Binnenland.
eenigen met een reddend amendement, ter laatster uur van
bevriende zijde voorgesteld? Ook voor de vrienden van
het kabinet ook voor de liberalen partij is de zaak onaan
genaam, staande voor de kans om, door de afstemming
van een ontwerp, dat zij niet kan 'goedkeuren, een kabinet,
dat uit haar midden voortgekomen is, te doen vallen.
Ongelukkige twistappel, in den vorm der censuswet, in de
Kamer geworpenDe ministers hebben een door de tegen
partij gehandteerd wapen, door haar gebezigd om met een
glimp van vrijgevigheid de menigte op hare hand te krijgen
en dus met behulp van blinde en gevleide werktuigen
het gezag te vermeesteren, aan hare handen willen ontwrin
gen, niet bedenkende, dat het hen kwetsen zou, die zich
van beter wapen behooren te bedienen, 't Kan staatkundig
en verstandig zijn, goede denkbeelden van tegenstanders
over te nemen, of zich te stellen aan het hoofd eener
krachtige, al is 't met eigen inzichten strijdige beweging
met het doel om die beweging te beheerschen, ten goede
te leiden en de gevaarlijke stroom binnen zijne bedding te
houden. Maar het kan niet gezegd worden, dat zoodanige
beweging hier te lande iu het belang van belangrijke uit-'
breiding van het kiesrecht bestaat. Slechts de conservatieve
bladen en enkele ultra-liberalen dringen er op aan. Wel
wordt door sommige arbeiders-vereenigingen en arbeiders
couranten het algemeen stemrecht verlangd, maar de klasse
van ingezetenen, welke door het ministeriëele voorstel met
het stemrecht zou begiftigd worden, doet volstrekt niet
blijken dat zij met dit geschenk is ingenomen. Zij bemoeit
zich niet met de vraagstukken van algemeen belang; zij
heeft geen lust zich te verdiepen in de staatkundige kwestiën
van den dag. Neemt zij, ter verpoozing van de zorgen
voor de affaire en het gezin, eene courant in handen, zij leest
bij voorkeur de binnenlandsche nieuwtjes, de buitenlandsche
aardigheden, en laat regelmatig de politieke beschouwingen,
de verslagen der Kamerzittingen ongelezen. En die klasse
zou ons kiezerspersoneel moeten versterken, over de geschikt
heid der candidaten moeten oordeelen, nieuw bloed in de
ziek genoemde Kamer moeten brengenZij zou de speelbal
der partijen zijn, het aantal marionetten vermeerderen, die
door behendige intriganten bewogen worden.
Toch durft de Nieuwe AUcmaarsche Courant, een uit het
Haagsche Dagblad geïnspireerd orgaan dat de Kennemers
en West-Friezen voor het alleen-zaligmakend behoud
zoekt te winnen, en door driestheid van taal en gebrek
aan bewijsvoering toont hoe weinig eigen voordeel het bij
die lieden veronderstelt, stout beweren: dat de „over-
heersching" der bourgoisie moet ophouden; dat de kleine
stadsburger en landbouwer moet worden opgenomen in het
kiezerscorps, „omdat in hun kring de nationale overleve
ringen van godsdienstige vrijheid en orde nog het meest
zuiver worden bewaard," dat onder hen, die geen kiesbe
voegdheid bezitten, zich telkens krachtiger teekenen open
baren die duidelijk toonen, hoeveel prijs zij stellen op het
verkrijgen van een recht, waarvan de meerderheid, die 't
bezit, maar al te weinig gebruik maakt, dat daar waar de
census het laagste is, doorgaans bij verkiezingen de meeste
belangstelling betoond wordt; dat de „stembusgeschiedenis
sedert de invoering der kieswet op elke bladzijde verkondigt,
dat men nog lager moet dalen in den boezem der maat
schappij, om dien belangeloozen ijver voor en toewijding
aan de nationale zaak te vinden, die tot getrouwheid in
het vervullen van den kiesplicht leidt;" en dat „de gezeten
burgerij zoozeer in de kunst van geldverdienen verdiept
is, dat zij zelfs den luttelen tijd niet over heeft voor een
tocht naar 't raadhuis, om haar waardeering voor eene der
verschillende richtingen, waarin de regeerkunst zich beweegt,
te vertolken."
