1873. N°. 18.
Zondag 9 Februarij.
31 Jaargang.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Burean: MOLENPLEIN, N°. 163.
B i n n e n I a n d.
HEUERSCHE
EN \IEl WEDIEPER COIRAM.
,,W ij huldigen het goede."
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per icwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
Prijs der Advertentiën Van 14 regels 60 cent.
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimteberekend
VERTREKDAGEN DER BRIEVENMAILS!
Naar Oost-lndiê: via Triest 18 Febr. 'savonds 6 u. 25 m.
„nu Marseille 13Febr. 's avonds 6 u. 25 m.
u ,i Brindisi 20 Febr. 's avonds 6u. 25 m.
Curagao en Suriname, 16 Febr. 's morg. 6 u. 25 m.
Kaap de Goede Hoop. via Southampton: 13 Febr.,
's morg. 6 u. 25 m.
HÉLDER en NIEUWEDIÉP, 8 Februarij.
Door Z. M. den Koning is aan den heer P. H. Polak
alhier een gouden ring vereerd, ter erkenning van da
opdragt van een werkje onder den titel: „Het leven
van een Hollandsch soldaat.''
Het derde harmonie-concert van het Stafmuziekkorps
der Marine, jl. Donderdag avond in Tivoli gegeven, onder
directie van den kapelmeester W. L. Weckesser, voldeed
ons niet minder dan de vorige. De uitvoeringen van dit
korps zijn steeds verdienstelijkde opkomst van het publiek
echter gering. We betreuren het dat Helders publiek zich
zoo weinig aan deze concerten gelegen laat liggen.
Door een schoorsteenbrandje werd gisteren namiddag
de Hoofdgracht in opschudding gebragt. Gelukkig bleef
hét er bij, hoewel janmaat alweêr gereed stond om met de
spuit, zoo noodig, zich dapper te weeren.
Door de zangvereeniging Cecilia zal op Dingsdag
18 dezer een vocaal concert worden gegeven, waarop
zullen worden uitgevoerddie Maikönigin, Pastorale voor
Solo's en Koor, van W. Sterndale Bennet, en hel Lied van
de Klok, naar 't Hoogduitsch: Das Lied von der Glocke,
van Schiller. Eerstgenoemd stuk werd door deze veree-
niging in Junij 1865 ten gehoore gebragt. De uitvoering
verwierf toen in groote mate de algemeene goedkeuring.
Gaarne vestigen wij op deze poging van Cecilia om een
tweetal der schoonste stukken van haar repertoire voor
het kunstminnend publiek op te voeren, de aandacht van
belangstellenden. Wordt er zoo vaak een volle zaal gezien
bij tooneelmatige voordragten, muziek en zang verdienen
zeker niet minder een talrijk en belangstellend gehoor.
De Tweede Kamer der Staten-Generaal zal, naar
berigt wordt, den 25 dezer hare werkzaamheden hervatten.
De heeren Brinkerink, burgemeester van Zwaag, Groot,
lid van dén gemeenteraad te Hoorn, en van Eek, hypotheek
bewaarder aldaar, allén ingezetenen van Hoorn, hebben de
burgemeesters der belanghebbende gemeenten en andere
aiitoriteiteh opgeroepen tot een voorloopige zamenkomst
tegen 15 Febr. e. k. ter voorbereiding van een meeting,
waarop een algemeen petitionnement zou worden uitgelokt,
ter verkrijging van één Staatsspoor in deze nog zoo welvarende,
doch bij voortduring stiefmoederlijk behandeld wordende
streek.
MOEDER.
Het Weekblad voor Israëlitische Huisgezinnen, uitgegeven van
wege de Vereeniging ter beoefening van Joodsche Wetenschappen, te
Botterdam, bevat in zijn nommer van Vrijdag 31 Jan. het eerste
gedeelte van een artikel van de hand - des heeren Hildesheim,
getiteld„Vrouw en Moeder." Aan zjjne opmerkingen ten aanzien
van 't gewigt der moederlijke taak ontleenen wij de volgende regelen
Het karakter van den menseh hangt bijna geheel van de leiding
der moeder af, en het karakter is immers een van de voornaamste
levenskrachtenHet karakter is een uitvloeisel van het hart, van
het gemoed en dat speelt op den duur immers de hoofdrol. Is
het verstand, 't hoofd alléén gevormd, dan beteekenen wij nog
maar zeer weinig in de maatschappij, want de wetenschappelijke
man kan toch zeer karakterloos, zeer immoreel zijn; zuiverheid
van zeden, grootheid van ziel zijn alleen de resultaten van een
goed gevormd karAkter. Een zeker wijsgeer heeft gezegd„een
handvol deugdzaam leven is een schepel geleerdheid waard."
