Benoeming-en, enz.
schapen besteed, zijn buitengewoon hoog, zoo als blijkt uit
het volgende: In 1866 besteedde men voor magere oude
melkschapen 2.50 a 4, thans 20 a 21.25; in 1866
voor beste idem 6 a 8, thans 22 a 26. Voorts: in
December van het vorige jaar kocht iemand twee lammeren
voor 7.50 per stuk (den gewonen prijs); hij verkocht die
weder in Maart van dit jaar voor 23 per stukde nieuwe
kooper schoor van ieder schaapje 9/2 kilogr. wol (waarde
8.10), en nu wordt voor ieder schaap 33 geboden;
alzoo de eerste eigenaar verdiende op ieder schaap 15.50,
de tweede eigenaar kan verdienen 18.10, te zamen 33.60
per stuk eri zulks sedert December 1871, zijnde 6 maanden.
In de raadsvergadering te Alkmaar van jl. Woensdag
is, uit het vroeger vermelde viertal, tot hoofdonderwijzer
aan de openbare armenschool aldaar benoemd de heer II.
van den Berg, hulponderwijzer aan de openbare burger
school aldaar.
Uit Zwaag nabij Hoorn herigt men dd. 9 dezer: Het
mag als eene bijzonderheid, voor de vroege groei van dezen
zomer, vermeld worden, dat, in ons meer noordelijk gedeelte
van ons land, nu reeds de Dahlia's beginnen te bloeijen en
dat de snij- en heerenboonen reeds gedeeltelijk geplukt zijn.
Het is bekend, hoe in den laatsten tijd de kleur van
het grachtwater te Amsterdam aanleiding heeft gegeven
tot ernstige bezorgdheid bij de ingezetenen der hoofdstad,
't Is daarom niet van belang ontbloot kennis te maken
met het onderstaande, bevattende o. a. de wetenschappelijke
rapporten van twee hoogleeraren in de natuur- en scheikunde.
„De gezondsheids-commissie te Amsterdam, vernomen
hebbende, dat de hoogleeraren T. Place en J. W. Gunning,
op verzoek van den burgemeester, een onderzoek hebben
ingesteld omtrent de oorzaak van de roodè kleur van het
grachtwater, en door burgemeester en wethouders besloten
is, de rapporten van die heide hoogleeraren te doen drukken
en als bijlagen tot het Gemeenteblad op te nemen, acht
elke mededeeling omtrent dit onderwerp van hare zijde
overbodig. Wat echter den invloed betreft van den tegen-
woordigen toestand van het stadswater op den algemeenen
gezondheidstoestand, wenscht zij te doen opmerken, dat men
dezen invloed niet behoeft te vreezen, wanneer althans de
genomen maatregelen tot bevordering van de waterver-
versching hand aan hand gaan met al hetgeen strekken
kan, om de vervulling van het stadswater zooveel mogelijk
te beperken.
De commissie vestigt dan ook met ernst de algemeene
aandacht op de wenschelijkheid, dat een ieder daartoe het
zijne bijdrage, door de stadsgrachten niet langer te be
schouwen als de aangewezen bergplaatsen van al het vuil,
dat uit de woningen moet worden verwijderd.
De rapporten van de beide hoogleeraren, van wie in
bovenstaande mededeeling der gezondheidscommissie sprake
is, zijn thans als bijlage in het Gemeenteblad verschenen.
Dr. Place verklaart dat de roode kleur van het grachtwater
door kleine plantaardige organismen veroorzaakt wordt, die
in ontelbare menigte daarin voorkomen. Zij behooren tot
de klasse der Algen. Elk individu bestaat uit een kleine
cel, van ronden vorm, met een diameter van p. m. 0,0025
millimeter. Doorgaans zijn deze cellen ten getale van 2,
4, 6, 8 of meer in een vlak tot regelmatige koloniën ver-
eenigd, meest in groepen van 4. Iedere cel vertoont in
haar midden een karmijnrood gekleurde massa, dia door
een glasheldere, kleurlooze, homogene laag omgeven wordt.
De centrale roode massa is niet volkomen rond en heeft
aan haar omtrek doorgaans eenige donkere stipjes. De wand
der cel is niet te onderscheiden. Met behulp van prof. C.
