Benoeming-en, enz.
Buitenland.
Engeland.
toezjgt over de voorwerpen, die uit Nederland daarheen
worden gezonden. De heeren Eigeman, president der
vereeniging van en voor Nederlandsche industriëlen, en H.
Witte, hortulanus der Leidsche Academie, zijn daarmede
belast. Te Weenen is alles voor het doel uitnemend inge-
rigt en een groot lokaal gehuurd om de hoofdcommissie te
kunnen huisvesten, die daarin een Nederlandschen chef de
bureau en conciërge vinden.
Bedankt voor het beroep naar Rotterdam door ds.
van Hoogenhuiyzen, pred. te Steenwijk.
Men schrijft ons van Texel, dd. 5 dezer:
„Een met leijen beladen Engelsche schoener is gisteren
bij de Eijerlandsche gronden verzeild geraakt en zit reeds
vol water. De bemanning heeft zich met de scheepsboot
weten te redden. Men wss van de Cocksdorp bezig zooveel
mogelijk van 't gestrande schip te bergen."
De commissaris van Politie Beukman heeft zich jl.
Vrijdag op verzoek van den burgemeester van Schoonhoven
naar laatstgenoemde gemeente begeven en een huiszoeking
gedaan in de woning van zekere vrouw B., die met haar
man was aangehouden, als verdacht van voorwerpen te
hebben opgegraven, die van de vermoorde mevr. van der
Kouwen afkomstig konden zijn. De reden tot aanhouding
dezer personen bestond daarin, dat de vrouw, die in bloed
verwantschap met Behagel staat, op een weg nabij Schoon
hoven door twee personen is gezien, toen zij bezig was
met graven onder een brug en zij het bij het hooren van
onraad onmiddelijk op een loopen zetten. De heer Beukman
is te 's Hage teruggekeerd, nadat hij de beide aangehoudenen,
bij wie toen geen voorwerpen heeft kunnen vinden, in
vrijheid heeft doen stellen. (Het Vaderland)
Men meldt aan de B. o. Z. Ct. het volgende:
„Wie jl. Zondag de godsdienstoefening der hervormde
gemeente te Ossendrecht bjjwoonde, was getuige van een
treffende plegtigheid.
Een eerwaardig grijsaard, de heer J. W. Oudegeest,
die op 16 Maart jl. na ruim öljarige ambtsbediening, zijne
betrekking als predikant der Herv. gemeente te Schelluinen
had nedergelegd, bevestigde zijn jongsten zoon, de heer
H. G. Oudegeest tot predikant van de Herv. gemeente te
Ossendrecht, en terwijl deze nelerknielde om den vaderlijken
zegen te ontvangen, plaatsten, met drie andere predikanten
ook zijne vijf broeders zich om hem henen, de predikanten
der Hervormde gemeenten te Opijnen, Made, Engelen,
Vlijmen en Donkerbroek, ten einde alzoo door de gebrui
kelijke handoplegging, ook hunnen jpngsten broeder te
wijden tot het ambt, door hen allen gekozen, in navolging
van hun achtingwaardigen vader. Zigtbaar nam de gemeente
deel in de dankbare vreugde van de familie Oudegeest,
voor wie dit een onvergetelijke feestdag was.
Aangezien de beste paarden reeds op de stallen
waren verkocht, was de aanvoer jl. Dingsdag op de voor-
markt te Zwolle zeer gering. Woensdag zijn op de Palm-
paardenmarkt ruim 500 paarden aangevoerd, waaronder
vele 'goede tuigpaarden en beste werkpaarden, die zeer
gewild waren. Men besteeddevoor luxe- en tuigpaarden
van f 500 tot f 800, voor een span bruine paarden betaalde
men f 1800, voor goede werkpaarden van f 200 tot f 400,
mindere dito van f 100 tot f 180; voorde slagtbank waren
bijna geen paarden aangevoerd. Er waren weinig Fransche
kooplieden aanwezig.
De boter, die vóór nog slechts weinige weken te
Deventer f 30 a f 32 per 1 ton gold, is sedert eenige
dagen zoodanig in prijs gedaald, dat men thans voor de
beste soort slechts f 26.25 betaalt.
