1873. N°. 38. Vrijdag 28 Maart. 31 Jaargang. De nieuwe Pruisische kerkelij li- politieke wetten. Uitgever A. A. BAKKER Cz. ilELDEüSCIIE m NIEUWEDIEPEE COURANT. „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1.30. n franco per post - 1.65. Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163. Prijs der Advertentiën Van 14 regels 60 cent. elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naa j plaatsruimteb erekend vertrekdagen der brievenmails: Naar Oost-lndië: via Triêst 1 April 'savonds 6 u. 25 m. u Marseille 10 April 's avonds 6 u. 25 m. Brindisi 3 April 's avonds 6u. 25 m. per Willem Kroonprins der Nederlanden, 14 April, 's avonds 11 u. v, Rotterd. p. Kingston 2 Mei 's midd.lu.40m. Curafao en Suriname, 1 April 's morg. 6 u. 25 m. Kaap de Goede Hoop. via Southampton: 3 April, 's morg. 6 u. 25 m. In Pruisen wordt de strijd tusschen de regeering en de Roorasch Catholieke Kerk met den meesten nadruk voort gezet. Bij de opening van den Landdag, op 12 November, verd de indiening aangekondigd van voordrachten tot regeling der betrekkingen tusschen den Staat en de Kerk, weldra bereikten 4 wetsontwerpen de Vertegenwoordi ging. Het eerste strekt tot beperking van het recht tot aanwending van kerkelijke straf- en tuchtmiddelen en bevat de volgende bepalingenGeen bedienaar der godsdienst is bevoegd, andere dan zuiver religieuse straf- en tucht middelen en de zoodanige, welke op het ontnemen van in den boezem van het kerkgenootschap geldende réchten betrekking hebben, te bedreigen, uit te spreken of te ver kondigen. Verboden is het uitspreken of verkondigen van religieuse straf- of tuchtmiddelen ter zake van het doen of laten van eene door 's Rijks wet of overheid verboden of bevolen handeling, of wegens de uitoefening van het openbare kies—-e^wtenirecht. Geen bedienaar der godsdienst, eindelijk, is bevoegd, zelfs die kerkelijke straf- en tucht middelen, waarvan de toepassing bij de wet veroorloofd is, met aanduiding van de bestrafte personen openbaar af te kondigen. Ovèrtreding dezer bepalingen is strafbaar met geldboete van hoogstens 1000 thaler of gevangenisstraf van hoogstens 2 jaren, terwijl buitendien de overtreder onbe voegd kan worden verklaard tot het bekleeden van open- i bedieningen, kerkelijke ambten daaronder begrepen, voor den tijd van hoogstens 5 jaren. Praatjes over Landbouw. vii. Toen ik de vorige maal als mijne meening verkondigde, dat liet Wbouwbedrijf óver 't geheel in ons land eene onvoordeelige zaak ii, k'«f ik tevens een middel aan de hand, 'twelk ik dacht dat veel verandering ten goede aan dat bedroevende feit kon aanbrengen. Een groot bedrijfskapitaal in verhouding tot de hoeveelheid lands die men bezit, zeide ik, dat ons zou kunnen redden, en dewijl ik veel waarde hecht aan die meeuing, wenscli ik daarop bij dezen nog eens terug te komen. Ik behoef niet te zeggen, dat de manier van aanwending van het bedrijfskapitaal in de eerste plaats alles tot de zaak afdoet, en tonder een bepaald systeem van aanwending als het beste te willen ungeveo, geloof ik toch dat er reden bestaat om als een goeden ted ter neder te schrijven, om niette ligtvaardig maar beredeneerd tn krachtig met het bedrijfskapitaal om te gaan. Eerst in 't klein beproeven, wat we denken dat ons voordeel kan aanbrengen, voor vt liet in 't groot in toepassing brengen, dat vordert eene ver- itandige aanwending zeker in de eerste plaats. Om een voorbeeld k noemen, hij die zelf geene ervaring heeft wat bet gebruik van fe duizend-en-êen soorten guano betreft, die tegenwoordig in den hndel zijn, zal zeker wijs handelen, met zich niet door opgewonden tabevelingen van verkoopers en ook zelfs verbruikers te laten ver ben, tot groote bestellingen van dat wonderpoeder (gij merkt, 'aarde lezer, dat ik er geen onvoorwaardelijk respect voor heb, en •Mchien niet zonder reden), maar eerst door een paar deugdzame lieven zich van de waarde dier meststof te vergewissen. Proeven tenen is