Benoeming-en, enz.
Frankrijk.
en zieken, wel een bewijs, dat er aan den wal niet wordt stilge
zeten, Het is dan ook kolossaal zoo als hier gevochten wordt,
zoo iets is nog nooit vertoond in Indië. Men had gedacht, dat
deze expeditie, even als alle andere, heel kalm na een weinig
vechten zou afloopen, maar dit is ontzettend tegengevallen; het
plekje grond, dat door ons bezet werd, is voet voor voet na een
hevig gevecht genomen en heeft heel wat menschenlevens gekost.
Na een ontzettend vuur van de oorlogschepen, is de tweede benting
aan het strand genomen, waarin nog 13 kanonnen werden gevon
den, die op de schepen waren gerigt. Daarna marcheerden de
troepen een half uur ver het land in en stieten op den missigit
(Mohamedaanschen tempel), die flink versterkt was. Na een hevig
gevecht werd de missigit in brand geschoten en vlogen de Atsji-
nezen in digte massa met de klewang op onze troepen inze
hielden goed stand en in eenige oogenblikken lagen p. m. 500
Atsjinezen dood op een plek, niet grooter dan het dek van een schip.
We hadden toen de missigit, maar moesten die 's avonds weêr
ontruimen; den volgenden dag werd hij, na een even groot bloed
bad, weder genomen, doch duur gekocht.
Bij eene verkenning stiet de troep op eene rivier en hiervan
berigt krijgende, ging de generaal Kohier naar voren om zelf te
zien wat te doen; naauwelijks in de voorste gelederen gekomen,
trof hem een vijandelijke geweerkogel in den linker-bovenarm, die
tevens de borst indrong en het hart schijnt bereikt te hebben,
want eenige oogenblikken daarna was hij een lijk. Door zijn
marine-adjudant Marinkelle werd het lijk op de Soerabaija gebragt,
waar de vice-president van den Raad van Nederlaudsch-Indië,
Nieuwenhuizen, en zijn adjudant, de referendaris Canter Yisser,
hun intrek hebben genomen. Even te voren hadden we gehoord
dat de generaal gewond was en dachten slechts aan een ligte wond
of schampschot; groot was dus onze schrik, toen het lijk aan boord
werd gebragt, want het is slechts ééns voorgekomen, dat de chef
van eene expeditie sneuvelde. Iloe het zij, we verliezen in hem
een flink aanvoerder, die door alle inferieuren betreurd wordt, want
hij was zeer bemind.
Den 15den is het lijk op spiritus gekist en na eenige toespraken
van den kolonel Koopman met alle staatsie naar den gouverne-
ments-stoomer Siak gebragt, die onmiddelijk naar Penang stoomde,
van waar het lijk naar Batavia zal worden overgebragt.
Tevens ging een telegram, dat de toestand onhoudbaar werd. De
kraton is vreeselijk sterk en bezet met 75 kanonnen, dus daar
moesten wel spaanders vallen! In den kraton zitten, zegt men,
27 hoofden, ieder met 1000 a 2000 man, die besloten hebben zich
tot den laatsten man te verdédigen. Toen we dan ook den kraton
bestormden, werden wij met 150 dooden en gekwetsten terugge
slagen; de troepen trokken terug naar het strand en vooreerst zal
er wel geen tweede poging gedaan worden. We hebben meer ver
liezen geleden dan ons lief is; deze week nog zijn de kommandant
van de Coehoorn, Engelvaart en de luitenant Brondgeest van ver-
moeijenis bezweken, terwijl verscheidene andere officieren gedood en
gekwetst zijn.
Heden is er groote krijgsraad gehouden door de hoofdofficieren
aan boord van de Soerabaija. Denkelijk embarkeren de troepen
weêr op de booten en koopvaarders en is de eerste expeditie afge-
loopen met een groot échec voor ons.
Volgens aller opinie is het geene expeditie, maar een Europe-
sche oorlog geweest, waarbij wonderen van dapperheid verrigt zijn;
er is vreeselijk gevochten. Enkele Pruissen, die den oorlog van
1870 hebben medegemaakt en nu in het Indische leger dienen,
zeggen, dat zij nooit zulk woedend vechten gezien hebben. We
moesten dan ook tegen een kolossale overmagt, die steeds aangroeide,
den strijd volhouden. Nu moet er een half leger heen, met zwaar
geschut. De vijand wordt door Europeanen aangevoerd en meer
malen is er Hollandseh en Engelsch gehoord in de vijandelijke
versterkingen, die totaal Europeesch aangelegd en enorm sterk zijn."