A. J. A. Oudemans heeft prof. Place kunnen bepalen, dat
het plantje moet gerekend worden tot de familie der
Chroococcacae, en wel tot het genus: Merismopedia. Tot
welke, species van dit geslacht het plantje behoort, is niet
met zoo groote zekerheid te zeggen; het komt intusschen
zoo goed overeen met de species die onder den naam van
Merismopedia violacca door de nieuwere en beste auteurs
beschreven is, dat men het wel als identisch met deze species
beschouwen mag.
Wat de oorzaak is van het plotselinge optreden dezer
organismen in zoo enorme hoeveelheid, laat zich volstrekt
niet aangeven. Een kleine wijziging in het zoutgehalte,
het al of niet voorkomen van bepaalde anorganische of
organische bestanddeelen in het grachtwater, is welligt
reeds voldoende om de enorme vermeerdering te veroor
zaken. Ook zou men het in verband kunnen brengen met
de afsluiting van het Y. De hoogleeraar acht het voorbarig
om, zoolang de naaste oorzaken van de snelle vermeerdering
dezer plantensoort en de bijzonderheden van hare stof
wisseling volkomen in het duister liggen, het verminderen
van den stank der grachten met het optreden der roode
kleur in verband te brengen.
Prof. Gunning deelt den uitslag mede van een klein
aantal scheikundige onderzoekingen, verrigt op monsters
van het tegenwoordige stadswater. Er blijkt uit, dat het
zoutgehalte voor de stadsgrachten hoog te noemen is, en
die verhooging wordt verklaard door den stilstand van het
water dat thans uit den bodem en uit het daarin gerakende
vuil ook chloruren oplost, die niet meer worden wegge
voerd. Het buitensingelwater deelt kennelijk nog niet in
die verontreiniging, terwijl uit de omstandigheid dat de
verschillende grachten, ook op niet groote afstanden, en het
Oosterdok onderling verschillen vertoonen, die tot 1 per
mille klimmen, blijkt, dat het water in de grachten zeiven
slechts onvolkomen circuleert. Die afwezigheid van strooming
bevordert het ontstaan en de vermenigvuldiging der lage
organismen.
Het water onzer grachten is wel is waar op dit oogenblik
het rapport dagteekent van 4 Julij troebeler dan wij
gewoon waren te zien, maar deze troebelheid is van een
anderen aard dan vroeger. Het tegenwoordige water is
minder slijmig en opaliseerendde zwevende stoffen zijn tot
grooter vlokken vereenigd, vertoonen meer geneigdheid tot
bezinken en kunnen door filtratie, bijna volkomen afge
scheiden worden. Het rottingsproces der stoffen in onze
grachten is nu gewijzigd, de ontwikkeling van stank ver
minderd.
Vraagt men naar een mogelijke reden daarvan, dan mag
gewezen worden op de eigenschap der Algen om zuurstof
te ontwikkelen, waardoor zij inderdaad in staat zijn om op
hare omgeving een oxydeerenden invloed uit te oefenen.
Naar 's hoogleeraars gevoelen is derhalve de verandering
die het grachtwater in de laatste dagen heeft ondergaan,
het zeer gewone en welbekende verschijnsel dat vuile
wateren door daarin groeijende planten betrekkelijk worden
gereinigd, iets wat men b. v. telkens kan waarnemen als
eene sloot zich met eene laag kroos (Lemna) bedekt. Het
water wordt daarbij betrekkelijk helder en verliest zijn stank,
zoo het dien vroeger bezat. Van sommige zijden is die ver
mindering van den stank betwijfeld, maar aan het water
zelf laat zich door onderzoek constateeren dat de kleuring
der grachten vergezeld ging van eene vermindering dier
stankgevende stoffen in het water." (KI. Crt.)
De Prov. Staten van Zuidholland hebben gisteren tot
griffier dier Staten benoemd jhr. mr. Boëll, chef van de
Prov. griffie in Utrecht.
De Prov. begrooting, met 50,000 voor meerdere uitgaven
aan de droogmaking der plassen in Schieland, is aangenomen.
