Amerika. INGEZONDEN. Burgerlijke Stand. Gemeente Texel. Marine-Haven Nieuwediep. SCHAGER MARKT van HEDEN. Voor eenigen tijd maakte men melding, dat de Témé- raire met stukken van 50 ton gewapend zou worden; thans is er weder sprake van dat men nog verder zal gaan en stukken van 70 ton zal vervaardigen. Met April zullen er dan ook in Woolwich werktuigen van reusachtige afme tingen in beweging gebragt worden. Een stoomhamer van 35 ton, die behalve de kracht van zijn val, nog door den stoom een geduchte impulsie krijgt, zal het gloeijende ijzer als deeg kneden. Daar men den stoot van dien hamer op ongeveer 140 ton begroot, kan men zich een denkbeeld vormen van de stevige fundatie, die er noodig is om het aambeeld te dragen. Het kanon van 70 ton zou een projectiel van 500 a 600 kilogram kunnen werpen, dat in staat zou zijn een ijzeren pantserplaat van 7,6 palm dikte op 1000 yards te doorboren Daar nu de deskundigen het eens zijn, dat een dergelijk monsterkanon gesmeed en behandeld kan worden, heeft het gouvernement maar te beslissen, of het er komen moet of niet. Vervaardigt men nu voor het tegenwoordige slechts kanonnen van 50 ton, dan zal het stuk van 70 ton onge twijfeld binnen korten tijd toch wel zijn intrede iri de wereld doen. Gaat men nu na, dat de dikte der pantsering bijna haar grens heeft bereikt en dat de stoomhamer nog niet haar zwaarste kanon heeft gesmeed, dan dringt de vraag zich bij ons op, welke waarde zal een pantservloot in de toekomst hebben De Times verhaalt het volgende onderhoud tusschen den hertog de Gramont en Thiers, dat vóór den oorlog zou plaats gehad hebben: „De hertog de Gramont kwam van "Weenen, om lid te worden van het kabinet Olivier. Verlangendein .de Kamer niet zulk een geduchten tegenstander als Thiers te ont moeten, had hij met hem een vriendschappelijk onderhoud over de aangelegenheden van Europa. Juist was het plebisciet er geweest, en Thiers, die daarin een voorbode van den oorlog zag, vroeg den hertog, daar hij van Weenen kwam, of Oostenrijk oorlogzuchtige plannen had. De hertog antwoordde, dat de Oostenrijkers volstrekt aan geen revanche dachten, dat zij niets dan vrede wenschten om hunne verliezen te herstellen. „Zij zouden dus niet geneigd zijn op nieuw een oorlog te beginnen/' merkte Thiers op. „Stellig niet," hernam de hertog, „zij hebben hun handen vol genoeg." „Dus zou Frankrijk," vervolgde Thiers, „als het een oorlog wilde voeren, niet op Oostenrijk als bondgenoot kunnen rekenen?" „Zeker niet." „Nog, voor zoover ik kan nagaan, op eene andere mogendheid; en een oorlog te moeten voeren zonder bondgenooten is een vreeselijk ongeluk." „Meer dan een ongeluk," hernam de hertog, „het is de ondergang!" Zoo luiden de herinne ringen van Thiers over dit gedenkwaardig onderhoud. In Engeland is een oud spreekwoord: „Een groene Kersmis geeft een vol kerkhof. De Times leidt daaruit af, dat de constitutie der menschen eene verandering heeft ondergaan, vooral door het leven in de steden, want tegen woordig zou men juist het tegenovergestelde moeten zeggen. Vorst en sneeuw geven volle kerkhoven, terwijl een groene winter de sterfte aanzienlijk vermindert. Niettegenstaande al het vochtige en onaangename weder, is de sterfte in December nog nooit zoo gering geweest in Engeland als ditmaal. De statistiek geeft aan, dat elke afwijking der saizoenen gunstig op den gezondheidstoestand werkt. Een be trekkelijk koude zomer en warme winter geeft de minste sterfte. Een van de berigtgevers der Londensche Times levert in een schrijven van 12 Dec. 11. de volgende lijst van