Binnenland.
HELDER en NIEUWEDIEP, 26 Junij.
De mailboot Prins Hendrik passeerde 24 dezer Malta,
's middags. Schoon weder en kalm.
De mailboot Prins van Oranje is jl. Dingsdag morgen
Malta gepasseerd; schoon weder en kalm.
De mailboot Koning der Nederlanden, kapt. M. C. Braat,
is, volgens ontvangen telegram, den 24 dezer ten 3 ure 's
namiddags te Batavia aangekomen, na 26 uren te Padang
te hebben vertoefd voor het debarkeeren van passagiers,
troepen en lading.
Het schip is den 17 Mei ten 9 ure des avonds van de
reede van Texel gestoomd, en is dus den 38sten dag na
het vertrek te Batavia aangekomen. Na aftrek van het onop-
houd te Port-Said, Suez-kanaal, Aden en Padang heeft
het 33 dagen en 8 uur onder stoom gehad met "een ge
middelde snelheid van ruim elf mijlen, zijnde de „snelste
directe reis" van Nederland naar Java.
De mailboot Java heeft gisteren van Malta de reis
naar Oost-Indië voortgezet. De mailboot Tromp is jl.
Maandag te Port-Saïd aangekomen.
Zr. Ms, schroefstoomschip Riouw, is den 23 dezer te
Port-Saïd aangekomen. Aan boord was alles wel.
Zr. Ms. schroefstoomschip Bommelerwaard is den 24
dezer te Suez aangekomen en zou nog dienzelfden dag de
reis" voortzetten. Aan boord was alles wel.
De heer van Sypesteijn, nieuw benoemd gouverneur
der kolonie Suriname, zal met de mail, die den 2 Julij uit
Londen naar West-Indië vertrekt, zich naar Paramaribo
begeven.
Aan boord van het stoomschip Holland, van Amsterdam
naar Livorno bestemd, en te Cardiff in het Oost-Bassin
liggende, heeft jl. Maandag een treurig ongeval plaats
gehad. De 3de machinist, een onzer plaatsgenooten, begaf
zich met een gewone lamp in den tunnel, alwaar zich
waarschijnlijk kolengas bevond. De luiken open zijnde,
heeft het schip geen schade bekomen en kan het de reis
voortzetten. De machinist, in het hospitaal opgenomen, is
zoodanig gebrand, dat hij waarschijnlijk niet lang in leven
zal blijven.
De uitslag der jl. Dingsdag gehouden herstemming
voor leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
is als volgt;
AmsterdamGekozen de heer G. Fabius (conservatief).
Aftredend lid was de heer Mr. J. A. Jolles (liberaal).
DelftHerkozen de heer J. L. Nierstrasz (c.).
Leiden: Herkozen de heer Jhr. Mr. J. L. van den
Berch van Heemstede (anti-revolutionair).
UtrechtGekozen mr. J. Messchert van Vollenhoven (a.).
Aftredend lid was de heer mr. E. du Marchie van Voort-
huysen (c.).
Gouda: Herkozen de heer jhr. Mr. W. M. de Brauw (c.)
Gorinchem: Gekozen de heer mr. J. J. Teding van
Berkhout (a.). Aftredend lid was de heer mr. J. Heems
kerk Az. (c.).
AlmeloGekozen de heer H. A. Insinger (c.). Aftre
dend lid was de heer mr. G. M. van der Linden (1.).
Het resultaat der verkiezingen opmakende, zegt de
N. Rott. Crt., heeft de liberale partij weinig reden van
roem. Veroveringen heeft zij niet gemaakt; daarentegen
verloor zij drie plaatsen en zag te Utrecht van Voorthuysen
vervangen door Messchert van Vollenhoven. Voor de reeds
niet sterke meerderheid inderdaad een gevoelig verlies.
Teleurgesteld evenwel kunnen wij niet zeggen dat wij
zijn. De verkiezingen hadden voor de liberalen onder zóó
ongunstige omstandigheden plaats, dat we ons op erger
nederlaag hadden voorbereid.
