1873. N°. 64. Woensdag 28 Mei. 31 Jaargang. Het Vaandel der Liberalen. Uitgever A. A. BAKKER Cz. HELDERSCHE EN NiEUWEDIEPER COURANT. ,,Wij huldigen het goede." /Verschijnt Dingsdag-, Donderdag-en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1.30. H franco per post - 1.65. Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163. Prijs der Advertentiën Van 14 regels CO cent elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. VERTREKDAGEN DER BRIEVENMAILS t Naai Oost-lndiê: via Triest 10 Junij 's avonds 6 u. 25 m. t u Marseille 5 Junij, 's avonds 6 u. 25 m. u n Brindisi 29 Mei 's avonds 6u. 25 ni. per Java 30 Mei, 's avonds 11 uur. Curafao en Suriname, 1 Junij 's morg. 6 u. 25 m. Kaap de Goede Hoop. via Southampton: 3 Junij, 's morg. 6 u. 25 m. i. Tegenover de conservatieve stembusbanier heeft liet mdelsblad „het vaandel der liberalen" geplant. Dat blad eft in korte trekken het liberale pragramma „Ernstig streven naar Neêrlands onafhankelijkheid Neêrlands financiëele onafhankelijkheid van de Indische baten. Bestuur van moederland en koloniën in beider, niet tegenstrijdig, maar overeenstemmend belang. Ont ginning onzer overzeesche, meerendeels onontgonnen landen, onder toezicht en, zoo noodig, met ondersteuning van den Staat, doch zoo min mogelijk rechtstreeks van Staatswege. Trapsgewijze en voorzichtige opheffing der voogdij over die nog onmondige, maar daarom voor ontwikkeling niet onvatbare bevolking. Onderwijs en opleiding van die be volking tot vrijen arbeid en daardoor tot grooter burgerlijke en maatschappelijke zelfstandigheid. Steeds zuiverder scheiding tusschen Kerk en Staat, ook op het gebied van het fiooger onderwijs, niet minder dan op dat van het lager en middel baar. Slaking ook der financiëele banden, behoudens stipte naleving der eenmaal door den Staat op zich genomen verplichtingen. Gelijkmatige toekenning van het kiesrecht aan den ruimsten kring der tot oordeelen bevoegden. Billijker verdeeling van den druk der belastingen. Onver moeide en bereidvaardige inspanning onzer krachten tot verhooging onzer weerbaarheid. Ijverige behartiging van den staatsplicht tot het verschaffen van inderdaad voldoend openbaar lager onderwijs „overal in het Rijk," en van middelbaar onderwijs in ruimer kring; een en ander in scholen, toegankelijk voor alle kinderen, zonder onderscheid van godsdienstige gezindheid." West-Friesche Correspondentie. XV. Ik heb in lang niets van mij doen hooren en daarmede zeker de ontevredenheid van de redactie, maar ik hoop ook eenigzins van de lezers dezer courapt, opgewekt. Een geregelde correspondentie eienwe] te onderhouden over locale zaken uit West-Friesland, is gemakkelijker gezegd, dan gedaan. Wij, arme West-Friezen, afge- iloten van den grooten weg, schaarsch gekend en gevolgeiijk weinig in tel, wij leiden een plantenleven en wel het leven van een plant op een puinhoop. Wandelaars of berbavisten, alias pleizierreizigers of natuurvorschers, kunnen niet gelooven, dat bier nog wat te zien is, wat het gevaarlijke en vervelende der beklim ming (diligence, trekschuit) beloont en, wat nog het ergste is, even als een plant op een heusehen puinhoop kunnen de wortels onzer industrie, hoe rijk de bodem is, bij gebrek aan ruimte niet litloopen, maar vloeien de beste sappen door onze planten onbe nut, naar meer bevoorrechte zusters af! Enfin, dit is nu eenmaal ons lot en zal het vooreerst nog wel blijvenHet derde spoorweg-comité heeft tot heden nog geen ander tlect gesorteerd, dan dat het de beide bestaande veel heeft bena- Itild. Wel is in de Tweede Kamer met een enkel woord ietwat beloofd, maar veel te onbepaald om te kunnen gelooven, dat wij w Staatsspoorweg zouden krijgen. Daarenboven, nu de wet op ie rechterlijke organisatie gevallen is, zou het volstrekt niet te 'envonderen zijn, als ook liet ministerie geheel of gedeeltelijk aftrad. bi dandan zullen de noodzakelijke uitgaven voor Atsjin de Male spoorweg-kwestieën vooreerst wel buiten behandeling stellen. Ik wil nu eens over iets anders spreken en wel over.... ja, raad W.... over Mina KrusemanIeder, die