«De regtvaardige wandelt in zijn onsehuid, heil zijn kinderen na
hem 1" zoo spreekt Salomo, en ontegenzeggelijk wilde hij daardoor
doen uitkomen, dat onschuld des harten en dat is karakter
t kinderen méét tot zegen verstrekt dan de grootst mogelijke
dosis wetenschap; want een welgevuld hoofd bij een ledig hart
M1 't evenwigt dat in ons aanwezig moet zijn verstoren, en de
Bogen der wetenschap alléén zal blijken niet groot te zijn. Is nu
hel karakter het voornaamste dat behoort gevormd te worden, dan
dieht de moeder oök bekend te zijn met het zekerst, 't krachtigst
wrkend middel daartoe, en dat heet Godsdienst. Zij alleen
han die den kinderen onderwijzen, 't jeugdig hart is vatbaar voor
'11e indrukken, daarom is de Joodsche moeder voor God niet vrij,
Kanueer ze verzuimd heeft hare kinderen dat te onderwijzen, wat
alléén in staat is ze tot deugdzame mensehen te vormen. Dezelfde
*>;sgeer dien we straks lieten spreken zeide eens„een goede moeder
ja meer waard dan honderd onderwijzers" en dat gezegde is vol
waren juist, want wat de mensch is, dat werd hij door zijn
Boeder. De grootste mannen zijn dat slechts geworden door hun
moeders; eenige voorbeelden zullen dit bewijzen: Napoleon I,
Kiens magtige geest en genie ook door zijn vijanden worden erkend,
De voorloopige commissie houdt zich onledig met het
verzamelen van gegevens, welke het regt van het oudsher
bekende en beroemde West-Friesland zullen aantoonen
die gegevens zullen mettertijd openbaar gemaakt worden.
Als lid van het dagelijksch bestuur der banne Enk-
liuizen-Westeinde, is bij herstemming verkozen de heer
B. G. Botman.
Dat Amsterdam den naam waardig blijft van eene
stad te zijn, waar de meergegoeden veel over hebben voor
ouden van dagen, voor weduwen en weezen en andere hulp
behoevenden is dezer dagen weder treffend gebleken bij de
inwijding van een bijgebouw aan het Gereformeerd Oude
mannen- en vrouwenhuis, bestemd voor de gehuwde oude
lieden, waarvoor een vermogend ingezetene, die onbekend
wenscht te blijven, de som van vijftig duizend gulden heeft
geschonken.
Het Amsterdamsche Tweede Departement van de
iMaatschappij Tot Nut van 't Algemeen heeft, naar de
Amst. Crt. verneemt, even als de Departementen te Gro-
hingen, Rotterdam, enz., reeds in de eerste helft der vorige
tnaand een brief geschreven aan het hoofdbestuur der
Maatschappij, om zijn leedwezen te betuigen over de uitgave
Van wege de Maatschappij van het „Godsdienstig leesboek
voor school en huis, door ds. P. H. Hugenholtz Jr." Ook
is door het Tweede Departement een voorstel ingediend,
te behandelen op de eerstvolgende algemeene vergadering,
luidende als volgt:
„Buiten eenigen twijfel is de taak moeijelijk, ja schier
ónmogelijk, om voor de openbare school, waar het geven
Van onderwijs in de godsdienst door de wet is uitgesloten
én den onderwijzer voorgeschreven wordt zich te onthouden
van iets te leeren, te doen of te laten, wat strijdig is met
den eerbied, verschuldigd aan de godsdienstige begrippen
van anderen een godsdienstig leesboek te schrijven, dat
aan de verpligtingen, bij de wet bepaald, voldoet.
Eene poging, door het hoofdbestuur der Maatschappij
tot Nut van 't Algemeen voorgesteld en door de algemeene
Vergadering goedgekeurd, om dit bezwaar te overwinnen,
is met dankbaarheid door ieder, die het met de school wel
meent, aangenomen, terwijl de keuze van een schrijver,
aan wien deze taak is opgedragen, gelukkig mag genoemd
worden.
„Bij het ontvangen echter der „Schetsen en Tafereelen,
Godsdienstig leesboek voor school en huis," uitgegeven
door de Maatschappij, heeft het departement zich de vraag
gesteld, of dit werkje aan de vereischten, door de wet op
het onderwijs aangewezen, voldoet, en of het in overeen
stemming is met de algemeene strekking der Maatschappij
tot Nut van 't Algemeen. Tot zijn leedwezen moet het
departement verklaren, dat het zoowel de eene als de
andere vraag ontkennend moet beantwoorden.