Verslagen evenmin. Nu de meerderheid niet werd ver
sterkt, kon het geen ramp schijnen, dat zij eenigzins werd
verzwakt. Tegen eiken aanslag op onze grondwettige
vrijheden bleven wij sterk genoeg.
Moedeloos nog minder. Amsterdam is niet verloren,
omdat tijdelijke verdeeldheid één slag verliezen deed. En
te Maastricht en Almelo was het de ultramontaansche partij,
die overwon, maar die van haar schrikbewind geen andere
vruchten zal zien, dan dat zich alles, wat voor Rome niet
buigen wil, hoe langs zoo meer aaneensluit. Hoe feller zij
woedt, te meer zij den weerstand oproept. In plaats van
de liberale partij te breken, maakt de nltramontaansclie
agitatie ons sterker.
Een gewigtig feit is nog de val van Heemskerk, den
man, die, meer dan iemand, tot bederf onzer politieke toe
standen heeft gewerkt. Moge in hem doodelijk getroffen
zijn het beginsel dat hij vertegenwoordigde, of liever
het spelen met beginselen en de partijschap zonder beginsel.
Moge nu het conservatieve element in de Kamer zich
losmaken van onzedelijke allianties, en zich vormen tot een
partij, op welke, als de toestand het gebiedt, de regering
kan overgaan.
Zoo de verkiezingsstrijd dit resultaat mogt hebben opge
leverd, zou de liberaal zich gemakkelijk troosten over het
verlies, dat zijn partij geleden heeft.
Men schrijft uit Schagen, dd. 24 dezer:
„Gisteren werd hier, bij gelegenheid der kermis (den
tweeden dag), de gewone jaarlijksche paardenmarkt gehouden.
Het aantal aangevoerde paarden was ruim 200, waaronder
zeer goed soort, hetgeen blijkt uit de hooge prijzen die
besteed zijn, zoo door inlandsche als door eenige vreemde
(Engelsche en Fransche) kooplieden ter markt aanwezig.
De prijzen bedroegenvoor 1ste soort rijpaarden tot f 650,
2de soort rij- on trekpaarden tot f 400 en 3de soort idem
tot f 200; de handel was zeer vlug, zoodat genoegzaam
alle paarden verkocht werden. De buitengewoon vele
tenten, kramen en verdere publieke vermakelijkheden van
allen aard, dit jaar voor de kermis, in en buiten de kom
der gemeente geplaatst, en de duizenden personen, gisteren
zoo per spoortrein als per rijtuig aangevoerd, deden een
oogenblik, vooral bij het binnenkomen van de menigvuldige
rijtuigen, vrees voor opstopping en botsingen ontstaan, doch
door de doeltreffende voorzorgsmaatregelen, door onzen burge
meester genomen, die zich den geheelen dag op alle plaatsen
van aankomst en vertrek en bij de kramen vertoonde, is
de goede orde geen oogenblik gestoord, en, voor zooveel
bekend, zijn er geen ongelukken voorgevallen, zoodat de
voornaamste kermisdag, door zeer schoon zomerweder be
gunstigd, naar aller genoegen is afgeloopen."
Op de Beusichemsche paardenmarkt is een fraaije
„moorkop" verkocht voor f 1100 en een span vossen voor
ruim f 2000.
Als eene bijzonderheid kan men mededeelen, dat op
den kop van een ragebol, staande op de binnenplaats van
het gemeentehuis te Utrecht, een huismusch zijn nest ge
bouwd heeft en thans daarop zit te broeijen.
Den 22 Mei jl. werd de generaal Schönstedt te's Hage
verschillende keeren met een bezoek lastig gevallen, dat
hem tot drie malen toe gebragt werd door iemand, wiens zoon
in militaire dienst zijnde, naar zijn gedachte, naar de klasse
van discipline zou worden gezonden, ten einde den generaal
te bewegen, dit te voorkomen. In den avond van dien
dag kwam de bedoelde persoon ten vierden male, maar
verkeerde toen in beschonken toestand. Zijn bezoek ging
ditmaal vergezeld van bedreigingen en beleedigingen, o. a.
zou hij zich pistolen verschaffen en den generaal vermoorden.
