van den substituut-officier jbr. mr. de Jonge, schuldig verklaard aan diefstal in loontrekkende dienstbaarheid en veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf. Deze dienstbode, bij den eigenaar van het hotel Pico, de zeven Kerken van Rome, voor een loon van 80 in dienst, was, in hoogst zwangeren toestand, aangezegd dat zij het logement moest verlaten, waaraan eenigen tijd daarna gevolg werd gegeven. Vóór zij echter vertrok zou men haar koffer met goed nog eens nazien, waarin zij toestemde. Nadat men echter een hoedendoos had nagezien, waarin zich niets bevond, wilde men de koffer nazien, dat echter door H. werd geweigerd, die verklaarde eerst de politie daarbij tegen woordig te willen zien, zoodat zij zich dan ook tot dat einde naar het bureau zeide te begeven. Zij kwam echter van die boodschap niet terug en toen de logementhouder eenige dagen daarna vernam dat zich daar ter stede een meisje had verdronken, meende hij van de voorgevallen zaak kennis aan de politie te moeten geven, daar hij vermoedde dat de drenkeling zijn vroegere dienst maagd was. De commissaris van politie kwam oogenblikkelijk en liet door een smid den koffer openbreken, waaruit een aantal goederen, tafel- en andere linnens, benevens eenige koloniale waren, kaas, kaarsen en twee Berlijnsch zilveren couverts te voorschijn kwamen, hetwelk alles door den heer P. als zijn eigendom herkend werd. De justitie spoorde daarna de voortvlugtige op, die zich niet van het leven had beroofd en thans stond zij, zoo als wij bereids reeds mededeelden, voor de regtbank teregt. Met een berouwvol hart en tranen in de oogen beleed zij ten volle haar misstap, dien zij welligt heeft begaan om in den toestand, waarin zij weldra zou verkeeren, verligting te brengen. (Dagblad.) De kapitein-kwartiermeester van het regiment gre nadiers en jagers, te 's Hage, zond jl. Woensdag zijn sergeant-schrijver om eenige mandaten van gedane leve- rantiën aan onderscheidene leveranciers te gaan betalen en stelde hem daartoe 2600 ter hand. Deze sergeant, onge lukkig in aanraking met een bij de politie bekend of berucht persoon gekomen, raakte beschonken en kwam niet terug. De kapitein deed aangifte bij den commissaris van politie, de heer Beukman, die dadelijk de noodige voorzorg nam, ten einde eene ontvlugting te voorkomen, en vond Donderdag den voortvlugtigen sergeant en zijn medepligtige in het logement ,/de Stoomboot" terug, waar zij den vori- gen nacht hadden doorgebragt. De sergeant wist niet wat er van het geld was geworden, terwijl de ander zich even eens hield. Vrijdag morgen had men reeds circa honderd gulden ontdekt en ten circa 11 ure vond men nog op een verborgen plaats twee duizend gulden aan bankpapier. Beide delinquenten zijn in arrest gesteld; de sergeant werd aan de militaire autoriteit overgeleverd en de andere naar het huis van verzekering overgebragt. (Dagblad.) De N. Rott. Crt. zegt van de vijfde vergadering der Internationale o. a.dat van zooveel ongerijmdheid, zooveel verwarring, van zooveel onzin als hier ver toond werd, zeker zelden de wedergade te zien was. De schrijver schetst breedvoerig hoe de heeren Internationa listen zelf met hun figuur verlegen waren; hoe zij voort durend tastten in den blinde, aanhoudend heen en weer laveerden, uit vrees van te weinig en van te veel te zeggen, een weergalooze ongedurigheid aan den dag legden, die de afgevaardigden zelveu verbitterde, het publiek teleur stelde, in één woord een kaleidoskoop van dwaasheid vertoonden. Als zij niet meer wisten, waar heen zich te wenden, dan werd de zitting opgeheven of geheim verklaard, en werd het publiek onstuimig, dan verstijfde de vrees de lippen van deze anders onverschrokken heethoofden. Zij