Spanje. Amerika. INGEZONDEN. Burgerlijke Stand. Gemeente Texel. Burgerlijke Stand. Gemeente Zijpe. Marine-Haven Nieuwediep. SCHAGER MARKT van HEDEN. goed af, maar de luitenant moest zijne menschlievendheid met een allerhevigsten aanval van rlieumatiek bekoopen, en de kwaal heeft hem sedert nooit geheel verlaten, maar doet zich af en toe nog smartelijk gelden. Trouwer echter is nooit een lijder opgepast dan de luitenant door den man dien hij het leven gered had, en die hem sedert ook niet verlaten heeft. Toen zijn diensttijd om was bleef hij in andere betrekking bij hem, en is nu nog herder op een der landgoederen van den luitenant, thans echter rijks kanselier van Duitschland, met andere JwoordenPrins von Bismarck. Wat is een soldaat? De Metzer Zeitung beantwoordt deze vraag aldus: De soldaat is een.... van vrouwe geboren, tot lijden ver koren, en kaal geschoren, uit de klei gebroken, in de uniform gestoken, reglementair gevaccineerd, pligtmatig getakineerd, veel honger trotseerend, kommiesbrood be- geerend, gestaag exerceerend, in de pas steeds gaande, op kommando straks staande, ook gemarkeerde pas makend, maar nooit zich vermakend, steeds adem ontbeerend, regts en links defileerend, naar erwtensoep happend, de officiertjes opknappend, twee stuivertjes snappend, verkouden en niezend, des winters bevriezend, zijn wanhoop vermeerend, ten laatste avanceerend, dan zijn minderen plagend, in de wacht een slaapmuts dragend, zich heel wat dan droomend, meer gagie bekomend, korporaaltje dan spelend, bevelen uitdeelend, generaal zich verbeel'end, democraten verachtend, naar dienstmeisjes smachtend, naar rust straks weer jagend, zijn pensioentje aanvragend, en.... in de nederige positie van politie-agent, postbode of nachtwacht zich voegend individu. De jury voor de tentoonstelling te Weenen heeft besloten de volgende eereblijken toe te kennen: 1. Het eere-diploma der tentoonstelling, als eene onder scheiding wegens buitengewone verdiensten ten opzigte der wetenschap en hare toepassing, der volksontwikkeling en der bevordering van het geestelijk, zedelijk en stoffelijk welzijn des menschdoms. 2. De Fortschritts-medaille, voor inzenders in de groepen No. 1 tot 23 en in 26, die, na hetgeen in hun vak op vroegere tentoonstellingen is geleverd, hebben uitgemunt in nieuwe uitvindingen, invoering van nieuw materieel, ver beterde inrigtingen, enz. 3. De medaille van verdiensten, voor bijzonder goede afwerking van voorwerpen, uitbreiding van productie, opening van nieuwe wegen van afzet, gebruik van ver beterde machineriën en werktuigen en bevordering der prijswaardigheid van producten. 4. De kunstmedaille, voor de beste kunstvoortbrengselen, in groep no. 25. 5. De medaille voor goeden smaak, voor de inzending van industrieele voortbrengselen, bij welker beoordeeling in de eerste plaats vorm en kleur in aanmerking komen. 6. De medaille voor arbeid, voor die personen, welke, naar verklaring der inzenders, als fabriekopzigter, meester knecht, teekenaar, modelmaker, of gewoon werkman, ieder in zijne betrekking, het meest tot verbetering der productie en uitbreiding van den afzet hebben bijgedragen. 