IIELDE1SCHE
m NIEUWEivJEPER COURANT.
1873. N°. 91.
Woensdag 30 Julij.
31 Jaargang.
Vreemde Fondsen.
Uitgever
Bureau:
A. A. BAKKER
Cz.
,,Wij huldigen het goede.
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
j franco per post - 1.65.
MOLENPLEIN, N°. 163.
Prijs der Advertentiën Van 14 regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
VERTREKDAGEN DER BRIEVENMAILS
Naar Oost-lndië: via Triest 5 Aug. 's avonds 6 u. 25 m.
„nu Marseille 31 Julij, 's avonds 6 u. 25 m.
Brindisi 7 Aug., 's avonds 6 u. 25 m.
per Prins van Oranje en Sumatra, beiden
4 Aug., 's avonds 10 u. 47 m.
Curagao en Suriname, 1 Aug. 's morg. 6 u. 25 m.
Kaap de Goede Hoop, via Southampton: 3 Aug.,
's morg. 6 u. 25 m.
„Zou de Spaansche Juli-coupon nog betaald worden
vragen sedert eenige weken honderden in den lande, die
meer dan nieuwsgierigen, die belanghebbenden zijn, sommigen
zelfs in die mate, dat de zekerheid van hun geheele ver
mogen op bet spel staat. Reeds vóór den vervaldag twijfelde
men aan de betaling, als men dagelijks in de couranten
las in welk een toestand van grenzelooze verwarring het
ongelukkige, door eeuwenlang wanbestuur bedorven Spanje
zich bevindt; maar toch men hoopte, omdat het bewind er
alles aan moet gelegen zijn, het crediet des lands door eer
lijke betaling der verschenen interessen staande te houden.
De regeering heeft dan ook een voorstel van een afgevaar
digde, om geen rente der staatsschuld meer te kwijten,
maar de hoofdsom door jaarlijksche afbetalingen te delgen,
met verontwaardiging verworpen. Maar het kabinet, dat
heden zijn goeden wil en eerlijke voornemens betuigt, heeft
morgen reeds plaats gemaakt voor een ander, dat nog beter
maar ook slechter gezind kan zijn; en wat haat zelfs de
beste gezindheid, indien het halve land in opstand verkeert,
legerhoofden en ambtenaren niet te vertrouwen zijn, handel
en vertier stilstaan, de belastingen niet betaald, de openbare
kassen geplunderd worden? Spanje is groot, rijk van
bodem, gunstig gelegen, zijne bevolking heeft bij vele
verkeerde nog goede eigenschappen, en wij willen de hoop
niet opgeven, dat het zich eenmaal uit zijn verval verheffen
en eene betere toekomst te gemoet gaan zal, maar daarvoor
zal het nog een harde leerschool moeten doorloopen en nog
veel moeten gebeurenmisschien behoort de tegenwoordige
De Rigi-Spoorweg.
Sedert het begin dezer maand is de spoorweg geopend tot aan
den top van den Rigi: de locomotief fluit thans op 1800 el boven
de oppervlakte der zee.
Van Luoern naar Witznau, waar de spoorweg aanvangt, steekt
men in een uur het Vierwaldstadter meer over en van Witznau tot
den top van den Rigi spoort men in 50 minuten. Die reis is
zeer gemakkelijk en de tijd is misschien niet ver meer af, dat men
naar alle bergtoppen in Zwitserland spoorwegen zal aanleggen.
De kleine spoorweg van den Rigi levert eene practische oplossing
op voor het moeijelijke vraagstuk der bevgspoorwegen. Met gewone
locomotieven kan men geene hellingen passeren grooter dan van
8 centimeter op den meter. Dit is de uiterste grensdie belling
wordt o. a. gemaakt door de treinen van Taraux-Pontsericourt,
waar locomotieven van 7500 kilogrammen eene helling oprijden van
16 millimeter op den meter, maar die hellingen strekken zich
slechts over een korten afstand uit. In Amerika heeft men de
grootste helling bij den Mountan Top Track, maar deze bedraagt
slechts 56 millimeter op den meter. Het stelsel van ophijsehen
met kabels of kettingen geeft gelegenheid om grootere hellingen
te overwinnen, even goed als men groote lasten perpendiculair kan
ophijschen, maar dit stelsel levert groote bezwaren op, als de weg
lang is of bogten maakt.
Het systeem bij den Rigi-spoorweg en, eenigzins gewijzigd, bij
de Oestermündungen gevolgd, leent zich echter uitstekend om alle
bezwaren te overwinnen. Het beginsel heeft niets oorspronkelijks:
bet is zelfs toegepast bij de eerste spoorwegen, toen men meende,
dat de wielen niet zwaar genoeg op de rails zouden drukken om
den trein te doen voorgaan. De ingenieur Blenkinsop kwam op
de gedachte om getande raderen te bezigen, die in groeven van
rails grepen. Deze uitvinding dagteekent reeds van 1811.