Op de eerste voorjaars-veemarkt, jl. Maandag te
Steenwijk gehouden, besteedde men voor vette koeijen 70
a 74 cent per kilo; kalfde koeijen golden f 150 a 250;
melk-dito f 130 a 220; gusten f 150 a 200; vaarsen f90
b. 150; pinken f 50 a 110; kalveren f 30 a 50; stieren
f 80 k 120; vette varkens per kilo 58 a 64 cent; magere
f 30 a 60; biggen f 10 a 22; Friesche schapen f 14 a.34;
Drentsche dito f 8 a 13; geiten f 8 a 15.
Dilkens, vroeger conducteur in dienst van van Gend
en Loos en die zich in het afgeloopen jaar heeft schuldig
gemaakt aan het ontvreemden van geld en andere waarde,
is dezer dagen in de gevangenis te Leeuwarden overleden.
Dezer dagen werd door dr. A. Smith, te Beerta, een
merkwaardig huiselijk feest gevierd. De 81jarige grijsaard
had namelijk de gelijktijdige benoeming vernomen van zijn
zoon tot luitenant-kolonel van den geneeskundigen dienst
en van zijn kleinzoon tot officier van gezondheid 2de klasse.
De waardige grijsaard neemt ook zelf nog met ingenomen
heid en ijver zijne nu bijna 56jarige praktijk waar.
In zeker oppassend huisgezin te Assen kwam men
voortdurend geld te kort; dat gaf aanleiding tot huiselijk
ongenoegen. Eindelijk kwam men op de gedachte, dat een
vreemde hand het tekort kón veroorzaken. Men nam nu
tót de volgende list ter ontdekking zijn toevlugt. Man en
vrouw gaan wandelen, en twee vrienden verbergen zich
in de woning. Naauwqlijks hadden deze laatsten hun
schuilplaats betrokken of daar hooren zij iemand naderen,
een sleutel in de kast steken en zich van de klinkende
munt meestermaken. Uit hunne schuilhoeken toegesprongen,
grijpën zij den dief; en tot hunne groote ontroering is het
de -70jarige buurman, die terstond daarna aan de politie
overgeleverd naar de gevangenis werd overgebragt.
Op den 8 Junij zal een duivenwedstrijd óp gröóté
schaal plaats hebben. Ongeveer 3000 duiven, behoor'ende
aan personen te Brussel en dertig mijlen in den omtrek,
zullen te Parijs in de acclimatietuin worden opgelaten.
Een man in Maine heeft de kunst uitgevonden
valsche oesters te maken.
Te Farmington had onlangs een begrafenis plaats,
toen de stoet langs een huis kwam dat in brand stond;
terstond gingen zij die het lijk volgden, aan het blusschen
en werd de begrafenis eerst daarna voortgezet.
Tot secretaris der gemeente Venhuizen en Hem is benoemd de
heer L. Schuitemaker.
De kapt.-luits. ter zee jhr. A. R. A. M. Clifïord Kocq van Breugel
en I'. H. P. van Alpheu worden, met den laatsten dezer, eervol
ontheven van het bevel, respect, over het raderstoomsehip Valk en
het raraschip Buffel, de eerste op non-aet. gesteld en de tweede
met l Mei a. s. bij het departement van Marine gedetacheerd, ter
hervatting van de werkzaamheden, verbonden aan de betrekking
van inspect. over 's Eijks stoomvaartdienst en van lid van de
commissie tot het examineren van zeeofficieren, enz.voorts worden
de kapt.-luits. ter zee A. Dronkers en W. Sluytermau van Loo
met 1 Mei a. s. belast met het bevel, respect, over het rader-
stoomschip Valk en het ramschip Buffel.
Met den 1 Mei a. s. zijn bevorderd: tot dirig. off. van gez.
bij de zeemagt, de off. van gez. 1ste kl. W. Dammann, J. A. C.
von Königslöw en dr. F. J. van Leent, en tot off. van gez. 1ste kl.
de off. van gez. 2de kl. W. PanUevis, C. J. van Stockum en
B. H. Thomson.
De dirig. off. van gez. bij de zeemagt A. H. Neyssel, J. G.
Slieker, W. Dammann (hierboven genoemd) en de off. van gez.
lste kl. M. J. Cijfveer worden met den 1 Mei a. s., ter zake van
langdurige dienst, op pensioen gesteld, respectivelijk ten bedrage
van f 1500, f 1500, f 1100 en f 1000 's jaars.
