tt Doitschland en Oostenrijk. Amerika. INGEZONDEN. Marine-Haven Nieuwediep. aint- aakt, tv wti .nket York zegi, W ving- ;evei 'ehal leven aden er di i zijn 3,000 der it hol be- Ook hiervan gaf Olivier zijnen broeder onverdiend de schuld. Er viel op nieuw een heftig tooneel tusschen de broeders voor, tengevolge waarvan Olivier besloot niet alleen het ouderlijk huis, maar ook de gemeente te verlaten en zijn ambt van maire neder te leggen. Hij liet zich hiervan door zijne moeder niet afbrengen en had de toe bereidselen reeds nagenoeg voltooid, toen de gedachte dat zijn broeder, zijn gewaande begunstigde medeminnaar, door zjjn vertrek de handen geheel vrij zou bekomen, zijnen minnenijd en zijne wraakzucht zoo zeer deden ontvlammen dat hij een geladen revolver greep en, daarmede gewapend, Ernest opzocht, dien hij in de bibliotheek aantrof. Zonder een woord met zijn slagtoffer te wisselen, joeg hij den ongelukkige een kogel door het hoofd, en toen Ernest daarop terstond nederviel, verbrijzelde hij hem met twee andere schoten de hersenpan. Terstond daarop sprong hij te paard en reed naar den vrederegter te Leulian, om dezen met de doorhem bedreven misdaad bekend te maken en hem te verzoeken hem in hechtenis te nemen; en nog was die beambte van zijne ontroering niet bekomen, toen Olivier op nieuw in het zadel sprong en naar Chateaulin, hoofdplaats van bet arrondissement, reed, om zich daar in handen van den officier van justitie te stellen. Zoodra den 16 Julij de akte van beschuldiging was voor gelezen, waarbij Olivier werd aangeklaagd van moord, met voorbedachten rade, op den persoon van zijn broeder Ernest gepleegd, vroeg de heer Lachaud, een der twee advokaten van den beschuldigde, het woord om te eigchen, dat het hof deze naar een volgende teregtzitting zou verwijzen, en inmiddels den toestand der geestvermogens aan een naau- keurig geneeskundig onderzoek onderwerpen. Als gronden voor dezen eisch werd door pleiter aangevoerd, dat in de fimilie Kermel verscheidene gevallen van krankzinnigheid waren voorgekomen, die de daad van den beschuldigde allezins schenen te ve rklaren, en dat deze, naar de meening van eenige getuigen, op het oogenblik waarop hij zijne daad bedreef, blijkbaar in een staat van verstandsverbijstering verkeerde. De juistheid van dit beweren werd door een foor den heer Lachaud en diens ambtgenoot geraadpleegde iliënist van erkend gezag, den geneesheer Brière de Bois- lont, als allezins bewezen beschouwd. De officier van justitie ondersteunde den eisch der verdedigers van den beschuldigde, maar gaf tevens te kennen, dat hij in de verwachtingen, welke zij op het in te stellen geneeskundig onderzoek bouwden, niet deelde. Olivier de Kermel, zeide lij, is ongetwijfeld het slagtoffer van zijne hartstogten geweest, maar daarin staat hij met alle misdadigers gelijk. De hartstogten, die tot het bedrijven van misdaden aanzetten, moeten bestreden en beteugeld worden, maar mogen niet tot verschooning van gepleegde misdrijven strekken. Het is voorts vreemd, dat men eerst ter elfder ure het vermoeden van krankzinnigheid opwerpt. Doch er behoort een volledig licht over de zaak verspreid te worden en bij de gezworenen mag geen zweem .van twijfel aan de ware toedragt over blijven." Toen de president den beschuldigde vroeg, of lij eenige bedenking tegen het voorstel had, gaf hij een ontkennend antwoord en barste hij tevens in tranen uit; ïl was de eerste maal, dat een blijk van aandoening bij tan werd bespeurd. Het hof vereenigde zich met het voorstel, en de beschuldigde zal alsnu gedurende de eerst volgende drie maanden aan het onderzoek van deskundigen worden onderworpen. Naar luid van een telegram aan de Times heeft de ier Thiers aan den Koning van Spanje een brief geschreven, waarin hij zijne deelneming betuigt bij den aanslag