Buitenland.
Frankrijk.
Duilschland.
Amerika.
Burg-erlijke Stand. Gemeente Helder.
Burgerlijke Stand. Gemeente Callantsoog.
281ste STAATS LOTERIJ.
!s
Marine-Haven Nieuwediep.
BERIGTEN BETREFFENDE DEN OORLOG MET ATSJIN.
T3n f 200 toegekend. Ook wordt berigt, dat Z. M. als
zjjn voornemen heeft te kennen gegeven om twee zonen
van den generaal op H. D. kosten een militaire opvoeding
te
De Eerste Kamer der Staten-Generaal is tot hervatting
]jarer werkzaamheden bijeengeroepen (tegen Woensdag 11
dezer des avonds ten 8 ure.
Bedankt voor het beroep naar Utrecht door ds. Huet,
pred. te Dirksland; naar Brussel door dr. A. Ch. J. van
Maasdijk, pred. te Haarlem.
Men schrijft ons van Texel, dd. 3 dezer:
„Gisteren morgen is nabij het Yogelenzand een Deensche
schoener gestrand, geladen met lijnzaad. Niettegenstaande
terstond des avonds een vaartuig uitgelost is, zit het schip
|10cr aan den grond en zal waarschijnlijk meer moeten
lossen, alvorens afgebragt te kunnen worden."
Jl. Donderdag is te Oterleek aanbesteed het bouwen
van een schoollokaal, onderswijzerswoning en raadhuis aldaar.
Daar de minste inschrijving, die van den heer J. J. Teesse-
laar, te Alkmaar, ad f 15451, nog ruim f 3000 boven de
raming was, werd het werk niet gegund.
Bii den landbouwer J. van Liere te Nisse, grazen in
eene weide twee merriepaarden, elk met een fraai bruin
bles-veulen bij zich. Indien eene der moeders tot werken
wordt gebezigd neemt de achterblijvende de zorg der beide
veulens op zichja men aanschouwt zelfs het zeldzame maar
schoone tooneel van verdraagzaamheid, dat beide veulens
elk aan eene zijde, de moedermelk met volle teugen tot
zich nemen.
In de dezer dagen gehouden algemeene vergadering
van de afdeeling 's Grravenhage van den Vredebond werd
door den secretaris mr. J. G. Vogel, een uitvoerig verslag
voorgedragen omtrent den toestand van de vredesbeweging
in Europa en Amerika in het algemeen, en van de werk
zaamheden van den Nederlandschen Vredebond in het
bijzonder. Uit dat verslag bleek, dat hoe langer hoe meel
de vrede-maatschappijen zich op practisch terrein begeven,
vooral in Amerika, Engeland en Frankrijk, waar krachtige
pogingen aangewend worden, om den weg te openen voor
bet tot stand komen van een internationaal scheidsgerigt.
Uit den aard der zaak was tot nog toe het deel dat van
Nederlandsche zijde aan die beweging genomen werd slechts
bescheiden, maar toch had de Nederlandsche bond niet stil
gezeten en zich zoowel met den leider der vredebeweging
in Engeland, het parlementslid Henry Richard, als met
wdere vrede-vereenigingen buitenslands in contact gesteld.
Dat de bond herziening van de artt. 56 en 57 van onze
grondwet (het verklaren van oorlog en het sluiten van vrede
en van traktaten door den Koning) noodzakelijk blijft achten,
ton van eene vereeniging in een constitutionelen staat
moeijelijk anders verwacht worden, maar vooralsnog beston
den er geen termen daarop thans krachtig aan te dringen.
Met een enkel woord werd ook gerept van de jongste
gebeurtenissen in Indië, om op de moeijelijkheden te wijzen,
die uit eene oorlogsverklaring buiten de natie om kunnen
voortvloeijen.
Bij de bespreking, die naar aanleiding van het verslag
plaats had en het debat, dat gevoerd werd over de voor
stellen, welke van wege deze afdeeling op de aanstaande
algemeene vergadering zouden gedaan of ondersteund worden,
deden, zoowel de voorzitter (de heer van Eek) als andere
sprekers uitkomen, dat het doel was niet in bespiegelingen
over het kwaad van den oorlog en de nadeelige gevolgen daar-
kruik maar geheel en al leeg maken Resei. Met liet beetje, dat
er nog in is, zouden we Frans maar beleeiligen en met mij zult
ook gij wel eens gehoord hebbensterke drank is voor opene
wonden niet goed."