Gisteren morgen heeft te Delft op de begraafplaats Jaffa
de plegtige ter aarde bestelling plaats gehad van den tooneel-
kunstenaar Anton Peters. Behalve de zonen, bloedver-
wanton en vrienden bevonden zich vele tooneelkunstenaars
en kunstvereerders hij het graf. Door dr. Wap werd een
korte maar krachtige toespraak gehouden, waarin regtmatige
hulde werd toegebragt aan de verdiensten en talenten van
den afgestorvene. Het was onnoodig daaromtrent in vele
bijzonderheden te treden, daar dit reeds in het openbaar is
geschied, maar hij kon niet nalaten te doen opmerken, dat
het droevig uiteinde van Peters opnieuw had bewezen, dat
Nederland wel degelijk kunst waardeert. Aangenaam was
het hem op dit plegtig oogenblik mede te deelen, dat door
algemeene ondersteuning in het lot van weduwe en kinderen
voor zooveel noodig was voorzien. Inzonderheid zeide hij dank
aan den Koning en de Koninklijke familie, die op 1 April 11.
toen er een algemeene vreugdedag werd gevierd, het onge
lukkig gezin niet hebben vergeten.
De oudste' zoon van den overledene gaf zijn innigen dank
te kennen voor de vele blijken van deelneming en vriend
schap, die hij het overlijden van zijn vader waren gegeven,
en voor de laatste eer hem heden bewezen. Een grijsaard,
uit vriendschap gedreven, tooide het graf met bloemen,
Zijne assche ruste in vrede! Dat was het laatste woord,
waarmede deze treurige plegtiglieid werd besloten.
Bij het graven van een welput te Botterdam zijn twee
werklieden tengevolge van schadelijke uitwaseming overleden,
terwijl voor den derde nog eenige hoop op levensbehoud
schijnt te bestaan. Toen die menschen door bewusteloosheid
overvallen werden, daagde er wel spoedig hulp op, maar
zij, die hulp verleenden, geraakten zelve in gelijken toestand.
Te Hillegersberg schoot gisteren een 16jarige knaap,
die met een geweer speelde, een 14jarige in den rug, die
spoedig aan de gevolgen overleed.
Met baden zijn te Utrecht eergisteren een korporaal
en een milicien verdronken.
Met hulp van den Nederlandschen consul te New-York
zijn de effecten, aan freule v. W. te Utrecht ontvreemd,
in beslag genomen. Bij hunne aankomst te New-York,
per stoomboot the City of Brooklijn, wrerden de dieven
gearresteerd. Hun signalement was aan de politie van
New-York getelegrafeerd, en zij werden, toen zij één voor
één voor de douane moesten verschijnen, in hechtenis genomen.
Op al het door hen gestolene is beslag gelegd, doch zij
zeiven zijn wegens eene nog niet bekende reden op vrije
voeten gesteld. Een Hollandsche agent is van Liverpool
naar New-York hen achterna gereisd, doch zij hebben, of
ze gevat worden of niet, hunne geregte straf niet ontloopen. Zij
staan thans, zonder een cent te bezitten, onder de bran
dende zon in de straten van New-York, en freule v. W.
zal het haar ontstolene geld terug ontvangen. (Hld.)
Men verzekert, dat te Arnhem onder de menschen
gevallen voorkomen van tongblaar, tengevolge van het
drinken van melk van koeijen, die aan die ziekte leden.
- Naar men van goederhand verneemt, is bij de op last
van het gemeentebestuur te Zelhem gedane opneming der
schade wegens den hagelslag op 18 Mei en 25 Junij jl.
gebleken, dat hierdoor 598 hectaren met rogge, boekweit
en aardappelen vernield zijn. De schade is begroot op ruim
81,000 waarvan meer dan 15,000 wordt geleden door
volstrekt hehoeftigen, die alles hebben verloren, en waar
onder er velen zijn, die ten tweeden male hunnen oogst
in weinige oogenblikken hebben zien verwoesten, doordien
zij hun land met rogge, dat den 18 Mei was verhageld,
omgeploegd en daarin boekweit gezaaid hebben.
In de zitting der Prov. Staten van Friesland van jl.