óp het leven van den Koning en de Koningin, en voorts de verzekering geeft van de vriendschappelijke gezindheid van Frankrijk jegens de Spaansche natie, welke hij voort durend welzijn toewenscht. Op de laatste vergadering van ,/The polytechnic Association of the American Institute" vertoonde professor Weyde een monster van kunstmatige muskus, ver kregen door een bijzondere behandeling van bloed. Door ïkriji bijvoeging van eenige haren, die de zuivere muskus gewoonlijk vergezellen, is de overeenkomst zoo groot, dat zij, zelfs door het mikroskoop, niet te herkennen is. Er worden tegenwoordig in Engeland kleine torpedo's gebruikt bij de vischvangst. In vischrijk water leveren rij eene uitmuntende vangst, wijl door de ontploffing van een en een half ons dynamite onlangs 200 stuks riviervisch werd buit gemaakt. Wanneer deze wijze van vischvangst "Pgang mogt maken, zal het hoogstnoodzakelijk wezen, dat van Rijkswege de noodige maatregelen worden genomen W het dood visschen te voorkomen. De Edinburgh Review deelt de volgende curieuse bijzonderheid mede. In 1841 bevatte een dagblad van hew-Orleans, de Piacyune, een berigt, waarbij 5 dollars ling werd beloofd aan dengene, die den weggeloopen lager Oscar Dunn zou terugbrengen. Diezelfde Oscar Daan stierf in November van het vorig jaar, en toen be vatte hetzelfde blad, de Picayune, het volgende doodberigt: 2 Nov. 1871 is te New-Orleans overleden de hoog geachte Oscar Dunn, luitenant-gouverneur van den staat nver- i vat rmel jarei beide l vat vrij- i mat i vat wees cui (wil n is toch itl e, rd^ chi tedei nie rordt eerdi itigi De koetsiers-werkstaking te Wiesbaden is geëindigd; heer Salomons uit Berlijn heeft zijn concessie weder dgestaan, met goedkeuring van het stadsbestuur, voor thaler aan de Wiesbadener rijtuigmannen. Te Breslau 18 echter een nieuwe koetsiers-werkstaking uitgebroken. Dr. Döllinger heeft van den Koning van Beijeren de de van verdienste der Beijersche Kroon ontvangen. Den dieven is niets heilig meer; de nieuwe minister- rik van den Oostenrijkschen handelsminister Bauhaus is w zijn departement gestolen. Te Mulhausen is een Franschman gearresteerd, in het «zit van een koffer, waarin zich alles bevond dat vereischt 'ordt om valsche bankbilletten te maken. Hij had er reeds 'oor 3,000,000 fr. in voorraad, en schijnt reeds voor eenige duizenden te hebben uitgegeven. Te Washington zal tegen het volgende jaar eene wereldtentoonstelling worden gehouden, die alle tegenwoor dige en vroegere tentoonstellingen van Frankrijk en Enge land in de schaduw zal stellen. Voor de uitvoering van dit plan vormt zich eene maatschappij, die een kapitaal van 10 millioen gulden tracht te verzamelen. In de vooral in den laatsten tijd zoo bekend geworden stad Chicago begint een zekere gewoonte al meer en meer wortel te vatten. De echtscheidingen nl., die daar veel vuldig voorkomen, worden tegenwoordig met glans en luister gevierd, evenals de bruiloften. Volgens een blad van Chicago hield een dame eenigen tijd geleden zelfs een groote receptie, bij gelegenheid harer echtscheiding, waar vrienden en bloedverwanten verschenen niet alleen, maar der gastvrouw zelfs geschenken gaven. Een jeugdige Amerikaansche vrouw, Amand Barber, heeft voor vijf jaar zich verbonden aan het hoofd der Bruie-Sioux-Indianen, om hem te bekeeren. Zij heeft echter bij hem noch ridderlijkheid noch lust tot bekeering gevonden en is thans na veel mishandelingen door hem voor drie „ponmes" verkocht. Aan den lieer ds. Wieringa, a/d Hoorn op Texel. Geachte Vriend Ofschoon de vorm van het door u ingezonden schrijven minder gebruikelijk is, meenen ivij geen voldoende reden te hebben daar van af te wijken. Gij vraagt ons om eenige nadere ophelderingen aangaande het door ons ingezonden stuk betreffende de gemeenteraadsverkiezing alhier, en meer bepaald wegens „de leelijke qualificatie," die wij aan het door u openlijk beleden beginsel zouden gegeven hebben. Vergun ons u dadelijk te doen opmerken, dat ge de twee zaken, waarover we ons ergeren, met elkaar verwart, n. 1. 