Engeland.
Duitschland.
Éi
Oostenrijk.
Spanje.
Amerika.
INGEZONDEN.
Burgerlijke Stand. Gemeente Helder.
Burgerlijke Stand. Gemeente Texel.
Marine-Haven Nieuwediep.
SCHAGER MARKT van HEDEN.
maar het bleef niet onopgemerkt, dat het kind nu en dan
met zich zelf in tegenspraak was. Op het laatst van het
verhoor werd het kind plotseling door eene heftige koorts
overvallen. Hierover scheen de beschuldigde zich ernstig
te verontrusten. Toen de president het kind aan de zorg
der in de geregtszaal aanwezige vrouwen van Barp aanbeval
en Cathérine Beyres zich onmiddelijk opdeed om den
knaap te verzorgen, verzette Mano zich met nadruk daar
tegen en eischte, bij monde van zijnen verdediger, dat eene
almede tegenwoordige tante van het kind die taak zou
overnemen; hetgeen dan ook geschiedde.
De Shah van Perzië bezocht jl. Zaturdag het groote
arsenaal te Woolwich, waar alles aan het werk was en de
verschillende bewerkingen van ijzer en staal den Vorst
verden uitgelegd. Met zigtbare belangstelling bezag de
Shah en zijn gevolg deze belangrijke instelling. Vooral de
kolossale stoomhamer, die een stuk staal van 30 ton
smeedde, maakte op den Shah een diepen indruk. Eerst
toen men bemerkte, dat de Perzische Vorst Buckingham-
Palace 's morgens met een leêge maag had verlaten, om
toch niet te laat te komen, verliet men het arsenaal, om
een lunch te gebruiken in de eetzaal van de artillerie
kazerne, die daarvoor toepasselijk was versierd. Na afloop
jer lunch inspecteerde de Shah het regiment koninklijke
artillerie, dat vervolgens voor hem defileerde. Hierop werd
er met een kanon schijfgeschoten. Tot slot gaf de hertog
van Cambridge den Shah te kennen, dat de Souverein en
de regering van Engeland hem hadden opgedragen aan
zijn Perzische majesteit een Britsch veldstuk te vereeren,
ter herinnering aan zijn bezoek aan Woolwich; hij verzocht
daarom den Shah, dat stuk 'uit te kiezen, wat hem het
meest beviel. De Shah koos terstond een 9ponder van de
nieuwste constructie en betuigde in de warmste bewoor
dingen zijn dank, waarna hij van het paard steeg en per
as naar Londen terugkeerde.
's Avonds had eene gala-voorstelling in de koninklijke
Italiaansche opera plaats. Men gaf „Dinorah," waarin de
beroemde Patti optrad, een gedeelte uit de /Hamlet" en
de „Faustvooral het ballet in de laatste acte van
Hamlet" scheen op den Shah grooten indruk te maken.
Zoo als men denken kon, was de opera-zaal eivol en
waren de prijzen der zitplaatsen overdreven hoog. Voor
eene kleine loge in den hoek van een der bovenrijen en
vanwaar men ter naauwernood iets kon zien, werd 192
betaald. Het schouwspel, dat het publiek en het rijk op
getooide vrouwelijk gedeelte daarvan, alsmede de menigte
Üooge militaire personen aanbood, kan men zich gereedelijk
voorstellen. De Shah zwoegde onder diamanten en edele
steenen. Epauletten van diamanten met verbazend groote
smaragden, diamanten haken, diamanten op den gordel van
zijne gekroonde sabel, enz. Overal zag men diamanten.
De Shah schitterde, aldus uitgedoscht, als het middenpunt
in de koninklijke loge, vlak tegenover het tooneel, in het
midden der groote rij van loges en omgeven door den
Prins van Wallis, den Russischen Grootvorst, den hertog
van Cambridge, de Prinses van Wallis, de Russische
Grootvorstin en de overige Prinsen van den bloede. Toen
een Perzische marsch, waarin een echt Perzisch lied voor
kwam, werd uitgevoerd, stond het publiek op en keerde
zich om naar de koninklijke loge. De Shah beantwoordde
dit eerbewijs met op te staan, welk voorbeeld door het
tem omgevend gezelschap nagevolgd werd. Het publiek
bad intussclien de gelegenheid zich te vergasten aan het
gezigt op de loge en eischte eene herhaling van den marsch,
hetgeen geschiedde.
