deed uitkomen dat de dierenbescherming reeds van de vroegste
tijden in de menschheid was doorgedrongen, hetgeen hij
door een beroep op de geschiedenis staafde. De ergerlijkste
tooneelen van mishandeling, tragische en comisehe, en dat
wel in het beschaafde Nederland, -werden door den spreker
in al hunne naaktheid afgeschilderd; als h. v. het katknuppelen
dat nog in zijne woonstreek plaats vindt, opgeluisterd door
muziek. In andere landen, als België en Engeland bestaan,
wettelijke bepalingen tegen het mishandelen van dieren en
die wettelijke regeling ontbrak nog in een land als het onze,
ofschoon de wenschelijkheid daarvan door spreker duidelijk
in het licht werd gesteld. Waren zij er eenmaal, dan
verdienden preventieve de voorkeur boven repressieve maat
regelen. Het geheugen en het gevoel der dieren, in het
algemeen en van het paard in het bijzonder, dat daarvan
geenszins ontbloot is, maakte ook een deel van zijne rede
uit, en het kwam daarop neder, dat men zich het lot van
die spraaklooze wezens moet aantrekken in plaats van hun
eene mishandeling toe te dienen. Ook de hondsdolheid
zou bij mindere mishandeling tot een minimum kunnen
worden gebragt. Een geruimen tijd vorderde de bespreking
van het vermaak der jeugd, ril:: het uithalen van vogel
nestjes. De spreker kon niet genoeg een daaromtrent door
een „Oud-Hollandschen jongen," verspreid geschrift aanbe
velen aan het publiek en inzonderheid aan de knapen, die
zich, door de zucht om een onnoozel diertje te bezitten,
welligt om het de oogen uit te steken, zelve een ongeluk
op den hals kunnen halen. De spreker eindigde met een
beroep op de aanwezigen, om zich aan de dierenbescherming
te wijden, in het belang van hunne kinderen en van de
eer des vaderlands.
Naar het Vaderland thans verneemt, heeft de ex-
kapitein Janssen gemeend voor de hem vanwege het Depar
tement van Oorlog gedane oflerte te moeten bedanken. Dit
verwondert ons niet. De heer Janssen heeft naar onze meening,
zegt het Vad., allezins regt te vorderen, dat in de eerste plaats zijn
ontslag alsnog in eervol ontslag worde veranderd. Ook
gaf de hem aangeboden betrekking zulke geringe finanti-
eele voordeelen, dat ook dit bezwaar waarschijnlijk bij zijn
beslissing heeft gewogen.
Ongetwijfeld zal de zaak nu binnen kort op nieuw in
de Tweede Kamer ter sprake komen, want het is niet te
denken, dat de Kamer door dit hoogst karige en weinig eer
volle aanbod, dat thans is gedaan, tevreden gesteld zal zijn.
Men meldt uit Londen, dd. 26 dezer, aan de N. Rott. Crt.:
„Verscheidene kettingen zijn onder het gezonken stoom
schip Batavier doorgenomen en twee groote ligters zijn
van de werf te Sheerness opontboden om het schip te
helpen ligten. De kist, die volgens zeggen een groote
som gelds bevat en aan een der passagiers toebehoorde, is
nog niet gevonden, alhoewel verscheidene booten zijn gebe
zigd om er naar te visschen. Men zegt, dat de onfortuin
lijke passagier, verzuimd had, die som geld te assureeren
of de kist als lading te doen inschrijven. De kist had op
dek gestaan en is ongetwijfeld door de aanvaring over boord
geraakt. Officieren van het Custumhuis zijn op wacht
gesteld hij het wrak. Eenige balen der lading zijn ge
barsten naar boven gekomen. Men gelooft dat het schip
bij het eerstvolgende springtij zal geligt worden."
De tabaksplanters te Maas en Waal hebben alle reden
tot tevredenheid. De oogst is bijzonder voordeelig geweest;
zelfs oude menschen herinneren zich zulk een jaar niet.
Een goed gewas en hooge prijzen. Over het geheel zijn
de grootste en beste partijen reeds overal verkocht en de
prijzen variëerden van 26 tot 30 per 50 kilogr., alles
één geld. Zelfs voor verhagelde soorten werd nog tot
27 gemaakt. De leverantiën naar Druten, waar de oogst
voor dén handel en verdere verzending wordt gereed ge
maakt en gepakt, hebben reeds een aanvang genomen.