7. Het gewoon eere-diploma voor hen, die zich verdien stelijk hebben gemaakt, doch niet in die mate dat hun de Fortschritts-medaille, of de medaille van verdiensten kan worden toegekend. (N. Eott. Crt.) In Hongarije is dezer dagen eene kwestie ontstaan, en door den regter beslist, over een allerzeldzaamste wissel, namelijk een wissel op hout. Het bedrag was f 10, en de wissel op het deksel van een sigarenkist geschreven. In eerste instantie werd de wissel deugdelijk verklaard. In tweede instantie werd dit vonnis vernietigd, op grond, dat volgens Hongaarsch regt de wissel een oorkonde is, en een Btukje hout niet als zoodanig aangemerkt worden kon. Het hof van appèl besliste eindelijk, in derde instantie, dat, daar de wet niet bepaalde op welke stof een wissel geschreven moest worden, de houten wisselbrief als geldig moest beschouwd worden. De heer Castelar, minister van buitenlandsche zaken, heeft aan Spanjes vertegenwoordigers in het buitenland leen circulaire gezonden, welke aldus luidt: „De aan Uw Excellentie door het nieuwe ministerie gerigte telegrammen, zullen U er van in kennis hebben gesteld, dat de Souvereine Vergadering van de Spaansche natie als defi nitieven vorm van bestuur den republikeinschen heeft ge kozen. Die handeling is niet het gevolg eener revolutie, met de uitwerking van verrassing en schrik; neen, zij is ontstaan uit de op rijpe overweging gegrondveste over tuiging en uit den Soiivereinen wil van twee Kamers, welke, regtstreeks ontstaan uit het algemeen stemregt, met regt geraadpleegd, zich in volkomen kalmte uitsprekende, hebben kunnen beoordeelen, dat dit de nationale wensch was, tegenover, de sedert lang verwachte tegenwoordige omstandigheden. Volkomen regt latende wedervaren aan de gevoelens van trouw aan de instellingen en aan den constitutionelen geest van den laatsten Souverein, moet toch geconstateerd worden, dat hij niet heeft kunnen overwinnen den inge boren afkeer van deze waardige en trotsche Natie voor alles wat zij, teregt of ten onregte, kan denken van verre of van nabij haar onafhankelijkheid te kunnen benadeelen. In dien toestand heeft de Koning op vaderlandslievende wijze het conflict opgelost, door voor zich en voor zijn afstammelingen van de Kroon afstand te doen. Toen nu zijn besluit bekend en zijn afstand openbaar geworden was, erkenden alle partijen eenstemmig de onbetwistbare, dringende en hoogste behoefte om den repu blikeinschen vorm voor den monarchalen in de plaats te stellen. Met de grootst mogelijke vaderlandsliefde, met een poli heken zin, waarvan slechts weinig voorbeelden zijn, met die groote bedachtzaamheid, die het doorluchtig volk eigen zijn, hebben, de Cortes van de Spaansche natie aller begeerte vervuld, door gehoor te geven aan den wensch der open bare meening, en door dien vorm van gouvernement te vestigen, eigen aan de democratiën, den republikeinschen vorm namelijk. Bij hun beraadslagingen is op de Cortes hoegenaamd geen invloed uitgeoefend, noch door pressie van binnen noch door aandrang van buiten. Terwijl het volk bedaard en het leger gehoorzaam blijft, terwijl de autoriteiten de volledige uitoefening hunner attributen en hunner regten behouden, hebben wij in vrijen wil en volle gerustheid ons geschikt naar het votum der beide Yereenigde Kamers, de Nationale Vergadering uit makende. Het nationaal gouvernement, welks zamenstelling UExc. bekend is, is onmiddelijk gekozen, en oogenblikkeiijk daarna