1. de politieke onzedelijkheid en 2. het beginsel van vertegenwoordiging der kerk genootschappen. De anonymiteit werd door ons met politieke onzedelijkheid gebrandmerkt, terwijl het beginsel der kerkgenoot schappen als gezeur en gekwezel werd gequalificeerd. Politieke onzedelijkheid is een onderdeel der onzedelijkheid in 't algemeen, en bestaat o. a. ook hierin, dat naamloos geschrijf wordt gebezigd als hefboom bij verkiezingen en er daardoor gelegenheid wordt gegeven aan het toegeven aan persoonlijke veeten en haat. (Gelieve hierbij op te merken, dat ons stukje gerigt was tot alle anonieme advertentiën, en er dus bij ons geen sprake was van personaliteiten). Wij bezigden onzen naam niet om gezag uit te oefenen, of om „de waarheid onzer beweringen te staven," gelijk gij zoo vriendelijk insinueert, doch omdat ons het masker der anonymiteit walgde. Gij wildet wel eens weten, welke van onze harde beschuldigingen wij op uwe 'rekening stellen ten aanzien van uw nu beleden beginsel. De beschuldiging van gezeur en gekwezel. Wij wraken het bedoelde beginsel, omdat: 1. volgens art. 166 van de grondwet „alle burgers zonder onderscheid van kerkge nootschappen gelijke regten hebben2. burgerlijke en kerkelijke gemeenten niets met elkaar te maken hebben; 3. het aanleiding geeft tot gehuicheld vertoon van godsdienstigheid; 4. het eene onregtvaardigheid is jegens diegene, die zich aan geen erkend kerkgenootschap wil aansluiten, of tot een kerkgenootschap behoort, dat hier niet wordt vertegenwoordigd; 5. het uitsluit een geschik- ten candidaat, behoorende tot een kerkgenootschap, dat reeds vol doende is vertegenwoordigd; 6. het lidmaatschap van 't een of ander kerkgenootschap als middel wordt gebezigd om tot het doel te geraken; 7. enz. enz. Om niet te uitvoerig te worden, zullen we 't hiérbij laten. Gij vraagt: waar vindt ge een beginsel, dat onder alle omstan digheden tot in de kleinste bijzonderheden consekwent volgehouden (doorgevoerd) kan worden, het antwoord ligt at dadelijk voor de hand: het beginsel n. 1. om altijd en voor alles de geschiktste persoon te kiezen. Op zulk eene wijze wordt de werkelijkheid niet lastig. Onze „leelijke qualificatie" als gezeur en gekwezel staven wij hiermeê, omdat wij ons niet meer konden voorstellen, dat onder ontwikkelde menschen nog aan het oude régime om aan ieder kerk genootschap, hetzij in lands- of stadsregering, een evenredig aandeel te geven, de eerste plaats wordt toegewezen en slechts in de tweede plaats de geschiktheid van den candidaat in aanmerking komt. Omdat wij het onaannemelijk vonden, dat dergelijke beginselen als door u worden beleden, nog in onzen tijd door beschaafde lui worden voorgestaan. Mogt in werkelijkheid de bestaande toestand zoo zijn als door u wordt voorgesteld, wij kunnen van geen man, die met de ontwik keling van zijn tijd is meegegaan, verwachten, dat hij duldt, dat die toestand nog een oogenblik blijft zoo als ze is. Gezeur eindelijk is het, omdat oude koeijen uit de sloot worden gehaald, gekwezelomdat dergelijke beginselen meer in een oud besjeshuis worden behandeld, dan door flink ontwikkelde menschen worden gepredikt. Hiermede meenen wij de noodige inlichtingen gegeven te hebben. Ge zijt zoo goéd eenige opmerkingen te maken, die wij niet onbeantwoord kunnen laten. 1. Het is voor ons, zoowel den medicinae doctor als den dominé, een raadsel, hoe het u een raadsel wezen kan wat ons aanleiding geeft tot de vraag: Wat heeft in godsnaam de godsdienst met de betrekking van lid van den gemeenteraad te maken? 