Benoeming-en, enz. Buitenland. België. Frankrijk. Engeland. De heer W. van der Kaay uit Alkmaar komt in het district Deventer in aanmerking als candidaat voor het lidmaatschap der Tweede Kamer. Te Alkmaar overleed dezer dagen de heer J. F. Ukena, marktmeester der graan- en zaadmarkt aldaar. - H. M. de Koningin heeft ter gelegenheid van haren verjaardag aan de Yereeniging „Tot Nut der Armen" in de Rijp wederom f 100 doen toekomen. In het Handelsblad komt een advertentie voor van den heer van Akerlaken, waarin hij ter kennisse van de kiezers in het district Hoorn brengt, dat hij, vereerd door het vertrouwen dat een groote meerderheid hem opnieuw heeft geschonken, besloten heeft nogmaals de moeijelijke en niet begeerlijke taak van het lidmaatschap der Tweede Kamer te aanvaarden. Omtrent den brand op het schip Eliza and Alice in het Oosterdok te Amsterdam deelt men nog de volgende bijzonderheden mede. Tegen 10j ure rook de 1ste stuurman, die in zijn kooi lag, brandlucht. Haastig stond hij op, verbrak de zegels van het propdek, waarna hij een luik van het tusschendek opende. Rook en vlammen vlogen hem hier te gemoet en plotseling zag hij zich den terugweg afgesneden. Hij spoedde zich nu naar een ander luik van het propdek, doch kon het niet openkrijgen. Gelukkig werden zijne angstkreten gehoord en aan den 2den stuurman gelukte het hem te redden, hoewel reeds met verschillende brandwonden bedekt. De kapitein kwam ten half elf aan boord en was reeds toen niet meer in staat iets van zijne papieren of bezittingen te redden. Hij stond met den stuurman op het groote luik, toen dit plotseling in de lucht vloog en de beide mannen kwamen in het dok teregt, waaruit zij echter spoedig met een bootje werden gered. Toen men tegen 12 uur zag dat het schip niet meer te redden was, hakte men er gaten in, ten einde het te doen zinken, doch de diepte was onvoldoende, het verschil bedroeg slechts li voet, zoodat het boven gedeelte bleef branden. Toch is een gedeelte der lading, die onder water kwam, behouden gebleven. Het schip was slechts gedeeltelijk, van de lading en de goederen van den kapitein was niets verzekerd. De stuurman ligt tengevolge der bekomen brandwonden in het gasthuis. Jl. Maandag avond is in den Varkensgang buiten de Raambarrière te Amsterdam, naar wij vernemen, een vreese- lijke misdaad gepleegd. Een aldaar woonachtig diamantslijper, in den laatsten tijd herhaaldelijk en ook nu weder in beschonken toestand verkeerende, leefde tengevolge daarvan in onmin met zijne vrouw, die hij bij herhaling deerlijk mishandelde. Toen echter liep het geschil tusschen de echtgenooten zoo hoog, dat zij handgemeen raakten, waarbij de man zijne vrouw zoo ernstige verwondingen toebragt dat zij aan de gevolgen is overleden. Toen de buren op de noodkreten der vrouw eindelijk te hulp snelden, was er geen redding meer mogelijkde vrouw lag zwaar gekneusd en hevig bloedende te sterven. De man had zich inmiddels uit de voeten gemaakt. (Stand.) Jl. Woensdag hebben, op een uitgestrekt grasveld achter den Roomtuin te Amsterdam, de beproeving en keuring plaats gehad van werktuigen voor den hooibouw, die ingezonden zijn voor de tentoonstelling, door de Holl. Maatschappij van Landbouw van 2630 September e. k. in het Paleis voor Yolksvlijt te houden. De jury, bestaande uit de heeren Amersfoordt (Haarlemmermeer), de Blocquery (Haarlem), Viruly (Voorburg), Sluis (Beemster), Kieftenburg (Wognum), Barendregt Gzn. (Barendrecht) en Hulleman (Twisk), zal in September officiëel