Binnenland.
Benoeming-en, enz.
Buitenland.
ten zegen en ook hun ten voordeel geweest, maar huns
ondanks. Meer bedachtzaamheid bij het deelnemen in
buitenlandsche spoorwegen, 't welk zich thans tot schade
van velen zoo droevig wreekt, maar ook meer bedacht
zaamheid bij het deelnemen in vreemde Staatsleeningen en
het koopen van vreemde Staatseffecten is dringend noodig,
in het belang van hen die hunne gelden willen plaatsen,
en in het belang van het algemeen. Aankoop van fondsen,
wier waarde, omdat zij voor eene slechte zaak gevraagd
worden, dalen moet, vermindert den nationalen rijkdom.
Plaatsing van geld in nationale, nuttige ondernemingen,
zelfs met den kans op aanvankelijke geringe renten, bevor
dert het vertier en vermeerdert de welvaart in ons eigen
land. Wie eene vreemde mogendheid een deel zijner rijk
dommen toevertrouwen wil, dient zich bekend te maken
met de hulpbronnen, de regeeringsvvijze, de aspiratiën, met
het karakter van dien Staat. Is hij daartoe door eigen
onderzoek of door voorlichting van deskundigen niet in de
gelegenheid, of valt zijn onderzoek ongunstig uit, in dien
zin, dat de resultaten er van strijden met zijne denkbeelden
van een eerlijk en rechtvaardig beheer, van vooruitgang
en volksontwikkeling, dat hij zich dan niet door het voor
uitzicht van hooge renten late verlokken, maar des te meer
zijne aandacht wijde aan de zoo dikwerf aangeboden gele
genheden om met zijne middelen industriëele, landbouw-
en scheepvaart-ondernemingen te steunen.
HELDER en NIEÜWEDIEP, 29 Julij.
De mailboot Conrad heeft den 27 dezer 's voormiddags
van Gibraltar de reis naar Batavia voortgezet.
Volgens telegram van Suez, dd. 25 dezer, kan het
gestrande stoomschip Tromp, van hier naar Batavia, onmo
gelijk afgebragt wordenhet bergen der goederen wordt
zeer moeijelijk.
Volgens bij het Departement van Marine ontvangen
telegrammen zijn Zr. Ms. schroefstoomschepen Riouw,
Banda en AmSoiua, onder bevel van de luits. ter zee
lste kl. W. Steffens, C. F. T. van Woelderen en jhr. A.
F. Meijer, den 27 Julij 11. op hunne reis naar Oost-Indië,
het eerste te Penang en de beide laatsten te Aden aan
gekomen. Aan boord dier bodems was alles wel.
Onder de vele staaltjes van zelfopoffering onzer
soldaten bij de expeditie tegen Atsjin, wordt van geloof
waardige zijde uit Penang het volgende berigt:
Luitenant de Sturler had zich te ver vooruit gewaagd en
was in een oogenblik omsingeld door vier voorvechters.
Een soldaat zijner compagnie ziet het gevaar waarin zijn
luitenant verkeert en vliegt hem te hulp; juist op het
oogenblik dat de klewangen worden opgeheven, om den
luitenant den doodelijken slag toe te brengen komt de
soldaat daaraan en ontvangt den slag die hem de regterarm
ontnam. Al vechtende worden drie man neergelegd en de
luitenant was ontzet. Inmiddels waren den soldaat nog 3
vingers van de linkerhand afgehakt.
Hem in het hospitaal bezoekende, zag ik dat zijn geweer
zoo krom als een hoepel was door het pareren der slagen
het lag naast hem op zijn bed en men had het hem als
zijn eigendom medegegeven. Op mijn vraag (het was een
Belg): „Comment vat'il?" antwoordde hij„oh! grand merci,
mais ou est le lieutenant? Voila mon pauvre fusil, il faisait
chaud lei bas."
tusschen de tanden der rails zit. Deze baanwachter wordt om de
10 minnten afgewisseld, want zijne wandeling is zeer vermoeijend,
vooral wanneer hij de hoogte nadert. Hij gaat een honderd el voor
den trein nit.
De reizigers stijgen uit op eenige honderd schreden van het
hotel te Rigi-Kulm, dat geheel is ingerigt in den tegen woord igen
trant en hij, die een hut in het gebergte met een landelijk maal
verwacht, wordt aangenaam verrast, wanneer hij eene fraaije eetzaal
binnentreedt waar voor 200 couverts gedekt is, en alle zalen, parken
enz. "die men bij de beste hotels in Duitschland aantreft.