gedroegen zich als kwakzalvers. „Wat hebt gij, die u het monopolie van volkslievendheid toeëigent, wat hebt gij nu toch eindelijk uitgerigt? vraagt de schrijver. Welk plan hebt gij tot een zekeren graad van levensvatbaarheid kunnen brengen? Gij hebt schooner dagen gekend. Te Genève hebt gij u voor de emancipatie van den -arbeid verklaard; te Lausanne u tegen de arbeidersverenigingen en de groote vennootschappen verzet; te Brussel hebt gij gebedeld om de exploitatie van mijnen en spoorwegen; te Bazel hebt gij gebazeld van de afschaffing van het individueele eigen- domsregt, en van het erfregt; toujours de plus fort en plus jort! Te Parijs zoudt gij, twee jaren geleden, uwe wijsheid hebben laten luchten over de afschaffing der openbare schuld, over bankwezen en coöperatieve voortbrenging, ja zelfs over de afschaffing van den oorlog. Uw weidsch programma is door de morale en action in den steek gebleven. De gele genheid was u thans aangeboden, om uwe cursus van sociale wetenschap voort te zetten! In zeven dagen tijds had gij ons het gansche sociale probleem toch wel kunnen oplossen! En wat hebt gij ons geleverd? Twee administra tieve voorstellen of resolutiën; het eene over uwen alge- meenen raad, waarover zeer stormachtig is geredevoerd, maar die ten slotte blijft wat hij was: verantwoordelijk jegens het congres (dat was hij reeds, niet volgens de statuten, maar volgens art. 1 van uw reglement), en het tweede over de vraag, of gij voortaan op e'en been zult staan, la question sociale, dan wel ook op het andere been: la question politique. Het voorstel Longuet was eigenlijk „des Pudels Kern" van het gansche congres. Dat was reeds, volgens den oproepingsbrief, het gansche doel dezer bijeenkomst. De vraag, of de Internationale wijsgeeren zich met politiek zouden bezig houden, is de worm, die aan deze instelling knaagt, reeds van haar eerste ontstaan. Telkens was deze vraag de bron van de grootste tweespalt, toen deze instelling in 1870 zich door den loop der gebeur tenissen in de armen der politiek heeft geworpen en, naar men zegt, is in dit congres voor het eerst eene definitieve beslissing gevallen. Eene kleine meerderheid zou beslist hebben ten voordeele van Longuet. Is dat waar, dan heeft het Haagsche congres, in weerwil van zijn goochelspel, zijn doel bereikt; dan is de groote tour de force gelukt, dat, te midden van veel getier en geraas, de politiek de spil zal zijn van dit monsterverbond. Maar die zegepraal moet tevens de val zijn der Internationale. Wie zal niet vurig wenschen, dat aan de werkende klasse ruimer aandeel worde gegeven in de Staatsaangelegenheden Wie zal niet gaarne zien, dat in den loop der tijden de werkman zijne, waarde ook als staatsburger leere gevoelen Maar hiermede stelt de Internationale zich niet tevreden: zij wilde „zege praal van het proletariaat;" de „verstooting der burger klasse;" de „regering door de hebzucht en de onwetendheid." Eene instelling, op zulke grondslagen gevestigd, kan voortaan alleen medewerking vinden bij het schuim der natiën." Ten slotte toont de schrijver aan, dat wij geen berouw behoeven te hebben over het toelaten van het congres in Nederland, want de onzin der Internationale heeft niemand gedeerd dan hem, die haar door kleingeestigen wrok uit tartte; en wie zal er aan twijfelen, dat de troonrede, die ons wederom spoedig te wachten staat, ons de blijde boodschap zal aanbrengen, dat onze betrekkingen met het buitenland zich steeds bevinden op den meest gewenschten voet, vraagt hij? Aan het slot van een artikel over het congres der Inter nationale, zegt de Times het volgende: „Geen doodelijker slag kon aan de zoo gevreesde veree- niging zijn toegebragt, zelfs niet door de drie keizers te