Het aanwenden van getande raderen is onnoodig, wanneer de
de wrijving sterk genoeg ismaar is deze onvoldoende, dan neemt
men tot dat stelsel het eerst zijn toevlugt. De heer Riggenbach,
chef van het materieel voor den Zwitserschen centraalspoorweg,
maakte dit tot het onderwerp zijner studie. Hij bevond dat in
Amerika, bij Mount Washington en Hampshire, in 1868 een
spoorweg volgens die methode was aangelegd, die over een afstand
'an 4 mijlen 1100 el steeg: daar was dus de helling 33 pCt. en
selfs den arbeiders kostte het moeite om dien weg aan te leggen.
De heer Riggenbach kreeg nu concessie van het gouvernement
jan Lucern voor den Rigi-spoorweg; te regt zag hij het voordeel
'n van zulk eene baan, daar jaarlijks meer dan 50,000 reizigers
tel top bestijgen.
De hoogte van den Rigi boven het meer van Lucern is ongeveer
1800 el; de afstand zou te kort zijn voor het aanleggen van eene
'ijn, die, zelfs met de sterkst mogelijke hellingen, eene lengte van
40 a 50 kilometer had. Het stelsel van getande wielen lag dus
w den aard der zaak. Met den weg werd een aanvang gemaakt
ia 1869 den 21 Mei 1871 was hij tot Staffel voltooid; thans reikt
bij tot den top. Binnen weinige jaren zal hij voortgezet worden
gisting tot een der phasen van het reinigingsproces, 't welk
het Rijk tot zijne opbeuring ondergaan moet, bezwaarlijk
is het de beteekenis van gebeurtenissen voor volgende
tijden te schatten zoolang de gisting duurt hebben wij
weinig hoop, dat Spanje zijne verplichtingen jegens zijne
schuldeischers zal kunnen nakomen. Wij begroetten dan
ook de Londensche telegram van den 25, waarin de aanstaande
rentebetaling bericht werd, met behoedzamen twijfel, die
wij reeds 's anderen daags door eene latere telegram beves
tigd zagen. Wel treurig is het voor onze talrijke houders
van „Spanjaarden" en allertreurigst voor hen, die al hun
rijkdom in die fondsen belegd hebben. De inkomsten,
waarop zij zoo stellig gerekend hadden, blijven uit, en er
is niet aan te denken om in hunne geldverlegenheid te
voorzien door verkoop der effecten, verre gedaald als deze
zijn beneden den prijs, waarvoor de bezitters ze gekocht
hadden. Gelukkig zijn de meeste Hollanders, die besparingen
te beleggen hadden, zoo voorzichtig geweest om zich niet
van ééne kans afhankelijk te maken, en ontbreekt het dan
ook niet aan lieden, die de oogenblikkelijke schade met
wijsgeerige kalmte dragen, in de herinnering aan de vette
jaren, die zij aan Spanje te danken hebben gehad. Want
inderdaad, de „Spanjaarden" waren voordeelige effecten,
waaraan veel verdiend is. Maar soliede effecten waren
het nooit. Waren zij dat geweest, zij zouden niet onder,
maar tegen of boven hunne werkelijke waarde verkocht
zijn, zij zouden niet 8 a 9 maar 4 a. 5 percent van hunnen
inkoopsprijs afgeworpen hebben. De koopers wisten zulks
en hebben dus niet te veel reden om zich te beklagen.
Hooge renten mogen de begeerlijkheid wekken en aangenamer
zijn dan lage, zij geven reden om den debiteur te wantrouwen.
Voor zoo ver zij den gewonen rentestandaard te boven
gaan, zijn zij te beschouwen als eene premie voor de risico,
welke de geldschieter te eeniger tijd beloopen moet. Wie
dit bij het koopen van „Spanjaarden" in het oog gehouden
hebben, zullen zich beter weten te troosten, dan zij, die
gewaand hebben, dat groote voordeelen en zekerheid samen
konden gaan, en dat Spanje een land was waardoor hun
beiden verzekerd werden.
Onze geldschieters, zoo traag en bedachtzaam als er
gelden gevraagd worden voor nuttige binnenlandsche of
tot het meer van Zug, dat aan gene zijde van den berg ligt. De
geheele lengte van de lijn tot Rigi Kulm is 8300 meterde helling
wisselt af tussehen de 19 en 25 centimeters per el, en wordt slechts
afgebroken door de terrassen waarop de station van Witznau,
Kallbad en Staffel zijn gebouwd.