Eesei liet het gewillig toe, dat de kruik tot den bodem toe
geledigd werd en ze moest zelfs lachen, toen de vrolijke oude één
oog toekneep om met het andere door de nauwe opening te zien
of hij er nog iets in ontdekken kon.
„Meisje," zeide hij, „ge kunt niet gelooven, hoe frisch zoo iets
iemand inwendig maakt en hoe bewegelijk de oude beenen er weer
iloor worden, ik zal u dat alles weêr aan Frans vergelden. Gister
ben ik met een glas olijfolie naar boven gegaan en heb de wonden
er duchtig mee ingewreven. Gij kunt u niet verbeelden hoe mooi
die heelen. Ge zult zien, hoe Klaas springt, als ik zeg: Ga 'naar
boven en zie eens naar onzen gevangeneDie brengt hem water
tn versche geitenmelk. Ge gelooft het niet, maar het is waar,
mo goed krijgt Frans het nooit meer als hij het thans heeft."
„Nu, dat zou ik hem juist ook niet toewenschen," zeide Resei,
„ik geloof wel, dat ge voor alles zorgt, maar de angst, dat de
jagers hem nog zullen krijgen, kan ik nog Diet te boven komen."
„Laat uw haar daarom niet grijs worden, meisje, daarvoor is
goed gezorgd. Wij beiden gaan altijd midden door het water
naar hem toe, zoo verliest de beste houd het spoor en daarenboven
moet ge weten, heb ik ook nog andere veiligheids-maatregelen
genomen. Nog dienzelfden nacht ben ik zoo hoog mogelijk den
Heuberg opgestegen. Ik had gelukkig een zeer goeden wind en
leb, toen ik daarboven gekomen was, een paar gemsen opgespoord.
Het was juist 's morgens in de schemering; mijn geweer knalde
en een mooije gems viel doodelijk getroffen neder. Daarmede ben
il naar beneden gegaan, denzelden kant uit, waarheen ik den jager
gezegd had, dat het hert gevlucht was, heb ze daar eerst open
gesneden en ze vervolgens langs den grond meegesleept naar de
plaats, waar Frans dat ongeluk overkomen is. Als de hond nu op
die plaats komt, gaat hij altijd den kant uit, vanwaar ik de gems
(laarheen gesleept heb en ik heb me reeds dikwijls ziek gelachen,
als de jager Max met den beroemden speurhond komt en deze
lem altijd denzelfden kant uitbrengt. Als Frans nog een paar
lagen daarboven in zijn schuilplaats doorbrengt, is hij al zoover
:n, dat we hem op een houtvlot kunnen brengen en dan mag
le heer Max tot aan zijn jongsten dag gaan zoeken."
Hier zweeg de wilddief, en het jonge meisje, dat nu opgestaan
*as, zag hem met een soort van kinderlijken eerbied aan. Alle
bezorgdheid was haar ontnomen en haar schoon en levendig oog
schitterde helderder, toen zij met een krachtigen handdruk afscheid
»an Andreas genomen had en met vluggen tred naar Brannenburg
terug ging.
Spoedig daarna ging ook Andreas naar boven, nadat hij al zijn
kookkunst had aangewend om zijn beschermeling een heerlijke pap
te bereiden, terwijl hij door het leegmaken van de kruik die Resei
bad medegebracht, in een zeer vroolijke stemming verkeerde. Ook
de knappe Klaas maakte zich gereed met vollen bak en een zak
vol gras op zijn rug, zijne geiten boven op het keurige groene
weideperk te bezoeken. (Wordt vervolgd.)
van te treden, maar mede te werken om practische middelen in
het leven te helpen roepen, waardoor internationale geschillen
zonder het voeren van oorlog kunnen beslecht worden.
Met het oog op het krachtig initiatief in dat opzigt door
den bekenden Amerilcaanschen vredcs-apostel (James B.
Miles) en door den Franschen vredebond genomen, werd
besloten om aan de algemeene vergadering voor te stellen,
van wege den Nederlandschen vredebond bewijzen van
adhaesie te geven zoowel aan den heer Miles als aan de
besluiten op het Parijsch congres genomen, strekkende
om eene internationale commissie in het leven te
roepen van 40 h 50 der beroemdste staatslieden en regts-
geleerden uit verschillende landen. Men meende dat, door
op die wijze teekenen van leven te geven, ook de Neder
landsche vredebond tot meer direct deelnemen aan de alge
meene en toenemende vredesbeweging zou kunnen geroepen
worden, wat tot nu toe, waarschijnlijk door minder openlijk
optreden en onbekendheid met de werkzaamheden van onzen
vredebond, niet het geval was.