De terugweg duurt juist even lang als de bestijging. Toeristen,
die vatbaar zijn voor duizelingen, gevoelen zich niet zeer aangenaam
te moede, wanneer de trein vertrekt.
De helling schijnt zeer sterk; de weg loopt plotseling naar beneden;
men zou zeggen, dat de trein valt. Als eens de locomotief,
die hem tegen houdt, ontsnaptemaar locomotief en waggon zijn
niet verbonden en mogt dan de eerste iets overkomen, dan zijn de
remtoestellen van der. waggon zoo krachtig, dat alle gevaar zou
worden afgeweerd. Bovendien wordt de locomotief niet gestookt;
zij daalt slechts door hare eigene zwaarte, en zoó een tand brak
van de wielen of aan de rails, kan zij ook plotseling tot staan
worden gebragt. De ingenieur heeft nog een vernuftig middel
aangewend om de vaart tegen te houden. De zuigers zijn zóó
ingerigt, dat zij bij het dalen, in plaats van stoom te bevatten,
lucht inzuigen en deze lucht biedt een krachtigen weerstand. Maar
die lucht wordt door de zamendrukking zeer verhit en daarom
ontvangt de locomotief, zoowel bij het dalen als bij het stijgen,
onophoudelijk water, dat de zuigers afkoelt. Door deze inrigting
is alle gevaar voorkomen en legt de locomotief met volkomen
zekerheid hare 6.40 mijlen in het uur af. Zoo men al en geen
wonder eenige vrees koestert bij het afrijden van den trein
wanneer men hem over eene helling ziet voortrollen, die een berg
beklimmer slechts met moeite overwint, wordt men.toch spoedig
gerustgesteld als men bemerkt, dat de machinist den trein even
goed in zijne magt heeft alsof het een paard was.
De prijs voor de bestijging van den Rigi is 7 fr. en voor het
afdalen 3 fr., dus gemiddeld 70 centimes per kilometer. Deze prijs
schijnt buitensporig hoogtoch is hij dit niet. Om langs een
gewonen spoorweg eene helling als hier te overwinnen, zou de weg
door bogten eene ongeveer tienmaal grootere lengte moeten hebben
en dan zou de prijs van den kilometer komen op 80 cm. of 1 fr.
De kosten van aanleg, met inbegrip van het rollend materieel, is
1,200,000 fr., eene som, die niet te hoog is, als men in aanmerking
neemt, dat men een tunnel heeft moeten boren. De jaarlijksche
opbrengst wordt, de vorige jaren tot grondslag nemende, geschat
op 260,000 fr. wat eene rente geeft van 20 pCt. van het kapitaal.
Het onderhoud is ook niet te kostbaar, want de getande raderen
en rails slijten weinig. Niet slechts als curiositeit voor pleizierreizigers
naar den Rigi, maar als een belangrijke schrede voorwaarts op het
terrein der waterbouwkunde, is deze weg vau Witznau naar Rigi-
Kulm van groot gewigt. (Arnh. Crt.)
Aangenomen het beroep naar de Doopsgez. gemeente
te Midwolde c. a. door ds. J. F. Bakker, pred. te Zuid-Zijpe.
Door den heer Baud in Ned.-Indië is een som van
f 1000 toegezonden aan den Burgemeester van Alkmaar, om
op 8 October a. s. aan de armen van Alkmaar te worden
uitgedeeld.
Jl. Vrijdag was voor de weeskinderen van't Algemeen
Weeshuis te Krommenie een ware feestdag. Door mevr.
de wed. W. Kaars Sypesteyn, die gedurende de zomer
maanden te Bloemendaal woonachtig is, uitgenoodigd, deden
zij, ten getale van ruim 40 personen, op hare kosten per
spoortrein een reisje naar die gemeente. Zij werden daar
door haar op gulle wijze onthaald en verder in de gele
genheid gesteld, per rijtuig de schoone omstreken te bezig-
tigen. Opgetogen van het gesmaakte genot en dankbaar
aan haar, die hunne kinderlijke vreugde had opgewekt,
keerden zij des avonds huiswaarts en werden aan de station
van den spoorweg door vele belangstellenden opgewacht,
die voorzeker met ingenomenheid de wijze waardeerden,
waarop aan ouderlooze kinderen levensgenot en vreugde
geschonken kan worden.