't Is duidelijk genoeg, zelfs voor iemand die geen dominé is, dat hiermede alleen bedoeld kan zijn: godsdienst met betrekking tot de verschillende kerkgenootschappen, gelijk uit het geheele verband blijkt, en niet wat men noemen kan religieusiteit. Wij drukken er op, gelijk wij het hebben laten doen, dat alleen de geschiktste personen in aan merking mogen komen, waarbij zeker op hun zedelijkheid en wat dies meer zij dient gelet te worden. 2. Ware het voor den goeden naam onzer mede-eilanders wen- schelijk geweest, dat ons stuk achterwege was gebleven, dit geldt zeker veel meer en in de eerste plaats de advertentiën zelf. 3. Gold ons stuk de Texelsche kiezers in 't bijzonder, waar dezelfde misbruiken of verkeerde beginselen als door ons gegispt worden zich voordoen, geldt het evenzeer. 4. Is het zeer de vraag of de kiezers hier uitspraak hebben gedaan over het bedoelde beginsel, gij hebt het regt niet zulks te verklaren. 5. Uwe gissing is geheel ongegrond. Niet het medicament heeft ons tot de kwaal doen besluiten (eene handelwijze, welker insinuatie een doctor als door en door gemeen zou kunnen qualificeren en een dominé zich zeker niet behoeft aan te trekken, als niet tot zijn bevoegdheid behoorende), maar wel, gelijk dit ook in de rede ligt, het omgekeerde. Wij eindigen met de verzekering, dat wij op de oude puinhoopeu der allang (immers sedert 1795) omgevallen scheidsmuren de banier omhoog zullen houden van scheiding van kerk en staat, en we ons zullen verblijden nis ze door u wordt opgeheven. In afwachting daarvan meenen wij verder ons stilzwijgen in dezen te moeten bewaren tegenover u, die ons door uw naam niet te verzwijgen gelegenheid hebt gegeven onze denkbeelden nader te ontwikkelen. Dr. J. ENSING. Ds. P. S. BAKELS. Allengs moest in het voorgaande stuk zqu allang-, fout van den zetter. Mijnheer de Redacteur! Mag ik ter wille van de goede zaak een plaatsje verzoeken in uw blad voor het volgende De verkiezing alhier is afgeloopen. Strijd voor of tegen personen is geëindigd. Niet als verkieziugsmnnoeiivre maar als beginsel is aanbevolen: „vertegenwoordiging in den gemeenteraad naar 't aantal leden der voornaamste kerkgenootschappen." Sommigen trekt dit aan. Misschien kan het tot nadenken brengen, als ook ik mijn gevoelen daarover vrijmoedig zeg. Maar of zou men kunnen vragen of dit een beginsel mag heeten Ik kan niemand verhinderen zich bij zijn keuze door allerlei beweegredenen te laten leiden. Met evenveel, ja meer regt, zou een ander echter kunnen eischenvertegenwoordiging naar de ver schillende standen of naar 't aantal boeren, winkeliers, bakkers, slagers enz. (zoodra zij in voldoende getale voorhanden waren) en een soort gildentijdvak in 't leven terug roepen. Of zelfs een of ander grappenmaker kon het vragen naar 't aantal zwart, blond, bruin en grijsharigen. Men noeme dit niet: een ernstige zaak bespottelijk maken. Naar mijn oordeel is het om een goed lid voor den gemeenteraad te kiezen van even weinig belang te vragen naar de kleur van haar dan naar den naam Luthersch of Gereformeerd. Maar gesteld het kan een beginsel zijn. Dan spreek ik voor mij daarover dit vonnis uit a. Het behoort niet in Nederland bij onze tegenwoordige Staats regeling. Want 1. het geldt niet bij de keuze van ministers, niet bij de zamenstelling van de Eerste of Tweede Kamer, niet bij de verkiezing van leden voor de Provinciale Staten dus zal de wet het ook wel niet willen voor den gemeenteraad. 2. Voor de wet zijn alle kerkgenootschappen gelijk. Kerk en Staat zijn gescheiden. Ieder is eenvoudig burger en heeft als zoodanig zijn regten en pligten zonder dat daarbij gevraagd wordt of hij tot een of ander kerkgenootschap behoort en zoo ja tot welk b. Het beginsel is valsch. Want: het behooren tot een of ander kerkgenootschap maakt op zich zelf iemand meer of minder geschikt om lid van den rand te zijn of het doet dit niet. In 't eerste geval zal ik altijd kiezen leden van dat kerkgenootschap dat uit ziju aard meer geschikt maakt, in het tweede .