Berlijn, dan zij ontving door het houden van haar pande monium in de vreedzame Nederlandsche hofstad. Men late haar daarom aan haar lot over. Geen beduchtheid voor eene zamenspanning, wier leiders, bijeengekomen om te arbeiden voor verbroedering der natiën en hervorming der maatschappij, naauwelijks in één kamer gezeten zijn of ze trachten elkander aan stukken te scheuren. Wij verwachten wel niet, het laatste woord van de Internatio nale vernomen te hebben. Doch zeer vermoedelijk zal een dergelijk congres, als in den Haag gehouden werd, zich niet ligt in éénige stad van de beschaafde wereld herhalen." Jl. Woensdag is het ÖOjarig bestaan van 's Rijks veeartsenijschool te Utrecht herdacht. Een 50tal personen, die hunne opleiding aan die inrigting genoten hadden, zijn te Utrecht bijeengekomen om die gebeurtenis feestelijk te. herdenken. Tegelijk werd in het gebouw voor Kunsten en Wetenschappen eene algemeene vergadering der Maat schappij tot bevordering der Veeartsenijkunde gehouden. Het feest werd nog verhoogd door het leggen van den eersten steen van de nieuw te bouwen collegiezalen. Den volgenden dag werd een feestmaaltijd gehouden. Het gebouw is met vlaggen en groen versierd. Het Utr. Dagblad meldt van jl. DonderdagNadat gisteren ochtend de feestviering van het ÖOjarig bestaan van 's rijks veeartsenijschool huishoudelijk, maar met de meeste hartelijkheid had plaats gehad, benevens de steen legging voor de nieuwe collegezalen door dr. Mac Gillavry, den directeur der school, had ten 12 ure in het gebouw voor Kunsten en Wetenschappen de jaarlijksche algemeene vergadering plaats van de Maatschappij ter bevordering der Veeartsenijkunde in Nederland, onder voorzitterschap van den heer van Driel. Onder de belangrijke punten die er behandeld zijn, behoorde in de eerste plaats de vraag: „Welke vorderingen heeft de veeartsenijkunde hier te lande, sedert de oprigting van 's rijks veeartsenijschool tot aan haar ÖOjarig bestaan, gemaakt; wat was het lot van hare wetenschappelijke beoefenaren en wat kan er met vrucht tot hare verbetering worden gedaan?" De discussiën hierover waren algemeen en de eerste mannen van het vak namen daaraan deel. Algemeen was men van gevoelen dat de regering niet voldoende deze belangrijke zaak beschermd had en niet genoeg de praktijk van den veearts beschermde tegenover hen, die als een geesel voor den veestapel kunnen beschouwd worden. Door de heeren Hengeveld Jr. en Arntz, afgevaardigden van de afdeeling Groningen der maatschappij tot bevordering der veeartsenijkunde, werd het voorstel ter tafel gebragt, dat de maatschappij de regering dringend zou verzoeken, de wet op het veeartsenijkundig staatstoezigt te herzien. Nadat de vergadering ten 3 ure door den voorzitter gesloten was, vereenigden de leden zich ten ure aan een gemeenschappelijken maaltijd in het lokaal Buitenlust, in de Maliebaan. Voor de vervulling der vacante betrekking van hoofd onderwijzer aan de armenschool te Utrecht hebben zich niet minder dan 72 sollicitanten aangemeld. Jl. Donderdag heeft het Provinciaal Geregtshof' van Noordbrabant uitspraak gedaan in zake J. L. M., oud 32 jaren, laatst wonende te Oss, thans in hechtenis, schuldig verklaard aan het als openbaar, met ontvangsten en bewaringen belast, ambtenaar onttrekken en verduisteren van gelden en geldswaarden aan het Rijk en aan een bijzonder persoon behoorende, hem ter zake zijner ambtelijke bediening toe vertrouwd en te zamen meer dan 3000 francs bedragende, en hem veroordeeld tot een tuchthuisstraf voor den tijd van 7 jaren, met geldboete van 400, ingeval van niet- betaling der boete te vervangen door 3 maanden gevange nisstraf, met bevel dat extracten van dat arrest zullen worden aangeslagen