De weg is van tweeërlei aard: gewone en getande rails. De
gewone rails zijn op gebruikelijke wijze op dwarsliggers bevestigd
en wegen 16 kilo per nieter. De getande rails hebben veel over
eenkomst met een zeer smalle ladder; zij zijn slechts 125 streep
breed en wegen 65 kilo den meter. Zij zijn zeer stevig en dit is
ook een vereischte, want tegen die tanden moet de geheele trein
zieb ophijschen.
Als men te Witznau aan wal stapt, staat de locomotief gereed.
De trein bestaal nit een locomotief en een enkelen waggon, voor
reizigers of voor goederen. De locomotief rust op vier wielen van
kleinen diameter en weegt 72ton. Zij voert zelf de kolen met
zich en een bak voor bagage. De inrigting wekt de bevreemding
van den reiziger; als hij tegen de helling van den berg, die zich
loodregt schijnt te verheffen, een blik werpt, en dan op de locomo
tief, koestert men wel eenige beduchtheid omtrent de mogelijkheid
der bestijging. Zal men er ooit in slagen om dien weg, die in de
rots schijnt .uitgehouwen, tot den top toe af te leggen met dit
popperig locomotiefje? Want ten einde de schommeling van het
water tegen te gaan, staat de stoomketel verticaal, wat hare afme
ting zeer vermindert. Nogtans legt zij zeer regelmatig den weg
af. Op de terrassen is de stoomketel hellendop de hellingen
staat hij weder vertikaal. De oppervlakte, die verwarmd wordt,
is 60 vierkante ellen en zij is berekend voor eene drukking van
12 atmosferen. De machine heeft, onder weg, 160 paardenkrachten,
in theorie slechts 115. De wrijving, door de tanden veroorzaakt.,
absorbeert ongeveer 28 pCt. van de kracht door de zuigers voort
geplant. De cilinders, 270 millimeters in middellijn en waarin de
zuigers 400 millimeters doordringen, brengen een staaf in beweging,
die de achterste wielen doet draaijeu. Aan die achterste wielen zijn
de tanden bevestigd.
De voorste wielen hebben ook tanden, die in de rails grijpen,
maar deze dienen om de machine te rigten en om te remmen.
Voor alle zekerheid is de locomotief nog voorzien van twee getande
balken, die met kracht kunnen neergedrukt worden. Eindelijk is
er een derde remtoestel, die strekt om de snelheid bij het dalen
te regelen.
Achter de locomotief is de tender, die aan den eenen kant een
watervat, aan den anderen een bergplaats voor kolen bevat; het
vat kan 1100 kubieke meters water bevatten. Vóór het stijgen en
dalen staat de trein stil om het vat te d'oen vullenook de ketel
kan 1100 kub. meters water inbonden.
De waggon voor de reizigers rust op twee veêren, waarvan de
eene voorzien is van een getand rad, dat in de rails en de rem-
balken grijpt. Bij het stijgen wordt de waggon opgeduwd, bij het
dalen teruggehouden door de locomotief. Zij zijn niet verbonden.
De waggons zijn van eene ligte constructie. Glazen zijn niet
aan de zijden, maar slechts van voren. De reizigers zitten am-
koloniale ondernemingen, plegen blindelings de verzekeringen
en fraaie beloften van vreemde mogendheden enjmaatschap-
pijen te gelooven en daaraan hunne vaak moeijelijk ver
gaarde schatten toe te vertrouwen. Nauwkeurig onderzoek
naar de soliditeit der vragers en naar het doel, waarvoor
de begeerde sommen aangewend zullen worden, schijnen
dan wel overbodig. Voor spoorwegen in vreemde wereld-
deelen, tusschen plaatsen welke men nimmer heeft hooren
noemen en op geene kaarten vinden kan, onder directiën,
waarvan de leden totaal onbekend zijn, is in Nederland
geld te vinden geweest; desgelijks voor Staten, wier regee-
ringswijze den afkeer van het volk moest opwekken, tot
bet vergrooten hunner legers, tot het onderdrukken hunner
onderdanen, tot het in stand houden van wanbestuur, bevoor
rechting en geldverspilling. Had men gepoogd, zich eenig
zins rekenschap te geven van den toestand van Spanje en
nagegaan, hoe dat voormaals zoo krachtige Rijk onder de
regeering der Bourbons in aanzien, welvaart, kennis en
zedelijkheid moest achteruitgaan en ten laatste den ondergang
nabij komen, men zou het goede Hollandsche geld niet
weggeworpen hebben om het slechte bestuur aldaar te stijven
en alzoo het verval van dat land te bevorderen. Niet
anders hebben onze financiers gehandeld ten aanzien van
Oostenrijk, toen prins Metternich daarvan de alvermogende