De aanvoer van vee op de najaarsmarkt van jl. Vrijdag
te Utrecht, is dit jaar nergens zoo talrijk geweest, daar er
ruim 900 waren aangevoerd. De handel was buitengewoon
levendig. Door de buitenlandsche kooplieden werd voor
drachtige koeijen van ƒ150 tot ƒ275 en voor guste koeijen
van 140 tot 250 betaald; er werden door Duitsche
handelaren 200 stuks aangekocht en door Belgische koop
lieden 180, die onmiddelijk per spoor verzonden werden.
De pachters van hooilanden te Mastenbroek hebben
dit jaar geen beste zaken gemaakt, want het puike paarden-
hooi geldt thans niet meer dan 12 a 13 de 50 kilo, en
bij den goeden stand der weilanden verwacht men nog
lagere prijzen.
Te Baarderadeel worden de kalveren in menigte opge
kocht en naar Duitschland vervoerd. De middenprijzen
loopen zoowat tusschen de 60 en 70. De landerijen
aldaar worden weder enorm hoog verhuurd: 140 a 150
huurprijs per bunder is volstrekt geene zeldzaamheid.
Te Assen heeft jl. Vrijdag morgen eene moeder haar
zesjarig kind bij ongeluk vergiftigd door het „kraanoog"
(een middel tegen ratten) in plaats van wormkruid te doen
innemen. Ondanks snel ingeroepen geneeskundige hulp was
het kind binnen een uur een lijk.
Opmerkelijk is het, dat de boeren in het noorden
des rijks thans zoo druk geld beleggen in effecten.
Zei vroeger een enkele boer-heer: „ik doe wat van
mien geld aan Ruslandwant dat was de bank aller
banken, nu koopt hij Oostenrijkers, Spanjaarden, Noord-
Amerikanen en Turken, en of men al eens zegt: wees
wat voorzigtig! hij lacht er om en antwoordt: de grooten
staon mekaar in benouwdheid alle maole bokkien en zoo
giet er geen enkele over den kop! En de rente is best!"
Hoe zijn de tijden, ook in dit opzigt, veranderd 1 Vroeger
leende de boer zijn geld aan een buurman, ter goeder
naam en faam bekend staande, voor 2 pCt., en dan was hij blij
het zoo zeker geplaatst te hebben. Ja, 't is gebeurd dat
een welvarend landman, die vergeefs getracht had een
Drentsch notaris te bewegen, het geld, dat deze hem moest
uitbetalen, een tijd lang zonder rente te houden, eindelijk
zijn zin kreeg, toen de notaris besloot het voor 1 pCt.
voor hem te bewaren!
Was de boer geen financier de notaris behoorde ook
niet tot de familie Rothschild.
In den laatsten tijd leent de boer zijn geld aan gemeenten
en aan de provincie tegen 4, 4| en 5 pCt., maar tegen
woordig moet de burgemeester praten als Brugman om
hem tegen 4| pCt. geld aan de gemeente te doen geven,
't Spreekt van zelve, dat ook het corps effecten-handelaars
in de laatste jaren in 't noorden zeer in talrijkheid is
toegenomen.
Omtrent den stand van zaken te Deli behelst de
Javasche Courant, ten vervolge van hare laatste tot den
8 Aug. jl. loopende berigten, in haar nummer van heden
(14 Sept.) het volgende:
„Aan een rapport van den assistent-resident van Siak,
gedagteekend Soengal 29 Aug. jl., worden de volgende
berigten ontleend.
Nadat men tot 13 Aug. zonder tijdingen gebleven was
uit de in verzet zijnde landstreek, werd op dien datum ver
nomen, dat zich in de kampong Rimboen eene massa volk
verzameld had.
Aanvankelijk geloofde men, dat zich daaronder ook
Bergbattaks bevonden, doch bij de terugkomst, des vol
genden daags, van datoe Setia Radja, die door Sapoeloh
kota tot digt bij Tanda-Benoea geweest was, erlangde men
de zekerheid, dat de Bergbattaks allen naar hunne negorijen
waren teruggekeerd. Ook vernam men, dat de oproerige
Datoes en hunne volgelingen zich weder te Radja Ketji-
namboenan gevestigd hadden.
Er werd daarop besloten naar Rimboen een verkennings-
togt te doen, met het doel om zoo mogelijk tot Tanda-
Benoea en Radja Ketjinamboenan door te dringen.
Op den 20sten vertrok daartoe eene kolonne, sterk 160
man, met de noodige artillerie, onder aanvoering van den
expeditie-commandant.