In deze „Schetsen en Tafereelen" toch, aan welke het
overigens alle hulde brengt, worden gevonden leerstellingen,
die aan de godsdienstige begrippen van velen aanstoot
merkte eens in een gesprek met mevrouw de Campan op: „de
oude onderwijsmethodes schijnen niets waard te zijn; wat ontbreekt
ons om het volk een goede opvoeding te geven?" „Moeders,"
zeide mevrouw de Campan. Het antwoord trof den grooten Keizer.
„Ja," zeide hij, „in dit ééne woord hebben wij een volledig stelsel
van opvoeding." Napoleon had regt en reden om aldus te spreken
hij zeide dan ook menigmalen: „het goede of slechte gedrag van
een kind hangt geheel van de moeder af." Zijn verheffing schreef
hij vooral aan zijn moeder toe, omdat niemand dan zij in zijn
jeugd eenig gezag over hem haddoor een mengeling van teeder-
heid, strengheid en regtvaardigheid wist zij hem liefde, eerbied en
achting in te boezemen; van haar leerde hij de deugd der gehoor
zaamheid. De naam van John Eandolph, de beroemde Ameri-
kaansche staatsman, is onzen lezers welligt eenigzins bekend; hij
zeide: „ik zou een atheïst geworden zijn, indien niet één her
innering mij daarvan had teruggehouden, en dat was het aan
denken uit den tijd toen mijn nu gestorven moeder mijn kleine
handen in de hare plagt te nemen en mij liet bidden. Wie mijner
lezeressen en lezers is de naam van den grondvester van Amerika's
grootheid onbekend P wie hunner kent niet den naam van Amerika's
edelsten burger, George Washington? Hij was slechts elf jaar
en de oudste van vijf kinderen, toen zijn vader stierf en zijn
vrouw als weduwe achterliet. Die moeder was een in alle op-
zigten uitstekende vrouw, zij bezat een vast karakter, was een
uitmuntende huishoudster en werkzaam van aard. Zij moest haar
kinderen groot brengen, een groote huishouding besturen en uit
gestrekte landgoederen beheeren. Al deze verpligtingen volbragt
zij met volmaakt goeden uitslag. Haar 'gezond oordeel, haar werk
zaamheid, vlijt en omzigtigheid deden haar elke moeijelijkheid te
boven komen; en zij had het geluk om als rijkste belooning voor
haar zorgen en zwoegen al haar kinderen in de loopbaan, die hun
was toegewezen, werkzaam te zien op eene wijze even eervol voor
die kinderen als voor de moeder, die de eenige leidster hunner
jeugd geweest was.
Welligt is den lezer ook iets bekend uit het leven van een der
magtigste figuren, zij het dan ook niet een der aantrekkelijkste,
uit de 17de eeuw, ik bedoel den man die onder den nederigen
naam van „protector" Engeland regeerde en de grootheid van dat
imoeten geven, en wordt door de uitgave van wege de
Maatschappij partij getrokken voor eene uitlegging van
zaken op godsdienstig gebied, die in strijd is met art. 3
der wet, luidende:
„Bij al hare bemoeijingen onthoudt zich de Maatschappij
zorgvuldig van alle partijkeuze, in geschillen over godsdienst
of staatkunde."
Het zal toch geen betoog behoeven, om van vele andere
plaatsen niet te spreken, dat bij het antwoord op de vraag:
van waar zijn alle dingen (bladz. 1 en volg.), een afkeuring
van drieëenheidsleer (blz. 102), eene beschouwing over
Luther en den Protestantschen geest (blz. 134 en vlgg.),
over de kloosters (blz. 110 en vlgg.), bij vele andersden
kenden ergernis moet verwekken, en ten eenenmale in strijd
is met de uitlegging van art. 23 der wet van 13 Aug.
1857 103, door den toenmaligen minister van Justitie,
die verklaarde„dat alle leerstellige en dogmatische bestand-
deelen, alles met één woord, wat tot het begrip des
Christendoms, van zijne waarheden, van zijne feiten, van
zijne geschiedenis behoort, van de gemengde school verwij
derd moet blijven." .u
Om deze redenen stelt het departement voor, dat de
Algemeene Vergadering besluite:
„dat aan de eerste reeks der „Schetsen en Tafereelen,
godsdienstig leesboek voor school en huis," geen tweede
van wege de Maatschappij worde toegevoegd."
