ADVERTENTIËN. Gemeenteraad van Texel. Burgerlijke Stand. Gemeente Helder. Marine-Haven Nieuwediep. V. Koegras. S. 1 Maart te Cape Coast zijn. Alle handel heeft opgehouden. De commandant van Accra meldt dat hij niet in staat is de bewoners dier plaats bij te staan, en toch hebben de kooplieden gedurende het laatste jaar meer dan 1500 p. st. per maand belasting betaald, zonder er voor een stuiver voordeel van te hebben getrokken. Men kan zich op eene vreeselijke gebeurtenis voorbereiden." In den jaarlijkschen roeiwedstrijd op den Theems tnsschen de beide Engelsche hoogescholen bleef Cambridge (licht blaauw) ditmaal wederom overwinnaar. De ,Cantabs" waren die van Oxford drie bootslengten vóór. Dnitschland. Naar aanleiding van het feest, hetwelk de veldmaar schalk graaf von Wrangel den 30sten Maart gevierd heeft toen bij den dag herdacht, waarop hij vijftig jaar geleden tot generaal werd bevorderd, is door verscheidene couranten medegedeeld, dat dergelijk feest nimmer door eenig officier in het Pruissische leger is gevierd. De Kreuz-Zeitung echter weet twee voorbeelden aan te halen, dat van den maarschalk von Möllendorff en van den „ouden Dessauer," beide veldoversten van Frederik den Groote. Bovendien is een 50jarig generaalschap bij Prinsen van den bloede, die op jeugdiger leeftijd tot zoo hoogen rang opklimmen, meermalen voorgekomen. De Keizer zelf is reeds 55 jaren generaal. Wat graaf von Wrangel betreft, deze is in 1.783 geboren, op löjarigen leeftijd in het leger getreden en na 25 jarèn diensttijd tot generaal-majoor bevorderd. Den veldtogt van 1866 heeft hij nog gedeeltelijk, maar zonder commando te voeren, medegemaakt; in den veldtogt van 1864 heeft hij van Dec. 1863 tot Junij 1864 het opper bevel gevoerd, maar het toen uithoofde van zijnen hoogen ouderdom nedergelegd. Te Stuttgart komen sedert eenige dagen ongeregeld heden voor. Een soldaat had in den winkel van een Israëlitischen kleederenhandelaar met dezen woordenwisseling gekregen en was eindelijk met hulp der politie uit den winkel gezet. Ten gevolge van den tegenstand, dien hij bood, had hij kwetsuren bekomen, die echter niet gevaarlijk zijn. Het Stuttgartsche gepeupel liep, toen het gebeurde ruchtbaar werd, te hoop en wierp niet alleen bij dezen handelaar en bij eenige zijner geloofsgenooten de glazen in, maar toonde zich vooral ook op de politie gebeten. Met hulp der militaire magt werd de orde hersteld, maar eiken avond komen op nieuw zamenscholingen voor. Ongeveer 40 personen zijn den eersten avond in hechtenis genomen. Van het voorval wordt veel ophef gemaakt, maar tot dusver blijkt niet, dat hier van iets anders dan van een gewoon straatschandaal spraak is. Volgens latere berigten zijn de buitensporigheden niet herhaald geworden. De zamengeschoolde nieuwsgierigen werden zonder moeite uiteengedreven. Oostenrijk. De tentoonstelling te Weenen zal prijken met een Italiaansch meesterstuk, namelijk eene witmarmeren groep, voorstellende Edward Jenner, terwijl hij de proef der vaccinatie neemt op zijn kind; zij is gebeeldhouwd door Giutio Monteverde. Van welke zijde men de figuren van vader en kind ook beschouwt, zij schijnen te leven en zich te bewegen. Edward is gekleed als een deftig Engelsch burgerman van het begin dezer eeuw; de regterarm omvat liefderijk het kopje van het kind, terwijl de hand het lancet drukt; met den linker arm doet hij zich geweld het wicht te bedwingen, de vingers der regterhand laten van dien dwang eenige indrukken achter in het mollige armpje, n