N°. 45. Zondag 13 April. 31 Jaargang. Israëlieten. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Binnenland. HELDERSOHE MIEUWEDIEPER COURANT. „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. Abonnementeprije per kwartaal1.80* M franco per post - 1.65. Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163. Prijs der Advertentiën Van 1—4 regels 60 cent. elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naaiplaatsruimteberekend WmEKDAOEN DER BRIEVENMAILS Naar Oost-Indiër via Triêst 15 April 'savonds 6 u. 25 m. Marseille 24 April 's avonds 6 u. 25 m. Brindisi 17 April 's avonds 6u. 25 m. f per Willem Kroonprins der Nederlanden, 14 April, 's avonds 11 u. v. Rotterd. p. Kingston 2 Mei 's midd.lu.40m Curar.ao en Suriname, 16 April 's morg. 6 u. 25 m. Achttien eeuwen geleden werd op den schandheuvel buiten Jerusalem een doodvonnis voltrokken. De veroor deelde was iemand uit den geringen stand, die geen vrede bad met den godsdienstigen toestand zijner tijdgenooten. Hij zag hen verdiept in allerlei uitwendige vormen, ge bruiken en plechtigheden, nauwlettend wakende, dat zij niets daarvan verzuimden, maar zonder waarachtige vroom heid en oprechte, liefdevolle toewijding aan het Opperwezen, dat, naar zijne overtuiging, de hoogste liefde, aller schep selen vader moest zijn. Hy predikte aanbidding van dien goddelijken vader in geest en in waarheid; plaats noch tijd waren daartoe bepaald, in aller harten moest het heilig vuur der godsdienst branden, de Gode welgevalligste offerhande was verloochening van zich zeiven, liefde tot God en den naaste het hoogste gebod. Hij predikte een koningrijk der hemelen en, als eerste voorwaarde om er deelgenoot van te worden, algeheele vernieuwing des ge- moeds. Wat hij verkondigde, waren „nieuwigheden" voor zijne hoorders, en de ij veraars voor de handhaving van de leer dér vaderen, waaraan tittel noch jota mocht veranderd worden, beschouwden hem dan ook als een gevaarlijken nieuwigheidszoeker, die in. het belang van het algemeen, en opk in het bijzonder belang der priesters, verdiende uitgeworpen en voor goed dén mond gesnoerd te worden. Hij onderging het lot van vele. hervormers, maar het door kem gestrooide zaad ging niet met zijn smadelijken dood verloren. Hét werd door de kléine schaar zijner vrienden en volgers zorgvuldig gekoesterd, zijne woorden werden overgelèverd en te boek gesteld, door mond en pen ver spreid, zijne denkbeelden over 's menschen bestemming en verhouding tot God en de wereld uitgewerkt en aangevuld, onder den invloed van wijsgeerige stelsels tot een gansch systeem vervormd, waarvan 'de verschillende deelen, als zoo vele onomstootelijke geloofswaarheden door de oude kerk-' vergaderingen vastgesteld, de christelijke leer en voor vele miljoenen het essentiëele van het christendom uitmaken. Overeenkomstig die leer hadden de joden zich aan Gods eigen zoon, die zelf God was, vergrepen en alzoo de snoodste daad gepleegd welke niaar denkbaar was. Geen wonder dan ook, dat de oude christenen de verwoesting der heilige stad Jerusalem en de verstrooiing der israë lieten beschouwden als de gerechte straf voor het kruisigen van den Christus, bezocht aan geheel een volk, waarvan toch maar een zeer klein gedeelte, door blinden ijver ver voerd, aan de gepleegde wandaad schuldig was. Maar de onde en de middeleeuwsche christènen maakten deze reserve niet: het joodsche volk was een door God gevloekt geslacht, waarop ieder christen veilig een steen mocht werpen. Waar zij toegelaten werden, moesten de joden in afzonder lijke wijken wonen en zich met de meest verachte betrek kingen vergenoegen; wisten zij