in de maand Nov. 11. „de maand, die met den nationalen dankdag geëindigd is," in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika gepleegde misdaden. Edward Dórval, is te Chicago op den hoek der Adams- en Desplaine-straten in den vroegen ochtend stervende gevonden; hij was bestolen en ongetwijfeld vermoord. De groote jury in California heeft mevrouw Kinney schul dig verklaard aan moord. Vóór haar huwelijk had zij het aanzoek van zekeren heer Cummings afgewezen, die haar later bij haren echtgenoot zoozeer belasterd had, dat deze haar verliet. Zij heeft zich gewroken door in eene hinderlaag den heer Cummings af te wachten en hem in zijn rijtuig dood te schieten. Springfield, de hoofdstad van Illinois Deze stad is vol van huisbrekers en gaauwdieven. Den commissaris van politie zijn 180 doll. ontrold. Indianopolis, de hoofdstad van Indiana: De moordenaar Thomas Camp wordt morgen opgehangen. Wayne, in Indiana: John Traight is heden tot twee jaren gevangenisstraf veroordeeld, omdat hij, met het plan om te dooden, op zijnen schoon broeder geschoten heeft. Het geding tegen Heiber wegens moord van zijne vrouw is uitgesteld. Logansport, in Indiana De regter Dijkerman heeft, wegens een lasterlijk artikel in de Sun, op W. C. Moreau, den uitgever van dat blad, geschoten. Moreau schijnt op een aanval verdacht te zijn geweest, want hij had twee revolvers en een malienkolder aan. Nashville, de hoofdstad van Tennessee: J. B. Dickey is Vrijdag avond te Johnsonville achter de toonbank van zijnen winkel vermoord gevonden. Memphis, in Tennessee: Powers, stuurman op eene stoomboot, is gisteren avond gearresteerd, omdat hij den dood had berokkend aan een oud man, door hem van eene katoenbaai te werpen, waarop hij zat te rooken. Philip Martin is gisteren avond door Rob Cox vermoord. Zij waren medeminnaars. Te Fulton, in Tennessee, heeft zekere Bell, de kastelein van een koffijhuis, een man, die zijn ontbijt nuttigde, vermoord, omdat hij aanmerkingen maakte op de vertering. Baltimore, in Maryland: Twee mannen, Boseley en Fitzsimmons, hadden twist over eene grenslijn; Boseley heeft tweemalen op Fitzsimmons geschoten, en deze heeft Boseley doodge stoken. Des Moines, in Jowa: Heden nacht zijn hier ter stede twee pogingen tot brandstichting gedaan. Jacksonville, in Illinois: Een paar nachten geleden is zekere Warren op den grooten weg aangerand en bestolen. Gisteren is een idioot door een krankzinnige om het leven gebragt. Middleville, in Michigan: de twee hotels alhier zijn heden nacht be stolen en de dieven hebben in een derzelve driemalen op den hotelhouder geschoten. Brensville, in Virginia: Rhoda Fewell, die Clark vermoord heeft, toen deze gevangen zat, als beschuldigd zijnde van Rhoda Fewells zuster verleid en weggevoerd te hebben, is vrijgesproken. St. Louis, in Missouri: een oude Russische Jood, eigenaar der Denver spaarbank, is voortvlugtig met 10,000 dollars uit zijne bank. Boston, in MassachusettsJames M' Ellany, schuldig verklaard aan den moord zijner vrouw, is veroordeeld om opgehangen te worden. Westfield, in dienzelfden Staat: gisteren avond heeft Albert Smith, uit jalousie, zeven schoten gelost op zekeren Sackett en zekeren miss Bates, waardoor beiden waarschijnlijk doodelijk gewond zijn. West- chester in Pennsylvaniade moordenaar van Amanda Spence is gisteren opgehangen. Scranton, in Pennsylvania: John Garraty, is Zaturdag avond wreedaardig vermoord. Raleich, in Noord-Carolina: de jury in de zaak van den eerw. heer J. Briston Smith heeft bevonden, dat deze gestorven is tengevolge van het