De op non-activiteit-stelling van den luit. ter zee lste kl, H.
J. S. van der Sloot, gedetacheerd bij 's Rijks werf te Willemsoord
en toegevoegd aan den equipage-meester der marine aldaar, met
den laatsten dezer, zoomede de plaatsing van den luit. ter zee
lste kl. J. M. Brevet, te zijner, vervanging, met den 1 Mei daar
aanvolgende, worden ingetrokken en beschouwd als niet te zijn
geschied.
De generaal-majoor Booms, chef van deir generalen staf, is op
zijne aanvrage gepensioneerd, ten bedrage van f 2466 's jaars,
onder dankbetuiging voor de vele hoogst gewigtige diensten aan
het leger en den lande bewezen.
STATM-GMEIIA AL.
Tweede I£ainer.
Zitting vau Donderdag 3- April. Met 31 tegen 29 stemmen
is aangenomen het amendement Wintgens, om de competentie der
kantonregters, wat de geldsom betreft, te laten op f 200. Ver
volgens werd met 40 tegen 24 stemmen verworpen artikel 47 van
het ontwerp, waarbij aau den kantouregter was opgedragen de
kennisneming van de zoogenaamde buren-geschillen. Nog is zonder
verzet van den minister aangenomen het amendement der commissie
van rapporteurs, dat strekt om te bepalen dat kantonregters tot
f 50 in hoogste ressort, vonnissen in zoogenaamde kleine zaken.
De verdere behandeling der wet is geschorst tot later.
Gisteren, Vrijdag 4 April, was o. a. aan de orde de behandeling
van het wetsontwerp tot tijdelijke beperking der bevoegdheid tot aan
munting van zilveren standpenningen, het wetsontwerp tot ont
eigening voor de bedijking en droogmaking van de N oord-Zuider
polder en de interpellatie Nierstrasz naar aanleiding van Eeuter's
telegram, in alle couranten opgenomen, dat de oorlog aan Atsjin
verklaard was. Nadat de Kamer met 55 tegen 1 stem het eerste
wetsontwerp, met algemeene stemmen het tweede aangenomen heeft,
komt het woord aan den vertegenwoordiger uit Delft, die de
gelegenheid aangrijpt om gedurende de discussie de Kamer te ver
rassen op een sierlijke redevoering.
Op de vraag van den interpellant of er bij de regering nadere
berigten ingekomen waren omtrent den stand van zaken op de
Noordkust van Sumatra, antwoordde de minister van Koloniën,
„dat de regering niet meer inlichtingen geven kon dan zij reeds
in de Kamerzitting van 27 Febr. gedaan had, maar dat gisteren
in den vroegen morgen een telegram ontvangen was, meldende dat
de oorlog den 26sten Maart verklaard was, nadat Atsjin voort
gegaan was zich te wapenen, niettegenstaande hieromtrent ophel
deringen gevraagd waren." Den minister voor de inlichtingen
dank zeggende, wijst de heer Nierstrasz op het gevaarlijke van
den toestand, de onvoldoende scheepsmagt in Indië (spreker beweerde,
dat van 21 schepen 3 bruikbaar waren), de slechte inrigting der
troepen op Java, het gevaar dat men loopt door Java van troepen
te outblooten, enz., alle welke beweringen de minister als te onpas
aangevoerd brandmerkt, terwijl hij zich beroept op de Grondwet
wat betreft den eisch om de stukken, die inlichtingen kunnen geven,
der vergadering voor te leggen.
Na vrij hevige discussiën over en weer, waarin zich nog op
bezadigde wijze mengden de heeren van Zuylen van Nyevelt en
van Reenen, worden de beraadslagingen als geëindigd beschouwd
toen de minister de verzekering gegeven heeft dat hij, zelfs als de
Kamer niet bijeen mogt zijn, door middel van de Staatscourant
omstandiger schriftelijke berigten, als zij hem zouden toegekomen
zijn, mededeelen zou.
Frankrijk.
