art. 22 der onderwijs-wet handhaafde het Dag. Best. zijne meening. De waarnemer is later door den Raad benoemd. Jl. Dingsdag werd voor het Provinciaal Geregtshof van Noordholiand behandeld de op 11 Oct. jl. wegens afwezigheid van een der getuigen, uitgestelde zaak van den gewezen gemeente-ontvanger te Zaandijk, J. B., beschuldigd van het zich arglistig toeëigenen en ten eigen bate aan wenden van gelden hem als ontvanger ter hand gesteld, en dat tot een bedrag van meer dan 1500 (nl. 1523.71; ware het bedrag minder dan 1500 geweest, dan zou de beschuldigde voor de Arrond.-Regtbank ter zake van wan bedrijf hebben moeten teregtstaan). De beschuldigde legde de meest volledige bekentenis af; hij zeide tot het plegen van het feit gekomen te zijn, door tal van rampspoeden die zijn huisgezin hadden getroffen, die oorzaak waren dat zijn jaarlijksch inkomen als gemeente-ontvanger (ad 400!) en als klerk bij den notaris te Zaandijk (p. m. 350!) te zamen 750, niet voldoende was om in de dringende behoeften van vrouw en kinderen te voorzien. De vijf getuigen die gehoord werdenbevestigden zoowel het gepleegde misdrijf als de treurige omstandigheden waarin de beschuldigde verkeerde. Advocaat-generaal jhr. mr. C. H. Backer rekwireerde zijne veroordeeling tot 1 jaar cellulaire gevangenisstraf en 150 boete, aannemende als verzachtende omstandigheid het feit, dat de borgtogt door den beschuldigde als ontvanger gedeponeerd en in het raadhuis aanwezig, bedroeg 2400, en dus ruimschoots het door de gemeente geleden verlies dekte. Mr. A. H. N. van Berckel, verdediger van den onge lukkige, wees bij pleidooi op een aantal bovendien aanwezige omstandigheden, die hij hoopte dat aan het Hof aanleiding zouden geven een zachte straf toe te passen. Het Hof heeft nog des middags uitspraak gedaan en J. B. veroor deeld tot de door het O. M. geëischte straf, en alleen het vroeger onbesproken levensgedrag van den beschuldigde als verzachtende omstandigheid aangenomen. In de vacante gemeente der Doopsgezinden te Barsin- gerhorn c. s. zullen de godsdienst-oefeningen respectivelijk worden waargenomen door de heeren van Gorcum, te Amsterdam op 15 Dec.; Pantekoek te Amsterdam op 29 Dec. 1872; Brouwer te Zaandam op 5 Jan. en Maronier te Utrecht op 19 Jan. 1873. Ds. J. W. van der Linden te Krommenie heeft het beroep naar eerstgenoemde gemeente aangenomen. Onder de sprekers op het jl. Zaturdag te Amsterdam gevierde Citadel-feest behoorde ook de heer F. W. Helse, die reeds op 15jarigen leeftijd vrijwillig in dienst trad en aan boord der kanonneeerboot no.7 op de Schelde was geplaatst. De vlag werd tweemaal afgeschoten en tweemaal door den heer Reise uit het water opgedoken. Eindelijk moest de boot in den grond gehakt worden. Ook nu weder redde Reise het dundoek, wond het zich om het lijf, voerde het zoo in de krijgsgevangenschap mede, en bragt het vervolgens behouden in het vaderland terug. De kommandant, aan wien hij te Vlissingen het kleinood toonde, liet het hem ter bewaring. En nog was het in zijne handen. Hij wenscht nu niets liever, dan dat het uit zijn nederige woning naar een grootscher bewaarplaats mogt worden overgebragt. Naar het Dagblad verneemt, is het ontwerp vestingwet thans gereed. Er zou o. a. in voorgesteld worden om de vestingen Groningen, Delftzijl, Deventer, 's Bosch, Nijmegen en Zutphen te doen vervallen. Alles zou neerkomen op het handhaven der liniën van Utrecht en Amsterdam. De kosten worden geraamd op 34 millioen gulden, te verdeelen over 7 jaren. In militaire kringen te 's Hage loopt het gerucht, dat de minister van Oorlog