In den middag van dien dag bereikte men de plaats,
waar, volgens de ingekomen berigten, de vijandelijke ver
sterkingen zich moesten bevinden.
Aan eene kromming van den weg, langs een ravijn,
werden inderdaad verscheidene kleine, goed bezette bentings
aangetroffen.
De voorwacht had een hevig geweervuur te doorstaan,
waardoor al dadelijk twee Maleische gidsen sneuvelden.
Verscheidene militairen werden gewond, terwijl men het
verlies te betreuren had van een officier.
Na eenig oponthoud werden de vijandelijke werken met
storm genomen door de Europeanen onder aanvoering van
den kapitein van Eersel, die daarbij aan de hand werd
gekwetst.
De vijand redde zich door eene overhaaste vlugt in het
ravijn, dat zoo steil en digt begroeid was, dat geene
mogelijkheid bestond om hem te vervolgen of eenig verlies
toe te brengen.
De versterkingen waren zeer oordeelkundig aangelegd en
overtroffen ver hetgeen men tot dusver bij de Battaks
had gezien.
Op de plaats van het gevecht werd gebivakkeerd.
Het sneuvelen der beide gidsen en het aantal dei-
gewonden maakte het onraadzaam, den togt verder voort
te zetten, weshalve de kolonne op den 21sten naar Soengal
terugkeerde.
Sedert hebben geene militaire operatiën meer plaats gehad.
Bij de geringe kans om door het maken van patrouilles
de beide oproerige datoes in handen te krijgen, werd het
niet raadzaam geoordeeld meer dergelijke togten te onder
nemen, waardoor men kans zou loopen de verbittering der
bataksche bevolking meer en meer op te wekken.
De militaire magt bepaalt zich dus voorloopig tot het
bezetten en bewaken der grenslijn tusschen de Maleische en
Bataksche districten.
Op de posten aan de Deli-rivier wordt de marine-lan-
dings-divisie van het stoomschip Marnix vervangen door
een compagnie infanterie met een houwitzer."
Volgens een bij het departement van Koloniën ontvangen
regerings-telegram, dd. Buitenzorg 26 dezer, is het eind-
der expeditie naar Deli nabij, zijn de hoofden van den opstand
in onderwerping gekomen en worden deze naar Batavia
opgezonden.
Tijdens de warme zomerdagen van dit jaar klaagde
een oude heer tegen een jonge dame over de verschrikke
lijke warmte. „Ik ben buiten de stad wezen wandelen,"
zeide hij, „maar de zon brandt daar verschrikkelijk." „Wel,
mijnheer, dan moet u een parasol opzetten, als u buiten
wandelt." „Foei, mejufvrouw, een oud-militair met een
parasol, dat zou fraai staan." „Maar hoor eens, mijnheer,
als gij u als oud-militair schaamt met een parasol buiten
te wandelen, dan moest u, als oud-militair, nog veel minder
klagen over de warmte der zon." De oud-strijder zag haar
aan, lachte eens en ging heen.
De tegenwoordig zoo algemeen in zwang zijnde
loonsverhooging had in een kleine gemeente een aardig feit
tengevolge. Een achtbaar lid van den raad, débitant in
allerlei soort van spiritualiën en daarom, natuurlijk in zijn
eigenbelang, een vriend en voorstander van de zonen van
den edelen Bacchus, stelde voor om het wel wat zuinig
jaarlijksch inkomen van de twee politie-agenten, ook al
aanbidders van dien zoozeer geliefden god, met een aan
zienlijk bedrag te verhoogen, op die conditie, dat ze geen
fooijen mogten aannemen, hetgeen ze, in strijd met den
door hen afgelegden eed, niet in gebreke bleven sedert
jaren te doen. Geloofwaardige personen voorzeker in
politiezaken, waar ze hun getuigenis met den eed moeten
bevestigen! Eenige uren nadat dit voorstel, een weinig
gereduceerd, was aangenomen, meldt zich iemand bij den
burgemeester aan met het berigt, dat, „als nu de burge
meester eens meê wou gaan, hij den diender N. N., die
hem (berigtgever) wegens dronkenschap zoo dikwijls „op-
gebragt" had en in de doos had laten stoppen, nu in
denzelfden benijdenswaardigen toestand, dat is stomdronken
in 't gras kon zien liggen." Verontwaardigd zendt onze
burgervader om het andere gedeelte zijner politiemagt,
namelijk den collega van den tijdelijk gesneuvelde. De
man komt, stelt zich ter dispositie van zijn chef, doch
wordt door dezen maar een weinig minder dronken dan
zijn collega in het gras bevonden. Toen een ander acht
baar lid van bovenvermelden raad, een ware menschen vriend
die met betrekking tot Bacchus zeer goed den balk in
oog van zijn naaste kan zien, in de bierknijp onder
genot van één glaasje Baierisches deze treurige gebeur,
tenis vernam, merkte hij regt Christelijk, vergoelijkend
„dat die menschen zeker uit blijdschap zich die klei®
verheuging hadden bezorgd!" Hij scheen geen medelijdi
met den burgervader te hebben, die met zijn dronkei
politiemagt leelijk in de knoei zat! (U. D.)