De spieren van het voorhoofd van Jenner staan gespannen men ziet het, een denkbeeld, een groot denkbeeld houdt dien geest bezig; een doordringende blik zoekt de plaats, 11 waar veilig het lancet kan worden aangewend. In geheel r| dat gelaat spreekt de vaste wil des vaders, om zich niet te storen aan 't weeklagen Van zijn kind; 't is of hij bij tl zichzelf zegt: huil vrij, mijn kind, maar ik zal u voor eene 11 tamp vrijwaren. Ook het kind is prachtig weergegevenziet, hoe het met k I de beentjes sparteld en zich kronkelt, ziet die weenende oogjes, de gewrongen en pijnlijke trekken van het kermend mondje. Het beeld van het kind overtreft welligt alles, 0 I wat er in dat opzigt tot dusver werd geleverd op dit gebied. DOK CARLOS VII. Met belangstelling zal men zeker eenige bijzonderheden vernemen omtrent den pretendent tot den Spaansehen troon, die op het oogenblik het noorden van Spanje in zulk een hevige beroe ring brengt. Don Carlos VII is den 30sten Maart 1848 te Laybach in Oostenrijk geboren. Zijn vader, don Juan, die de regten op den Spaansehen troon erfde van zijn ouderen broeder, don Carlos VI (graaf de Montemoiin), huwde den 6 Febr. 1847 met dona Beatrice, dochter van Frans IV, groothertog van Modena. Een tweede won werd te Londen uit dat huwelijk geboren, don Alphonsus, die op 't oogenblik het leger der Carlisten in Catalonië kommandeert. De tegenwoordige Carlos, kleinzoon van Carlos V en neef van Carlos VI, is dus op 't oogenblik 25 jaar; hij huwde den 4 Febr. 186? in de kapel van Frohsdorff met Prinses Margareta van Bour bon, oudste dochter van den hertog van Parma en nicht van den [raaf van Chambord. De echtelieden hebben achtereenvolgens [fwoond te Ebensweijer, Gratz, Londen, Parijs en Genève. Uit ht huwelijk zijn drie kinderen geboren, Bianea en Elvire, en tt zoon don Jaime. Zij zijn op 't oogenblik met hun moeder k Genève. Don Carlos houdt zich ergens in Frankrijk op, aan den voet kr Pyreneën. Vijf of zes personen kennen alleen het oord zijner ■Mdentie en vier prefecten zijn soms geheele nachten bezig met bt ontcijferen der rapporten van agenten, die met het bewaken 'au de handelingen der voornaamste Carlistische spionnen zijn keiast. Don Carlos ontvangt van dezen dagelijks dépêches uit het hoofdkwartier. De pretendent is een man van zeer hooge gestalte, in de volle 'racht van zijn leeftijd. Levendig, buigzaam, snel in zijn gebaren 81 kort van stof, schijnt hij met moeite het vuur van zijn strijd- tatig temperament in bedwang te houden. Zijn kracht is die van een athleet en hij toont dio gaarne. Hij berijdt 't liefst de stevige bergpaarden, om ze vrij met zijn gespierde beenen te kunnen om knellen en ze met zijn vuist in bedwang te houden. Zijn haar is zwart, even als de oogen, en golft hem in breede krullen in den nek; zijn nog jeugdige baard, dien hij geheel draagt, is bruin en geeft een krachtige uitdrukking aan de regelmatige trekken van zijn gelaat. De aanvoerders van het Carlisme zijn allen veteranen van den zevenjarigen oorlog (den Spaansehen, wel te verstaan) en don Carlos heeft ze reeds vroeg leeren respecteren. De verhalen van de bladen, die hem voorstellen als vervuld met plannen om de inquisitie weer te herstellen en Spanje twee eeuwen terug te voeren, wekken niet weinig den lachlust op van don Carlos, wiens denkbeelden zoo modern mogelijk zijn; maar men bedriege zich niet schrijft de correspondent, aan wien deze bijzonderheden ontleend worden in de beoordeeling van het karakter van dien vurigen jongen