Félix Pyat, dezer dagen bij verstek ter dood veroor
deeld, heeft, bij het vernemen van het over hem gevelde
vonnis, aan den voorzitter der Nationale Vergadering den
volgenden brief geschreven, dien hij door middel van de
Times openbaar maakt: „Heer voorzitter. Ter dood ver
oordeeld, is het tijd dat ik mijne zaken regel. Lang zal ik
daarmede niet behoeven bezig te zijn, daar het leger van de
orde mij, op de huid na, alles, tot zelfs mijn hemden, ont
nomen heeft. Doch ik gèef er niet om. De Nationale
Vergadering is mij schuldig presentiegeld als afgevaardigde,
25 francs daags, van 13 Febr., dag van hare opening, tot
2 Maart, den dag toen, na het sluiten van den vrede, ik
heb moeten heengaan, na het woord gesproken te hebben,
dat de kreet van Frankrijk geworden is: „ontbinding!"
Ware de vergadering toen gestorven, hoeveel meer leven
den zouden er thans zijnDoch dat is hier de vraag' niet.
Zestien dagen h 25 francs maakt 400 fr.. welke ik' even
min ontvangen heb als de duizend francs van de' Commune.
Ik legateer dus deze 400 francs aan de betrekkingen der
politieke slagtoffers, en verzoek u dit bedrag, met den
penning dien ik hierbij voeg, te doen toekomen aan de
commissie die zich met de inzameling ten behoeve van die
ongelukkigen belast. Voorzeker, tot leniging van zulk een
nood is mijne bijdrage luttel; maar indien, op mijn voorbeeld,
gij en uwe 750 medeleden op uwe zaken zoo wel als op uw
geweten wilt orde stellen, indien gij met hetzelfde doel
wilt afzonderen niet wat men u schuldig is, maar wat gij
onwettig ontvangen hebt sedert dat uw mandaat ten gevolge
van het sluiten des vredes is afgeloopen, dan zullen de
arme weduwen de weezen kunnen opvoeden, die weezen
geworden zijn doordien de vergadering hen er toe gemaakt
heeft, dewijl zij langer leeft dan haar regtens toekomt.
Ik heb de eer te zijn, heer voorzitter, uw ex-medelij
Félix Pyat. Londen, 30 Maart 1873."
De receptie van den hertog van Aumale in de Academie
te Parijs heeft plaats gehad. De hertog kwam binnen,
vergezeld van de heeren Thiers en Guizot. Zij werden
ontvangen met toejuichingen. De rede van den hertog
werd herhaaldelijk door toejuichingen afgebroken. Vooral
was dit het geval toen hij zeide: „Arm Frankrijk I raap
uwen gebroken degen op, werk en schep moed." Bij het
verlaten van het gebouw was een talrijke volksmenigte
tegenwoordig, die de kreten deden hooren: Leve Thiers,
leve de Republiek!
De leeuwin in den Jardin des Plantes te Parijs heeft
in 't begin dezer week een jong geworpen, dat zij terstond
met haar gemaal heeft opgepeuzeld.
In de finantiële kringen te Parijs heeft dezer dagen
vrij veel sensatie verwekt, de verdwijning van den aldaar
residerenden vice-consul van Spanje, den heer Calvoy Ternel,
met achterlating van een tekort van 350,000 fr., in zijne
kas, of liever in een hem toevertrouwd depót, van aan het
Spaansche gouvernement toebehoorende staatsschuldbrieven,
Naar het schijnt, had men die vlugt veorzien, en stond de
heer Olozaga gereed om tot de arrestatie van den consulaire»
agent over te gaan, toen het bleek dat deze zich verwij
derd had. Men vermoedde dat hij Parijs had verlaten,
en had daarom met den telegraaf in alle rigtingen zijn aan
houding gelast. De heer Calvoy had zich echter te Parijs
schuil gehouden en heeft zich Maandag jl. bij de Spaansche
ambassade in arrest begeven. Maandag avond is hij, doot
een paar agenten van politie en den ambassade-secretaris
begèleid, naar Spanje vertrokken. Volgens la Liberté, zon
het tekort 150,000 fr. minder bedragen, daar de consul in
December jl. van de onder hém berustende waarde een
gedeelte gerestitueerd had.
Te Carbini op Corsica heeft zekere Canarqlli de twse
dochters uit het gezin, waar hij gastvrijheid had genoten,
verleid; .de familie der ongelukkige meisjes heeft hem een
voudig doodgeschoten.
Betreffende het vergaan van het stoomschip Atlantic
ontving de Pall Mali Gazette het volgend telegram uit
Halifax, gedagteekend van 2 dezer.