voornemens zou zijn eenige luchtballons bij 't leger in te voeren,' en een afdeeling soldaten, in al wat de behandeling dier werktuigen betreft, grondig te doen instruéren. Yooral bij de inundatie-werken zouden de ballons, bestuurbaar volgens de nieuwste ontdekkingen, groot nut voor de armee stichten. Ter teregtzitting van het Prov. geregtshof in Zuid holland werd gisteren behandeld het appèl van het vonnis der arrondissements-regtbank te 's Hage, waarbij de persoon van W. is schuldig verklaard aan diefstal in een herberg waar hij zijn intrek had, en veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf. Zooals bekend is, ontmoette beklaagde op zekeren nacht in de maand September den sergeant-schrijver v. d. H. van het reg. grenadiers en jagers, die in beschonken toestand verkeerde en in het bezit was van een som van 2600, waarmede hij regimentsrekeningen moest voldoen. Zij bragten den nacht in het logement De Stoomboot door en den volgenden ochtend was met den beklaagde het geld verdwenen. Op 400 na werd het later door de politie gevonden, doch beklaagde ontkende aan den diefstal schuldig te zijn, want de sergeant had hem, zooals hij zeide, dit geld gegeven. Ook voor het hof hield hij dit volhij erkende niet goed te hebben gehandeld met het geld voor zich te behouden en verzocht vermindering van straf. Blijkbaar kon adv. gen. mr. van Maanen daartoe niet adviseren. Er waren z. i. zoovele omstandigheden, die tegen beklaagde getuigden, dat hij geloofde dat het vonnis goed was gewezen met uitzondering van de opgelegde straf. Adv. gen. eischte de bevestiging van de schuldigverklaring en veroordeeling van beklaagde tot 4 jaren gevangenisstraf. Na dit rekwi- sitoir bekende W. het geld uit de kamer waar de sergeant sliep, te hebben weggenomen, maar waar de nog vermiste 400 waren wist hij niet. Aanstaanden Dingsdag zal het hof uitspraak doen. (Vad.) Welke ongelukkige gevolgen familietwisten kunnen hebben, bleek jl. Maandag ter teregtzitting van de arron dissements-regtbank te 's Hage. Twee smeden Z. en H., wier vrouwen zusters zijn, maakten in den avond van den 12 Oct. waarschijnlijk voor goed een einde aan de voort durende oneenigheden, die zich dikwijls tusschen de vrouwen voordeden; maar wij betreuren de wijze waarop dit geschiedde. Op den bewusten avond begaf H. zich van zijn werk huis waarts en werd in het Westeinde door zijnen zwager Z. aangesproken over het geschil, dat ook dien dag weder tusschen hunne vrouwen was ontstaan. Dit aanspreken liep zoo hoog, dat er weldra klappen werden uitgedeeld en H. zich met een ijzeren voorwerp, dat hij bij zich had, zijnen zwager en diens vrouw verwondingen toebragt. Daarop werd Z. zoo verwoed, dat hij zijn knipmes voor den dag haalde en H. vreeselijk aan het hoofd verwondde, hetgeen zeer veel bloedverlies ten gevolge had. Gedurende 12 dagen werd II. in het gasthuis verpleegd, en toen was hij, wat de wond betreft, hersteld, maar met het oog op de ontstane koortsen achtte de doctor het wenschelijk den patiënt nog eenige dagen in het gasthuis te houden, doch zag hem wel in staat zijn gewoon werk te verrigten. Intusschen verliet H. het gasthuis. Eenige dagen later schijnt de koorts te zijn teruggekomen en werd de hulp van den geneesheer voor den verwonde ingeroepen, die een middel tegen de koorts voorschreef; maar ook deze deskundige was van oordeel dat H. in staat was te werken. Evenwel werkte hij heden nog niet, voorgevende daartoe te zwak te zijn. Z. stond thans voor de regtbank teregt, beklaagd van moedwillige verwonding, waardoor ziekte en beletsel om te werken van