Te Schelluinen sprongjl. Woensdag morgen het veulen
van een bouwman uit den paardenstal in het achterhuis,
terwijl de man van huis en de vrouw even buiten was.
Het dier liep de deur van het woonvertrek open, sloeg
daar een paar stoelen stuk en wilde zich toen door het
raam naar buiten begeven. Het vallen der glazen en de
scherpe glaskanten, die het in de pooten kreeg, deden het
echter terugkeeren. Nu wilde het op bed springen, waarop
een meisje lag te slapen, doch gelukkig kwam de moeder
juist toeschieten, greep behendig het dier om den nek en
trok het terug. Met de voorpooten had het veulen het
kind wakker getrapt en een weinigje bezeerd, doch de schrik
was erger dan de pijn.
Een Overijsselsche boer, dezer dagen overleden, is op
zijn uitdrukkelijk laatste bevel begraven met een certificaat
van goed gedrag, dat men van het gemeentebestuur moest
zien te krijgen.
In verschillende plaatsen der provincie Groningen
worden enkele runderen in meer of minder hevige mate
door hersenontsteking en hersenverlamming aangedaan. Reeds
zijn er verschillende exemplaren aan gestorven, allen sedert
kort in de weide gebragt. Algemeen neemt men aan, dat
het koude weder en de vinnige nachtvorsten, nu en dan
afgewisseld door een warmen voor- of achtermiddag, tot
deze als het ware epidemisch optredende ziekte aanleiding
heeft gegeven. Jammer, dat er niet zoo spoedig mogelijk
veeartsenij kundige hulp wordt ingeroepen, omdat dan, en
in dat geval alleen, genezing volgen kan.
In de landsdrukkerij te Parijs bevindt zich tegenwoordig
een gezel, gelijk men er weinig ziet, nl. een Japanner,
Prins Maijao, daimio der eerste klasse en hooggeplaatst
personaadje in zijn land. De man is door zijn vorst gezonden
om de typographie te bestuderen en heeft, ten einde dat
mandaat naauwgezet te kunnen vervullen, de kiel van den
letterzetter aangetrokken en staat nu dagelijks eenige uren
aan de kast.
De Shah van Perzië is jl. Zaturdag en de Keizer van
Rusland jl. Zondag te Berlijn aangekomen.
Uit Parijs werd den 25 Mei aan de Köln. Zeitung
geschreven„De bonapartisten zijn in de wolken. Reeds
gisteren avond schreeuwden officieren en burgerlijke per
sonen: Leve de Keizer! in het Café Hills. Het is waar, zij
waren verre boven hun theewater, maar zij schreeuwden,
dat men het op den boulevard kon hooren. De omzigtige
legitimisten beginnen zich te verontrusten. Zij zien dat de
orleanisten hen bij den neus hebben gehad. De bonapar-
tistische officieren zijn ingenomen met de benoeming van
Mac Mahon. Hij moge beweren zooveel hij wil, dat hij
tot geene partij behoort, toch is hij in hart en nieren
bonapartist. Hij staat op den uitstekendsten voet met de
Keizerin. Een feit van volstrekt geen gewigt toen de maar
schalk nog niet in de politiek speelde, verdient echter nu
de aandacht. Toen de hof-staatsierijtuigen des Keizers
verkocht werden, droeg de ex-Keizerin aan iemand te Parijs
op, onder een valschen naam, er vier van in te koopen.
Die „iemand" was Mac Mahon. Een zijner adjudanten
werd met de zaak belast. Die rijtuigen zijn nog altijd te
Parijs, en die adjudant zeide gisteren in een bonapartis-
tischen kring: „„In die rijtuigen zullen Keizerin Eugenie
en de Kroonprins hunnen plegtigen intogt houden te
Parijs."" Gisteren zijn de sergents-de-ville, meerendeels
bonapartisten, zonder eenige order te werk gegaan. Zij
meenden reeds blijk van hunnen ijver te moeten geven,
door het arresteren van werklieden, die op straat wat
luidruchtig in gesprek waren."
De schade door den brand te Boston aangerigt bedraagt
in 't geheel 1,250,000 dollars, waarvan voor 750,000 is
verzekerd.