Wij konden het niet van§ons vei'krijgen, onze lezers dit
staaltje van apodictische redeneering van een orgaan, dat
in ons district invloed zoekt te verwerven, te onthouden;
het gerustelijk aan ieder overlatende om de daarin voorko
mende onwaarheid te beseffen en de bedoeling van den
schrijver op verdienden prijs te stellen.
HELDER en NIEUWEDIEP, 4 Maart.
In do Nationale Vergadering te Versailles zijn in de
laatste dagen weder belangrijke discussiën gevoerd. De
heer Gambetta heeft eene rede uitgesproken, waarin hij de
meening uitte, dat' de republiek door het algemeen stemregt
moest gevestigd worden. Het werk der Commissie van
Dertig noemde hij een middel om van den eenen dag op
den anderen te blijven leven; tegenover deze kunstgrepen
verlangde hij de ontbinding der Nationale Vergadering, een
verlangen, waarin hij meende, dat de natie aan zijne zijde
staat. Hij spoorde zijne medeleden aan om het bastaard-
werk der Commissie te verwerpen. „Wanneer men ons
komt voorstellen," zoo eindigde hij zijne rede, „om oligar
chische wapenen tegen de democratie te smeden, dan zeggen
wij: neen." De hertog de Broglie verklaarde, dat er
geene botsing tusschen de regering en de Commissie heeft
plaats gehad. Laatstgenoemde had zich de eischen van
het oogenblik niet ontveinsd en daarnaar hare voorstellen
berekend. Aan de hagchelijke kansen van het algemeen
stemregt wilde men de natie niet overleveren. Getrouw
aan de zaak der republiek, zeide hij, wilde hij zich niet
aansluiten aan de republiek in den engen zin des woords.
Een der volgende sprekers, de generaal du Temple, moest
wegens de ernstige verwijten die hij tot den president, den
heer Thiers, rigtte, tot de orde geroepen worden.
De berigten uit Spanje luiden niet ongunstig. De Nati
onale Vergadering zet rustig en zonder incident de discus
siën over het wetsontwerp tot afschaffing der slavernij op
Porto Rico voort. In de provinciën iieerscht rust. De
nationale troepen en de vrijwilligers strijden met goed gevolg
tegen de Carlistische benden. Bij de kennisneming van
deze berigten dient echter in het oog te worden gehouden,
dat zij een officiëlen oorsprong hebben en dat de werkelijke
toestand wel wat ongunstiger is, als de berigten luiden.
Uit Londen wordt berigt, dat de Iersche bisschoppen
een adres gezonden hebben aan de Iersche leden van het
Parlement tegen de wet op het hooger onderwijs in
Ierland.
In het Huis der Gemeenten is in de jongste dagen aan
de orde de begrooting voor Oorlog, waarop door den heer
William Fowler een amendement is voorgesteld, strekkende
om het staande leger 'met 10,000 man te verminderen. Zijns
inziens is er niets, waardoor eene sterkere krijgsmagt kan
worden noodzakelijk gekeurd. De meeste sprekers schaarden
zich aan de zijde van den voorsteller van het amendement
en meenden dat men gerust tot den toestand van 1870 kon
terugkeeren.
Ten voordeele van de wed. Rijper en hare zeven kinderen
zal de burgerkring Harmonie eerstdaags eene tooneel-
voorstelling geven. Teregt wordt de bekende liefdadigheid
onzer plaatsgenooten tot ondersteuning van dit doel
ingeroepen.