Hendrik Erederik Weyler, de laatst nog in leven
Zijnde van de vier ontkomenen van de kanonneerboot do®r
van Speyk gecommandeerd, is thans met zijn even bejaarde
echtgenoot opgenomen op het Corvershof der diakonie van
de Nederduitsch Hervormde gemeente te Amsterdam.
Het aanstaande badsaizoen te Zandvoort belooft dit
jaar bijzonder druk te zullen zijn. Hoewel zoo vroeg in
het voorjaar, zijn de aanvragen tot het huren van aparte-
menten reeds buitengewoon talrijk, en bij onderscheidene
particulieren is thans reeds de beschikbare ruimte voor
het saizoen besproken.
De gemeenteraad van Leiden heeft besloten tot het
aanschaffen van een stoombrandspuit.
Verlind, de derde verdachte in de zaak van den dubbelen
moord te 's Hage, wordt eerst in het laatst der volgende
week aldaar verwacht. Hij zal, evenals Behagel door de
heeren Beukman, Mertz en Hardenberg van de grenzen is
afgehaald, door die heeren te Havre worden overgenomen.
Bij den procureur-generaal is gisteren van het ministerie
van Buitenl. Zaken kennisgeving ontvangen, dat Yerlind
deze week (de bepaalde dag is op het oogenblik nog niet
bekend) naar Havre zal worden vervoerd.
Omtrent de instructie der zaak deelt men nog mede, dat
voor eenige dagen opnieuw een getuige is gehoord aan
wiens verklaring groote waarde wordt gehecht. Het is de
vogelkoopman Blankers in het Westeinde, die de Jong in
den bewusten nacht van den moord onder zeer verdachte
omstandigheden moet hebben ontmoet. (H. N.)
rijk vestigde. CromWell was in waarheid een grootsche figuur; hij
werd 't slechts door zijn moeder. Zijn vader wordt bijna niet
genoemd, terwijl van zijn moeder daarentegen wordt betuigd, dat
zij was: „een vrouw die de roemrijke eigenschap bezat zichzelf
te kunnen helpen wanneer anderer bijstand haar ontbrak. Een
vrouw bereid om onder alle omstandigheden aan het noodlot het
hoofd te bieden, die geduld en zachtheid aan kracht en geest
paarde, die door den arbeid haver handen in staat was een
bruidschat te verwerven voor haar vijf dochters en ze uit te
huwen aan even brave, maar veel rijker jonge mannen. Ben vrouw
wier eenige trots eerlijkheid, wier hartstogt liefde was, die in het
paleis van Whitehall de eenvoudige manieren van de brouwerij
te Huntington behield, en wier eenige zorg te midden van al
haar pracht was: „de veiligheid van haar zoon te midden zijner
gevaarlijke grootheid.» Goethe en Schiller danken beiden hun
grootheid aan hun moeder; de moeders dezer beide groote Duit-
schers waren vrouwen van buitengewone gaven. Een reiziger bezocht
eens Goethe's moeder en na een langdurig onderhoud met haar
zeide hij: „nu begrijp ik waardoor Goethe geworden is wat hij
is." Goethe vereerde dan ook zijn moeder op niet alledaagsche
wijze; „zij was haar leven waard" plagt hij te zeggen. Onze
beroemde landgenoot, de schilder Arie Scheffer, werd door zijn
moeder met groote zelfverloochening en opoffering in staat gesteld
om zijn studiën als kunstenaar voort te zetten. Zij zond haar
zoon uit Dordrecht, beider woonplaats, eerst naar Eijssel, daarna
naar Parijs, en de brieven die zij hem in zijn afwezigheid schreef
ademen steeds denzelfden geest van moederlijke zorg en vrouwelijke
teederheid. „Werk vlijtig," zoo schreef zij hem, „wees vooral
eerlijk en ingetogen, en zoo ge u zelf boven anderen verheven
acht, vergelijk dan uw werk met dat van de natuur of met het
ideaal dat uw eigen ziel zich schept, en het verschil dat gij dan
ontdekt zal u behoeden voor trotsch- en verwaandheid.»
Voorbeelden in groote menigte zoude ik nog kunnen leveren
als zoovele bewijzen voor de magt en den invloed, die een moeder
in staat is op haar kinderen uit te oefenen. Wij mogen intusschen
als zeker stellen dat geen man, op welk gebied ook, ooit „groot"
werd, zonder dat zijn moeder of zijn eerste opvoedster een "aller
belangrijkst aandeel heeft genomen in het werk der opvoeding.