kennis geven van hare bevinding. Men meldt uit Bloemendaal, dd. 20 dezer, aan de N. Rott. Crt. „Men is hier in 't algemeen en op de buitenplaatsen in 't bijzonder verontrust door de verschijning van iemand, die uit de gevangenis te Hoorn is ontslagen, of volgens sommigen ontvlugt. Deze man moet te Heemstede, Overveen en Bloemendaal, door ernstige bedreigingen, overal vrees aanjagen, zoodat 's nachts patrouilles rondgaan en overdag stille wachters, om hem in handen te krijgen. Hij ging vroeger met een hondenkar, waarin potten en pannen, rond en moeten heeten Jacob Hoogeveen. 't Is te hopen, dat men hem op nieuw onschadelijk zal maken voor de maat schappij." Naar aan het Dagblad wordt medegedeeld, zou aan een heer uit de buurt van Alkmaar, die zich jl. Dingsdag te 's Hage bevond ter bijwoning der feesten, zijn gouden liorlogie gerold zijn. De bestolene heeft er echter geen aangifte van gedaan bij de politie. Uit 's Hage wordt aan de Arnh. Crt. medegedeeld, dat, zooals gewoonlijk, de groote illuminatie en de muziek uitvoeringen in het Haagsche Bosch op den verjaardag van de Koningin een groot aantal bezoekers naar die stad gelokt' hebben. Ditmaal was evenwel de toevloed buiten gewoon groot door de goedkoope extra-treinenvooral uit het noorden des lands, Friesland, Groningen en Overijssel, is daarvan een druk gebruik gemaakt, om gedurende twee dagen van de schoonheden en feestelijkheden der residentie te profiteren. De illuminatie is ditmaal door het aller gunstigste weder uitstekend gelukt; het Bosch was met een zee van licht overgoten, en de weerkaatsing van de duizenden lampions in de vijvers aangebragt, maakte een schitterend effect. Was het toeval of opzet, als pièce de résistance ditmaal een prachtig verlichte Turksche moskee met de halve maan in den tweeden vijver van het Bosch te plaatsen? In ieder geval werd bij de bezoekers door die prachtige decoratie de gedachte aan Atsjin niet ontoe passelijk levendig gehouden. De vele pleizierreizigers uit het Noorden maakten van de gelegenheid gebruik om verder de stad en Scheveningen te bezoeken, maar niet gering was het getal, dat door de cicerones op het Binnenhof naar de tribune van de Eerste Kamer werd gelokt, waar men nu ook eens kon kennis maken met de welsprekendheid van de afgevaardigden in dat college. Natuurlijk strekte dit niet tot de bekorting van de discussien, want een talrijk auditorinm is voor sprekers altijd aanmoedigend. Aan afwisseling heeft het den bezoekers niet ontbroken; want de vorstelijke familie heeft zich ook, zoowel in het Bosch als in de stad ver toond, wat voor velen zeker eene aangeme verrassing was. Gisteren morgen werd te Utrecht de algemeene ver gadering van de Vereeniging voor Christelijk nationaal schoolonderwijs in het gebouw voor Kunsten en Weten schappen geopend, onder voorzitting van den heer M. N. Feringa, van Amsterdam. Een TOtal afgevaardigden van de verschillende afdeelingen namen hieraan deel. Gisteren is te Utrecht aanbesteed het uitvoeren der werken, benoodigd voor het verbeteren der werken aan het fort de Blaauwkapel, waarvoor de minste inschrijver was de heer N. van Haaven, te Venlo, voor f 194,000. Omtrent den gezondheidstoestand van het vee m de provincie Friesland gedurende de maand Mei, kan het volgende worden medegedeeld: De longziekte onder het rundvee openbaarde zich in genoemde maand bij 8 vee houders. Aan die ziekte stierven 2 runderen en werden 59 afgemaakt; te zamen 61. Sedert den 1 Januarij dezes jaars tot 1 Junij jl., zijn