Ziehier eene beschrijving van de boor, door den heer
A. H. Oostmeijer, te Zaandam, uitgevonden tot verdelging
der veldmuizen:
De boor is geheel overeenkomstig met eene gewone avega
of houtboor, de lepel is wijd 0.11 M. en lang 0.30 M.,
de geheele lengte is 1.00 M. De gaten worden geboord
op de door de muizen gemaakte sporen, welke ze getrouw
volgen; de diepte der gaten moet zoo zijn, dat er 0.10 a
0.20 M. grondwater in staat waarin ze verdrinken, drooge
gaten kunnen ze ontvlugten, dus men moet zorg dragen
dat ze niet te veel gevuld worden.
De kosten van zulk een boor, bij den uitvinder gemaakt
en verkrijgbaar, zijn f 10.
Men meldt uit Beverwijk, dd. 28 dezer:
De klaagliederen der tuinders zijn veranderd in juichtoonen.
De aardbeziën zijn zelden zoo lang geplukt en zijn goed
betaald. Het erwtegewas is niet zoo roordeelig, doch wat
daaraan ontbreekt zullen de frambozen en aalbessen wel goed
maken. Men spreekt nu wel weder over aardappelziekte,
doch op deze manier is er altijd wat, en ik geloof, dat wij
verstandig zullen doen dat katje eerst uit den boom te
kijken; misschien zullen de tuinders nog wel gedrongen
worden te erkennen, dat zij zelden zulk een voordeelig
jaar gehad hebben.
De onderwijzersgezelschappen Zaandam, Wormerveer
en Beverwijk, 12de district van Noordholland, vergaderden
jl. Vrijdag te Velzen in het hotel Appeldoorn. De geachte
schoolopziener prof. Th. Jorissen, uit Amsterdam, opende
en leidde die druk bezochte en belangrijke jaarlijksche zamen-
komst. Behalve het vaststellen van het reglement en het
bepalen van zaken van ondergeschikt belang, werden twee
vraagpunten ingeleid en besproken. Het eerste gold de
opleiding der hulponderwijzers in genoemd district; het
laatste betrof de stelling: de acte-examens moeten getuigenis
geven van eene bepaalde mate van kennis, meer dan tot
nu toe het geval is geweest. Als gevolg der breedvoerige
behandeling van het eerste punt, werd het bestuur gemag-
tigd, een adres aan de hooge regering op te zenden, waarin
verzocht wordt, dat van rijkswege in het 12de district van
Noordholland eene kweekschool of inrigting ter opleiding
van hulp- tot hoofdonderwijzers verrijze.
Voor de arrond.-regtbank te Amsterdam stonden
de vorige week twee personen teregt wegens mishandelingen
van den ernstigsten aard jegens hunne vrouwen. De een
was de diamantslijper Inniger, wiens vrouw kort na een
geweldige mishandeling overleed. De regtbauk had geen
bewijzen gevonden dat de dood een gevolg was van de
mishandeling, ofschoon de dienstbode uit de woning van
den beklaagde verklaarde, dat op den bewusten dag vóór
den dood de man de vrouw o. a. driemaal met het hoofd
tegen de schutting had geduwd, zoödat het bloed haar uit
den mond kwam. En man èn vrouw maakten zich schuldig
aan misbruik van sterken drank. De beklaagde is tot eene
cellulaire gevangenisstraf van drie maanden veroordeeld.
De andere beklaagde, de metselaar Gerritsen, had zijne
vrouw van achteren overvallen, toen zij op een stoep werk
zaam was, en haar eene snede in den hals toegebragt.
Gelukkig stuitte het mes eenigzins af op een dasje dat zij
droeg; daardoor werd de wond niet zoo gevaarlijk als de
man hedoeld had haar toe te brengen, althans toen hij naar
het politie-bureau werd overgebragt zeide hij„het spijt
me dat ik haar den hals niet heb afgesneden, maar ik zal
haar later wel vermoorden." Ook deze beschuldigde werd
slechts schuldig verklaard aan „verwonding" zijner vrouw;
de hem opgelegde straf was eeuigzins zwaarder dan van
den eerste, namelijk 2 jaren gevangenisstraf en f 25 boete.