tijdverlies, hoor ik mij door een ijverigen confrater toe- ,0t5eD, en hoewel die waarheid ook bij mij zelf dikwijls in mijn ®?tduld opkomt, toch moet ik zeggen beter dat, dan mislukkingen J groot, want dat is erger, dat is geldverlies. Zie, proefnemingen, wt zweer ik bij, ze zijn de eenige rationele middelen voor vooruit- ook in ons vak, en als ik voor mijn liefhebberij boerde, zou daaraan, ter wille van de goede zaak, zeker heel wat dubbeltjes "'snoepen, maar voor mij en bijna ieder ander, die landbouwen 'out den kost, is het van veel belang, om bij het nemen van lieven, vnn welken aard ook, zich daarbij op de betrachting van '•te deugden toe te leggen, namelijk kalmte en attentie. Doch gelukkig dat hij, die het voorregt heeft in 't bezit te zijn een voldoend (d. w. z. ruim) bedrijfskapitaal, niet met zijn W verlegen behoeft te zitten, in afwachting van den uitslag van nemen proeven. Wie op den naam van een knappen land- "er gesteld is, of liever (en dat gaat in den regel gelukkig 6®fB), op voordeelige oogsten, legt zich in de eerste plaats toé het droogleggen, op het schoonhouden en op het vet maken van Het tweede ontwerp betreft het uittreden uit eenig kerkgenootschap, het derde, dat van grooter belang is, de opleiding der geestelijken. Het bepaalt, dat een geestelijk ambt in de Evangelische en Roomsch Catholieke Kerken slechts aan een Duitscher kan worden opgedragen, die van zijne wetenschappelijke vorming overeenkomstig de voor schriften dezer wet heeft doen blijken, en tegen wiens aanstelling van regeeringswege geen verzet is gedaan. Alle aanstaande geestelijken zullen aan een gymnasium en ver volgens 3 jaren aan eene Duitsche hoogeschool worden opgeleid; in sommige gevallen kan het academisch onder richt door dat aan een seminarie vervangen worden, maar alsdan behoudt de Staat het recht, waarborgen te eischen voor de kunde der onderwijzers en de studenten aan een examen te onderwerpen. De zoogenaamde knapen-semi- nariën en de knapen-convicten zullen worden opgeheven. Het vierde ontwerp moet dienen om de lagere geeste lijkheid tegen de overmacht der hoogere te beschermen. Het geeft de regeering het recht om zich tegen de be noeming of verplaatsing van een geestelijke, wanneer haar die in het belang van den Staat niet wenschelijk voorkomt, te verzetten, en, blijft eene plaats daardoor onbezet, een ander meer welgevallig persoon te doen benoemenen het bepaalt de instelling van een gerechtshof voor kerkelijke aangelegenheden, waarbij een kerkelijk veroordeelde in hooger beroep komen kan, en zelfs, wanneer het openbaar belang dit eischt, een staatsambtenaar in hooger beroep komen moet, wanneer de veroordeelde in de uitspraak van het kerkelijk gezag berust. Bij de indiening dezer ontwerpen betoogde de minister van Eeredienst, dat het noodzakelijk was om de tot dusver gevolgde toegeeflijkheid te doen eindigen en om aan de aanmatigingen van Rome, die zich thans onbemanteld op den voorgrond stellen en die een ingrijpen van den Staat noodzakelijk maken, het hoofd te bieden. De wetsvoor stellen waren echter geene door den nood geëischte wetten, maar zouden veeleer strekken om eene grondige regeling te bewerken van de aangelegenheden van alle confessiën, welke de rechten van Corporation bezitten. 't Is te begrijpen, dat het voorstellen van 4 zulke gewichtige, de bestaande toestanden en vrijheden storende wetten het misnoegen der hooge Catholieke geestelijkheid in hooge mate opwekte. De bisschop van Paderborn schreef den minister van Eeredienst, dat hij, werden deze ontwerpen wet, in geen geval, ook niet ter vermijding van de grootste zijn land, en om in die drie eerste vereischten voor den grond tot de grootste volmaking te komen, daarvoor zijn de middelen nage noeg bij iedereen bekend, en eer men het zoover heeft gebragt, kan er al een aardig bedrijfskapitaaltje uitgegeven worden. Be proefnemingen betreffen dan ook in den regel meer de verscheiden heid in de middelen, bijvoorbeeld