niet minder dan 1127 offers van de longziekte gevallen. Van andere veeziekten is alleen vernomen, dat bij een veehouder onder Berlikum de pok ziekte zich onder de schapen vertoonde. De gunstig veranderde weêrsgesteldheid oefent te Meppel een heilzamen invloed op den stand der veldgewassen in 't algemeen. De aardappelen nemen in blad en stengel een florissant voorkomen aande rogge, die grootendeels verloren scheen, ontwikkelt zich boven verwachting; de boekweitplant laat zich voorloopig goed aanzien; de weiden komen volop met gras en 't slagtvee heeft nu reeds een gunstig aanzien. Alom verdwijnen de bezwaren, door de landlieden geopperd, en over 't geheel wordt een ruime oogst te gemoet gezien. Op de eerste groote wolmarkt, jl. Donderdag te Meppel gehouden, bedroeg de aanvoer p. m. 7000 kilo, die in ordinaire soorten tegen 55 a 60 ct. per half kilo gretige koopers vond. Puike kwaliteit (uitgezochte) werd verhandeld tegen 70 a 80 ct. per half kilo. Er was een groot aantal kooplieden, ook uit den vreemde; de handel was goed geanimeerd, bij gragen kooplust. Over 't geheel meende men evenwel, dat de prijzen lager waren dan vorige jaren. Aanstaande week wordt de groote jaarlijksche wollen-Donderdag gehouden, waarop de aanvoer in den regel nog belangrijker is. Het jaar 1816 behoorde zeker wel onder de onna tuurlijkste jaren: in Januarij was het toen zoo zacht, dat men bijna geen vuur noodig had; in Februarij was het veel kouder; de eerste helft van Maart was guur, de laatste zacht; in Mei stormde en vroor het; evenzoo in Junij met veel sneeuw; in Julij en Augustus vroor het geregeld en vrij hard door; in de eerste helft van September was het weder zeer aangenaam, doch de tweede helft was weer rijk aan nachtvorst; October en November waren koud, en vorst en sneeuw toen aan de orde, terwijl eindelijk December zoo zacht eri aangenaam was als Junij had moeten 'zijn. Ons vee maakt op de Weener vee-tentoonstelling een goed figuur. Verschillende exemplaren van Hollandsch, Groningscli en Friesch ras, door buitenlandsche veefokkers ingezonden, zijn met prijzen bekroond. Men roemt bij de stieren den Hinken bouw, den breeden melkspiegel, de volle, gelijkmatige vormen, zachte dunne huid en zijdachtig haar, terwijl de melk-eigenschappen dér koeijen mede geprezen worden. Een der schoonste stieren van de geheele tentoon stelling was de zilvergrijze Groningsche stier van de hh. Otto Boekhoeff' Co. te Loga bij Leer, in Oost-Friesland, welke heeren ook eene koe hadden tentoongesteld, die alle anderen in melk-eigenschappen overtrof. De verslaggever der tentoonstelling te Weenen van de KI. Crt. deelt het volgende mede: „Zooals bij iedere tentoonstelling, zijn ook hier weder dwaasheden door inzenders begaan. Zoo heeft o. a. een liefhebber waar de snuggere vriend huist ben ik ver geten 't geduld gehad eenige poppen te kleeden in de meest excentrieke kleeding die hier te lande nog op een of ander eiland of afgelegen dorpje gedragen wordt, en nu staan die poppen in het Prater te Weenen, in de Neder- landsche afdeeling tentoongesteld, onder het opschrift: „Neder- landsche kleederdragtenVooral de bezoeksters hebben er veel pret over en lagchen er om, maar ten koste van ons arme Nederlanders! Inderdaad meenen zij, dat men de Amsterdamsche en Haagsche dames zoo gekleed ziet en deze onbekendheid met onze zeden en gewoonten is der Wienerin niet zoo erg kwalijk te nemen." In Denemarken karnt men tegenwoordig boter, die zoo goed is, dat zij de reis van Kopenhagen