door zuinigheid en vlijt Mig verihogen te verwerven, dan stonden zij aan afpersing •f verbeurdverklaring hunner bezittingen bloot. Troffen grodte rampen stad of land, de joden hadden het gedaan; ontstonden doodelijke epidemiën, de joden hadden de fon teinen vergiftigd, en gruwelijk werd dan door de verbitterde menigte tegen de ongelukkige ballingen gewoed. Den joden pf men na, christen-kinderen te stelen en bij hunne feesten te offeren, gewijde hostiën te stelen en met dolk- Heken te doorborenen niets was zeker meer geschikt om ket fanatismus gaande te maken en de uitgezochtste marte lingen te bedenken voor de ongeloovigOn, wien het niet genoeg was den zoon Gods eens gekruisigd te hebben. Kan het ons bevreemden, dat onder zulke omstandig heden het jeódsche volkskarakter eene min gunstige plooi ontving, even als het griöksche o'ndek de turksche over- heerscning, dat list tegen geweld gesteld en verachting W haat beantwoord werd? Die tijden van vervolging zijn in het beschaafde Europa toorbij (iioumanië mag daartoe kwalijk gerekend worden), fochts enkele malen komen hier en daar uitbarstingen der oude onverdraagzaamheid voor. De israëlieten zijn meer meer in welstand gestegen, staatkundige rechten zijn foor hen verkregen, gewichtige en eervolle betrekkingen *orden door hen bekleed. En heeft nu ook, hij het veld manen van humaniteit en beschaving, de oude jodenhaat fo christenen verlaten en hoort men een verachtelijk woord hen alleen onder het ruwe en laagste gemeen? Clerikale bladen hebben sints lang hunne spijt betuigd, dat de joden, dank zij hunne rijkdommen en bekwaamheden, een groot deel der dagbladpers vermeesterd hebben. Daar door oefenen zij een gewichtigen invloed uit, welke in zonderheid strékt tot benadeeling van het christendom en aankweeking der ongeloovige richting van den tegenwoor- digen tijd. Zij leiden de openbare meening in een verkeerd spoor, door hun meesterschap in de kunst beheerschen zij ons gevoel, door hun overwicht voor de balie en hun aanleg voor de rechtsgeleerde en staatswetenschappen be heerschen zij onze belangen en onze wetgeving, zij zijn de mannen van de beurs, van de pers, ja, van wat niet al, zij dringen zich overal in, vermeesteren bezittingen en betrekkingen en verjoodschen onze geheele maatschappij, waarin zij den hoogsten toon voeren. 't Wageningsch Weekblad was dit alles nog niet genoeg; men had verzuimd er deze gevolgtrekking uit te maken, dat het eigenlijk niet aanging om in een christelijk land staatkundige rechten aan de israëlieten te verleenen; toe laten, dulden, ja, dat kon wel niet anders in een land, dat van oudsher de reputatie had van het toevluchtsoord voor vervolgden om het geloof te zijn; maar om de toe- gelatenen nu over het paard te gooien, dat was al te erg; hen gelijk te stellen met de christelijke landskinderen, hen, de vreemdelingen en vaderlandloozen, invloed op 's lands zaken te geven, neen, dat kon er in 't geheel niet door. Ongelukkig nu voor het Wageningsche blad is Neder land niet wettelijk een christelijke Staat en is het neder- landerschap niet afhankelijk, maar volkomen onafhankelijk van de godsdienst der inwoners. De israëlieten onder scheiden zich zeker van andere vreemdelingen, die zich in ons vaderland vestigen, daardoor, dat zij zich niet met de inheemsche bevolking vermengen, en een eigen groote familie blijven vormen; maar hunne hier geboren kinderen zijn evenzeer Nederlanders als die van de duizenden Duit- schers, die zich hier te lande gevestigd hebben. De joden hebben de hun verleende gastvrijheid nooit misbruikt of met ondank beloond, integendeel, zij hebben hun tweede vaderland