te 's Bosch en Oss. Het „Oude Paleis", waarin Willem II te Tilburg overleden is, zal worden afgebroken. Een beschonken Internationalist kwam tijdens het congres in een winkel te 's Hage en begon tegen iemand, die daar iets kocht, de voortreffelijkheid van zijn stelsel uiteen te zetten. Alle mensclien moesten evenveel hebben, zeide hij. De ander antwoordde: „Dit zou ik stellig niet willen, want als ik evenveel had als gij, dan had ik bepaald te veel." Te Oosterbeek is het lijk van een eersten luitenant opge- vischt, die zich wegens tegenzin in de dienst verdronken had. Te Deventer zullen heden 600 spuitgasten een optogt houden bij fakkellicht en daarna door brandmeesters in de huiten-societeit de Yereeniging onthaald worden, alles omdat Jan van der Heijden voor 200 jaren de slangbrandspuiten heeft uitgevonden. Twee verpleegden te Ommerschans hebben den onder directeur van den landbouw, den heer van Nispen, mishan deld, toen deze op hunne vraag om hooger loon te kennen gaf, dat het loon van hooger hand bepaald werd en hij het niet kon verhelpen. Andere verpleegden hebben den van Nispen, die o. a. een gat in het hoofd bekwam, ontzet De belhamers zijn opgesloten. Het Provinciaal geregtshof in Friesland heeft den S dezer, Pieter Gerrits Vierhoeven, hulpbrie venbestellg laatstelijk wonende te Steenwijk, wegens verduistering vat acten en bescheiden, welke hem als agent van de regering ter zake van zijnen post waren overgegeven, ver. oordeeld tot een tuchthuisstraf van zeven achtereenvolgends jaren en in de kosten van het proces, invorderbaar li lijfsdwang. Men meldt uit Gaasterland: Het aantal eendvogel; is dit jaar legio. Het paar gelden zij 00 a cents. Met weet zich in Friesland geen tijd te herinneren, dat er zoo veel eendvogels geweest zijn. In de Landb. Crt. wordt de aandacht gevestigd op d uitvoer van beenderen uit ons land, terwijl zij voor de besmettat van onzen bodem zoo hoog noodig zijn. Drie millioen kilgi beenderen per jaar worden, naar zekere opgaven, uitgevoerd dat is zooveel phosphorzuur als 360,000 hectoliter tarw; noodig hebben. Daarbij komt, dat meestal slecht gezorgl wordt voor de mesthopen, terwijl jaarlijks veel haardascl wordt uitgevoerd. Gaat men op deze wijze voort, zegt schrijver in de Landb. Crt., dan kan de tijd wel eens kome; dat de grond zijne diensten, als gevolg van uitputting weigert; want die bron is niet onuitputtelijk: waar mee afgaat dan bijkomt heeft verlies plaats. Landbouwers bedeel het! de uitvoer van vee, al wordt daardoor ook veel aai onzen grond onttrokken, is eene gezegende bron voor urn welvaart, maar er moet vergoeding plaats hebben. Dat a beenderen uitgevoerd worden, noemden wij eene schanl voor ons vaderland, 't kan eene oorzaak worden van arming van onzen grond. Wat zal het einde zijn? Zal nooit de tijd aanbreken, waarin men leert begrijpen, da geen meststof buiten noodzakelijkheid dient uitgevoerd worden? Zal dan nooit de tijd aanbreken, dat men ook beenderen hier behoudt, om ze na de noodige bewerkii als meststof aan te wenden? Invloedrijken, helpt et iome, handje mee! Ruim 3 maanden geleden werd te Ma,nheim Freitschutz van Weber opgevoerd, juist op denzelfden d dat 00 jaar geleden dit meesterstuk van den grooten too zetter voor het eerst ten tooneele werd gebragt. De maësi ontving toen als honorarium 24 ducaten. Tot nu toe het v-olkoi deze opera opgebragt alleen te Manheim 120,000 fr. Miger Welke verbazende som zou het zijn, zoo men kond den si optellen de gezamenlijke opbrengst van alle thé&ters, wai reggen de Freitschutz opgevoerd is. Dit zoude voorzeker millioeus 00 bedragen. Dr. De West African Herald van den 31 Julij 11. bes bijzonderheden omtrent de executie der moordenaars vi den