Mina Kruseman kent, "1 moeten bekennen, dat zij minstens even waardig is besproken k worden, als b. v. een locomotief, ofschoon er wel eenige analogie tasichen beiden bestaat. Wij hebben Mina Kruseman hier gehad Betsy Perk ook, en dat is voor Hoorn een evenement! Ia de eerste plaats doet liet mij recht veel pleizier, dat ook in fee courant de handschoen is opgevat voor deze dames, die in 'e meeste couranten vrij onhoffelijk zijn besproken en gekarikatureerd. Ik wil eerlijk bekennen, dat ik geheel onder den indruk van fee spotlustige inspiratieën mijn plaatskaartje ad één gulden nam. b waren ruim honderd hoorders in de Parkzaal, doch bepaald de ®'e van Hoorn. Meer dan de helft dames. Ieder, die ik sprak, feht er over als 'ik, men was nieuwsgierig, het was eens een wondje door den winter, men had toch niet al te veel in ons "ndje, enfin, 't zou wel niet veel beteekenen, maar men wenschte, 'n de gelegenheid zich aanbood, toch gebruik er van te maken, enz. Er waren er anderen, en onder die anderen behoorde ik zelf we' eenigzins, die niet eens zoo geheel ter goeder trouw waren, ®nsr zich wenschten te vermaken met het zien van een paar Ptdante oude vrijsters, die, nu ze geen kans meer hebben een man Wij willen de hoofdpunten van dit programma wat nader bespreken. Terwijl België, een Koningrijk waarmede wij Nederland het best kunnen vergelijken, zijne gewone en buitengewone uitgaven uit de bijdragen der ingezetenen bestrijdt, is zulks bij ons niet bet geval; wij bekostigen niet eens ten volle de gewone kosten onzer staatshuishouding, veel min de buitengewone, zooals die tot aanleg van ons spoorwegnet en andere groote werken. Voor de gewone moet Oost- Indië ons bijstaan, voor de buitengewone moet het geheel zorgen. In den loop van 30 jaren heeft het eene bate van 700 miljoen afgeworpen, waardoor wij in staat zijn geweest om onze schuldenlast aanmerkelijk te verlichten, belangrijke openbare werken tot stand te brengen, en onze dure huis houding te laten zooals zij was. Die bate is verworven door de toepassing van het zoogenaamde cultuurstelsel, hetwelk dus eene voordeelige uitvinding verdient genoemd te worden. Of bet ook eene menschelijke, eene Christelijke uitvinding mag heeten? Men oordeele: Op Java zijn 764,987 gezinnen verplicht 40,000 bouws hunner beste rijstvelden voor de gouvernementscultures over te laten en 150 a 180 dagen 's jaars in de gouvernements koffietuinen of suikerrietvelden te arbeiden tegen een loon, dat, naarmate van het minder of meer gunstig slagen van den oogst, van 3 tot hoogstens 8 centen daags bedraagt, terwijl de arbeider om met zijn gezin, zoo matig als slechts een Javaan het kan, te leven 25 a 30 centen daags behoeft. Bij zulk eene betaling moet de bevolking noodzakelijk verarmen, bij zulk eene ontneming harer kostgronden meermalen aan gebrek zijn overgegeven. Nog komt hierbij, dat, om de opbrengst voor het moederland zoo hoog mogelijk te doen zijn, jaren lang de op Java noodzakelijke werken uitgesteld of ver waarloosd werden, ook de bevloeiingswerken, wélke in een keerkringsland met booge bergen en korte, snelvlietende rivieren noodig zijn om een voldoenden oogst der voedings middelen te verzekeren. Ellendige hongersnood, zooals nog kort geleden in Demak, is daarvan het gevolg. Maar er is meer: waar dwangarbeid bestaat, moet de vrije arbeid, de ondernemingsgeest, de vestiging van industriëelen nood wendig tegengewerkt worden; vrije ondernemingen zouden billijker loonen en daardoor aanleiding tot ontevredenheid en verloop der minder bezoldigde bevolking geven. Daarom hebben onze liberalen weten te bewerken, heeft het dan ook te krijgen, dezen den oorlog hebben verklaard en zich in bijtende satyre op hare wijze willen wreken. Zoo stelde een kennis van me, die veel meer van jonge vrijsters houdt dan van oude, zich voor, een paar kwade katten te zien, die, door een hond in een boom gejaagd, een hoogen rug maken en verschrikkelijk blazen. Van zoo iets hield hij dol veel, voegde hij er hij, en zijn grootste genoegen was dan de beesten nog meer te sarren, om