gebruik van strychnine, hem toegediend door Francis L. Mann, en dat mevrouw Smith de sleutel der kas, waarin dat vergif gevonden is, in hare bewaring had. Mevrouw Mann is de dochter, en mevrouw Smith de weduwe van het slagtoffer, in leven eenEpiscopaalseh predikant en president van hetSt.Augustine- College. Brooklyn, in New-York: Margaret Bradley is gis teren avond in Front-street, door een man, diens vrouw en eene andere vrouw doodgeslagen. Rogers, de moordenaar van Donough, zal den 6 Dec. gehangen worden, tenzij de gouver neur hem gratie verleene. New-York: de jury heeft King schuldig bevonden aan den moedwilligen moord van O'Neill. In de City-gevangenis alhier bevinden zich 22 personen, die wegens moord teregtstaandrie wegens den moord hunner vrouwen, en een wegens den moord zijner moeder. Missouri- City een meisje Mitchell genaamd, die het huishouden van haren broeder, een weduwnaar, waarnam, heeft zich met strychnine vergiftigd. Haars broeders kinderen ontboden hunnen vader, die kwam, gevolgd door zijnen broeder William, en deze beknorde de kinderen, dreef zijnen broeder, met een getrokken mes het huis uit en stak hem bijna overhoop. De berigtgever schrijft, dat de openbare meening over de veelvuldigheid der misdrijven niet weinig ontsteld is, en dat sommige bladen stoutweg de invoering der Lynchwet bepleiten. Zeer algemeen, en zelfs nu en dan door de voorzitters der Jury's als zoodanig, wordt, naar hij meldt, geklaagd over de ruime mate, waarin aan de misdadigers doorde gouver neurs der Staten gratie verleend wordt. In de Allg. Ztg. schrijft een te Jena wonende Griek, Kaplanides genaamd, het volgende: „Wat weet Europa van het tegenwoordige Griekenland? Niets anders dan de voortdurende verwisseling onzer mi- nisteriën, de niet minder talrijke ontbindingen der Kamer, de knoeijerijen der Atheensche burgers bij het jagen naar staatsambten en verder de treurige dapperheid der talrijke rooverbenden, die in Turkije een schuilplaats vinden en van daar uit invallen doen op Grieksch grondgebied. Doch onder al het gedruisch der Atheensche politiek beweegt zich een verstandig, krachtig, arbeidzaam, eenvoudig, na.ar beschaving zoekend en vooruitgang liefhebbend volk, dat zich met industrie bezig houdt, schatten vergadert, zijne steden opgebouwd 'en zijn land op niéuw ontgonnen heeft. De werkplaatsen van Syra leveren stoommachines; de katoenen zijde weverijen van Attika, Heteia en Lebadeia wedijveren met elkander. Bruinkool en ijzer worden ge wonnen uit de bergwerken van Euboka en andere eilanden. Bijna over den ganschen Peloponesus en het vaste land bloeit de wijnteelt: akkerbouw en handel zijn overal in den besten toestand; de Grieksche vlag bedekt de Middel- landsche en Zwarte Zeeën, evenals de havens der Donau- vórstendommen. De havens van Syra, Patras en Pyraeus zijn de meest bezochten der Middellandsche Zee. Ook in geestesontwikkeling staat Griekenland boven menige andere natie. Naauwelijks had het zich vrij gemaakt, of 't vormde zich eene taal en verbeterde de wijze van opvoeding des volks op eene buitengewone wijze. Er is eene hoogeschool opgerigt en er bestaan thans een menigte gymnasiën en duizenden scholen voor beide geslachten in steden en dorpen, welke voor dergelijke inrigtingen inhetoverigEuropanietonder dóen. Griekenland heeft hoogst geleerde mannen, die meer malen door de academiën van Europa tot leden worden benoemd. In 't geheele Oosten zijn de ambten, die meerder kennis en energie vereischen, in handen van Grieken. Van de oevers van den Donau tot aan Egypte, van Albanië tot in