Voor Zondag stond op het officieel programma niets
aangewezen, en men zou dus gemeend hebben dat de Shah
dien dag een welverdiende rust zou genieten. Tegen halt
twee zond Z. M. echter de boodschap naar den Zoölogi-
schen tuin, dat hij die inrigting tegen 3 ure met een bezoek
zon vereeren. Zulks geschiedde ook, doch eerst anderhalf
Diir later. De Shah kwam met heel zijn gevolg.
Geleid door den opper-intendant, bezocht de Shah
eerst de Poolsche beeren, daarop de carnivoren. In het
apenpaleis gekomen, gaf de Shah het eene einde van
zijn stok aan een dér bewoners, die Z. M. den stok
ontrukte 'en er mede in een boom klom; met veel moeite
gelukte het een der bewakers den stok te bemagtigen
en weder aan den Shah ter hand |te stellen. Na nog
een groot gedeelte van de tuinen te hebben bezigtigd,
verklaarde de Vorst eindelijk te zijn: un peu fatigué.
't Was dan ook waarlijk niet te verwonderen, evenmin
als dat Z. M. naar Buckingham-Palace terugkeerde en
zich dien dag niet meer liet zien.
Te Blankenstein bij Essen is een kerkhofschenner
ontdekt. Bij een huiszoeking zijn kleedingstukken gevonden,
die naar alle waarschijnlijkheid aan uitgegraven lijken behoord
badden. De ambtman liet den vader van een onlangs
gestorven meisje bij zich komen, die onder de aanwezige
kleedingstukken ook voorwerpen ontdekte met welke zijn
kind was ter aarde besteld. Een onderzoek op het kerkhof
Wees dat de kist ledig was. Naar men verneemt, zou de
verdachte sedert eenigen tijd lange haren verkocht hebben.
Deze zaak maakt groote sensatie.
Van het station Grevenbroich wordt geschreven
«Ook de schuwe gevederde zangers hebben zichreeds verbroe
derd met de gedruischmakende nijverheid van den tegen-
woordigen tijd; zelfs schuwen zij het niet om voor hunne
reizen van onze spoortreinen gebruik te maken. Onder
aan een goederenwagen, die gedurig tusschen dit en een
ander station heen en weer rijdt, hebben een paar roodborstjes
e®n nest gebouwd; zij hebben de eitjes uitgebroeid en zijn
nu druk bezig de jongen hun dagelijksch voedsel te brengen.
Eiken dag laten zij zich heen en weer rijden en storen
®ch volstrekt niet aan het ratelend geluid om zich heen,
wel bewust dat zij te midden daarvan veel veiliger zijn
dan ergens in een boom onder het bereik van moedwillige
knapen.
Niet ver van hier is een nest gebouwd in een draaischijf;
ofschoon dagelijks 23 treinen met donderend geweld er
over heen rollen, blijven de vogelen huiselijk bij elkander."
Te Lüdenscheid heeft zekere heer Geijer op den 13
dezer de zilveren bruiloft van zijn tweede huwelijk gevierd
en op denzelfden dag is zijn 28ste kind gedoopt. De familie
Geijer schijnt trouwens altijd ruim gezegend geweest te zijn
in dat opzigt, want de vader van gezegden heer mogt
zich mede in 22 kinderen verheugen.
Onder de nieuwigheden, welke op dit oogenblik te Weenen
zijn te zien of tehooren, verdienen opmerking concerten, door
een orchest van drie en dertig dames. De meeste dier
muzikanten zijn jong en veleft harer niet van talenten
ontbloot. O. a. trekt zeer de aandacht een violoncelliste
en twee violisten. De directrice is madama Anna Weinlich.
De zorg voor de veiligheid in het tentoonstellings
gebouw te Weenen laat, volgens de KI. Crt., niets te
wenschen over, en toen er 50 duizend menschen op één
dag in het gebouw waren, is er geen klagt bij de politie
ingediend over vermiste voorwerpenzelfs geen zakkenroller,
als hij er was, had zijn kans schoon gezien, en men zegt
dan ook dat onderscheidene beruchte heeren uit den vreemde,
die Weenen bij gelegenheid der tentoonstelling met een
bezoek vereerden, weer vertrokken zijn, zich ergerend aan
de kleingeestigheid der Weener politie, die er voor gezorgd
had, dat ze op de tentoonstelling en op publieke plaatsen
bekenden uit hun eigen land ontmoetten, op wier conver
satie zij niet gesteld waren.