Opgave van af Zaturdag middag tot Dingsdag middag.
ONDERTROUWD en GETROUWD: Geene.
BEVALLENM. Keiler, geb. Mac Fee, (Z.). J. Tromp, geb.
Kleijn, (D.). M. A. Schouten, geb. de Vaan, (Z.). A. Rietvelt,
geb. Bommel, (D.). M. Edelenbos, geb. Slooter, (D.j. A. Bandsma,
geb. Smit, (Z.). M. H. Janssen, geb. van Es, (Z.). A. Dol, geb.
Finxter, (Z.j. K. Akkerman, geb. Krijgsman, (Z.).
OVERLEDEN: A. Hollenbacil, geb. Wolff, 53 j'aren. A.
Gomes, 1 jaar.
Van 1 tot 31 Mei 1873.
ONDERTROUWDGeene.
'GEHUWD: Maarten Kruit en Maartje Brouwer. Dirk Vos en
Geertje Mooij. Frans Jongerling en Marijtje Baken.
GEBOREN: Cornelis, zoon van Cornelis W eij en MariaKnijnsberg.
OVERLEDENDirk, 8 jaren, zoon van Dirk de Leeuw en
Vrouwtje de Groot. Trijntje Jonker, 64 jaren, weduwe van
Dirk de Boer.
VIJFDE K1LA.SÖE.
Zeventiende lijst: No. 8082 prijs 1000 en premie
ƒ30,000; No. 14502 premie ƒ3000; No. 2697 prijs ƒ400.
Weerkundige Waarnemingen te Helder (Landskeet).
Windrigting
en
Kracht.
Baroiiaeter
mm.
Thermometer
C.
Vochtigh.
procent.
Toestand
van
de
zee.
Stand.
Afw.
Stand.
Afw.
12
o. 6k.
761.93
f 1.11
13.6
- 1.9
0.73
weiDgolv
12
no. 1.2„
764.72
f 3.84-
14.0
- 1.8
0,89
Slecht.
8
o. 2.5,,
762.06
f 1.12
15.5
f 1.4
0.71
II
12
o. 2.0,,
762.22
f 1.28
18.7
f 2.6
0.67
1/
Weersgesteldheid- 1 Junij 12 u. Helder, ligtbewolkt, mooi.
2 Junij 12 u. Ligtbewolkt, mooiweer.
3 Junij 8 u. Helder, ligtbewolkt, mooiweer.
3 Junij 12 u. Helder, beneveld, mooi.
Zeilklaar liggende on vortrokken Schepen Groote Vaart.
Aankomst. Vertrek. Schip. Gezagvoerder. Besteraming
17 Mei. 1 Junij. Java. E. van Ingen. Batavia via Suez.
19 3 Maibit. A. Altman. Soerabaija.
21 Tromp. F. Leue. Batavia via Suez.
25 Amsterdam. J. Kruisinga. Samarang.
Binnengekomen Koopvaardijschepen GrooteVaart.
Binnenlc. Schip. Gezagvoerder. Cargadoor. Herkomst.
3 Junij. MargarethPugh. D. Jones. Duink.&Goedk. Probolingo.
3 Jan van Brakel. D.deRoever. Hoogl.&v.Herw. Padang.
Binuongokomen Schepen bestemd hunne lading inde
Binnenhaven te lossen.
Schip. Gezagvoerder. Herkomst. Lading. Cargadoor.
Sherburn. R. Benson. Bunderland. Steenk. ZurMühlen&Co.
Hastings. C. Douglas. Newcastle. Duink.&Goedk.
Berigten uit Batavia tot 26 April behelzen o. a. het volgende:
Volgens alle brieven hebben de Atsjinezen van het eerste oogen-
blik der landing eene onverschrokkenheid en doodsverachting aan
den dag gelegd, die bewondering verdienen, waren ze minder het
gevolg van tot het uiterste gedreven fanatisme en konden ze alleen
aangemerkt worden als bewijzen van liefde voor vrijheid en onaf
hankelijkheid. De Atsjinezen zijn, ondanks de verhalen in het
nieuwe blad van den heer Huet, dat zij, aangevoerd door Euro
peanen, 80,000 achterladers bezitten, en dat hun aantal legio is,
meestal slechts voorzien van oude vuursteen-geweren, lansen en
klewangsdit laatste wapen doet vreeselijke diensten en zij renden
soms tegen het snelvuur der achterladers in, om zich met den
doodelijk treffenden klewang op de onzen te werpen. Van gesehut
schijnen zij ruim voorzien te zijn en weten het vrij goed te bedienen.