Woensdag is besloten het indertijd aan het comité van den
Noordhollandsch-Frieschen spoorweg van 1864 toegekend
subsidie van 400,000 als vervallen te beschouwen en
nader krachtige ondersteuning te verleenen aan het plan,
dat de meeste kans van welslagen aanbiedt of waarvoor
concessie mogt worden verkregen.
- De ingestelde bepaling te Leeuwarden, dat alleen die
straatmuziekanten op de kermis worden toegelaten, wier
instrumenten nog al welluidend van toon zijn, heeft goede
gevolgen; althans, naar men zegt, hebben een 20tal de
proef niet kunnen doorstaan en zijn derhalve geweerd. Yan
die jammerlijke toonen zal men dus aldaar verschoond zijn.
Gisteren is het Congres der Maatschappij ter bevor
dering van Nijverheid, gehouden te Sneek, met een togtjé
door Gaasterland besloten. Het 96ste Congres zal gehouden
worden te Utrecht. Tot directeuren der Maatschappij zijn
door de algemeene vergadering benoemd de heeren P. Smit
van Gelder, mr. J. H. Schrober en A. C. Kruseman. Tot
honoraire leden zijn benoemd de bh. mr. J. Loudon, gouv.-
generaal van Ned.-Indië, Anton Haga, majoor, directeur
der artillerie-constructie-werkplaatsen te Soerabaija en K.
Everwijn, hoofd-ingenieur van het mijnwezen te Buiten
zorg. Tot algemeenen voorzitter werd benoemd dr. A.
Vrolik. Belangrijke vraagpunten werden in de zitting van
jl. Donderdag besproken. De afdeeling landbouw hield
zich bezig met een beschrijving en bespreking van den
hooidrager, die verschillend beoordeeld werd. In sommige
gevallen, meende men, kon hij echter uitstekende
bewijzen.
In eene andere afdeeling werd de uitvoer van wol
handeld. Het feit kon niet geloochend worden. De wol-
productie, in het Noorden nog al aanzienlijk, wordt meeft1
naar het buitenland gezonden en daar verwerkt, om
weder als fabriekaat te worden ingevoerd. De conclusie
op dit punt was dan ook, de aandacht der M. v. N, te
vestigen op dien uitvoer van wol en pogingen in hetweil
te stellen om de oorzaken op te zoeken die verhinderei
dat de wolfabrieken in ons vaderland een winstgevende
tak van industrie zijn,
Te Meppel werd den 27 Mei een stuk hooiland voor
het eerst gemaaid en voor de tweede maal op den 8 dezer
die in gewone tijden is ultimo Augustus of begin September
Misschien weten onze lezers niet, dat er een Inter
nationale duivenpost-maatschappij bestaat, welker vertakking
zich, volgens een Belgisch blad, reeds over Engi
Frankrijk, Duitschland, Nederland en België uitstrekken,
Die maatschappij heeft een eigen orgaan, de Epervier,
Brussel verschijnende, en op aandrang van dat blad zal den
21 dezer een wedstrijd plaats hebben tussclien duiven die
te Brussel opgelaten zullen worden in de sociëteit St
Michel, Grand-Place 13, ten einde om 't hardst, voor
prijs van 1000 fr., naar Lyon te vliegen.
In Griekenland zijn alleen in de maand Junij
personen door roovers gevangen genomen.
Te Canton legt men forten aan, die met Kru
kanonnen zullen worden bewapend.
De luit. ter zee 2de kl. II, J. Borgerhoff van den Bergli is,
zijn verzoek, met ingang van den 15 dezer, eervol uit de zeedienst
ontslagen.
I)e hoogleeraar E. J. Diest Lorgion is benoemd tot reotor-magni.
ficus aan de hoogeschool te Groningen, voor het academiejaar 1872/
Benoemd tot burgemeester der gemeente Oostzaan de heer A.
der Wijk, secretaris dier gemeente.
Tot lid der Prov. Staten van Gelderland is te Zalt-Bommel
kozen mr. J. G. Thooft'.
Tot ingenieur bij de spoorwegen in de Rijn-provincien, ter stand
plaats Keulen, is aangesteld, de heer A. J. Krieger, van Alkmaar.