Niet alleen echter voor dieven, ook in andere opzigten is
voor de veiligheid gezorgd; er is zelfs een bewaarplaats
voor verloren kinderen. Zoodra een der wachters een kind
ontdekt, dat in de drukte van zijn geleider is afgeraakt,
ontfermt hij er zich over en brengt het naar een wacht
kamer, waar de ouders of betrekkingen het kunnen afhalen.
Ook zijn er voortdurend twaalf geneesheeren op 't terrein,
zoodat bij ongelukken of plotselinge ongesteldheden, genees
kundige hulp oogenblikkelijk bij de hand is. Als er brand
ontstaat, is mede hulp gereed; en daar voortgang van
brand bijna uitsluitend afhangt van spoedige hulp, is het
gevaar voor de inzenders niet groot.
In de Russische afdeeling zag ik nog een bijzonderheid
die ik nergens elders ontmoet heb, namelijk een lid der
hoofdcommissie uit dat rijk die zich zelf tentoonstelde. Een
der exposanten uit Warschau had de vermetelheid op een kist
te blijven staan, toen de keizerlijke commissaris, vorst
Gagazin in de afdeeling kwam. Hij bleef doorgaan met
het schikken. „Als je niet maakt, dat je van die kist
komt, zal ik je een dragt van vijf en twintig laten geven
zei de keizerlijke commissaris. Onderdanig was 't antwoord
of de verontschuldiging, maar toch niet behoorlijk in de
oogen van vorst Gagazinde man had niets mogen zeggen
en de vorst vervolgde: „Ik zal je heele tentoonstelling er
uit laten gooijenOf het vonnis is uitgevoerd weet ik
niet, maar de mede-exposanten, die zich allen in den ver
ongelijkte beleedigd zagen, zeiden dat er niets aan te doen
zou zijn, want dat een burgelijke inzender tegen vorst Gagazin
niets vermogt. 't Geval maakte nog al sensatie en de weder
Tartaar geworden Rus staat nu slecht genoeg aangeschreven,
om gevaar te loopen, dat er door een of ander onhandigheid
van een werkman, te eeniger tijd een stuk ijzer of zoo iets
op zijn voeten valt.
Of hij in de blikken van de omstanders soms leest dat
ze bereid zouden zijn hem de „vijf en twintig" toe te
dienen? Wie zal het zeggen, maar hij laat zich zelden
meer zien. 't Is jammer dat Rusland zulk een ruwen gast
zond. Tegenwoordig behoeft men toch waarlijk niet meer naar
een beschaafd man onder de Russische arristocratie te zoeken.
Ook Rusland, zoo lezen wij verder, heeft verschillende
bijgebouwen, o. a. een paviljoen voor militaire zaken.
Behalve een reusachtig getrokken kanon, bevinden zich daar
verzamelingen van alle Russische wapenen, uniformen en
krijgsbenoodigdheden. Een model van het dok te Kroonstadt,
een stoomjagt en een model van het vorstelijke keizerlijk
jagt Livadia is er aan toegevoegd.
Voor de liefhebbers zijn hier interessante zaken, maar
als ik er wat te zeggen had, dan liet ik dat „er uitgooijen
Krupp's zaken en alles wat das militairbetreft, ging
denzelfden weg. Wapenfabriekanten zijn zoo goed industri-
eelen als anderen, zegt men. Al te maal waar, maar op
dit vredefeest is 't een bespotting, 't Zou veel eigenaardiger
zijn indien bijv. te Potsdam een tentoonstelling werd gehouden
speciaal voor die zaken. Ze zouden in 't Prater niet
worden gemist.
Op een kerkhof te Barcelona leest men het volgende
karakteristieke grafschrift
„Ik heet XIk heb twee en zeventig jaar geleefd
zonder ziek te zijn geweest, zonder ooit een doctor te
hebben noodig gehad. Ten laatste ben ik verkouden geworden
en heb ik een doctor laten roepen, dien ik maar niet zal
noemen. Hij heeft mij een braakmiddel voorgeschreven, ik
weigerde; hij drong aan; ik gaf toe, en daar lig ik nu!"