meer dan 20 dagen is ontstaan. Beklaagde erkende de verwonding met zijn mes te hebben toegebragt, maar deed het voorkomen alsof zijn zwager hem het eerst had geslagen. Met het oog op de verklaringen van de geneesheeren rekwireerde de substituut-officier van justitie jhr. mr. de Jonge schuldigverklaring aan moedwillige verwonding waardoor geen ziekte of beletsel om te werken van meer dan twintig dagen is ontstaan en veroordeeling van beklaagde tot eenzame opsluiting voor den tijd van 3 maanden en boete van 8. Hij riep het medelijden van de regtbank voor beklaagde in, daar dezen eenige dagen na het gebeurde, op de fabriek waar hij werkzaam was, een ongeluk overkwam, waardoor hij twee vingers van de regterhand verloor en dus buiten staat is zich en de zijnen te onderhouden. Maandag a. s. zal de regtbank uitspraak doen. - Jl. Zondag werd te Klaaswaal een zevenjarig knaapje door een paard in de weide zoodanig tegen het hoofd geschopt, dat het weinige uren daarna overleed. De toestand van den kanonnier van den Akker, die zooals men weet met het springen van een granaat beide handen heeft verloren, is zeer gunstig. - Jl. Zondag herdacht ds. Eruitier de Talma te Vlissingen zijn 25jarige evangeliebediening met eene rede naar aanleiding van Hand. 26 22a. Dat het bijgeloof in sommige streken van den Bomme- lerwaard nog gansch niet is geweken, kan uit 't volgend gesprek tusschen twee aardappelenboertjes blijken. Gisterenaovond heb ik em gezien! hij kwam in huis, jao man duidelijk gezien, 't was ene heer mit en hoet op, maor of ik em heb weggeboend, die naore duuvel. Waarop het andere boertje vervolgde 't verwondert me niks man, mien breur het in den Haog gedient as toafelknegt, in 't Vrijma- sjonshuis en al waoren er twaolf personen, hij most altijt een bord meer op taofd zetten, veur krek zoo eene, as gij gisteren aovond de deur uitjoegt. Ongelukkig is 't voorzeker, dat, in deze beschaafde en verlichte 19de eeuw, zulk een bijgeloof nog niet is uit geroeid. (N. T. Ct.) Opmerkelijk is het, dat in het laatst der vorige week te Zutphen twee mensclien, die vóór eenigen tijd 56 jaar waren gehuwd, als op hetzelfde oogenblik door een beroerte zijn aangetast. Beide sedprt dien tijd zonder spraak, zullen hoogstwaarscijnlijk spoedig het leven moeten .missen. Jl. Zondag avond is de omnibus, rijdende op den laatsten trein van 't station Ede naar Wageningen, bestolen geworden. De conducteurhadhet brievenpakket met couranten, aangeteekende brieven enz., om den grooten omvang, niet bij zich gehouden, maar in de ledig zijnde omnibus gelegd. In het dorp Bennekom komende, hield hij op en was niet weinig verbaasd en verschrikt toen hij zag, dat het portier openstond, de trede omlaag en het gansche pakket verdwenen was. De justitie doet onderzoek. Het classicaal bestuur van Franeker heeft in zake het geschil tusschen den kerkeraad der Herv. gemeente te Harlingen dr. H. Oort over het doopen zonder de gebrui kelijke formule, uitspraak gedaan ten voordeele van laatst genoemde, de aanklagt van den kerkeraad ongegrond verklaard en hem gelast onverwijld de zonder de formule gedoopte kinderen op het doopboek in te schrijven. De kerkeraad heeft geappelleerd op het prov. bestuur van Friesland. Zekere S. maakt in den Prov. Drent, en Ass. Crt. eenige opmerkingen op hetgeen de heer Beijma over den onderwijzer Camstra heeft geschreven. De voornaamste zijn, dat C. geen hoofd-maar een hulponderwijzer is; 300 jaargeld geniet, maar in de drie laatste jaren steeds 100 gratificatie; dat hij een grooten tuin heeft en eindelijk, dat de heer Beijma nooit een