Onze troepen hebben met eene dapperheid en volharding gestreden,
een volkomen succes waard. Maar de Atsjinezen hebben doen zien,
dat zij bet in het opwerpen van versterkingen ver gebragt hebben.
Men verzekert, dat 25,000 man tegenover ons stonden, die telkens
verwoede uitvallen deden, onze troepen poogden om te trekken en
dat dezen dag en nacht door aanvallen van buiten verontrust
werden.
Generaal Kohier stierf den heldendood. Men heeft langs officiëlen
weg nog geene bijzonderheden omtrent zijn sneuvelen ontvangen
maar volgens alle geruchten stierf hij met het vaandel in de hand,
terwijl hij zijne troepen poogde te rallieeren. Hij is gesneuveld
terwijl hij zelf met 4 compagniën een verkenning deed.
Het regent te Atsjin met stroomen.
Veel deed het met gebrekkige middelen maar ditmaal is gebleken,
dat wij een vijand tegenover ons hadden, die in dapperheid niet
achterstond en die zijn grond duim voor duim tot het uiterste ver
dedigde. Vielen honderden Atsjinezen en hun verlies moet zeer
groot zijn steeds stonden de massa's pal en met eene onver
saagdheid, ongekend in onze Indische geschiedenis, werd de strijd
telkens verwoeder hervat. Men liet de onzen geen oogenblik rust.
In een brief uit Atsjin, aan de Indiër medegedeeld, wordt over
den aanval der Atsjinezen op de landingstroepen nog een en ander
gezegd. „Enkelen leest men wierpen hunne geweren weg
en renden op ons in met klewangs in de band. Een Europeesch
sergeant werd als het ware door midden gehakt. Een goed salvo
verdreef die lieden; zij lieten een 5Otal achter."
Kapt. Nix velde er vijf met sabel en revolver; luit. Bischoff drie.
Onze soldaten vechten als leeuwen.
Alle officieren van ondervinding zijn het daarover eens, dat de
Indische krijgsgeschiedenis nog geen voorbeeld bevat van zulk een
onversaagden vijand als deze.
De lnit. ter zee 1ste kl. Engelvaart, die de landingsdivisie
commandeerde, was bij den eersten aanval zwaar gewond geraakt
en later aan uitputting bezweken.
De adelborst Zimmer zat in een gewapende sloep en vroeg juist
of er reeds gekwetsten waren, toen hij een kogel in de borst kreeg.
Gisteren overleed hij en is met militaire honneurs begraven.
De troepen, die zich aan den wal meer oostwaarts verplaatsten,
werden belemmerd door eene hooge sterke benting, die zelfs door
de omtrekkende artillerie niet te genaken was. Den volgenden dag
zouden de schepen bres schieten. De Citadel van Antwerpen had
er reeds vroeger op gevuurd en er was goed geantwoord, want de
Citadel had 13 raaksehoten, doch van geen belang. Den lOden
was er een goeie bres in de benting en den llden rukten de
troepen er binnen. Onder een hoera! van de schepen werd onze
vlag geplant. Men wil de benting heden (12 April) doen springen.
In den nacht waren de troepen in het kampement niet ongestoord
gebleven."
Zijne Exc. de gouverneur-generaal en mevronw Loudon hebben
een bezoek van rouwbeklag aan de weduwe van generaal Kohier
gebragt.
Een buitengewoon nommer van de Java-Courant van 23 April
bevat het volgende programma van de ontscheping en de ter narde
bestelling van het stoffelijk overschot van den gesneuvelden .gene-
raal-majoor J. H. R. Kohier, opperbevelhebber van de land- en
zeemagt bij de expeditie tegen het rijk van Atsjin. Het volgende
wordt daaraan ontleend:
„Het stoffelijk overschot wordt, na de aankomst ter reede van
Batavia, door eene commissie, bestaande uit één kapitein van elk
der vier wapens, gekleed in groot tenue met sjerp, met het stoom
schip Tjiliwong afgehaald. Z. Exc. de gouverneur-generaal, opper
bevelhebber van de land- en zeemagt, wordt bij die plegtigheid
vertegenwoordigd door een van zijn adjudanten, de kommandanten
der zee- en landmagt door hun adjudant.
De commissie wordt bijgestaan door zestien onderofficieren
dragers, mede in groot tenue.