomboottogt naar Joure. Morgen een tentoonstelling van wege de Friesche Maatschappij van Landbouw, verder de nationale keuringen van paarden en harddraverijen." De heer Roemeling te Finsterwoldt schrijft het vol gende aan het Album der Natuur: Toen voor eenige jaren een spoorweg werd aangelegd door de vruchtbare bouwlanden van Winschoten naar de Nieuwe Schans, vreesden de liefhebbers van de jagt dat van dit aan hazen zoo wildrijk veld door het ongekend rumoer van den spoortrein het schuwe wild zich zou ver wijderen, om in rustiger velden zich te gaan legeren. Die vrees is gebleken ongegrond te zijn geweest, en, hoe zon derling, juist het tegenovergestelde heeft plaats. De meeste hazen houden zich op in de onmiddelijke nabijheid van den spoorweg. Indien de jagers elders weinig wild opdoen, loopen zij daar de kampen af, die grenzen aan het spoor, en meestal zien zij hunne liefhebberij door een ftnke vangst bevredigd. Dit is een feit, dat berust op eigen ondervinding. Nog zonderlinger is het, dat de haas niet alleen niet vreesachtig is voor den spoortrein, maar daarin zelfs een groote aantrekkelijkheid schijnt te vinden. Hij legt zich op den grond, waarmede de tusschenruimte der sporen is aan gevuld, met den voorkop op de rails: en velen hunner boeten op die wijze hun nieuwsgierigheid met een verschrik- kelijken dood, door zich door de raderen der locomotief den kop of meestal slechts den snuit te laten verbrijzelen. De spoorwegwachter vindt, na het passeren van den eersten trein, hem veelal dood bij of tusschen de rails liggen; somtijds ook spartelend met den dood kampende. Van zeer geloofwaardige zijde werd mij meermalen deze mededeeling gedaan, en voor eenige dagen naar het spoor wandelende, verhaalde mij de bewoner van het wachthuis n°. 107, dat hij het gepasseerde jaar verscheidene, doch ook dit voorjaar weder drie hazen op die wijze had zien omkomen. Wegens het eervol ontslag, aan den heer dr. Salverda als hoogleeraar en rector-magnificus der Groningsche hoogeschool verleend, is het rectoraat over genoemde hoo. geschool opgedragen aan den hoogleeraar dr. S. Rosenstèin Men schrijft uit Nieuw-Appelscha aan de N. R, (Jrt,'; In ons dorp is de volgende zonderlinge kwestie aanhangig Bij de Hervormde kerk wordt voor rekening van het dorji Appelscha een toren met klok en uurwerk gebouwd. Toen de klok arriveerde, zagen velen tot hunne verbazing, dat daarop de namen gegoten waren van de vijf kerkvoogden en van den predikant der Hervormde gemeente, met hunjj respectieve kwaliteiten er achter. Een onzer ingezetenen heeft zich daarover tot 't collegie van B.en W. der gemeente Ooststellingwerf gewend, en verzocht, dat er een klok in den toren worde gehangen, die geen kerkelijk karakter draagt, daar al de ingezetenen van het dorp Appelsop onverschillig of zij tot het Hervormd, Doopsgezind, Christe lijk Gereformeerd, of tot geen kerkgenootschap behooren tot de kosten van de klok, toren en uurwerk zullen moeten bijdragen. B. en W. hebben adressant geantwoord, dat het plaatsen van namen, dat geheel zonder hunne voor kennis was geschied, ook ten zeerste afkeuren, doch dat zij er geen bezwaar in zien om de klok met de gekwali- ficeerde namen in den toren te doen ophangen, zooals bereids is geschied. Adressant is echter met dit antwoord niet voldaan en heeft plan zich tot den Raad te wenden. - Een Fransch blad had dezer dagen de drukfoutDe schouwburg-f'euilletonist geeft verslag vu het ballet de Chatte blanche en de zetter laat hem het vol gende schrijven: „Wat de danseuses betreft, wat zullenivij van haar zeggen? Allen even schoon, les nues que fa autres." Één letter had een mallen sprong gedaan, Bekend is het hoe