De nieuwe „maatschappij van menschenredders" is
te Amsterdam geconstituëerd
Op de jl. Zaturdag te Haarlem gehouden paarden
markt waren 420 paarden aangevoerd, waaronder vele
schoone exemplaren, ook van buitenlandsche rassen, als:
Oost-Pruissische, Mecklenburgsche, Engelsche en Arabische,
werden opgemerkt. De prijzen liepen van f 100 tot f 1000.
Zelfs gold een span paarden van Engelsch-Duitsch ras de
aanzienlijke som van f 2000. De markt kenmerkte zich
door een zeer opgewekten handel, waartoe niet weinig
bijdroeg de tegenwoordigheid van onderscheidene buiten
landsche kooplieden; hetgeen ten bewijze mag dienen, dat
de Haarlemsche markt meer en meer in bloei toeneemt.
Bij de verloting van paarden enz., te Haarlem gisteren
gehouden, zijn de navolgende hoofdprijzen gevallen op de
nevenstaande lotnummers
12578. 1. Eene caleche, bespannen met twee zwarte
merriën.
12071. 2. Een coupé, bespannen met eene bruine merrie.
22334. 3. Een break, bespannen met een bruine ruin.
8025. 4. Een panier, bespannen met een poney, merrie.
20834. 5. Een bruine ruin, zadelpaard.
18818. 6. Eene vosmerrie, wagenpaard.
18129. 7. Eene zwarte merrie, zadelpaard.
15383. 8. Eene donkerbruine merrie, werkpaard.
19462. 9. Eene donkerbruine merrie, werkpaard.
7820. 10. Eene bruine merrie, werkpaard.
5108. 11. Eene bruine merrie, wagenpaard.
20911. 12. Eene bruine merrie, werkpaard.
9030. 13. Een donkerbruine ruin, werkpaard.
13451. 14. Een zwarte ruin, werkpaard.
6470. 15. Eene bruine merrie, wagenpaard.
13030. 16. Een bruine ruin, wagenpaard.
7674. 17. Eene geelbruine merrie, panierpaard.
19543. 18. Eene donkerbruine merrie, wagenpaard.
3282. 19. Eene schimmelmerrie, wagenpaard.
19850. 20. Een bruine ruin, wagenpaard.
8260. 21. Een schimmel ruin, wagenpaard.
6270. 22. Eene zwarte merrie, wagenpaard.
4393. 23. Eene zwarte merrie, wagenpaard.
16245. 24. Eene pendule.
11807. 25. Eene gebronsde pendule.
Men verzoekt het U. D. het volgende meldings-
waardige feit mede te deelen
„Dezer dagen passeerde onze stad op zijn reize naar
Brussel de heer don Carlos, reizende in strikt incognito.
Alhier aangekomen zijnde, zag hij den centraal trein, waar
schijnlijk voor den Grand Centraal Beige aan, maar toch
twijfelende, vroeg hij een der dienstdoende conducteurs, onder
het aanbieden van zijn biljet „of hij in den goeden trein
naar Brussel had plaats genomen?" De olijke conducteur
(een groentje kuipte zijn kaartje, zeggende „ja welmeheer
neem maar plaats." Onbeschrijfelijk was des Don's ver
bazing, toen hij te Amersfoort arriveerde en nog betalen
moest op den koop toe.
De conducteur, zegt men, voerde tot zijne verontschul
diging aan, dat hij niet wist waar Brussel lag, doch hij
vermeende dat het wel hier of daar tusschen Amersfoort
en Zwolle zoude zijn. Sic!
„Don Carlos" is, na nolens volens al het merkwaardige
van Amersfoort, o. a. een janhagel-bakkerij, bezigtigd te
hebben, naar hier teruggekeerd."
De luit. der huzaren de B., te 's Bosch, een geoefend
paardrijder en zwemmer is bij een oefening in het zwemmen
te paard, niettegenstaande de toegesnelde hulp, verdronken.
Het schijnt dat eene hevige congestie de aanleiding is geweest
tot den dood van dezen jeugdigen officier, die door zijne
kameraden en allen die hem kenden innig wordt betreurd,
Ofschoon men thans wel heete, echter geen broeijige
vochtige dagen heeft, als wanneer gewoonlijk de aardappel
ziekte begint, zoo heeft .men ook te Warfhuizen niet
alleen in 't loof, maar ook in den knol of aardappel de
gewone ziekte toch opgemerkt. Vooral in de zoogenaamde
„muisjes" is het weder 't ergst, zoodat sommigen besluiten
deze dadelijk te rooijen en ze voor 121 cents de 5 kop
ter verkoop aan te bieden, 't Gewas is over 't geheel uit
muntend, zoodat bij weinig ziekte de prijzen niet hoog
zullen worden, terwijl men zich verheugt over de deugd
zaamheid en den goeden smaak der aardappelen.