ze, zoo mogelijk, nog boozer te maken. Wat hadden we ons bedrogenBetsy Perk laat ik er buiten, die had gerust t'huis kunnen blijven; in den nimbus der onbe kendheid had ze voor velen, ook voor dhs, nog eeuig heroïek voorkomen; nu men ze zag en hoorde, bleek ze een kleine, niet mooie en niet leelijke, niet jonge en niet oude jufvrouw te zijn, die een zeer middelmatig stukje, een pronkje tusschen eenige bloemen, van middelmatige oorspronkelijkheid, middelmatigjes voordroeg. Ja, dan hadden ive ons een andere Betsy gedacht, zoo eene met laarzen en sporen, die bijt en snaauwt! Mijn vriend was dan ook zichtbaar teleurgesteld, van blazen geen spoor Maar wacht, dan komt Mina Kruseman. Als een vorstin, die de antichambre passeert, waar hare hofdames de wacht hebben, allerinnemendst glimlachend, het hoofd fier omhoog en toch zonder eenige aanmatiging, een rijke ehevelure in losse bevalligheid afhan gend op eene prachtige sortie, wandelt ze midden door haar audi torium naar de tribune, werpt met een bevallige nonchalance haar sortie over een stoel, wendt zich tot het publiek en begint„Zusters, stelt u voor een hooggeplaatst ambtenaar, maar zonder fortuin, met vijf huwbare dochters, de oudste Lucie, was niet sentimenteel, de tweede Nora was excentriekmaar zoo kan ik niet doorgaan, want dan zou ik de geheele novelle moeten weergeven, die ze voordroeg, want, daar was ze reeds aan begonnen. Een verhaal van de lotgevallen dier vijf zusters, die, opgevoed om op zekeren leeftijd te huwen, met uitzondering van ééne enkele, tot geen huwelijk gevraagd worden. Met een gemak als of ze het improviseerde en met een juistheid alsof ze het voorlas, droeg jufvrouw Kruseman bare novelle, die vijf kwartier duurde, bijna geheel uit het hoofd voor. Wel had ze in de linkerhand een net gebonden boekje, waarin ze nu en dan een blik wierp, maar blijkbaar meer uit gewoonte dan uit behoefte en dan een actie! Zonder zweem van raolenwiekerij of heen en weer loopen is alles leven en beweging en staat ze elk oogenblik op een andere plaats. Onze lezers hebben misschien Cremer gehoord en zijne stem buiging en levendige actie bewonderd, Mina Kruseman is in mijn oog veel meer meesteres. Zij bootst niet verschillende karak ters en stemmen na, maar zij is elk oogenblik eene andere vrouw, hare geheele novelle is eene doorloopende dialoog, zij doet Nora lachen en spotten, Agnes teemen, Julie, of hoe die andere zusters heeten mogen, snoeven, kibbelen en bedillen, alles te gelijk zou men wanen, althans de geheele familie neemt vorm en substantie aan! En de novelle zelve en hare moraal? 't Is een tendenz novelle en als zoodanig sterk gekleurd. Nora, nog maar weinig mogen baten dat in het Indische regeerings- reglement werd voorgeschreven, dat de gouverneur-generaal moest zorgen, de inlanders in gedwongen arbeid niet minder te doen verdienen dan in vrijen arbeid; zij ook trachten aanhoudend den toestand der bevolking op andere wijze te verbeteren, zij streven er naar, dat uit dé opbrengsten v^p Indië in de eerste plaats in de behoeften van Indië voorzien worde, en dat onze financiën meer en meer onafhankelijk worden van die der koloniën. Zij willen niet het cultuur stelsel en de daarop gebaseerde toestanden plotseling omver werpen en alzoo eene onvermijdelijke stagnatie veroorzaken maar zij trachten er naar, het vooreerst van de ergste mis bruiken te zuiveren, de overdrijving tegen te gaan en langzamerhand een toestand in het leven te roepen, waar door de landbouwende bevolking de eigen beschikking over hare producten verkrijgt, en in staat gesteld wordt eene billijke belasting op te brengen, ten prijs voor de rust en bescherming welke zij geniet; waardoor de onontgonnen gronden in onze koloniën met behulp van Europeesche kennis en Europeesch kapitaal worden bebouwd en rijke vruchten voor onzen handel en onze scheepvaart afwerpen waar-door tusschen Nederland en Indië inniger betrekkingen, meer gelijke belangen ontstaan, waardoor niet het een ten koste van ander teert, maar beide, als de deelen van één Rijk, tot elkanders welvaart en