de Vlamingen bij het Belgisch gouver nement aandringen op de erkenning van hunne taal, op de ge lijkstelling daarvan met het Fransch. Lang heeft men dien drang weerstand geboden; maar eindelijk werd hij te sterk, Men begon er aan toe te geven. Doch nu kwam de aap uit den mouw: nu bleek het, dat de ambtenaren die regle mentaire voorschriften hadden te geven, dit wel kondej doen in het Fransch (maar kwalijk in het Nederlandsck Zoo levert ons een gedrukt billet van het telegraaf-kantoor te Luik, een curieus staaltje van de hoogte, waartoe de Belgische ambtenaren van de administratie der spoorwegen, posten (leesposterijen) en telegrafen het in het Nederlandse!: gebragt hebben. Aan de eene zijde van het billet staat het Fransch, aan den anderen kant het Nederlandschaan de eene zijdeAvis d'arrivée, aan den anderen kant schrik nietaankomst- berigt. Wij lezen voort: „Een telegram aan (naam des bestem- melings wij wisten wel dat Nederlanders spreken van verdommeling, maar het woord bestemmeling (destiataire) was ons tot hiertoe onbekend) geadresseerd, niet ten huize (a domicile kunnen besteld geworden zijn (in die opvolging van werkwoorden leeft iets Duitsch), is de bestemmeling verzocht het zelf in het kantoor den bovenstaande (sic) stempel gewijzigd (indiqué) te halen, of het, tegen behou- ding van het tegenwoordig berigt, zijne handteekening dragende, onder de hierna aanwijzing (portant sa signature sous la délégation ci-après), te doen halen." Volgt een „uittreksel uit de reglementen", waarin gesproken wordt van: een telegram, dat „ten huize gedragen is; van de inwoners (locataires) van den bestemmeling; van een „bemachtigden;" van „eisching;" van „het telegrai binst de zes weken niet geëischt;" terwijl eindelijk (1 „hierna aanwijzing" van hierboven aldus luidt: „De ondergeteekende, bestemmeling van bovengemeld telegram, machtigd (sic) het telegraafkantoor het aan drager dezes over te handigen." De pogingen onder de leiding van Henri Conscience, Julius Vuylsteke en anderen aangewend tot bevordering van de kennis der Vlaamsche taal, blijken waarlijk niet over bodig. (Ned. Speet.) Aan den heer mr. L. J. A. A. baron Pallandt van Westervoori is, met ingang van 1 Sept. a. s,, op zijn verzoek, eervol onl verleend als burgemeester der gemeente Arnhem, onder dankbetui ging voor de langdurige diensten in die betrekking aan de gemeente bewezen De heer mr. B. van Roijen is tot burgemeester der gemeente Groningen benoemd. Te Brussel is door de correctioneele regtbank uitspraak gedaan in het zooveel geruchtmakende proces van Camille Nothomb c. s., dat sedert ettelijke weken aanhangig was, De regtbank heeft de beschuldig4en bij verstek veroordeeld, te wetenCamille Nothomb en Victor Henry ieder tot vijl jaren gevangenisstraf en in 14/15 van de kosten, als mede- pligtig aan bedriegelijke bankbreuk, voorts tot twee jaren gevangenisstraf, 500 fr. boete en tot het resteerende 1/1' der kosten wegens misbruik van vertrouwen. Mevrous Langrand, Anatale Langrand, Bailleul en mevrouw Bai" wegens medepligtigheid aan bedriegelijke bankbreuk, 3 jaren gevangenisstraf en in 14/15 der kosten. De ko: met uitzondering van mevr. Langrand en mevr. Bailleul bij lijfsdwang te verhalen. Camille Nothomb en Victor Henry komen in hoogt' beroep. Generaal Ladmirault, gouverneur van Parijs, heet verboden de caricatuur, die deze week in het satiriek® blad 1'Eclipse moest verschijnen en voorstelde„kikvorschen naar een koning zoekende." Deze kikvorschen hadden een buitengemeen groote gelijkenis met de gedelegeerden, die o? 20 Junij 11. het bekende bezoek bij Thiers hebben afgelegd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1872 | | pagina 2