bijeengekomen, heeft het besloten al zijn magt, en al zijn energie aan te wenden, om het mandaat te vervullen, dat het zich door de Vergadering ziet opgedragen, en om de openbare orde tot eiken prijs te handhaven. Ik reken er derhalve op, dat Uwe Excellentie, aangespoord door gezond verstand en vaderlandsliefde, het gouvernement bij hetwelk gij geaccrediteerd zijt zult mededeelen, dat de republiek voortaan de definitieve regeringsvorm van ons land is, en dat wij, voor haar handhaving en om haar wortel te doen schieten, vertrouwen hebben in den eerbied van het Spaansche volk voor hare wettigheid, een eerbied op zoo bewonderingswaardige wijze aan den dag gelegd gedurende deze laatste vier jaren van democratisch regime, even als in de loyauteit en in de trouw van het leger, dat besloten is den nieuwen vorm van gouvernement te steunen. Uw Excellentie moet zich beijveren elke bezorgdheid te doen verdwijnen, door te doen uitkomen, dat deze republiek den wil der natie uitdrukt en alle waarborgen biedt voor de openbare orde. Beijver U, haar vredelievend karakter te doen uitkomen, zoowel naar binnen als naar buiten, en doe ten slotte goed uitkomen, dat ons Vaderland de deugden bezit, die de volkeren kenmerken, welke rijp zijn om zichzelf te regeren. Maak vooral een einde aan de verkeerde zienswijzen, die in het buitenland zouden kunnen bestaan ten opzigte van de houding van het leger. Evenzeer als wij besloten hebben zijne organisatie, behoudens verbetering, te handhaven, eveneens is het Spaansche leger besloten ons wettig gezag te handhaven, omdat dit geboren is uit het begrip en uit den wensch van het Spaansche volk. Wees zoo goed van deze depêche lezing te geven aan Z. Exc. den minister van Buitenl. Zaken. „Madrid, 12 Eebruarij 1873: De minister Castelar brengt een memorandum in gereedheid, waarin de omstandigheden worden ontvouwd, waaronder de republiek is tot stand gekomen: 1. onver- hoedsche abdicatie des Konings; 2. noodzakelijkheid tot het vestigen van een gouvernement en wettigheid van het door de Cortes ingestelde gouvernement; 3. zekerheid, dat de republiek de orde en de vrijheid binnenslands zal hand haven en zich niet in de aangelegenheden van andere landen zal mengen.". Aan een correspondentie uit Madrid van den 13 dezer wordt het volgende ontleend „Gisteren, ten 6| ure in den ochtend, verlieten Koning Amadeus, de Koningin en de jonge Prinsen het station Campo del Mora, om naar Lissabon te vertrekken. Ten 6 ure had de koninklijke wacht zich in twee rijen langs den grooten trap van het paleis geschaard. De Koning verliet zijn appartement; onmiddelijk daarna volgde de Koningin, door verscheidene lakkeijen, in groot liverei, op een grooten stoel gedragen. Dona Maria Victoria weende. Eenige personen volgden H. M. De stoet ging langzaam den monumentalen trap af. De Koning salueerde de officieren, die hij herkende, en de dienaren, die stilzwijgend zich op zijn weg geschaard hadden. De hofkoetsen wachtten aan den voet van den trap. Zoodra de ruststoel beneden was, nam de Koning zelf de Koningin in zijn armen en plaatste haar voorzigtig op de kussens van het eerste rijtuig. De heer Kivero snelde daarop naar den Koning toe, die hem de hand toestak. De Koningin beval hem met warmte het lot aan van de personen, dié deel hadden uitgemaakt