Hiervan werd de politie onderrigt en proces-verbaal opge
maakt. Jl. Dingsdag moest bedoelde persoon voor de regt-
bank aldaar teregt staan. Daar hij niet was verschenen,
werd tegen hem verstek verleend. Bij de gehouden instructie
had beklaagde evenwel verklaard, dat hij niet weet wat bij
bet laatste bezoek is voorgevallen en dat hij berouw had
over het toen gebeurde. De substituut-officier van justitie,
jhr. mr. de Jonge, rekwireerde schuldigverklaring aan
beleediging en mondelinge bedreiging van moord, en veroor
deeling van den beklaagde tot 6 maanden gevangenisstraf.
De uitspraak is bepaald op Maandag a. s.
De Vereeniging van officieren der schutterij in
Nederland heeft jl. Zaturdag te Rotterdam hare vierde
jaarlijksche vergadering gehouden, onder voorzitterschap
van den heer J. E. Knight, kolonel-kommandant der
Rotterdamsche schutterij, president van het bestuur, In het
jaarverslag werd o. a. geconstateerd, dat het aantal leden
weder is vermeerderd; het bedraagt thans 95 stemgereg-
tigde en 112 adviserende leden, te zamen 207, tegen 198
ten vorigen jare. Er is besloten de eerstvolgende alge-
meene vergadering te Haarlem te houden, terwijl tot leden
van het bestuur werden herkozende luit.-kolonels Mr. B. J.
Muller en J. Ekkart en de kapt. H. A. Brumsteede. In
plaats van de majoors jhr. W. C. de Jonge van Zwyns-
bergen en jhr. J. G. F. van Spengler, die eervol uit de
dienst zijn ontslagen, werden benoemd de luit.-kolonels van
Hardenbroek van Bergambacht ('s Hage) en H. T. Wilkens
(Rotterdam). Met algemeene stemmen werd aangenomen
een voorstel om de noodige stappen te doen, ten einde
eene wijziging te verkrijgen in de eereteekenen voor tien-,
vijftien- en twintigjarige schutterlijke dienst beneden den
rang van officier, met een amendement, strekkende om oot
aan de leden der schutterij, die tot de scherpschutters 0(
tot de 1ste klasse overgaan, een distinctief te geven, mits
verschillend van dat der onderofficieren en manschappen
van het leger.
De eerste haringjager is gisteren te Hellevoetsluis
aangekomen.
- De geregelde verzending der aardappelen uit het
Westland is begonnen. Voor Engeland besteedt men f3.25
per half hectol. De beschotten zijn niet zwaar, doch de
prijzen moeten de rekening goed maken. Het vlas staat
niet heel gunstig.
Te Groningen is aan het kind van een polderwerker
dat lastig was, aftreksel van slaapbollen gegeven, om liet
te doen bedaren. Het sliep daarbij voor altijd in en was
niet lastig meer.
Bij 's Konings bezoek te Zuidlaren werd een uit
Groningen overgekomen banketbakkersbediende, die de tafel
in orde moest brengen, met een net rijtuig naar het station
gebragt. De Zuidlarensche eerewacht meende dat de Koning
in het rijtuig zat en reed mede naar het station de school-
kinderen hieven hun feestlied aan, «er was een algemeen
gejuich. Het rijtuig komt aan het station, het portier wordt
geopend en zeer deftig treedt de banketbakkersbediende te
voorschijn. Wat er toen voorviel, kan men denken.
Het scheeren der schapen is in de noordelijke provin-
ciën zoo goed als afgeloopen. Dit jaar is de wol-opbrengst
alom belangrijk; de aanvraag, ook voor buitenlandsck
rekening, groot. De prijzen, die aanvankelijk niet hoog
schenen te zullen worden, stijgen bij den dag. Voor puike
soort, 1ste kwaliteit, besteedt men zelfs reeds f 2 per kilo.
De minister van Einantiën heeft in de Staatscourant de afzenders
van brieven, bestemd voor Oost- of West-Indië of voor andere tot
de heete luchtstreken behoorende landen, op nieuw uitgenoodi»!
hunne brieven niet met lak te verzegelen, maar ze, in het belang
eener ongeschonden overkomst, op eene andere wijze te sluiten,
daar het niet zelden gebeurt, dat de met lak gesloten brieven
gedurende de reis zoodanig aan elkander vastgehecht raken, dat
het onmogelijk is ze vaneen te scheiden zonder het papier te scheuren.