Te Pesth verschijnt, onder den titel Kleine Courant
een blad voor kinderen. Het doel er van is kinderen ui:
den beschaafden stand al spelende te onderrigten ijen
onderhoudende wijze nuttig te zijn. Als een proefje rat
de manier, waarop men de jeugd leert, en tevens van
soliede kennis der redactie, moge het volgende dienst
„Kinderen, kijkt eens naar het kleine Holland; het lij
aan een golf der Noordzee, en bijna onmiddelijk aan
ligt de hoofdstad van dit land Hamburg."
-Twee Prinsessen aan het hof te Siam zijn gevangei
genomen onder de verdenking dat zij eenige diamanten
den sabel des Konings hebben gestolen, waarbij zij 1
misdrijf trachtten te verbergen door valsche steenen in tl
plaats te doen zetten. Als het feit bewezen wordt, zulle
zij een eigenaardige straf ondergaan, welke uitsluitend voi
de leden van de Kon. familie bestemd is. In een zak genaait
worden ze met het hoofd naar beneden over een driekai
blok in den grooten tempel der hoofdstad gelegd en zoolai
gegeeseld tot zij er onder bezwijken. Dan worden steeni
aan den zak gebonden en deze met zijn inhoud in de rivie
geworpen. Prins Kroma Luang Rak Kopnaset is de laat
geweest, die deze straf ondergaan heeft en wel in 1859,
Kuil
lste:
die
Brand in een krankzinnigengesticht. - Er zijn verschrik!
lijke bijzonderheden bekend geworden omtrent een brand, welke
middags van den 25 Sept. jl. uitgebroken is in het krankzinnigs
gesticht te Newbnrg, in Ohio, waarin zich op dat oogenblik
verpleegden bevonden. De brand liet zich eerst niet ernstig ai
zien, doch het vuur maakte ondanks alle pogingen snelle vordering!
Toen moest men er natuurlijk op bedacht zijn om de ongelukkig!
uit het brandende gebouw te redden. Terwijl een gedeelte, i
beambten bij het blusschen behulpzaam was, nam het andere gedei
die hoogst moeijelijke taak op zich. Onbeschrijfelijk waren
tooneelen die nu volgden velen der krankzinnigen weigerden hun
cellen te verlatenzij verborgen zich in kasten en onder béddi
en waren noch door overreding, noch door bedreiging uit hun:
met elk oogenblik gevaarlijker wordende positie te verdrijven. 11
geweld moest men veelal te werk gaan. Sommigen vochten
die bovenmenschelijke kracht, dierazenden eigen is, zoodat n Jare
scheidene personen voor één patiënt vereischt werden. And® n;et
wilden met alle geweld kleederen, bedden en andere voorwerp tot d
op
Oo
mf
aai
eet
in
zei
voi
na:
En
den
liet
too:
ook
I
ben
1
A
schi
16
als
de 1
med
0
Zi
derw
medevoereneen van hen had een ontzaggelijk pak gemaakt,
deele
een paard naauwelijks had kunnen dragen, en kon slechts k
twee man gedwongen worden er van te scheiden. Met de vroui
lijke verpleegden ging het nog moeijelijker; zij waren nog
opgewondener en liepen vol schrik her- en derwaarts. Ook
haar worstelden velen met razende kracht. Naauwelijks buil
gebragt, liepen eenige patiënten weêr in het brandende geboi
vanwaar zij slechts met moeite teruggebragt werden.