van het Koninklijk Huis. De Koning wisselde eenige laatste handdrukken. De troepen presenteerden het geweer, trommelgeroffel werd gehoord en de toonen van de koninklijke marsch weêrklonken voor 't laatst in de ooren van den hertog van Aosta. Geen minister, geen autoriteit, geen deputatie bevond zich aan het station van Atocha. En toch hadden die politieke mannen daags te voren zich nog als de onderdanige dienaren van den Koning voorgedaan. Zelfs geen gendarmes waren gezonden om de orde te bewaren aan de toegangen van het station. De regering moet het plan hebben al de departementen van bestuur in het paleis te installeren en al de uitgestrekte aanhoorigheden van het gebouw te verkoopen. Cluseret, het bekende ex-lid der Parijsche commune, is te Madrid aangekomen. Den 23 Jan. 11. werd te New-York gegeven door een club van corpulente personen het „Vette-menschenbal." Het is voorzeker een zeer karakteristieke club; de voor waarde van het lidmaatschap toch is, dat men een zeker aantal ponden moet wegen. Het zwaarste lid, de steunpilaar der club, de heer Busch, hij weegt 425 pond, was ongelukkigerwijze afwezig. Het schijnt dat hij nog altijd zwaarder wordt, zoodat zijn omvang hem belet uit te gaan en aan bals deel te nemende zwaarste, die het bal bijwoonde, woog 361 pond 10 oneen, en was lid van het comité van receptie, bestaande uit 16 heeren, die te zamen 5225 pond wegen. Opmerkelijk is het, dat hoe zwaarder de heeren zijn, hoe ligter hunne gaden, hetgeen eene zeer aangename afwisseling in de balzaal gaf. Er waren slechts een dozijn schoonen die 250 pond en meer wogen. Het bal was druk bezocht; ook vele menschen van gewone zwaarte waren tegenwoordig; er werd lustig tot in den vroegen morgen gedanst, en men had geen ongelukken te betreuren. Uit New-York wordt per telegraaf gemeld, dat de executie van Stokes, den moordenaar van James Fisk Jr., weer eenige maanden is uitgesteld. Mijnheer de Redacteur! In het laatste uommer van uw blad lazen wij niet genoegen eene annonce, onderteekend door Jb. P. KIKKERT, waaruit blijkt, dat zijne huisvrouw weder genoegzaam hersteld is wegens het ongeluk haar overkomen met de ijsboot. Ter voorkoming van een verkeerde beoordeeling echter dient, dat het ongeluk, deze vrouw overkomen, geheel aan haar zelvm te wijten is. De ijsboot was zeilende buiten het terrein der schaatsen rijders op een afgelegen vlakte en dus geheel op een vrij terrein de gekwetste vrouw waagde zich in de rigting der ijsboot, terwijl deze in vliegende vaart en onmogelijk door den bestuurder der boot te mijden was. Dit ongeval leert een ieder voorzigtig te zijn om bij het manoeuvreren der ijsboot zich niet te nabij in de rigting te begeven, wil men zich niet aan een dergelijk ongeluk blootstellen. Met de opname van deze regelen zult u zeer verpligten, EEN OOGGETUIGE. Van 12 tot 19 Februarij 1873. ONDERTROUWD: Simon Dros en Reinoutje Salm. GETROUWDCornelis Nieuwenhuizen en Trijntje Dijksen. GEBORENWillem Diderieh, zoon van Jaeob Zegel en Annette Gebhardine Okken. Neeltje, dochter van Simon Kuijper en Trijntje Dros. Cornelis, zoon van Lambertus Velthuis en Annaatje Backer. Pieter, zoon van Lambertus de Ridder en Doortje Saagman. Jan, zoon van Dirk Henkes en Aafje Duijnmaijer. Heintje, dochter van Cornelis Kuijper en Antje de