„De derde stuurman, de heer Brady, kwam alhier aa»
en rapporteerde dat de Atlantic Dingsdag ten 2 ure na
middernacht op Meagher's Head, in Prospect Hourbouj,
stootte. Kapitein Williams was te middernacht naar benede»
gegaan, onderstellende dat het vuur van Hamborough op
39 mijlen afstand was, in peiling N. N. W. 't Was duister,
maar 't was niet mistig. Het schip stootte verschillende
keeren. De kapitein en de heer Brady begaven zich in
allerijl naar het dek en trachten de booten los te kappen;
zij slaagden er echter slechts in om er een buiten boord tc
brengen, waarin juist twee vrouwen hadden plaats genomen,
toen het volk er op toeschoot en de boot vulde. De stoom
boot viel plotseling geheel op zij, zonk eenige minuten
nadat zij aan den grond gekomen was, en sleepte de boot
met allen die er zich in bevonden mede. Een deel van
't tuig bleef boven water, door middel waarvan, alsmede
door behulp van touwen, 250 personen er in slaagden, een
klip te bereiken. 750 personen bleven aan boord van het
stoomschip achter; de meesten bevonden zich in de kooijen.
Allen kwamen om. Geen enkele vrouw, geen enkel kind
werd gered. Zij, die zich op de klip bevonden, bragten
te naauwernood er het leven af; het water steeg zoo hoog, dat
allen, die zich op de rots bevonden, gevaar liepen te ver
drinken.
Zij werden echter intijds door een visscherman gered.
De eerste stuurman bleef tot op het laatste oogenblik aan
boord van het stoomschip en verdronk, terwijl hij in 't tuig
zat. Schip en lading zijn totaal verloren.
De Atlantic vertrok den 20sten Maart met 732 achter-
deks passagiers, 32 lste klasse passagiers en eene bemanning
van 144 koppen. Men onderstelt dat het schip schade aan
de machine had.
Duitschland.
De Kroonprins heeft jl. Woensdag verschillende onder
scheidingsteekenen, die ter zake van de visscherij-tentoon-
stelling te Berlijn zijn toegekend, in persoon in het gebouw
der tentoonstelling uitgereikt; daaronder de orde van den
Rooden Adelaar 4de klasse aan den heer Pollen, te Sche-
veningen, en het Algemeene Eereteeken aan den visschers-
knecht Dirk Spaan, mede te Scheveningen.
Te Berlijn is de postdirectie in overleg getreden met
het stedelijk bestuur, om op de straatlantaarns duidelijk
zigtbaar te vermelden waar de naaste brievenbus geplaatst is.
Een terugblik op de werkstaking in Wales.
In eene beschouwing door de Times aan de onlangs geëindigde
werkstaking in Wales gewijd, wordt over de eerste aanleiding tot
het conflict tusschen de fabriekanten en de arbeiders het volgend»
gezegd:
„Het jaar 1872 kenmerkte zich door een ongekenden bloei 'au
den handel in ijzer en steenkolen. Om verschillende redenen
hadden de groote verbruikers van het .eerstgenoemde artikel dé
aanvulling van hunnen voorraad tot op het uiterste uitgesteld en
hetzelfde hadden de ijzersmelterijen gedaan. Toen nu op een gegeven
oogenblik van alle oorden der wereld spoedeischende bestellingen
aankwamen, was de reserve der ijzersmelterijen niet tegen eene zoo
groote vraag bestand en de bestellers moesten dus wachten totdat
de noodige hoeveelheid was geproduceerd. Een natuurlijk gevolg
hiervan was dat er, in plaats van concurrentie tusschen de voort
brengers om bestellingen, concurrentie ontstond tusschen de ver
bruikers der grondstof om het eerst bediend te worden; van daar
eene gestadige en snelle stijging der prijzen van het ijzer. Da
mijnwerkers verlangden hun aandeel in de grootere winsten, en
de loonen werden dien ten gevolge verhoogd. De beweging in den
ijzerhandel verwekte beweging in den steenkolenhandel, doch de
rijzing der prijzen van de steenkolen was niet uitsluitend daaraan
toe te schrijven, maar aan de welvaart van al die ontelbare takken
van nijverheid welke steenkolen behoeven en welk eene groote
toeneming der vraag veroorzaakte. Ook hier eischten de mijn-