naar China en terug maakt zonder te bederven; voor het grootste gedeelte is dit natuurlijk het gevolg der verzending in luchtdigte, inwendig met hout bekleede blikken bussen ter grootte van 4 a 28 pond. Het groote tentoonstellingsgebouw te Londen in 1851 besloeg 20 acres en werd door 6,039,000 personen bezocht. Het gebouw van 1862 bedroeg 28 acres en ontving 6,221,000 bezoekers. Het gebouw te Parijs van 1855 was 30 acres groot en werd door 5,162,000 personen bezocht. Het hoofd gebouw van 1867 was 39 acres groot; het getal bezoekers was 10 millioen. Het gebouw te Weenen beslaat 25 acres, terwijl dat voor de tentoonstelling in 1876 te Philadelphia te houden 50 acres zal beslaan. Volgens berigten uit Konstantinopel, is de gezond heidstoestand van den Sultan zeer bedenkelijk. Men maakt, ter gelegenheid van de aanwezigheid van den Perzischen Shah in Europa, de opmerking, dat het woord Shah is een verkorting van het Hebreeuwsche woord Messihiach, dat gezalfde beteekent. Men weet, dat de Oos- tersche Koningen, sedert Saul, „Gezalfden des Heeren" zijn. Kinder-vereeniging tot bescherming van dieren, te Laren. Uit Androcles no. 5 vernam men, dut voor 2 of 3 jaren de hoofdonderwijzer F. D. M. Postel, te Laren, in Gelderland, zulk eene vereeniging heeft tot stand gebragt. De kinderen hebben eene verklaring geteekend, waarbij zij zich verbinden geen vogelnesten te verstoren, jonge vogels uit te halen noch iets te doen waardoor zij vogels zouden benadeelen, maar hen integendeel op alle mogelijke wijze te beschermen. Het berigt voegt er bij, dat de 'vogels in Laren zijn toegenomen, en dat de eijeren, als versiersel van schoorsteenen, verdwenen 'zijn. Volgens de Ulustrirte Landwirthschaftliche Zeitun» zijn in den laatsten tijd worsten van ongekookt vieesch enz in den handel gebragt, welke zich door eene in het oo» loopende roode kleur onderscheiden. Deze roode kleur i°s kunstmatig met anilinerood te voorschijn gebragt, en daar het in den handel voorkomende anilinerood gewoonlijk met arsenikzuur bereid en derhalve arsenikhoudend, dus vergif, tend is, is het gebruik van dergelijke ongewoon roode vleeschwaren zeer te ontraden. I)e luit. ter zee 2de kl. G. van Herwaarden, de off. van gei 2de kl. W. II. Visscher van Aalst en de off van adm. 3de kl H. Kits van Heijningen en F. H. A. Pool, allen behoord hebbendé tot het escader in Oost-Indië, en van daar den 13 dezer maand in Nederland teruggekomen, worden met dien datum op non activiteit gesteld. De off. van gez. 1ste kl. H. van Stockum, laatst behoord heb bende tot het escader in Oost-Indië en van daar, wegens langdurig verblijf, den 15 dezer maand in Nederland teruggekomen, wordt met dien datum op non-activiteit gesteld. De berigtgever van lTndépendance Beige te Konstan- tinopel schrijft„In navolging van den Sultan van Atsjin, wil thans ook de Emir van Casligar zich onder de suze- reiniteit van den Turkschen Sultan plaatsen, en hij heeft tot dat einde een gemagtigde naar Konstantinopel afge vaardigd. Hoe gestreeld de Porte zich hierdoor moge gevoelen, schijnt zij evenwel weinig gezind te zijn, aan de wenschen dier nieuwe vazallen tegemoet te komen, uit aanmerking van de ongelegenheden, waarin dit politieke patronaat Turkije zou kunnen wikkelen. Wat de gods dienstige suzereiniteit betreft, deze komt Sultan Abdul-Aziz, in zijne hoedanigheid van Khalif, ten aanzien van elk Muzelman en alzoo ook van regtswege zoowel over de Atsjinezen als over de Cashgarezen toe." Volgens le Nord, houdt de gezant van den