Vries. Willem, zoon van Wijbrand Kooiman en Grietje de Bruin. OVERLEDENPieter, 8 jaren, zoon van Pieter Keijser en Aagje Roeper. Van 1 tot 15 Februarij 1873. ONDERTROUWD en GETROUWD: Geene. GEBOREN: Johannes Willem, zoon van A. de Wraard en J. de Jong. Alida, dochter van G. Kuijs en A. Kruyer, Maria, dochter van A. Brak en J. van Twujjver. Theodorus, zoon van J. Deutekom en C. Tromp. Jannetje, dochter van T. Hartog en G. Kwak. Reinuwtje, dochter van J. Bakker en M. Zander. Pieter, zoon van J. Hooij en C. E. M. Swerver. Dirk/zoon van C. Swarthof en G. de Boer. Mietje, dochter van P. Kuiper en N. Schermer. OVERLEDEN: Klaas, 23 maanden, zoon van P. de Ruiter en T. Prins. Albert, 1 maand, zoon van A. Haak en H. Siemer. Joost Johannes, 11 maanden, zoon van T. Lanser en IJ. Biaauboer. Teunis Snip, 86 jaren, weduwnaar van T. Fraij. Jacob, 2 maanden, zoon van H. Breet en N. Brommer. 2 Levenloos aangegeven kinderen van C. Hopman en T. Molenaar. Weerkundige Waarnemingen te Helder (Landskeet) e3 3 t- *3 Uren. Windrigting en Kracht. Barometer mm. Thermometer C. Vochtigh. procent. Toestand van de zee. a> Stand. Afw. Stand. Afw. 19 12 zzw. Ik. 779.92 f20.00 2.2 - 1.7 0.85 Vlak. 20 12 wtz. 0.4„ 776.05 f16.14 8.0 f 0.8 0.97 20 8 wzw. 1.4„ 776.35 f16.44 4.0 - 0.0 0.88 12 Weersgesteldheid- 19 Febr. 12 u. Digtbetrokken, mistig, mooi. 20 Febr. 8 u. Digtbewolkt, mistig, mooi. 20 Febr. 12 u. Digtbewolkt, mistig, mooi. Zeilklaarliggendeen vertrokkenSohepen Groote Vaart. Aankomst. Vertrek. Schip. Gezagvoerder. Bestemming 9 Nov. Noordbrabant. G.H.Ruhaak.Montevideov.Card" Binnengekomen Koopvaardijschepen Groote Vaart. Binnengek. Schip Gezagvoerder. Cargadoor. Herkomst. 18 Febr. Nijverheid. C. Schaap. v.d.Brugh&Co. Batavia. 19 Hecla. J.K. Bakker. ZurMühlen&Co. Lissabon. 19 Lumley Gastle. J.L.Browne. Duink.&Goedk. Bat.viaSuez. 19 Ger.Pr.Servatius. G.deJoode. Hoogl.&v.Herw. Batavia. 20 Friesland. T. Sipkes. ZurMühlen&Co. Batavia. Binnengekomen Sohepen bestenfd hunne lading inde Binnenhaven te lossen. Schip. Gezagvoerder. Herkomst. Lading. Cargadoor. Rival. T. Wijmark. Newcastle. Steenk. Duink.&Goédk. Alhier verwacht wordende schepen, wier lading bestaat uit Katoen, bestemd naar Amsterdam. R. B. Govet. van New-Orleans. 1546balen.zeilklaar23Dec. 1872 SusanM.Dudman. Savanah. 2300 6Jan. 1873 Wentworth. Charleston. 2300 gezeild 10 Livingstone. New-Orleans. 2300 zeilklaar 10 Edw. Mc. Dowell. Galveston. 3000 11 Poseidon. 1000 gezeild 13 Jupiter. Sibal. Bucephalus. u Savanah. Mobile. Galveston 2200 zeilklaar 15 726 17 3500 onbekend. Atlanta. 1500 Hansa. New-Orleans. 700 Southern Chief. Galveston. 3500 Brits. Constitution. Colombo. 2850 gezeild 24 Deo. 1872 Hawkhope. onbekend. Conquestadore. Calcutta. 3460 balen, gezeild 13 Dec. Gooddell. 3000 onbekend. Een stoomboot. Bombay. 5000 PER TELEGRAAF. 2 Paarden f 50 alOO Ossen - a Stieren - a 14 Gelde-Koeijen - 160a280 Kalf-Koeijen - 260a290 Vaarzen - a Hokkelingen - a 50 Nucht.Kalveren - 7 a 18 VetteRammen - a 256 Schapen - 23a 44 Lammeren f 28 a 40 6 Bokk.enGeiten- 2 a 7 16 Magere Varkens- 16 a.28 44 Biggen - 10 .a 14 50 Eenden c. 70 al'10 40 Kippen - 90 al76 Boter per kop - 95 a Kaas per K.G. - 40 a 45 ICip-Eijeren per 100 -200 a275 Eend-Eijeren -200 a400

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1873 | | pagina 3