Door de firma den Duik en von Oterendorp, visch-
handelaars alhier, zullen naar de tentoonstelling van zaken,
uitsluitend de visscherij betreffende, welke den ÜOsten dezer
te Berlijn zal geopend worden, o. a. worden ingezonden
de nieuwste modellen vischsloep (de Watergeus), Urker
vischschuit en Maas-logger, Urker- en Scheveninger visschers-
costumes, een beug, verschillende soorten van netten, een
model vischkaar en diverse soorten ingemaakte visch.
Men verneemt, dat op dit oogenblik een nieuwe
indeeling van het leger een punt van bewerking bij het
departement van oorlog uitmaakt. Volgens deze zouden er
bestaan 3 divisien, ieder van 3 brigades, benevens 2 reserve
brigades; iedere brigade zou 4 bataillons infanterie met de
noodige artillerie en kavalerie bevattende reserve-brigades
ieder 5 bataillons, zoodat het gezamenlijk aantal bataillons
46 zou bedragen. (H.bl.)
Te Bergen op Zoom overleed dezer dagen de heer
A. C. van Well Groeneveld, in leven gepensioneerd majoor
der infanterie. Te Utrecht generaal majoor J. H. Lexau
Rijstenborgh en de heer mr. J. F. W. van Nes, oud vice-
president van den Raad van Ned.-Indië.
Aangenomen het beroep naar Delft door ds. G. J.
van der Flier, te Heemstede.
Aan ds. J. Kapteyn, te Oosterend op Texel, is
toezegging van beroep gedaan naar de Herv. gemeente te
Hindelopen.
Naar wij vernemen zijn de lijken van de twee knechts,
in de vorige week met den mosselschipper Drijver veron
gelukt, heden te Texel aangespoeld.
De gemeenteraad van Callantsoog heeft den onder
wijzer der openbare school eene gratificatie van honderd
gulden geschonken.
Naar men verneemt zal in de gemeente Callantsoog
eene nieuwe school met onderwijzerswoning worden gebouwd,
ter vervanging van de bestaande, en wel in een ander deel
der gemeente, om daardoor het schoolbezoek van de meeste
kinderen gemakkelijker te maken.
Men zegt, dat reeds-in-het gehucht Abbestede de grond
voor het nieuwe gebouw is opgemeten.
Ontegenzeggelijk komt den raad dier gemeente alle lof
toe voor de behartiging der belangen van den onderwijzer
en van het onderwijs.
't Ware te wenschen, dat sommige rijke en aanzienlijke
gemeenten in dit opzigt eens een voorbeeld namen aan het
nederige Callantsoog! Daar toch doet men, wat men kan.
De heer Conrad heeft voor de benoeming tot direc
teur-generaal van de publieke werken te Amsterdam
bedankt.
De ingenieurs, uitgemaakt hebbende de commissie,
aan welke is opgedragen geweest het ontwerpen van een
plan tot reiniging en reinhouding der wateren en van den
bodem van Amsterdam, ook met het oog op de afdamming
van het IJ en wier rapport onlangs is ingekomen,
hebben aan burgemeester en wethouders hun declaratiën
van honorarium, reis- en verblijfkosten en voorschotten in
gediend, ten bedrage van f 21,396.86. De voorloopige
kosten bedroegen daarenboven reeds f 4,264.16. (D.)
Omtrent het Japansche gezantschap, schrijft de Ned.
Ind.: Wat is het doel der' komst? Men vergete het niet.
Japan bleef sedert eenige jaren de schuldenaar van de helft
der schadevergoeding van drie millioen dollars na den slag
bij Simonoseki door de vier verbondene mogendheden aan
dat rijk opgelegd. Men vergete het niet. Japan werd
tengevolge van dien oorlog genoodzaakt zijne havens en
markten sneller en breeder voor de toestrooming van vreem
delingen te openen, dan het welligt ooit had vermoed of
bedoeld. Daargelaten, wat voor Japan het wenschelijkst
zij, is dit een uitgemaakte zaakNederland heeft ook hier
weder de kastanjes uit het vuur gehaald, en een aantal
Nederlandsche belangen en Nederlandsche firma's hebben
daarvan reeds de pijnlijke gevolgen ondervonden. Zal
Nederland nu nog zoo dwaas wezen om voor eenige kwasi—
concessiën, die, in vergelijking tot zijn eerstgeboorteregt,
weinig en in opzigt tot de handelsbelangen niet van
een enkel groot ligchaam, maar tot onze algemeene belangen
geen bijzondere waarde hebben, af te zien, van zijn
wettig aandeel aan de nog verschuldigde anderhalf millioen
dollars? De heer Storm van 's Gravesande heeft er de
regering in der tijd ernstig genoeg voor gewaarschuwd.