man, die nu nog zijn hoofd stoot tegen de Pyreneën, welke hij op raad van zijn vrienden nog niet mag overschrijden. Hij weet, dat in Spanje een concessie duurder kost dan overal elders en evenzeer weet hij, welke helling de laatste souvereinen zijn afgegaan. In dit land, waar het verraad in het ras zit en waar geestdrift zoo goedkoop te verkrijgen is, moet een Koning den vijand het hoofd bieden als „la prima spada" in een stierengevecht; zoo hij zijn mantel een oogenblik in het slijk laat slepen, zoo hij de oogen afwendt van het schouwspel der volkshartstogten, is hij verloren. Zoo don Carlos er eenmaal in slaagt om Spanje bij de manen te grijpen, zal hij het als aan een ongetemd paard de sporen inzetten en het misschien al het gewigt van zijn stalen hand doen gevoelen. (D.) Vergadering van Zaturdag 29 Maart 1873. Tegenwoordig 8 leden; afwezig de heeren C. Beij, H. Bakker, P. Langeveld en W. Hillenius, de twee Iaatsten met kennisgeving. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter doet mededeeling van het volgende ingekomen stuk: Kekwest van den heer Eschauzier aan HH. Gedeputeerde Staten, inhoudende bezwaar tegen zijn aanslag in den Hoofdelijken Omslag, om te dienen tot berigt. Op voorstel des Voorzitters wordt zulks aan de orde gehouden, als zullende straks met de definitieve afdoening van de vaststelling van het kohier worden behandeld. Voorts wordt, overeenkomstig het in de vorige vergadering ge nomen besluit, aan de orde gesteld het antwoord aan de directie der Vereeniging voor Werkverschaffing alhier, betreffende hun ver zoek tot kosteloos gebruik van het schoollokaal, De Voorzitter deelt daaromtrent een gemotiveerd antwoord mede, inhoudende om, hoewel het nuttige der zaak toejuichende en de directie daarvoor bescheiden prijzende, dit verzoek te wijzen van de hand. De heer Ments kan een afwijzend antwoord in dezen niet goed keuren. De Werkverschaffing is van algemeen belang; de ingezetenen erkennen zulks door hunne bijdragen. Hij wil, dat men de directie tot bekoming van een ander gebouw adsistere. De heer Westenberg vereenigt zich met het gevoelen van den heer Ments. Hij verlangt, dat aan de directie de behulpzame hand worde geboden tot bekoming van een ander lokaal, in aanmerking nemende het nut der zaak en dè vele bezwaren, welke de directie zich getroost. De heer Keijser meent, dat, nu het bedoelde gebouw reeds is aangewezen tot verandering voor telegraaf- en postkantoor, men niet zoo direct daarover tot een ander doel kan beschikken. De Voorzitter meent, dat de Kaad zich daaromtrent thans niet kan verbinden; het oude gebouw is provisioneel bestemd tot tele graaf- en postkantoor, waarvoor het Rijk den jaarlijkschen huur prijs zal vergoeden. Blijkt het nu, dat de kosten van verandering te groot zijn, dan kan den Raad alsnog besluiten dit gebouw te veranderen of een nieuw daar te stellen. De heer Bruin koestert vrees, dat de kosten voor verandering te groot zouden zijn. De heer Zijm is tegen eene afwijzende beschikking. De heer Westenberg stelt voor, het verzoek der directie aan te houden en adressanten te berigten, dat men voor het oogenblik ni'et kan treden in hun verzoek, maar dat deze zaak later zal worden beslist. De raad vereenigt zich hiermede. Aan de orde wordt gesteld de verdere behandeling van den Hoofdelijken Omslag. De heer Ments wenschte als beginsel aangenomen te hebben, dat men de aangeslagenen zou verhoogen met 3 pCt. van hun vermoe delijk batig saldo, en daarna de minderen zooveel mogelijk