Sultan van Atsjin, Seïd-Effendi tweede gemaal van des Sultans moeder zich nog steeds te Konstantinopel op. Bij het gala-diner te Brussel heeft de Perzische monarch op den hem door zijnen koninklijken gastheer toegebragten dronk in het Fransch geantwoord „Ik drink van ganscher harte op de gezondheid van den Koning van België." In het antwoord, door den Shah op de toespraak van den burgemeester van Laeken gegeven, zeide hij, dat hij zich bij zijne aankomst in België ongesteld gevoelde, maar dat de gulle ontvangst van Koning Leopold II hem ge heel beter had gemaakt. „Ik hoop," vervolgde hij, „dat de kennis, die ik met uwen Koning gemaakt heb, den band van sympathie, die reeds tusschen de twee volken bestaat, nog naauwer zal aanhalen. Ik, van mijne zijde, zal niets verzuimen, 'twelk de internationale betrekkingen tusschen de twee landen in het belang van handel en nijverheid, kan uitbreiden." 1 Uit Cadix wordt aan den Antwerpschen Précurseur geschreven, dat het Admiraliteitshof uitspraak gedaan heeft in de bekende zaak der stoomboot Murillo, wegens de aan varing van de Northfleet. De Murillo is niet veroordeeld en de equipage in vrijheid gesteld. Den kapitein der Murillo is voor twaalf maanden de bevoegdheid tot het bekleeden van den post van gezagvoerder ontzegd, omdat hij, met een onbekend schip in aanvaring geweest zijnde, geenerlei hulp had verleend. Van Victor Hugo kan men binnen kort de verschijning te gemoet zien van den staatkundigen en geschiedkundigen roman, waaraan hij een paar jaren gewerkt heeft en die getiteld zal zijn: Quatre-vingt-treize, verwachten. Prins Napoleon heeft een uitstapje naar het land verblijf van den heer Maurice Richard, te Millemont, gedaan. Zijn verblijf naar Corsica is nog niet bepaald. Hij wacht te Parijs de komst zijner gemalin, Prinses Clotilde, af, die, naar verzekerd wordt, aldaar binnen weinige dagen zal aankomen. Dover, de oude vijfhavenstad, zoo meldt men o. a. uit Londen aan het D. v. 's Gr., heeft een gedenkwaardig feit te meer op te teekenen bij de vele, die reeds zijn geschiedbladen vullen. Van oudsher was die plaats het punt, waar aanzienlijke personen, die met de Britsche geschiedenis in naauw verband stonden, het eerst den Britschen bodem bereikten, of waar zij dien verlieten. Om enkele te noemen. Te Dover landde Julius Caesar; van Dover zeilde Ricbard Leeuwenhart uit, toen hij den kruistogt tegen de ongeloovigen ging ondernemen; daar zette Marie Henriëtte voet op Britschen bodem en werd met Karei I in den echt verbondendaar landde Karei II na zijn restauratie, daar werd Willem van Oranje door het Engelsche volk begroet. Bij al die gelegenheden was de ontvangst schitterend, het ceremonieel grootscli, maar vergelijkt men ze bij die van later jaren, dan verliezen ze veel van hun waarde. Men denke slechts aan den aanblik dien Dover bood toen Napoleon III er in 1856 landde, aan de ontvangst, welke er den Sultan van Turkije en den Onderkoning van Egypte was bereid. En nu was Dover de eer beschoren om de eerste stad te zijn op Britschen bodem, die bezocht werd door den Koning van de Koningen der aarde, den Vorst van de Vorsten der eeuw, de „schaduw van God", den beschermer van den Islam. Te Dover aan wal gestapt, werd Zijne Perzische Majesteit het eerst door den hertog van Edinburg, Prins Arthur, den mayor en de aldermen der stad begroet, en wel in de groote zaal van het Lord Warden Hótel, daartoe expres- selijk ingerigt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1873 | | pagina 2