De heer E. P. de Monchy, president der Nederl. Handelmaat
schappij, is bevorderd tot commandeur der orde van den Neder-
landsehen Leeuw.
Aan dr. W. C. II. Staring is, met ingang van 1 Aug. e. k.,
eervol ontslag verleend als inspect. van het middelbaar onderwijs;
het aantal inspect. van het middelbaar onderwijs is bepaald op twee;
aan den inspect. van he. middelbaar ouderwijs dr. M. Salverda is
inzonderheid opgedragen het toezigt op het landbouw-onderwijs.
Met goeden uitslag hebben het examen voor leerling-apotheker
afgelegd: mejufvrouw N. Groot, van Zaandijk, en de heeren W. Buijs
en D. H. van Ingen, van Alkmaar en J. E. Brust, van hier.
De off. van gez. der zeemagt H. Moermans en P. C. Buyzezijn
tot arts bevorderd.
W. C. Meijer, gewezen 3de stuurman aan boord van 's Rijks
wachtschip te Willemsoord, D. Schippers, gewezen kweekeling van
de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam en geëxam. 2de
stuurman ter koopvaardij en G. N. Z. Wallin, zeevarende, zijn
gesteld ter beschikking van den gouverneur-generaal van Ned.-
Indië, om te worden benoemd tot 3den stuurman bij de gouv.-
marine daar te lande.
De kapt. jhr. W. A. Alting van Geuzau, van het lste reg.
vest. art., is benoemd tot adjudant van den commandant der stelling
den Helder.
Bevorderd bij het lste reg. vest. art.: tot kapt. 3de kl. de lste
luits. R. H. Eyssonius de Waal eD J. van Lelyveld; tot lste
luits. de 2de luits. J. F. A. Kramer en J. L. F. H. Rollin Con-
querque. Eervol ontheven van de functiën van voorzitter dei
commissie van proefneming, de majoor A. E. Reuther, en hem
overgeplaatst bij 't 2de reg. vest. art.
Met September a. s. zullen aan de K. M. Academie worden
geplaatst: voor de kavalerie hier te lande: M. van Kuyk, J. V
Westenberg en J. D. Canverling Helmolt; voor de genie hier te
lande: W. G. L. Versteeg, C. A. Cikot, W. J. A. Colthoff, L. C.
van den Brandeler en H. C. P. L. Mathonvoor de infanterie in
Oost-IndiëG. P. de Neve, F. Nauta, J. 0. Soeters en J. Arendsen
de Wolf!voor de kavalerie in Oost-Indië: H. W. A. van Jeveren
en voor de genie in Oost-Indië: E. B. E. Ruempol, H. R. de
Vries, J. Groothoff, F. A. E. Auffmorth en M. A. J. de Haan.
Bij kon. besluit van 23 Julij is opgeheven het ontvangkantoor
der dir. bel. en acc. te Schermerhorn c. a., zooals het thans be
staat; ingesteld een ontvangkantoor der dir. bel. en acc. te
Schermerhorn c. a., best. uit de gemeenten Schermerhorn, Z.- en
N.-Schermer, Oterleek en Ursemde burgerlijke gemeente
Heerhugowaard toegevoegd aan het ontvangkantoor der dir. bel.
en acc. te Noordscharwoude c. a., onder voortdurend beheer van den
tegenwoordigen titul., den heer F. W. J. H. Tengbergen.
België.
Een wachter op den spoorweg van Antwerpen naar
Brussel is in de vorige week nabij eerstgenoemde plaats
op de droevigste wijze omgekomen. De sluitboom was voor
de naderende komst van den trein gesloten en hij had reeds
het signaal geblazen, toen nog iemand over den weg wilde
loopen. De wachter wilde hem tegenhouden om ongelukken
te voorkomen, doch struikelde over een rail en viel, met
het ongelukkig gevolg dat de trein hem overreed en het
hoofd bijna geheel van het ligchaam scheidde.