(en dit zal wel het ware zijn) vraag ik er niet naar bij mijn keuze. Ik zie geen derde. c. Het beginsel is niet aan te bevelen. Want: als particulier koop ik wat ik noodig heb brood, wijn enz. bij hem bij wien ik die het best kan krijgen, zonder te vragen tót welk kerkgenootschap hij behoort. (Doe ik dit niet, dan han del ik doodeenvoudig onverstandig.) Heb ik een persoon noodig om hem een deel van mijn werk, mijn geld of wat ook toe te vertrouwen, dan zoek ik iemand die daarvoor het meest geschikt en vertrouwd is, zonder te vragen of hij Remonstrant of Doopsgezind heet. (Deed ik het niet, ik zou wederom onverstandig doen.) Evenzoo: als burger, als kiezer kies ik om de belangen van mijn gemeente te behartigen, de meest geschikte, onafhankelijke mannen naar mijn inzien, zonder te vragen naar kerkgenootschap. d. Het beginsel is schadelijk. Wanthet beperkt onnoodig hij elke keuze het aantal verkies baren tot de leden van één kerkgenootschap en niemand zal beweren dat in iedere gemeente zóó overvloedig mannen zijn, die bekwaamheid, tijd en lust gevoelen om den bloei en vooruitgang van die gemeente met alle kracht te bevorderen, dat beperking wenschelijk zou zijn. e. Het beginsel is onregtvaardig Want 1. het sluit willekeurig uit menigeen wiens kerkgenootschap toevallig slecht vertegenwoordigd is of hem die tot geen enkel behoort. 2. Bevat een kerkgenootschap door toevallige omstandigheden op een of ander oogenblik naar evenredigheid meer ontwikkelde flinke mannen, dan zou het onbilljjk ziju indien liet niet meer dan percentsgewijze vertegenwoordigd is. Omgekeerd, heeft een kerkgen. in zijn midden niemand die de algemeene aandacht tot zich trekt, dan is er geen enkele reden waarom het iemand zou moeten afvaar digen voor den raad al telt het houderden leden. Ten slotte betwijfel ik of het waarlijk uitvoerbaar zou zijn. In ieder geval zal de zegepraal van zulk een beginsel in plaats van kerkelijke verdeeldheid weg te nemen, kerkelijke twisten ook in het maatschappelijk leven brengen. Een kiesvereeniging, die dit als eerste artikel afkondigt, zou van den beginne af aan, naar ik meen, voor waarlijk vrijzinnige mannen gesloten zijn. liuu eerste artikel zal blijven: onafhankelijke mannen, die bekwaamheid bezitten om meê te werken tot de ontwikkeling en vooruitgang van eene gemeente. U zoo noodig dank zeggende voor de plaatsruimte noem ik mij Texel i "f* 5 Augustus' 1872. II. KOEKEBAKKER Jz. De bewuste zaak thans genoeg besproken achtende, sluiten wij de discussie daarover. Red. Weerkundige Waarnemingen te Helder (Landskeet). I 3 t£> P Uren. J Windrigting en Kracht. Barometer mm. Thermometer C. Vochtigh.l procent. Toestand van de zee. Stand. Afw. Stand. 1 Afw. 4 12 nwtw. 0.5k. 758.17 - 2.21 16.6 - 3.6 0.63 Vlak. S 12 uotn. 0.4„ 754.95 - 5.44 17.1 - 3.1 0.69 u 6 8 no. 1.5„ 751.44 - 8.96 15.4 - 2.9 0.94 Slechtw. 6 12 no. 1.2„ 754.53 - 5.87 17.0 - 3.1 0.86 Vlak. Weersgesteldheid: 4 Aug 12 u. Ligtbewolkt, helder, mooi. 5 Aug 12 u. Ligtbewolkt, mooiweer. 6 Aug 8 u. Digtbetrokken, regenbuijen. 6 Aug 12 u. Bewolkt mooiweer. Zeilklaar liggende en vertrokken Sohepen Groote Vaart, Aankomst. Vertrek. Schip. Gezagvoerder. Bestemming. 1 Aug. 5 Aug. Cortese. L. Chiesa. New-York. 3 3 Medea. C. T. Geraud. Bordeaux. 5 6 Petronella. IJ. H. Ebes. Buenos Ayres. Binnengekomen Koopvaardijschepen Groote Vaart. Binnenk. Schip. Gezagvoerder. Cargadoor,* Herkomst, 4 Aug. Nomen. M.E.Mathiesen. v. Vliet Co. Wilmingtön. 4 Amadine. C. H. Farrow. Duink.&Qoedk. Indramaya. 4 Factis non Verbis. G.Tripcovich. ZurMuhlen&Co. Marianople.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1872 | | pagina 3