Wij doen het nogmaals bij deze. Er ligt nog altijd een
aan den Koning uitgebragt rapport van een staatscommissie,
belast met het onderzoek of en in hoeverre Nederlandsche
kooplieden in en handelende op Japan aanspraak hadden
om uit de Simonoseki-indemnity de door hen geleden en
bewezen schade vergoed te krijgen. Die commissie heeft
de billijkheid der vergoeding, althans voor eenige dier
reclamanten, erkend. Daaraan is tot heden geen regt
wedervaren! Dat mag Japansch wezen, Nederlandsch is
het niet."
Er zijn te 's Hage 17 ontwerpen ingekomen voor
een gedenkteeken ter eere van de Citadel-verdedigers.
Volgens het D. v. Z. H. zullen de zoogenaamde
Caroussels of draaimolens op de aanstaande kermis te 's Hage
niet meer worden toegelaten.
In Mei a. s. zal te 's Gravenhage op het terrein
van het Koninklijk Zoölogisch Botanisch Genootschap eene
tentoonstelling van honden plaats hebben.
Het stoomschip Rotterdam, kapt. Hus, vertrok jl,
Zaturdag van Rotterdam naar New-York, met lading et
265 landverhuizers.
Mén meldt uit Puttershoek, dd. 3 Maart aan de
N. R. C.: In den afgeloopen nacht had alhier een treurij
geval plaats. Eenige jongelingen hadden gisteren avoni
een herberg bezocht, en toen deze, als altijd op den behoor
lijken tijd, volgens de gemeente-verordening gesloten werd,
begaven zij zich naar het naburige Maasdam, alwaar zij bij
een tapper nog een flesch jenever wisten magtig te worden,
Onder het huiswaarts keeren kregen zij twist, waarvan
't gevolg was, dat een hunner een zijner makkers meteen
mes een steek in den onderbuik toebragt, tengevolge waarvan
deze binnen een kwartier een lijk was. De ijverige nacht-
wacht was spoedig op de plaats tegenwoordig, doch niet
tijdig genoeg om den treurigen dood te verhinderen. De
burgemeester van het gebeurde onderrigt, stelde alles dadelijk
in het werk om een geregtelijk onderzoek te doen plaats
hebben. Een uur later was dan ook de kantonregter van
's Gravendeel hier, om onderzoek te doen. De vermoedelijke
dader is heden ochtend ten 9 ure gevankelijk naar Dordrecht
gebragt.
Jp Vrijdag is het öjarige kind van H. te Bennik al
spelende in den Rijn geraakt en verdronken. Van de
negen-en-twintig kinderen, die dezen man geboren werden,
zijn er nog slechts vijf in leven.
Op de gisteren te Utrecht gehouden vastenavond
paardenmarkt waren 614 paarden aangebragt; de handel
was voor het binnenland goed in werkpaarden, voor het
buitenland voor paarden van weelde bijzonder levendig; er
werden nooit gekende prijzen besteed. (U. D.)
Tusschen Hasselt en Zwartsluis had een voerman
met zijn rijtuig een ongeluk; 't paard werd afgespannen,
De dame en heer, die in 't rijtuig zaten, weigerden echter
het te verlaten; de voerman was toen genoodzaakt het
rijtuig met de beide jonge menschen naar Zwartsluis te
trekken. Men begrijpt, dat hij aankomst aldaar evenzeer
een kreet van verbazing over de buitengewone kracht des
voermans als van verontwaardiging over de houding van
de beide passagiers opging. (U. D.)