woord over den toestand van Camstra aan het betrokken gemeentebestuur heeft gerigt. Onder den titel: De Engelsche vrouwen tegenover den hoogen prijs der levensmiddelen, lezen wij in de Huisvrouw het volgende: Evenmin als een Franschman zonder politiek leven kan, evenmin kan een waar Engelschman zich zonder meeting in zijn bestaan verheugen. In geen land van Europa worden dan ook zooveel meetings gehouden, als in Engeland. Tot dusver waren de vrouwen tamelijk vreemd aan die meetings gebleven, uitgenomen natuurlijk zij, welke onder de geëman- cipeerden moeten gerangschikt worden. Tegenwoordig is er echter door het geheele Noorden van Engeland een beweging op te merken, die van het hoogste belang is, vooral omdat die in het door de arbeiders meest bevolkte gedeelte van Brittannië zoozeer veld wint. In de arbeidsdistricten namelijk verzamelen zich dagelijks de docliteren Eva's, om de gewigtigste vraagpunten te bespreken die de vrouw kunnen aangaan en die tevens het welzijn van den man ten naauwste raken. Niet toiletten, niet chignons ook niet het stemregt der vrouwen wordt daar besproken neen, de veel gewigtiger vraag hoe men de enorme prijzen der levensmiddelen op de beste wijze zal zien te verminderen. Duizende vrouwen verzamelen zich op de meetings in Wigan, Blackrod, Aspull, enz. en hooghartiger dan de mannen, geven zij hun vrijen toegang. Redevoeringen worden gehouden, adressen zaamgesteld, en eindelijk werd afgesproken, dat men zich vier weken lang van het 'gebruik van vleesch zou onthouden. Deze vasten hadden minder ten doel, zooali vrome lezeressen welligt zouden gelooven, om den toorn der goden te doen bedaren, dan wel om de vleeschhouwers tot meer handelbaarheid te stemmen. In een andere vergadering werd overeengekomen, iedere vrouw, die meer dan zeven stuivers voor een pond vleesch gaf, het weekloon van haar man zou verbeuren, Dit besluit werd bij acclamatie aangenomen. De vrouwen in Netherton, Dudley en Lower Gornal zijn nog radicaler. Zij willen voor het vleesch niet meet dan vier stuivers het pond geven. De beweging heeft reeds eenige resultaten, dat bovenal het lieve vee ten bate komt, Eenige slagters hebben het besluit genomen, in een weken niet te slagten. Maar het is beter, wanneer men niet tot een strijd behoefi te komenbij een zamenwerking zouden de vrouwen veel kunnen doen en het is te hopen, dat zij eens de handen elkander slaan, om misplaatste woekerzucht een weinig te beteugelen. Onder het opschrift: Een kampioen van den tuinbouw leest men in Semper Virens, Weekblad voor den tuinbouw „Aan den Hamburger Gartenzeitung ontleent men dt volgende bijzonderheden omtrent de reizen van een dei gelukkigste plantenverzamelaars in de tropische landen, dei heer Gustav Wallis, wiens naam althans aan eiken planten liefhebber bekend is. Deze onvermoeide reiziger en plantenverzamelaar is, eene reis van zeven maanden, op den 12 Aug. jl., -vai Venezuela, met 95 kisten levende planten, teruggekeerd Sedert hebben wij, zegt de heer Otto, hem te Hambur; gezien en gesproken, en kunnen met genoegen mededeelei dat, ondanks de vele vermoeijenissen en ontbeeringen, zijn gezondheidstoestand niets te wenschen overlaat, zoodat liii er zelfs aan denkt om, na eenige maanden, een nieuwe reis te ondernemen. Dit is nu de derde reis welke de beroemde plantenver zamelaar in het belang van tuinbouw en kruidkunde volbragt Zijne eerste, grootste, twaalfjarige reis ondernam hij vooi den heer J. Linden, te Brussel. Hij bezocht toen Brazilië, reisde langs de Amazonenstroom opwaarts naar Peru de Boliviaansche republieken, van waar