ontwikkeling medewerken. Veel is in dien zin door de liberale partij reeds beproefd en gedaan; en is haar nog niet meer gelukt, dan is dit wel hoofdzakelijk toe te schrijven aan den tegenstand der conservatieven, die zich met hand en tand vastklemmen aan het cultuurstelsel, het op allerlei wijze verheerlijken, sloopers noemen hen, die het trachten te hervormen, eigen- belangzuchtigen hen, die er vrije ondernemingen naast willen stellen. Het is immers jaren goed gegaan, zeggen zij het heeft zoo kolossale voordeelen voor het moeder land opgeleverd, het heeft de luie Javanen aan geregelden arbeid gewend en is dus ook hen heilzaam geweest, waartoe roekeloos prijs gegeven wat wij zoo goed gebruiken kunnen De goede bedoelingen der liberalen ten opzichte van den Javaan miskennen zij; zij beweren, dat het streven van deze niet anders is dan de voordeelen, die nu alle Neder landers ten beste komen, door enkele, slechts op eigen winsten bedachte ondernemers te doen genieten. Zouden de liberalen inderdaad zoo verblind zijn? Laten de excentrieke zuster, is met de meeste zorg behandeld en moet veel overeenkomst hebben met de schrijfster zelve. Een ietwat nuffig en eigenzinnig, maar zeer begaafd en scherpzinnig meisje, dat ten volle beseft hoe zij en hare zusters door hare onpraktische opvoeding in een wanverhouding tot de maatschappij zullen komen, dat werkelijk door den dood haars vaders alleen komt te staan en nu, terwijl hare andere zusters van verdriet wegkwijnen of het genadebrood bij hare gehuwde zuster of andere familie eten, de wijde, wijde wereld ingaat, naar AmerikaHoe ze daar benrtelings als zangeres, ,als onderwijzeres, als hospitaalzuster met allerlei mis kenning te kampen heeft. Hoe ze eindelijk, door toeval tot eenig fortuin gekomen, gevierd en aangebeden wordt, onder verschillende namen een voorname zangeres en een voornamedokter wordt, hoe ze hospitalen en filantropische inrichtingen als uit den grond doet verrijzen.... hoe ze eindelijk weder als ziekenverpleegster in een hospitaal tijdens den oorlog te Parijs komt, daar kennis maakt met een geruïneerd en geblesseerd Fransch edelman en deze huwt! Men ziet, de novelle is niet zóó excentriek of ten laatste krijgen ze mekaar toch Maar is dat nu een moraal, moeten de meisjes das niet meer tot goede huismoeders, maar tot Nora's opgeleid worden? Dat is het harde, onbillijke oordeel der pers, gelukkig met enkele uitzonderingen. Nora is geen model voor nieuwerwelsche opvoeding, maar een slachtoffer der oude methode, dat wordt uit het oog verloren. Nora is een type, die gebruikt wordt als een model van excentri citeit, doch tevens als een orgaan van niet altijd onbillijke veront waardiging. Is het zoo onwaar, dat vele bezigheden door mannen, door de heeren der schepping, zei Mina met een grimlach, verricht worden, die veel beter aan vrouwen passen. Kantjes meeten, hand schoenen verkoopen, dames kappen, koekjes bakken, enz. is dat niet eigenlijk vrouwenwerk? Is er niet veel van waar, dat de maatschappij door allerlei onderwijs zich over de toekomst van den jongen ont fermt en dat der meisjes zichtbaar verwaarloost?. Is het niet waar, dat een meisje, als ze alleen in de wereld staat en niet meer genoten heeft dan wat men gewoon is een fatsoenlijke op voeding te noemen, armoede lijden moet of.....? Is deze toestand geen bron voor de verregaande zedeloosheid der Europeesche hoofdsteden Mejufvrouw Kruseman is een boetpredikster sui generis; volgens haar stelsel kan men niet opvoeden evenmin als de wereld kan bestaan uitsluitend uit kluizenaars en groote heiligen, die heusch boetpredikers tot voorbeeld nemen, maar die wil kan veel waarheid van haar hooren en allicht er iets van toepassen! Daarenboven is hare taal rein en fijn geaccentueerd, hare voor dracht en actie prachtig. Die avond was voor Hoorn niet verloren! „Nu," zei ik bij 't heengaan tot mijn vriend, „wat zeg je nu van dat katje?» „Ik zou ze wel zonder handschoenen durven aanpakken,» ant woordde de rakker. GÉRARD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1873 | | pagina 1