lief gekregen, zij hangen ons Koningshuis aan, eerbiedigen de wetten en gedragen zich als rustige burgers. Voor het hun onthouden van staat kundige gelijkheid kan geen andere reden genoemd worden, dan dat zij in godsdienstig geloof van de meerderheid der bevolking verschillen, iets, wat hun geweten betreft en waar de Staat niets mede te maken heeft. Indien het geloof als criterium voor de uitoefening van staatkundige rechten moest dienen, dan zou er in Nederland menigeen die zich christen noemt onwaardig gekeurd worden, de mogelijkheid n.1. aangenomen, dat de zeer christelijke jodenhaters het eens konden worden over de voor het kerkelijk-politiek examen te stellen eischen. De israëlieten hebben aan hun langdurig verblijf in Nederland en aan hun verkeer met de christen-bevolking veel te danken; 't zou zeker de moeite loonen, als eens werd nagegaan, wat wederkeerig aan hen te danken is. Lieden, die door hun natuurlijken aanleg, hun aangeboren schranderheid, doorgaans uitnemend slagen en dikwerf uit munten, zoodra zij zich op eenig vak van kunst of weten schap toeleggen, kunnen niet zonder invloed blijven op de maatschappij waarin zij zich bewegen. Toch heeft onze maatschappij voor hare zedelijkheid en dit is een hoofdpunt van den israëlietischen invloed niet te vreezen: onkuischheid en onmatigheid komen zeer zeldzaam onder de joden voor, het huisgezin staat bij hen hoog in eere. Hunne oostersche levendigheid en breedsprakigheid zullen niemand deren, onze westersche koelheid moge er wat door verminderen. De joden vormen schakels in onze samen leving, welke er niet uit kunnen verwijderd worden zonder haar gemis duchtig te doen gevoelen. Daar, waar geene geloofspunten op den voorgrond staan of besproken worden, kunnen en moeten wij met de israë liéten als onze landgenooten en medeburgers omgaan; zij verdienen door ons geschat te worden, niet naar hunne godsdienstige meeningen, maar naar hunnen handel en wandel. Christenen, die de israëlieten slecht gezind zijn en daarvan door hatelijkheid blijk geven, zijn gewis nog weinig doorgedrongen in den geest der schoone gelijkenis van hunnen grooten voorganger, waardoor hij deed gevoe len, dat de liefde tot den naaste sterker moet zijn dan de door verschil van landaard of van kerkelijke begrippen bestaande afscheiding. HELDER en NIEUWEDIEP, 12 April. Volgens telegram is de mailboot Koning der Nederlanden, van Batavia naar hier, den 8 dezer te Pórt Saïd aange komen, en zou den volgenden dag des avonds de reis voortzetten. In de op jl. Donderdag gehouden vergadering van het bestuur over 't Algemeen Weeshuis alhier werd de heer L. Verheij geluk gewenscht met de 25jarige ambtsver vulling als secretaris van dat collegie. De Goede Vrijdag is gisteren bij de Hervormde Gemeente alhier weder als een kerkelijken feestdag gevierd. Des voormiddags werden in de Nieuwe en in de Huisduiner kerk nieuwe lidmaten bevestigd, terwijl des avonds in de Wester- en Nieuwe kerk avondmaalsviering plaats had. Deze onderscheidene godsdienstoefeningen werden zeer tal rijk bijgewoond. Op de Haaks is gestrand een vaartuig met schol. De lading is zooveel mogelijk gelost. Het gerucht loopt, dat bij het hoofdcomité van het Roode Kruis het plan bestaat, om bij de expeditie naar Atsjin denzelfden menschlievenden ijver aan den dag te leggen voor onze militairen, die zoo belangloos ten voordeele van (Fransche en Duitsche soldaten bewezen werd. Men zou wenschen dat met de mailboot Conrad der Maatschappij Nederland een lid van het bestuur naar Indië vertrok, om de komst eener ambulance voor te bereiden, waarbij eenige jonge dokters en dames zich dan