de binnenlanden van Azië zijn de Grieken in alle steden onderwijzers, geestelijken, ingenieurs en kooplieden. Een volk, dat zulke vorderingen heeft gemaakt, is niet gering te schatten. En zijn niet de inkomsten des lands van 6 millioen tot 35 millioen drachmen gestegen? Is niet het aantal Grieksche schepen van 600 tot 6000 geklommen 't Is waar, dat de vooruitgang op politiek gebied geen gelijken tred heeft gehouden met die op geestelijk en stoffelijk gebied, en de Grieken nog altijd niet in staat zijn geweest om eene blijvende en krachtige regering te vormen. Doch heeft ook West-Europa gedaan wat in zijn vermogen was om Griekenland dit doel te. helpen bereiken? Zeker niet. Om een zeer klein getal harer onderdanen tegen een vermeend onregt te beschermen, schenden de groote mogendheden Frankrijk en Italië de zelfstandigheid van 't kleine Griekenland, mengen zich in onze binnenlandsche aangelegenheden, trekken de aandacht onzer staatslieden van andere gewigtige punten af, dragen 't hare bij tot den val van een ministerie, bedreigen het bestaan van een ander en zijn zelfs gevaarlijk voor den troon onzes Konings." De bijzonderheden van den brand van 10 December jl. in de Fifth avenue Hotel te New-York zijn nu bekend. Een half uur vóór middernacht brak de brand op de boven verdieping uit. De logé's lagen reeds te bed of stonden op het punt om zich ter rust te begeven; de brandklok had al geluid en niemand vermoedde nog dat het gevaar zoo in de onmiddelijke nabijheid was. Op eens stormden de spuitgasten het huis binnen. Een vreeselijk tumult en groote verwarring ontstonden toen onder de logeergasten; men pakte al wat draagbaar was toen bij elkander, betaalde de rekening in haast en koos het hazenpad. Nadat de brand gebluscht was, wachtte den pompiers een allerverschrikkelijkst tooneel. Op een vlieringkamer gekomen, die door de wasch- en dienstmeiden bewoond werd, struikelden zij over een opeenstapeling van lijken. Er werden lantaarns gehaald, en hetgeen men toen te aanschouwen kreeg, gaat alle beschrijving te boven. Op den vloer van het vertrekje, dat maar ongeveer 12 voet in het vierkant bedroeg, lagen elf verbrande, geroosterde en verkoolde menschelijke ligchamen, die bijna niet meer te herkennen waren. Die lijken lagen voor het grootste gedeelte nabij het eenige vensterluikje dat het vertrek bezat, doch dat van buiten door een sluitboom gesloten was, terwijl sommigen op een bed gevonden werden. Hieruit maakt men op, dat de ongeiukkigen in hun slaap door den brand overvallen zijn. Eerst toen het te laat was, schijnen zij het gevaar bemerkt te hebben; langs den trap konden zij toen niet meer ontkomen, want die stond reeds in volle vlam. Zij schijnen zich toen rondom het vensterluik vereenigd te hebben, doch daar dit met een boom aan de bnitenzijde gesloten was, werd daardoor haar laatste uitweg namelijk het dak, afgesloten, en bleef haar niets anders over dan den vuurdood. „Mogt dit boekske ook dit jaar door onze kameraden en andere belangstellenden welwillend worden ontvangen," zoo schrijft de redactie van het „Jaarboekje voor de Adelborsten," waarvan de derde jaargang te Nieuwediep bij L. A. Laureij is verschenen. „Driemaal is scheepsregt", zegt 't spreekwoord, maar deze derde proeve geeft werkelijk „regt" op belangstelling in de jeugdige onderneming, welke door zoovelen in den lande met dubbele wel willendheid en voorliefde zal worden ontvangen. De inhoud van dit jaarboekje toch getuigt van degelijken geest, van studielust en soms van talent. Menige almanak kwam ons in handen, waarvan men meer kon eischen eu die minder gaf, dan deze proeve van jeugdige krachten, die wij hartelijk wenschen dat lust en moed. tot studie en ontwikkeling zullen behouden. Het boekje prijkt met een goed uitgevoerd portret van den kommandant van het Kon. Instituut voor de Marine, den kapt.