roijeren. Hij wenscht dit in omvraag gebragt te hebben. De Voorzitter acht dit voorstel op een ongeraden tijdstip ter tafel gebragt en geeft den heer Ments in overweging het in te trekken. De heer Bruin ondersteunt dit gevoelen en vermeent, dat het volgende jaar zulks misschien kon gelden. De heer Keijser heeft, met zooveel andere voorstellen, ook dit van den heer Ments gehoord. Hij gelooft, dat zulks nooit van toepassing kan zijn. De moeijelijkheid om te kunnen oordeelen wat iemand bezit is reeds gebleken; nog moeijelijker zoude het zijn om diens batig saldo te berekenen. Hij verklaart zich tegen dit voorstel. De heer Ments persisteert bij zijn gevoelen en verlangt, dat zijn voorstel worde in stemming gebragt en wel, dat men in aanmer king zal nemen, bij de vaststelling van den Hoofdelijken Omslag 3 pCt. te heffen van het vermoedelijk batig saldo der personen, om zoodoende den mindere zooveel doenlijk te verminderen of te roijeren. Met 6 tegen 2 stemmen wordt dit voorstel verworpen. Voor stemden de heeren Ments en Westenberg. Vervolgens ging men over tot de verdere behandeling van den Hoofdelijken Omslag. De heeren Mantje en Koppen voerden daarover achtereenvolgens het woord en wezen vele personen aan als te hoog, anderen als te laag aangeslagen. Na eenige discussiën worden deze aanslagen vastgesteld. Niemand verdere reclame hebbende, wordt de secretaris uitge- noodigd het totale cijfer van het kohier op te maken. Daarna werd het door den Raad vastgesteld. Na 8 dagen ter visie gelegen te hebben, zal het aan Gedeputeerde Staten worden ingezonden. Voorts wordt behandeld het kohier van de Hondenbelasting, verschijnende 1 Julij 1873, sluitende met een totaal van f 279, hetwelk zonder eenige verdere discussie wordt gearresteerd. De Voorzitter wenschte nu te behandelen de reclame, door den heer Eschauzier aan HH. Gedep. Staten gezonden, en gesteld in handen van den Raad om berigt van consideratie en advies. Er wordt besloten, overeenkomstig het voorstel des Voorzitters, aan den adressant de gronden van den aanslag mede te deelen en hem daarop nader te hooren. Niets meer aan de orde zijnde, wordt de vergadering gesloten. Opgave van af Zaturdag middag tot Dingsdag middag. BEVALLENE. Boll, geb. Schagen, (Z.). E. Meijer, geb. Kunst, A. Kuiper, geb. Duinker, (D.). C. Wentel, geb. Kuiper, (Z.). K. Jochems, geb. de Vlaming, (Z.). G. Berloo, geb. Fijnhaar, (Z.). C. Abeln, geb. Nobbes, (Z.). OVERLEDEN: L. Breijer, 37 jaren. J. Lastdrager, geb. Valk, 61 jaren. J. Jongkees, 66 jaren. lATERE BERIOTEV. Jl. Zaturdag avond werd de laatste les in dit saizoen gehouden aan de Industrie-scbool alhier, in tegenwoordigheid van het Dagelijksch Bestuur en leden van den Raad der gemeente, de commissie van Toezigt op het Middelbaar Onderwijs, Bestuurders van 't Nutsdepartement en Bestuur ders der school. De onderwijzers A. J. Leijer en W. Kuyk waren met verschillende afdeelingen bezig, de eerste behan delde vraagstukken betreffende toegepaste wis- en werktuig kunde, laatsgenoemde sprekende over aardrijkskunde en geschiedenis. Inmiddels werden in een neven-lokaal de vervaardigde teekeningen bezigtigd, waarbij de onderwijzers N. J. Leijer en J. C. Leich de noodige inlichtingen gaven. Vervolgens behandelde de heer A. J. Leijer met de hoogste afdeeling de spankracht der lucht, toegepast op 't gebruik der brandspuit, opgehelderd door welgeslaagde proeven, o. a. met een model-brandspuit. Ten slotte hield de heer G. Scholten eene toespraak tot de leerlingen en beval