Een berigt uit New-York, dd. 24 dezer, luidt:
De President Grant heeft een sterken aanval van cholera
gehad, doch is thans geheel hersteld.
Het te velde staande koren belooft een veel rijkeren
oogst dan ten vorigen jare.
Amerika is wel het land der vrijheid bij uitnemendheid,
ook van spreken en schrijven, en het is ongehoord wat er
dan ook zoo nu en dan van de tribune en in de pers
wordt uitgesproken, maar toch moeten sprekers op hun
tellen passen, willen zij niet soms die vrijheid duur bekoopen.
Zoo wordt thans het New-Yorksche dagblad the Sun
vervolgd met een eisch tot betaling van niet meer of minder
dan het bagatel van 10,000 dollars schadevergoeding, inge
steld door den opperregter Dowling, die zich gekrenkt
gevoelt omdat de Sun onlangs gezegd heeft, dat hij, Dow
ling, eene regtszitting opende met aan een der getuigen
om een pruim tabak te vragen!
In het nonimer dezer Courant van 22 Junij 11. komt eene advertentie
voor, gedateerd 20 Februarij en geteekend door TRIJNTJE
SCHORST, dienstbode bij den Wel-Eerw. heer FELIX alhier. Die
annonce verraadt, ook in toon en stijl, zulk eene hoogst lakens
waardige bedoeling, dat bij steller dezes de begeerte is ontstaan
om van de bewuste zaak iets meer te vernemen. Wordt in de
bedoelde annonce een achtenswaardig en onberispelijk man in een
ongunstig daglicht gesteld, hetgeen steller dezes omtrent de zaak
vernam, doet hem het volgende ter inlichting aan het publiek
mededeelen. Onwaar is de vermelding dat dr. POOL het aange
duide dienstmeisje heeft doen vervolgen. Hij heeft haar slechts een
termijn gesteld waarop zij zijne dienst zou verlaten en hij is daarna,
tengevolge eener door liaar gedane aangifte, bij de bevoegde
autoriteit geroepen om te dier zake inlichting te geven. Onwaar
is bet dat TRIJNTJE SCHOR8Y op de bank der misdadigers
(lees: bank der beschuldigden) is gevoerd; de zaak is slechts
geregtelijk geïnstrueerd. En nu er zich geene genoegzame bezwaren
tegen haar opdeden, is er geen regtsingang verleend; aan een ver
klaring van onschuld en aan vrijspraak kan hier volstrekt niet
worden gedacht. Moge de steller dier advertentie met de zijnen
steeds voor dergelijke zoogenaamde vrijspraak bewaard blijven!
De geldvermissing is niet vermeend, integendeel dr. POOL beweert
positief, dat er eene vermissing van eene zekere som gelds bestaat,
geborgen op eene plaats, slechts aan de huisgenooten bekend.
De holklinkende uitdrukkingen aan 't slot der annonce verdienen
niet meer dan met stilzwijgen te worden beantwoordze zijn zeker
nergens anders toe bestemd dan om 't publiek op een dwaalspoor
te brengen. In den regel bereikt men hiermede echter zijn doel
niet, want de openbare meening gaat niet op praatjes af, maar
beoordeelt de daden der menschen, 't mogen dan dienstmeisjes zijn
of dezulken die meer belangrijke betrekkingen hebben bekleed.
Hebt ge dit begrepen, mijnheer de steller der bewuste advertentie?
Een vijand van onwaarheid.
Men leest in de Gron. Crt.
In den laatsten tijd zijn in 't noorden van Drenthe, zoo als bijna
alle jaren, vele koeijen lijdende geweest en ook gestorven aan de
Wee. Deze ziekte ontstaat op gronden (lage veengroenlanden), die
min of meer nog in hunnen natuurstaat zijn en waar velerlei soort
van planten groeijen. Begint men deze gronden te verbeteren, door
ze te gruppelen en zand er over te brengen, dan zal de ziekte in
de eerste jaren er gewoonlijk blijven bestaan, doch begint men er
veel mest over te brengen, zoodat het land zeer vruchtbaar wordt,
dan .leert de ondervinding, dat de Wee daar ophoudt. Men zegt
ook, dat, als men op die gronden schapen bij de koeijen weidt,
de koeijen minder vatbaar voor genoemde ziekte zijn en de schapen
er wel een weinig aan lijden als het in den tijd is, dat de Wee
zich 't ergste openbaart, 't Zou een zegen zijn voor die streken,
als meer en meer de oorzaken dier ziekte opgezocht en bekend
gemaakt werden en zij alzoo gaandeweg verdween. Aangenaam
zal het mij zijn, als 't bovenstaande door andere bladen wordt
overgenomen. Dbenthinus.