Buitenland.
De Soir verhaalt dat Gambette jl. Dingsdag op een par
ticulier diner te Versailles gesproken., heeft over de levens
vatbaarheid der republikeinsche instellingen. Het verheugde
hem dat die instellingen thans zijn toevertrouwd in handen
van den loyalen soldaat Mac-Mahon, die een toonbeeld is
van getrouwheid, moed, tucht en gehechtheid aan Frankrijk.
Een directeur van een Parijsch theater verkocht
onlangs eenige tooneelbenoodigdheden. De lijst der te
veilen stukken had groote verscheidenheid; zij liet tevens
een blik slaan in de theater-wereld, geschikt om alle illusie
te ontnemen. Men oordeele. Aangeboden werden: een
zee, bestaande uit twaalf groote golven; de tiende grooter
dan de anderen, is een weinig beschadigd. Anderhalf
dozijn goed onderhouden wolken met zwarte randen; een
vonkelnieuwe regenboog, een voortreffelijke sneeuwstorm,
bestaande uit vlokken van fijn papier, en twee andere sneeuw
stormen, die minder goed zijn. Drie flesschen bliksemstralen,
een ondergaande zon van middelmatige hoedanigheid, een
nieuwe maan, een olifant, een krokodil en drie draken,
verscheidene phiolen met alkohol, zeer geschikt voor geest
verschijningen en tot het verkrijgen van blauwe vlammen,
en eindelijk eenige nieuwe donders,
De onderstelling van velen, dat Mano, de brievenbode
van Barp, in het Fransche departement der Gironde, die,
zooals men zich herinnert, in Maart jl. door het hof van
Assises te Bordeaux wegens den aan hem toegeschreven
vijfvoudigen moord van zijne schoonouders, zijne vrouwen
zijne twee jongste kinderen tot levenslangen dwangarbeid
is veroordeeld, door zich van dit vonnis in cassatie te
voorzien, niet winnen, maar wel verliezen zou, is bewaarheid
gewordenHet hof van Assises van het departement det
Lot en Garonne, naar welke zijne zaak door het hof van
Casatie verwezen was, heeft den beschuldigde Woensdag
avond ter dood veroordeeld. Nieuwe bewijzen voor zijne
schuld hebben de verhooren en debatten niet opgeleverd.
Mano is tot het einde toe alle schuld blijven ontkennen.
De verhalen van den voornaamsten getuige ten bezware,
het zevenjarig zoontje van den beschuldigde, waren, gelijk
hij bij vernieuwing beweerde, aan het kind door de hem
vijandige dienstbode zijner behuwdouders, Cathérine Beyris,
voorgepraat. Ook thans vroeg de voorzitter weder aan
den beschuldigde: Maar wie zou de misdaden dan, naar
uwe meening, hebben gepleegd? Vreemden, antwoordde
Mano. Zijn u lieden bekend, die den vermoorden haat
of vijandschap toedroegen? Neen. Derhalve zou roof
of diefstal de beweegoorzaak tot den moord moeten zijn
geweest? Vermoedelijk. Maar wat kon in die schamele
hoeve van Tastouz dieven lokken? Uws schoonvaders
beziting bedroeg misschien nog geene 50 frs., en voor zoo
weinig vermoordt men geene vijf menschen. Het is 11
bovendien bekend, dat er niets weggeroofd is; dat kast
noch kist opengebroken, dat uit kelder noch schuur iets
weggenomen is, dat het horloge aan den wand is blijven
hangen. Dat is wel mogelijk, maar toch moeten vreemden
den moord bedreven hebben. Neen, Mano, deze afschu
welijke misdaden kunnen door geen vreemden zijn gepleegd.
Gij alleen, gij, die bekend staat als een ruwe kerel, als
een dronkaard, speler en nachtlooper en die daardoor met
uw gezin in groote onmin leefdet, gij, en niemand anders
dan gij, zijt de moordenaar van uwe ouders, van uwe vrouw,
van uwe kinderen geweest! Welk een vader zou zoo
iets kunnen bedrijven?
De zevenjarige Bernardin Mano heeft zijne vroegere
verklaringen ook nu weder voor het hof vernieuwd. Die
verklaringen waren zeer bezwarend voor zijnen vader;