hij, gelijk bekend is, een schat van de fraaiste en kostbaarste planten overzond en medebragt. Zijn tweede reis, naar de Philippijnen, onder nam hij voor de heeren J. Yeitch Zonen, te Londen. Deze duurde 1| jaar en ook van daar bragt hij eene zienlijke plantenverzameling mede. In het laatst van vorige jaar trad hij weder in dienst van den heer Linden, ten einde zich op nieuw op reis te begeven, waarvan Ij thans met zulk een rijken buit gelukkig teruggekeerd is. De heer Otto, redacteur van genoemd tijdschrift, beklaag er zich over, dat een Duitscher aldus zijn krachten mot besteden om, door geld van vreemden daartoe in staat steld, in het belang van vreemde kweekers, zulke productien reizen te ondernemen. Wat moeten wij dan wel zeggen? Wij, die in het bezil zijn van koloniën, welke een, voor een groot deel nog ii Europesche tuinen onbekende, plantenschat bezitten, di regtens ons eigendom is, maar voor onzen tuinbouw zoi goed als niet bestaat. Vreemdelingen, hetzij door de rege ringen, hetzij door particulieren gezonden, doorreizen onz- Indiën nu en dan, om met de daar gevonden plantenschattei hunne tuinen te verrijken en ze somtijds aan ons voor gel te verkoopen. „Wat zou de heer Otto klagen als hij eei Hollander was!" Semper Virens heeft volkomen gelijk. De Nederlandse! liefhebbers -zij zijn zoo talrijk en daarbij velen zoo ruin bemiddeld moesten de hoofden eens bij elkander stekel en de handen ineenslaan. Aan een geschikt persoon of pei sonen zou het tegenwoordig gewis niet haperen. In het laatste nommer van de Wekker komt, onde den titel van „de Neutrale School in Engeland," een versla voor van een den 6 Nov. te Londen door Dialectical Societ gehouden debat over de neutrale school. De verdediging van dit beginsel was opgedragen aa: onzen landgenoot Alex J. W. Bikkers, die zich met lent van zijne taak kweet en algemeene toejuiching verwier! Aan het slot zijner rede sprak de heer Bikkers volgende behartigenswaardige woorden: „Wat voor heil i van de neutrale school verwacht? Een opkomend geslacl dat heeft leeren denken en dat niet met groote woorde zal te vangen zijn: een opkomend geslacht dat praktisc heeft leeren inzien, dat de leden van alle gezindten waar lijk broeders zijn, dat zij elkander toebehooren en nif tegenover elkander staan; een opkomend geslacht, dat ziel langzamerhand zal beginnen af te vragen: waarom ben beter of slechter dan jmijn naaste die anders denkt? opkomend geslacht van wakkere mannen en flinke vrouwe» ontkomen aan de gierige klaauwen van een kaste, wie verouderde wereldbeschouwing tot niets meer deugd; eei dageraad van vrijheid en gelijkheid in plaats van beleed geilde tolerantie." In den laatsten tijd heeft men een middel gevondei om de hoogovenslakken te gebruiken tot het bakken va zeer goede bouwsteenen, die, volgens de Ned. Industries! waarin de wijze van bewerking medegedeeld wordt, 25 pG goedkooper zijn dan de gewone baksteenen. Uit Napels is de treurige tijding ontvangen, dat mevrouw Mary Somerville is gestorven, zonder twijfel der schoonste sieraden der wetenschappelijke vrouwenwereld Een Duitscher, met name Schedler, is op het vei nuftig denkbeeld gekomen om te Yokohama, de hoofdstaf van Japan, een Beijersch-hierbrouwerij op te rigten. B Japanners, die het bier den naam geven van Tscho-ko- da-ba-tu, hebben zich dadelijk als sterke liefhebbers doe; kennen. Men zegt zelfs, dat de Mikado nog de oprigti»! van 10 andere brouwerijen heeft bevolen, om 't gebrul Aan 't bier meer algemeen te maken in zijn land.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1872 | | pagina 2