Opgave van af Dingsdag middag tot Donderdag middag.
GETROUWDC. Vermeulen en H. Bakker. P. Dijker en J.
Kaan. P. Gersen en M. Zeeman. II. Muller en E. Blinkhof. J.
Mangel en T. Leijen. A. de Vries en N. Kooger. J. Waterman
en D. de Vries.
BEVALLENA. van Essen, geb. Los, (D.). A. E. Groot,
geb. Dienst, (Z.). C. L. Fluiter, geb. Kok, (D.).
OVERLEDEN: W. Rippens, 44 jaren. J. Rol, 63 jaren. J.
Steeman, 5 maanden. Levenloos aangegeven 1.
Van 18 tot 25 Junij 1873.
ONDERTROUWDGeene.
GETROUWDWillem Lourens Bakker en Antje Plaatsman.
GEBOREN: Maria, dochtervan JakobHocque en Jannetje Wiegel.
Petrus Martinus Aloijsius, zoon van Cornelis Smits en Johanna Ocque.
OVERLEDEN: Catharina Adriana Susanna Barneveld, 64 jaren,
gehuwd met Johannes Brouwer. Cornelis, 11 jaren, zoon van Albert
Boon en Trijntje Keijser. Antje Mulder, 31 jaren. Pieter, 4 jaren,
zoon van Simon Wuis en Grietje Eelman.
Weerkundige Waarnemingen te Helder (Landskeet).
a
Windrigting
Barometer
Thermometer
Toestand
van
s
fc>
en
Kracht.
mm.
C.
-Ö O
O O
de
<-?
Stand. Afw.
Stand.
Afw.
zee.
25
26
26
12
8
12
wtz. 16k.
w. 17„
wtn. 7„
755,3öj- 5.40
763.15 f 2-44
763.98 f 3.27
15.6
13.4
13.7
- 3.0
- 2.4
- 5.0
0.81
0.84
0.81
holwater
Holinzee
Golvend.
ii
U UXAJ.J J.~ -MUUWlg, mg
26 Junij 8 u. Zwaarbewolkt, windbuijig.
26 Junij 12 u. Losbewolkt, winderig.
Zeilklaar liggende en vertrokken Schepen Groote Vaart.
Aankomst. Vertrek. Schip. Gezagvoerder. Bestemming
17 Junij. Ary Scheffer. J. L. Besseling. Batavia.
21 St. George. J.Harwood. Bataviav. Suez.
22 India Packet. G. Diepering. Batavia.
Binnengekomen Koopvaardijschepen GrooteVaart.
Binnenk. Schip. Gezagvoerder. Cargadoor. Herkomst.
26 Junij. Marienlijst. P. Lindhard. v. Vliet Co. New-Orleans.
Binnengekomen Schepen bestemd hunne lading inde
Buiten- of Binnenhaven te lossen.
Gezagvoerder. Herkomst. Lading. Cargadoor.
J. Allison. Newcastle. Steenk. Duink.&Goedk.
J. Robinson. Seaham. ZurMühlen&Co.
C. Mohrke. Sunderland. Duink.&Goedk
Schip.
Sisters.
Barbara.
Kepier.
PER TELEGRAAF.
1 Paarden f 75a
Ossen - a
Stieren - 135al95
28 Gelde-Koeijen - 190a350
Kalf-Koeijen - 220a260
Vaarzen - 150al70
Hokkelingen - 125al40
15 Nucht.Kalveren - 11a 18
VetteRammen - -a
200 Schapen - 30a 38
Lammeren f 12 a 17
9Bokk.enGeiten - l-§a 10
14 MagereVarkens- 16 a 20
16 Biggen - 7 a 10
Eenden c. a
Kippen - a
Boter per kop -85 a
KaasperK.G. - 40 a 45
Kip-Eijeren per 100-300 a320
Eend-Eijeren -350 a360