De minister van Oorlog, ontvangen hebbende een aantal requesten,
waarbij door of ten behoeve van milicien-verlofgangers vrijstelling
wordt verzocht van het opkomen onder de wapenen voor de eerlang
te houden najaars-oefeningen, brengt in de Staatscourant van den
12 dezer ter kennis van de adressanten, dat de belangen van de
dienst niet toelaten, in hun verzoek te bewilligen. Te dezer gek
genheid worden de betrokkeu miliciens herinnerd, dat zij, die wegens
ziekte niet op den bepaalden dag onder de wapenen komen, over
eenkomstig de daaromtrent bestaande voorschriften, zich na hunne
herstelling bij hun korps zullen moeten vervoegen, teneinde alsnog
gedurende vier weken in den wapenhandel te worden geoefend,
Buitenland.
België.
Te Yerviers is jl. Zondag feest gevierd. Aldaar ii
namelijk eene groote internationale zangwedstrijd gehouden,
die, behalve verscheidene binnen- en buitenlandsche zang
gezelschappen, een zeer groot aantal belangstellenden in
die stad vereenigd heeft. Men begroot het aantal der
vreemdelingen, die haar Zondag hebben bezocht, op 16,
De voornaamste prijs, die namelijk, uitgeloofd voor zang
gezelschappen, welke reeds vroeger eereprijzen (prix d'ei-
cellence) verworven hadden, is behaald door het koninklijke
gezelschap „la Legia" van Luik, onder directie van dei
heer Toussaint Badoux, uit 137 executanten bestaande,
Deze prijs bestond uit een bronzen kunstvoorwerp, voor
stellende de toonkunst en de dichtkunst, ter waarde van
1200 francs, een gouden krans ter waarde van 600 frs.,
een bedrag in geld van 1200 frs. en een uitnemend fraai
diploma van den calligraaf Gomré. De eerste prijs voor
zanggezelschappen uit steden met meer dan 12,0u0 zielen,
bestaande uit een groote gouden medaille en 500 frs., is,
gelijk reeds gemeld is, door het Amsterdamsche zanggezel
schap „Oefening baart Kunst," onder directie van den heer
Collin en 64 leden sterk, behaald.
Frankrijk.
Volgens eene door het departement van Landbouw
en Handel medegedeelde opgave, is sedert den 13 Junij jl.
in hel departement van het Noorden geen enkel geval van
veepest meer voorgekomen, en zijn ook uit de aan dat
departement grenzende gewesten geene berigten omtrent
nieuwe gevallen van besmetting ontvangen; zoodat kan
worden aangenomen, dat deze geesel, die met de Duitsclie
legers in Frankrijk is binnengedrongen, thans eindelijk
heeft opgehouden. Men berekent, dat deze pest den
Pranschen veestapel op een verlies van 57,000 stuks
(afgemaakt) vee is te staan gekomen, die, gemiddeld op
264 fr. per stuk geschat, een kapitaal van meer dan 15
millioen francs vertegenwoordigen. Onder dit getal is niet
begrepen het afgemaakte vee, waarvoor geene schadever
goeding is aangevraagd of waarvoor deze geweigerd is
geworden, noch ook het zeer groot aantal runderen, welke
gedurende den oorlog in de provianderings-parken der
verschillende legers aan de besmetting bezweken zijn.
Lullier is krankzinnig geworden. Hij verbeeldt zicli
nog altijd generaal der gefedereerden te zijn. Yan den
ochtend tot den avond houdt hij revue's over escadrons;
die in zijn verbeelding bestaan en voert hij de ruwste
commando's uit.
- Een nieuwe uitvinding, die den Franschen brandstichters
vooral niet naar den zin zal zijn, is aan de regering mede
gedeeld door haren uitvinder. Zij bestaat in het volkomen
onbrandbaar maken van papier, zoodat, bij hare toepassing,
men voortaan geen vrees meer zou behoeven te hebben,
dat registers van den burgerlijken stand, grootboeken van
de nationale schuld, bankpapier geregtelijke bescheiden, in
één woord alle papieren van waarde, door de vlammen ver
nield wierden.
Te Parijs heeft een welgekleed heer, die met een
straatwandelaarster naar huis was gegaan, zijn nieuwe ken-