hij deze nuttige inrigting aan in de belangstelling der autoriieiten. Aan een zestal leerlingen, die de school verlaten, werden prijzen uitgereikt. Weerkundige Waarnemingen te Helder (Landskeet). |Mrt. April. Uren. Windrigting en Kracht. Barometer mm. Thermometer C. Vochtigh. procent. Toestand van de e ee. Stand. Afw. Stand. Afw. 30 12 noto. 0.2k. 763.03 f 2.43 9.2 t 1-7 0.90 Vlak. 31 12 zzo. 0.3 757.78 - 2.18 14.6 t 7.0 0.78 b 1 8 zzw. 0.7 759.43 - 0.52 8.5 f 2.8 0.98 1 12 zwtz. 0.6„ 761.88 f 1.93 8.8 f 1.0 0.89 Weersgesteldheid-30 Maart 12 u. Helder, schoonweer. 31 Maart 12 u. Ligtbewolkt, schoon. 1 April 8 u. Dikke mist, mooi. 1 April 12 u. Mistig, nevelig, mooiweer. Zeilklaar liggendeen vertrokkenSohepen Groote Vaart. Aankomst. Vertrek. Schip. Gezagvoerder. Bestemming 11 Maart. 1 April. Insulinde. S. Duinker. MacassarviaNewc. 28 Fokke. R. H. Reinders. Montevideo. 29 J. Steele. W. R. Leighton. Philadelphia. Binnengekomen Koopvaardijschepen GrooteVaart. Binnengek. Schip. Gezagvoerder. Cargadoor. Herkomst. 31 Maart. Staats. v.Ewijck. E. Mulderqq. Duink.&Goedk. Soerabaija. Binnengekomen Schepen bestemd hunne lading in de Binnenhaven te lossen. Schip. Gezagvoerder. Herkomst. Lading. Cargadoor. Kepier. C. Mohrke. Sunderland. Steenk. ZurMühlen&Co. Bevallen van een Zoon K. JOCHEMSDE VLAMING. Helder, 30 Maart 1873. Algemeene-en bijzondere kennisgeving Heden ontsliep, zacht en kalm, na een geduldig lijden, onze geliefde Moeder JANNETJE VALK, nagelaten Weduwe van JAN LASTDRAGER, in den ouderdom van ruim 61 jaren. Degenen die haar van nabij gekend hebben zullen beseffen wat wij in onze zorgzame Moeder verliezen, maar wij hopen in Hem te berusten, die alles doet naar Zijn welbehagen. Nieuwediep, 29 Maart 1873. Uit naam van Kinderen, Behuwd— en Kleinkinderen, A. LASTDRAGER. Wij ondergeteekenden, Tusschendeks-Passagiers van het Stoomschip MAAS, Kapitein DEDDES, betuigen hierbij onzen dank voor de goede behandeling aan boord genoten, de minzame en vriendelijke handelwijze zoowel van den Gezagvoerder als van den minsten matroos verdient allen lof; ook de Hofmeester tusschendeks komt dezen lof in hoogen mate toe, daar hij gedurende de reis zijne passagiers in alles te gemoet kwam. Daarom raden wij onze landgenooten, die de reis naar Amerika willen maken, aan, van deze Maatschappij gebruik te maken, te meer, daar de eerst ondergeteekende bij ondervinding weet, hoe het op Engelsche stoomschepen toegaat. Het verschil van behandeling en voeding op deze booten en de bovengenoemde is zeer gioot. P. VAN MAASTRECHT, OoltgmiplMi. J. H. HOFFMAN, Amerikaansch burger. A. VAN VLIET en Gezin, van Rotterdam. R. C DE GROOT en Vrouw, Al k-rum,Friesland. P. BLOEMSMA en Gezin, Èerbayum, ïdtm. M. DE RADDER en Vrouw Nieuwediep. C. GEELHOED, Breischor. J. VAN WETZINGA, Groningen. T. VEENSTRA en S. VEENSTRA, Zuidbroei. H. W. SPRIK en E. JENESON SPRIK, idem. FRIEDRICH WELSCH, Rhein—Pfalz. MICHAEL GRjETZ, Baiern. G. TROMMEL, Middclharnis. JOSEPH BURGER, aus Wtstfalen. JOSEPH BAUER, Baden. GEORGE ENGELMEIER. F. E. A. MIEDEMA. Ik heb uw brief ontvangen. Daarvoor dank zeggende. Wij zullen waken. K. K. Allen die iets te vorderen hebben van 'den 2den Luitenant der Mariniers W. F. PAEHLIG, worden verzocht hunne reke ningen vóór den t Augustus aanstaande in te zenden bij den Heer P. GROEN, Makelaar in Effecten, enz., enz., zullende door dezen de quitering dier rekeningen in boven genoemde maand geschieden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1873 | | pagina 3