of men 't best doet met stalmest of compostmest te gebruiken, met te draineren of te greppelen, met den schrepel of met de scbrepelmacbine aan te wenden, enz. en hoewel het van veel belang is, om in al die zaken ieder voor zich eene goede keuze te doen, toch leiden al die verschillende wijzen vnn doen tot hetzelfde doel, dat 't welk ik zoo even zeide, dat een goed landbouwer zieh voorstelt. Een voldoend bedrijfskapitaal dan, dat verstandig wordt aan gewend, levert hooge rente, en die hooge rente is in staat om de geringe resultaten, welke de gewone wijze van landgebruik op levert, goed te maken. Droog, zuiver en krachtig land geeft hooge opbrengsten, vergemakkelijkt de bewerking in alle opzigten, ver mindert zeer de kwade kansen van ritnaalden, strenge winters en andere rampen, en geeft den eigenaar tevredenheid met en daardoor meer lust iu zijn bedrijf. Tijd is geld, maar lust en ijver zijn ook geld. Waardoor komt het, dat in sommige streken van ons land (in de omstreken van Delft, van Haarlem, tusschen Alkmaar en Hoorn o. a.) de prijzen en de opbrengsten van den grond buitensporig hoog zijn, en dat daar menigeen op enkele hectaren gronds een ruimer bestaan kan vinden dan een ander op de meeste andere plaatsen op eene groote oppervlakte? Daardoor immers, vrienden, doordien op eerstgenoemde plaatsen het bedrijfskapitaal groot is in verhouding tot de oppervlakte, en daarentegen overal elders veel te klein. Eene hooge productie, verkregen door de behandeling van den grond, zoo als ik bedoel, brengt in evenredigheid oneindig minder onkosten (tarra) mede dan eene middelmatige, en daaren boven ook minder risico. En als iemand die, om iets te noemen, in 't bezit is van twintig hectaren land, mij toevoegt: „gij hebt mooi praten, ik ben de som, die noodig zou zijn om mijn twintig hectaren te behandelen, zoo als ik u toestem dat wenschelijk ware, niet rijk, en ik weet ze ook niet magtig te worden; daarom be handel ik ze naar mijn vermogen en ben wel verpligt om mij met eene kleine opbrengst tevreden te stellen," dan ben ik zoo vrij hem minzaam onder 't oog te brengen dat hij geen man is voor twintig, maar misschien voor tien hectaren, en dat hij voor zijn beurs ver standig doet met niet te blijven hangen aan het dwaze begrip dat hij tot het soort van landbouwers behoort die op een boerderijtje van 20 hectaren zitten (zijn vader en zijn broeder boeren immers ook op eene dergelijke oppervlakte), maar zich een beter bestaan zal verschaffen, door de helft van zijn land te verkoopeu, om de opbrengst daarvan ten nutte van de andere helft en daardoor veel stoffelijke nadeelen, de hand tot de uitvoering van zulke wetten leenen zou. De aartsbisschop van Posen protes teerde mede afzonderlijk, en alle Pruisische bisschoppen deden het gezamenlijk, het zedelijk onmogelijk verklarende zich aan de nieuwe wetten te onderwerpen. Maar. ook de Evangelische opperkerkeraad verklaarde zich er tegen, en verzocht dat zij, allerminst dat betreffende de kerkelijke disciplinaire macht, op de Evangelische Kerk niet toe passelijk zouden worden verklaard. Bij de eerste lezing der ontwerpen in het Huis der Afgevaardigden werden zij dan ook van Catholieke en van Protestantsche zijde bestreden, als niet noodzakelijk maar schadelijk voor beide Kerken, en als eene schending der constitutie inhoudende. Door den heer Reichensperger werd bovendien beweerd, dat zij den ondergang der Catho lieke Kerk bedoelden. Andere leden daarentegen meenden, dat er, bij de tegenwoordige verkeerde leiding der Catljo- lieken door de ultramontaansche partij, gebreken in de wetgeving waren, waardoor de Staat met gevaar bedreigd werd. De ontwerpen hadden de strekking den Staat tegen ultramontaansche aanmatiging te beschermen en vele der daarin opgenomen bepalingen bestonden reeds in verschil lende Duitsche Staten. De minister van Eeredienst ver zekerde in zijne verdediging, dat het aanzien en de invloed der geestelijkheid niet zouden