-luit. ter zee K. F. R. Andrau, en is zeer praktisch ingerigt voor allen, die tot het marinewezen in betrekking staan. (U. D.) Jl. Zondag werd door het Jongelings-Collegie Nut en Genoegen alhier, de eerste buitengewone vergadering gegeven, die getuigde van den goeden geest, die onder de leden dezer jeugdige vereeniging heerscht. Opgevoerd werden: 1. het tooueelstuk: „Henri Burton en 2. het blijspel: „Het Visscherspaar," welk laatste stukje zeer bevorderlijk was aan eene vrolijke stemming onder de aanwezigen. Het collegie ga op den ingeslagen weg voort, getrouw aan de zinspreuk, die het zich gekozen heeft! H. Van 25 December 1872 tot 1 Jauuarij 1873. ONDERTROUWDFreek Wegman en Jannetje van der Wielen. GETROUWD: Reijer Boon en Trijntje Bakker. Cornelis Stark en Aafje Bruin. GEBORENPaulus, zoon van Ariën Dalmeijer en Baafje Kik kert. Pieter, zoon van Pieter Vlas en Alijd Bas. OVERLEDENLourens Snip, 7 6 jaren, echtg. van Neeltje Krijnen. Zeilklaar liggende en vertrokkenSohepen Groote Vaart. Aankomst. Vertrek. Schip. Gezagvoerder. Bestemming 17 Nov. Macassar. H. J. Bose. Macassar. 19 Suriname. H. Houtkoper. Suriname. 27 Solide. J.E.Hazewinkel. Venetië. 29 Padang Packet. J. Mondt. Soerabaija. 30 Nederland. W. L. Mahne qq. Batavia. 1 Dec. Catherine. G. S. Bakker. Suriname. 7 Italia. T. Cardello. Spezia. 11 Prof.SimonThomas. F. Pot. Samarang. 13 Ommelanden. J. G. Luneborg. Genua. 15 Bestevaêr. P. C. Rosier. Batavia. 18 Gesiena Maria. P. Ruardi Beek. Padang. 19 Kennemerland. F.H.Groote. BataviaviaSunderl. 21 Kosmopoliet. F. H. Klein. Suriname. 24 Carolina. J.A.Ouwehand. Oporto. 27 Stad Dockum. J.J.P.Jurrians. Soerabaija. 27 Vice-Adm.May. J.K.Annokkee. Samarang. 27 Lida. J.W.C.VinkeMuller. Suriname. 27 Sophia Maria. P. T. Teensma. Curaqah!' 30 Bato. H. Kramer. Batavia. r Binnengekomen Koopvaardij scheper. GrooteVaart. Binnengek. Schip Gezagvoerder. Cargadoor. Herkomst. 1 Januarij. Kitty. Z. Mulder. Hoogl.&v.Herw. Batavia. Binnengekomen Sohepen bestemd hunne lading in de Binnenhaven te lossen. Schip.Gezagvoerder. Herkomst. Lading. Cargadoor. Melona. G. Hume. Seaham. Steenk. ZufMühlen&Co. St. Matthew. C. Burwood. Expert. J. Mills. Neweastle. Duink.&Goedk. Gerda. O. J. Hasse. Gothenborg.* Hout&jjzer. v. Vliet Sc Co. ^Laatst van Vlie als bijlegger, lek door de sleepboot Onrust binnengebragt, bestemming Poole. Weerkundige Waarnemingen te Helder (Landskeet). SH cS £3 c a <13 S-< Windrigting en Kracht. Barometer mm. Thermometer V- Vochtigh.il procent, ja Toestand van de Stand. Afw. Stand. Afw. zee. 1 12 zwtz. 7k. 757.40 - 2.55 8.4 t 5.1 0.92 Golvend. 2 8 ztw. 19 761.39 t 8.58 7.2 t 5.7 0:97 hol in zee 2 12 ztw. 13„ 750.44 t 9.53 7.7 f 4.6 0.97 Golvend. Weersgesteldheid: 1 Jan. 12 u. Bewolkt,'winderig, regenbuijig. 2 Jan. 8 u. Digtbetrokken, regen en wind. 2 Jan. 12 u. Digtbewolkt, winderig. PER TELEGRAAF. Paarden f Ossen - Stieren Gelde-Koeijen - Kalf-Koeijen - Vaarzen Hokkelingen Nucht.Kalveren - VetteRammen - Schapen 50a 60 a a 180a270 9a 28 a 20a 38 Lammeren f 24 a 82 4 Bokk. en Geitena 18 MagereVarkens- 15 a28£ 5 Biggen - 10 a 12 125 Eenden c. 75 all5 40 Kippen - 60 al76 Boter per kop - 82^a Kaas per K.G, - a Kip-Eijeren per 100 -400 aSOO Eend-Eijeren a

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1873 | | pagina 3