Nederlandschen luitenant Joost, welke den 22 Julij] heeft plaats gehad. Tot den 20sten wilde het groots gedeelte der Elminesche bevolking, met inbegrip van dl Koning en de hoofden, het maar niet gelooven, dat tot de voltrekking van het vonnis zou overgaan. lli meende, dat de dreigementen van den Koning en Elminezen, om die executie door middel van de kracht wapenen te beletten, het gouvernement zou afschrikken gel hee bez der soo dr. wel toe; 'onv krui vier kan kelij de gans dom en 1 paarc gelat zich schei Df terug onvei soort om Danv deelti andei ,Zoo loekei als tli eener vau d let c de straffe des doods uit te voeren. Den 22 posteerden zii 200 man der politie in verschillende wijken van Elmii terwijl de brug die naar het kasteel leidt, door de equipii van het oorlogschip Druid werd bezet. Ten 8 ure werden de drie veroordeelden Quaka Tawii Zowe Kessie en Qujiminah Fossoo naar de plaats der execei geleid. Twee der moordenaars schreeuwden vervaart e ,le Zij verweten den Koning van Elmina, dat hij de oorz on van hun dood was, en riepen dat hij nu zijn belofte nx houden en hen komen verlossen. De derde veroordeel gedroeg zich mannelijker. De executie liep echter in iej"!n i volmaaktste orde en rust. aft 1 delyk onder, De 'olgei fyaci mude 'ereec iiiicici/iVLiott; uiuc exi xuot ai. De Herald laat zich over den tegenwoordigen toestsi van het land zeer geruststellend uit. Vrede en orde, zi het blad, heerschen nu te Elmina en als een noodzakel Tern,al gevolg ook in de andere aan Engeland afgestane district en t n waarn' Leven en eigendom zullen voortaan even veilig zijn als de andere districten, die altijd onder de Engelsche vl n er stonden. Een weinig bekende saladeplant. De Kei I dat he Horticole vestigt de aandacht op eene uitmuntende, tot n s'' toe weinig bekende saladeplant: Centranthus macrosipt Deze plant bloeit rooskleurig en behoort tot het geslat Toor der Valerianen. De bladen hebben, wat den smaak betri veel overeenkomst met rapuntsel, doch zijn vetter en smak een weinig bitter. Om van Sept. tot het begin van t De winter deze salade te kunnen steken, moet men het a BP dri van Junij tot het laatst van Julij zaaijen, en met eene s gedeelt dunne laag aarde bedekken. De planten mogen niet de besi vroegtijdig afgesneden worden. Behandeling van goudvisschen. Als men i Wigte: volgende regels volgt, dan houdt men de goudvisschen 111 Gro tot 12 jaar lang frisch en gezond, want zóó oud won) 'et al zij gemeenlijk mits men ze slechts behoorlijk verples de aari 1. Men doe er niet meer dan één op een deciliter wati ®en d bij een te digte bevolking van de kom sterven zij spoed heeft, 2. In de keuze van het water moet men geen verandell slechts brengen; óf altijd regen-, öf altijd welwater. In denzot Van de: verversche men het water dagelijks; des winters om 15 mil twee of drie dagen. 3. Men plaatse de kom, die g ^rgdhe diep moet wezen (ondiepe deugen niet) bij voorkeur in eene gi schaduw; deze visch houdt veel van schaduw. Ook een ^l, tei te hooge kamer-temperatuur kan zij niet verdragen] eel)e n bodem van de kom bedekke men met kleine, gladde kiei 'pnnnin steentjes, die het water zuiver houden. 4. Daar de ten? E vischjes ligt gedeerd worden, als men ze bij ververscï 'laag - van het water in de hand vat, vissche men ze altijd' Jesluit een netje op en neme men ze nooit in de hand. 5. 16 de n voede ze nooit met brood, maar met vliegen, eijerdooii" j®aangi salade, enz.; maar niet te veel, om den derden of viffl» 'eine dag. Het overvoeden veroorzaakt verstopping en W ®et de en zij sterven daaraan. In de maanden Nov., Dec.,"Tgers. en Febr. voede men ze in het geheel niet; in li" 811 de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1872 | | pagina 2