Te Hindeloopen zal een groote, op het oud-Hinloo-
pensch gekleede pop naar de Weener tentoonstelling worden
gezonden.
Berigten van Batavia, dd. 23 Jan., luiden o. a.:
De epidemische koorts, van welke in vorige overzigten
spraak was, heerscht thans in meerdere of mindere mate
over geheel Java.
De mailboot Koning der Nederlanden heeft, wegens
het stormachtig weder der laatste dagen, zijne passagiers
en zijne pakketten eerst tweemaal vier-en-twintig uren na
aankomst aan wal kunnen brengen.
Invloed van de werktuigen op de algemeene
welvaart. Volgens eene opgaaf van den heer Mayher
in zijn werk: London labor and London poor, pag. 349,
oefenen de werktuigen, tegenwoordig in Groot-Brittannië
bestaande, zamen eene kracht, gelijk staande met de kracht
van 600,000,000 menschen. En nu lette men wel, dat hier,
onder het woord werktuigen, niet begrepen worden de
gereedschappen in het algemeen, maar alleen die meer
zamengestelde machineriën, welke eerst in de tegenwoordige
eeuw werden uitgevonden.
Degeheele bevolking van Groot-Brittannië bedraagt tegen
woordig ruim 32 millioen zielen. Wordt nu de kracht,
welke de machines volgens bovenstaande schatting uitoefenen,
gelijkelijk over de geheele bevolking verdeeld, dan ziet
men dat aan elk inwoner, man, vrouw en kind, eene kracht
is toebedeeld, overeenkomende met de kracht van 20 slaven,
die zonder toezigt, zonder aansporing en zonder iets van
den kostbaren tijd te verkwisten, den geheelen dag ten
nutte van hunnen meester werkzaam zijn. En wat het
loon betreft, eenige scheppen steenkool, ziedaar alles wat
zij ontvangen. Goedkooper slaven hebben nimmer bestaan.
Zouden die werktuigen wel zoo verderfelijk zijn als
sommigen beweren(Populair wetenschappelijke blaadjes.
- Te Brussel trekt tegenwoordig in de kunstwereld de
aandacht eene dame uit Franeker, met name mej. A. Kui
pers, bekroonde zangeres bij het Koninklijk conservatorium
in België.
In een Engelsch blad leest men de volgende verma
kelijke huwelijks-annoncé: No. 1178. -^u'Een dame van
aanzienlijke familie, weduwe van een lid van het Huis der
Gemeenten, dien zij nooit zal ophouden te betreuren, maar
die zich van haar vermogen ziet beroofd door het staken
der betalingen van het Huis Overend en Co., wenscht zich
te vereenigen met een gentleman, voldoende gefortuneerd
om haar in staat te stellen volgens haar vroegeren rang
te leven, maar te gelijkertijd delicaat genoeg om niet meer
van haar te eischen dan zusterlijke genegenheid en daarmel
overeenkomstige handelingen.
Iu Bemin Socor, Marocco, ligt een plaatsje dat jaarlijks
het eigenaardig schouwspel eener vrouwenmarkt oplevert.
De meisjes verkoopen zich zelf, doch gaan daarbij zoo te
werk, dat het zoo min mogelijk den schijn van menschen-
handel heeft. Zoo prachtig mogelijk uitgedoscht, begeven
zij zich naar de markt om daar een door haar zelf geweven
stuk stof te verkoopen. De mannen die een vrouw zoeken
gaan op de markt op en neder, bezigtigen schijnbaar het
weefsel, maar gewoonlijk betreft de onderzoekende blik de
verkoopster. Bevalt zij den zoekende, dan vraagt hij wat
het stuk kost en zij noemt de som, die zij als koopprijs
verlangt. De bepaling der som hangt geheel af van den
indruk, dien de kooper op de schoone maakt. Naarmate
hij haar bevalt is de eisch hoog of laag. Wil zij hem in
het geheel niet hebben, dan eischt zij zooveel, dat de kooper