De brand was inmiddels hevig toegenomen. Tegen 2 ure ki
den de zolders niet langer het gewigt dragen van een reservs
dat 8000 gallons water bevatte. Met een geweldig geraas viel
reusachtig gevaarte door al de verdiepingen heen. Eene naaiili
die er bijna in geslaagd was zich uit het gebouw te redden, i
door den stroom medegesleept en verpletterd. In het geheel
9 personen verbrijzeld of verbrand, terwijl de schade, door
verbranden van het schoone gebouw ontstaan, bijna 1J millio
bedraagt, 't Gebouw was niet verzekerd.
De 600 krankzinnigen zijn in de kerken en naburige hui
gebragt. Het tooneel, dat zij aanboden, wordt c
genoemd. Slechts weinigen hadden eenig besef
'tgeen er gebeurdesommigen schuilden angstig weg, andereu
droegen zich woest of zongen, lachten, schreeuwden, gilden
vloekten, kortom 't was het pandemonium zelf.
onder dak
schrijfelijk
De garden parties in Engeland. In de laatste „seasi
is een nieuw soort van feest in Engeland op den voorgrond
treden, namelijk de zoogenaamde garden parties. Yele aanzienli
woningen hebben fraaije tuinen, soms parken. Deze worden'
hoofdtooneel van het te geven feest; de zalen worden bijzaak,
nu geen tuin of park heeft, maakt dat hij er een krijgt door
koop van belendenden grond. Zietdaar door sloopen en aanlegj
door beplanten en inrigten reeds een groote bron van vertier t
sommige klassen van nijverheid geopend. Maar dit daargelaten,
„garden parties" zijn thans de feesten bij uitnemendheid, zoos
dat de Koningin ze ook reeds in de parken van Buckingham
Windsor geeft; de Prins van Wallis noodigt zijne gasten jjaz
Chiswik en zijne „garden parties" op Holland Honse heeft hij
het toppunt in het genre opgevoerd. Uit den aard der a
heerscht bij al zulke bijeenkomsten meer vrijheid en ongedwoiij
lieid dan in statige zalener wordt gewandeld of gedanst op
fijne grastapijtenilluminatie, vuurwerk, muziekfraaije solo's
hier en dan daar, hetzij in paviljoenen, hetzij in de open lm wnar
uitgevoerd; oude, in Engeland geliefkoosde landspelen zijn aan
orde en nieuwe worden bedacht. In één woord, ieder vindt i
gading en daardoor zijn alle gasten tevreden. De laatste gari
party op Holland House, waaraan ook in de illustratiën platen i ]je[e]
gewijd, was inderdaad een betooverend feest; men zag er de
der Londensehe groote wereld zich op de ongedwongenste i
vermaken. De Prins van Wallis maakt er eene studie van,
haar met andere „werelden" te amalgameeren, en zij wint daarl
Zoo bewogen zich daar, in bonte verscheidenheid, niet alleen n
en vermogen, maar de kunst, de politiek, de wetenschap
ruim vertegenwoordigd. Anders stijve en strakke geleerden li'
zich door bekoorlijke jonge meisjes in het cricket-spel les gevet
hadden een kinderlijke pret; zwaarlijvige, schatrijke lords zoel
het gezelschap van geestige kunstenaars; een jong portretschl
maakte zich op één avond in de hoogste kringen populair, J
met krijt op de tafeltjes de portretten te teekenen der personen
er nevens zaten; hij was eensklaps, dank zij zijn talent, „gelanceei
een auteur van naam deed in een ander groepje opgeld door
improviseeren van allerlei korte, humoristische schetsen van o(
geven toestanden; dan weder maakte heerlijke muziek aan dal»
een einde, om aandachtig te luisterenzoodra de dansmuziek kl#
zwierden de bevalligste paren rond; eensklaps stond alles stil
een schitterend vuurwerk te bewonderen en middelerwijl aden
scheppen. Nooit woonde ik een meer geanimeerd feest bij.
wat ook een alleraardigst relief aan het geheele tooneel bijzetti
een schilderachtige decoratie vormde, waren de vreemdelingen1
verre oorden, die de Prins van Wallis genoodigd had. Zoo;
men er den bekenden Nabob uit Béngaleu met zijnen zoon,
zich reeds eenige jaren, wegens particuliere aangelegenheden te Lol'
in li
lezer
V
't 0(
ging
bij
cont
geër
viel,
opti--
guns
dat
naar
groc
uit
afdr
chlïc
Naa
om
te sl
u
onde
bedo
zame
Twe
steed
was
Ovei
e-
Z<
200
:e
iets
komi
onde
de
koffe
waai
bevo
leis
Èu -
aan
Ik
bijvc
-5
gevo
om i
579