ook zouden aansluiten. Voorts is er sprake van het beschikbaar stellen van eene som van 10,000 voor de verpleging van zieken en gewonden bij de expeditie naar Atsjin. (U. D.) De schade, veroorzaakt door den jl. Donderdag te Krommenie gewoed hebbenden brand, bedraagt f 40,000 k f 50,000. Door de Nederl. Handelmaatschappij zijn bevracht voor Amsterdam de schepenLiberaal en Jan Pietersz. Koen. De directie der Nederlandsche Stoombootmaatschappij te Amsterdam heeft besloten haar mailbooten, dienstdoende tusschen Nieuwediep en Ned. O-Indië, in het vervolg te Southampton te doen aanleggen, te beginnen met de Prins Hendrik, die Southampton den 12 Mei zal verlaten met bestemming naar Batavia, door het Suez-Kanaal met aanlegging te Point de Galle. Jl. Donderdag is aan de werf van de koninklijke fabriek van stoom- en andere werktuigen te Amsterdam met goed gevolg te water gelaten, het schroefstoomschip 4de kl. Deli, aldaar gebouwd ten behoeve van het departement van Koloniën, en bestemd voor de dienst in Nederl.-Indië. De heer Victor Driessens is pachter geworden van den stads-schouwburg te Amsterdam. Onder de lidmaten der Hervormde kerk, die dezer dagen te 's Hage bevestigd werden, was eene Javaansche vrouw, aan wie de gebruikelijke vragen in de Javaansche taal gedaan werden door den zendeling Kruijt, die thans te 's Hage verblijf houdt. Als een bijzonderheid wordt uit Zwijndrecht gemeld, dat bij A. v. JB. aldaar van een broeisel van 23 kippen eieren, er 22 zijn uitgekomen. In een particulier schrijven uit Amerika aan de Arnh. C. leest men het volgende De New-York-Presbyterian-kerk te Brooklijn is met een ontzaglijken slag ingestort en, wat het merkwaardigste is, de omstandigheden in aanmerking nemende, zonder onge lukken te veroorzaken. De koster, die met zijne familie het achterste gedeelte van het onderhuis bewoonde, had juist zijne huisdeur geopend om 3 kleine meisjes, een jongen en twee mannen binnen te laten, toen zij een oorverdoovend gedruisch hoorden en het naar beneden vallende dak de voormuren aan beide zijden in de straten nederwierp. In de vertrekken van den koster bevonden zich op dat oogen- blik eene dame en hare twee kinderen, en in de daaraan grenzende leeskamer verscheidene mannen, vrouwen en twee of drie kinderen. De buren haastten zich om de binnen zijnden te verlossen, toen juist twee mannen uit het zijvenster in de Houstonstreet klauterden en de koster met de drie kleine meisjes uit de voordeur ontvlugtten. Niemand was gelukkig ernstig gewond. Het brandalarm werd gegeven en weldra verschenen de brandweer en de politie ter plaatse. Het gerucht liep, dat er nog drie personen onder het puin bedolven lagen. De brandweer en de politie gingen terstond aan het wegruimen en werden na twee uren hard werken overtuigd, dat het een valsch alarm was geweest. De dominé had juist het gebouw verlaten en was nog geen halve straat ver, toen de kerk instortte. Ongeveer 250 personen hadden den ochtenddienst bijgewoond en wat merkwaardig is, de predikant had juist voor.tekst gehad: „Vlugt voor uw leven." Vijf zware boomen, verscheidene straatlantaarns en een wagen, die in Thompsonstreet stond, werden geheel verbrijaeld, terwijl beide straten door het puin versperd waren. De kerk was ongeveer 40 jaar geleden gebouwd, maar het dak verkeerde sedert geruimen tijd in zeer slechten staat. In plaats echter van een nieuw te bouwen, had men het aanhoudend hersteld. Uit het onderzoek van den hoofd-ingenieur bleek, dat de balken verrot en door de zwaarte van de 's ochtends gevallen sneeuw bezweken waren.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1873 | | pagina 1