verminderen door de voor haar verlangde opleiding; de geestelijken waren in den besten zin des woords volksleeraars en behoefden daartoe eene nationale opleiding, de tegenwoordige der Catho lieke geestelijken was niet Duitsch, maar Roorasch; voor de opleiding der Evangelische geestelijken bestonden alreeds ongeveer dezelfde bepalingen als de nu algemeen voorge stelde, maar toch was het desbetreffend ontwerp ook voor de Evangelische Kerk van toepassing, omdat de ultra orthodoxe partij gelijke kweekscholen verlangt als in de Catholieke Kerk bestaan. Strijdig met de constitutie waren de ontwerpen genoemd en zij waren dit inderdaad. De regeering meende, dat eene dubbele stemming met eene tusschenruimte van 21 dagen, gelijk voor de wijzigingen der constitutie voorge schreven is, voldoende zou zijn tot opheffing van dit bezwaar. De commissie, in welker handen de ontwerpen gesteld werden, meende evenwel, dat eene herziening van de artikelen 15 en 18 der constitutie vooraf moest gaan, ten einde de zelfstandig hunne aangelegenheden, eeredienst, onderwijs, fondsen en stichtingen besturende kerkgenoot- meer tot zijn voordeel aan te wenden. De stijgende landprijzen, als gevolg van de ongunstige verhouding van aanbod van, tot vraag naar land, moeten onvermijdelijk in 't algemeen verdeeling van landbezit en landgebruik ten gevolge hebben, en daarmede zal evenzeer uit den aard der zaak eene betere bearbeiding van den grond (hetzelfde waartoe ik bij dezen getracht heb aan te sporen) gepaard gaan, maar het is van veel belang dat het hoe eerder hoe beter geschiede, want als de industrie (ook de onze) door inspanning en goed beleid iu hare netto resul taten verbeterd, dan wordt het maatschappelijk kapitaal grooter, zonder schade in eenig opzigt, en het gevolg hiervan weder ia natuurlijk, dat, wat ons vak betreft, op dezelfde oppervlakte gronds meerdere handen werk en meerdere monden brood kunnen vinden dan voor dien tijd het geval was. Nogmaals dan, vrienden, even zoo als het beter is om er ééne deugdzame koe op na te houden als men haar in alle opzigten goed verzorgt,, dan twee die men, zij het dan ook niet verwaarloost, maar toch niet zooveel goed doet als wenschelijk is, omdat de twee dan toch nog veel duurder uitkomen in onderhoud dan de ééne, en de laatste alleen zooveel oplevert als de twee mogelijk, even zoo is het met ons land gesteld. Tot mijne schande, maar om aan mijn betoog tot uw voordeel, meerder kracht bij te zetten, waarde lezer, ?al ik u ten slotte nog in vertrouwen mededeelen, dat ik jaren lang, even als zoo vele anderen, de verkeerde handelwijze, die ik straks heb bestreden, gevolgd heb. Maar als ik mij niet vergis, ben ik op den weg tot beterschap, en 'tzij gij, even als ik, de schade van de fout reeds hebt ondervonden of niet, ik kan u als goed vriend aanraden om mijn voorbeeld te volgen, want bij den toeleg op de manier van werken, welke ik u heb aangeprezen, bevind ik mij voorloopig best. Iets op Industrieel gebied. Tot voor korten tijd werden onze kleederen, volgens de wet waaraan al het eindige onderworpen is, lompen, nu evenwel worden, en dat wel in de letterlijke beteekenis van het woord, lompen tot kleeren. Dit gebruik is van Engeland ook naar Duitsohland, naar de Rijnstreken, naar Neder-Lausitz, naar Mahren en naar andere fabriekplaatsen overgebracht geworden, ofschoon het tot nogtoe in Engeland wezenlijk inheemscb is. Een groot deel van die veel soortige stoffen, waaruit de tegenwoordig algemeen in gebruik zijnde reiscostumen bestaan, die, hoewel ze van niet veel smaak getuigen, toch zeer practisch zijn, die tegenwoordig zoo algemeen gezochte grijze stoffen namelijk, welke kleur met allerlei schake ringen, zooals blauw, geel, bruin, rood, enz. voorkomt, bestaan voor een groot deel in allen ernst uit de lompen van afgedragen rokken en broeken, en worden in Engeland met den algemeeneu

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1873 | | pagina 1