minister was, en ons kostelijke geld werd dienstbaar gemaakt
om zijn hatelijk regeeringssysteem te bestendigen, dat sedert
den val van Napoleon I tot en zelfs nog na 1848, gelijk
luidend was met onderdrukking van alle vrijheid en ont
wikkeling, met overheersching van Hongarije, Lombardije
en Venetië, met militaire tusschenkomst in de zaken van
Italië. Door hunne kolossale voorschotten aan den Keizer-
staat, verbonden onze vrijheidlievende Nederlanders hunne
belangen aan de dwinglandij, zoozeer, dat zij de zegepraal
der keizerlijke wapenen hoopten toen de opstand der edele
Hongaren de monarchie in tweeën dreigde te scheuren,
toen Napoleon III te velde trok om Italië vrij te maken
„van de Alpen tot de Adriatische zee," toen de strijd om
den voorrang in Duitschland gestreden werd en Italië te
velde trok om Venetië te bemagtigenDat alles anders
uitviel als onze geldelijk geïnteresseerden verwachtten, is
Oostenrijk, nadat het kloek met zijn verleden gebroken had,
phitheaters-gewijze, ten gevolge der helling van den waggon. Er
zijn 54 plaatsen in, maar bij grooten toevloed van reizigers kunnen
er honderd mede vervoerd worden, waarvan dan de helft ongeveer
staan, op de wijze als op den paardenspoorweg te Weenen, met
de hand zieh aan de riemen vasthoudende. De locomotief kan,
met inbegrip van haar gewigt, 20 ton optrekken.
Te Witznau staat het station, volgens Duitsch gebruik, voor
iedereen open en de reizigers zetten zich, naarmate zij aankomen,
in den waggon. De locomotief fluit lang en schel om de voet
gangers te waarschuwen, welke zich op den weg mogten bevinden;
daarop doorloopt, de trein het dorp met eene helling van 67 milli
meter per meter; maar bijna terstond daarna wordt de helling 25
centimeter. Die weg is zoo steil, dat zelfs een flink voetganger
zijn gewonen stap niet behoudt. De machine grijpt in de tanden
en duwt den waggon op zonder de minste inspanning. Zonder
schok en met regelmatige snelheid bereikt men den top. De machi
nist heeft den trein volkomen in zijne magt.
Bij het bestijgen zal geen enkel reiziger een gevoel van angst
bekruipen; bovendien wordt zijne aandacht te veel bezig gehouden
door het schouwspel dat hij voor oogen heeft. Men heeft de rots
met kruid doen springen en een tunnel aagelegd van 80 meters
lengte; eerst bij het verlaten van den tunnel gevoelt men zich
niet op zijn gemak. De trein beweegt zich over een ijzeren viaduct
van de meest ligte constructie, welke over den Schnurtobel is
geworpen, die 25 meter daaronder bruist. De brug schijnt in de
lucht te hangen; toch is zij stevig bevestigd, aan de eene zijde
aan de rots, aan de andere op metselwerk. Zij bestaat uit drie
rijen balken, elk van 25 meter en met eene helling van 25 centi
meter per meter; bovendien maakt de brug eene ligte bogt. Er
is geen leuning aan, dit is onnoodig; de trein beweegt zich boven
de ijle ruimte, hangende op de rails; de toeristen moeten alles
goed kunnen zien. Br is slechts een smalle passage, met planken
belegd, voor de voetgangers. Die brug is een van de stoutste
werken, welke men zieh denken kan en door geene afbeelding weêr
te geven. Aan de andere zijde is de weg in de rots uitgehouwen
en deze werken zijn niet zeer kostbaar.
In weinige minuten bereikt men Freibengen. De locomotief
neemt hier water in en dikwijls passeert men hier den trein van
bovener is dan ook een tweede spoor op dit punt, maar overigens
bestaat, gelijk wel overtollig zal wezen te zeggen, 'de weg slechts
uit één spoor. Om van spoor te verwisselen maakt men bij deze
getande wegen van eene bijzondere inrigting gebruik, namelijk van
beweegbare gedeelten van den weg, die de lengte hebben van 12
a 15 meters, dat is van een trein. Die beweegbare stukken weg
rollen op schijven en kunnen van het eene spoor in het andere
worden gelaseht.
Na Freibengen volgt Kaltbod, dan Rigi-Staffel, eindelijk het
eind-station Rigi-Kulm. De locomotief legt dien afstand af met
dezelfde onverstoorbare snelheid, maar deze is niet groot; 6,40
kilometer per uur, dns slechts iets sneller dan een voetganger zieh
beweegt. De trein wordt dan ook altijd, zoowel bij het stijgen als
dalen, voorafgegaan door een baanwachter, die naziet of er niets