Benoemingen, enz.
Buitenland.
Frafikrijk.
zich naar hartelust, zonder eenigzins van het steeds naderend
gevaar te vermoeden, doch helaasspoedig bragt het steeds
wassend water daarin verandering: zij wilden zich nu in
allerijl naar het vaste strand begeven, doch werden door
het steeds hooger en hooger stijgend water verhinderd
het Zwin was reeds te diep geworden en de stroom sterker
en zij alzoo totaal afgesneden hare positie was hopeloos.
Zekere Kuiper, dienstdoende bij de reddingboot, en die juist
bijtijds nog op het strand kwam, had het geluk de wanhopige
dames van een groot gevaar te bevrijden. (Amst. Crt.)
In het laatst der maand Aug. a. s. zullen te Schagen
weder de jaarlijksche harddraverij en andere volksvermake
lijkheden plaats hebben. Z. M. de Koning is uitgenoodigd
om die feestelijkheden bij te wonen. Men verwacht van
Schagen's ingezetenen flinke bijdragen.
Het verbeteren van het kasteel te Muiden is jl.
Maandag herbesteed. Minste inschrijver was de heer Gr.
Dekker, uit Dordrecht, voor f 141,498.
Sommigen zijn van meening dat die belangrijke verbete
ring aan het oude slot van Muiden moet geschieden; dit
is echter niet zoo; het zijn de wallen om het slot, die het
kasteel genoemd worden.
Men berigt, dat tot de geneeskundige faculteit der
Leidsche hoogeschool de vraag is gerigt, of zij geneigd zou
bevonden worden, om het onderwijs door eenige vrouwelijke
studenten, thans te Zurich, te doen bijwonen. Hierop zou
een toestemmend antwoord zijn gegeven.
Ofschoon het aantal aangevoerde paarden op de jl.
Dingsdag te Voorschoten gehouden paardenmarkt kleiner
was dan andere jaren, en nog geen 500 bedroeg, was er
de handel zeer levendig. Voor jonge paarden zijn prijzen
besteed van f 500 a 600 en meer; voor een 9jarig paard
werd f 725 betaald, en te vergeefs is voor een ander paard
f 1000 geboden. Zij gingen meest voor Fransche, ook
voor Engelsche en Duitsche rekening, zonder lang beding,
van de markt. Ook in werkpaarden is veel handel gedreven
tegen buitengewoon hooge prijzen.
Jl. Maandag avond is uit Duitschland te 's Hage
aangekomen Prins Peter van Oldenburg, halve broeder van
H. M. de Koningin. Als naar gewoonte, zal die Prins
eenigen tijd te Scheveningen vertoeven. Bij de aankomst
van Z. K. H. bevond de Koningin zich aan het spoorweg
station.
Het hoofdcomité voor het oprigten van een monument
voor wijlen mr. J. K. Thorbecke, heeft besloten, het bronzen
standbeeld, naar het model van den heer Ferdinand Leenhof,
te Parijs, te doen vervaardigen in de fabriek van de heeren
L. J. Enthoven en Co., te 's Hage.
Even voor middernacht werden jl. Maandag avond
de voorbijgangers voor een huis in de Boekhorststraat te
's Hage staande gehouden door een bang moordgeschreeuw.
Uit een vensterraam van een beneden-keuken drong in de
stille straat 't akelig geroep eener vrouw: „Moord, moord!
O God, mijn kleêren!" en wekte angst en schrik bij de
buren en wandelaars. Men klopte aan het venster, men
schelde, sloeg op de huisdeur, riep maar kreeg geen
gehoor; dit maakte de vrees voor ernstige gebeurtenissen,
bij het aanhouden van 't hartverscheurend gekerm, nog
grooter. Weldra kwam een agent van politie aan, spoedig
gevolgd door eenige nachtwakers. Men stond op 't puDt
door geweld het huis binnen te dringen, op de medelijdende
daarna weder af te koelen, dan zal men eenig denkbeeld krijgen
van dat Pedregral der Modoc-Indianen." Het hoogste gedeelte
van deze rotsenzee is ruw en meer aaneengesloten gebleven, terwijl
het onderste gedeelte door de afkoeling eenigzins gelijkt op de
cellen van een reusachtigen honiggraat. Neemt men deze eigen
aardige gesteldheid van den bodem in aanmerking, dan kan men
begrijpen, dat dit lavabed voor de met alle onderaardsche holen
en gangen bekende Indianen een bijna onneembare rotsvesting van
de grootste uitgestrektheid is. Een goed schutter kan van den
top van een dezer rotsen zijn aanvaller ter neder schieten, zonder
zelf slechts een duim van zijn lichaam bloot te geven; hij kan
vóór zijne tegenstanders over rotsblokken en diepe spleten naar
hem toegekomen zijn, tien man doodschieten Voor iemand één
schot op hem krijgen kan. Moet hij eindelijk voor de op hem
aandringende vijanden wijken, dan behoeft hij slechts uit zijn hol
naar een van de hem bekende onderaardsche gangen te sluipen
om een andere stelling te bereiken, waaruit hij slechts met het
zelfde verlies aan menschenlevens van den kant zijner aanvallers
verdreven kan worden.
Dit is de plaats waarheen kapitein Jack en zijne Modocs zich
terugtrokken en die ze waarschijnlijk reeds lang als een laatste
toevluchtsoord voor een dergelijk geval hadden uitgezocht en naar
alle waarschijnlijkheid voor langen tijd voor zich zeiven en voor
hunne familiën genoegzaam van levensmiddelen hadden voorzien.
Dat zij deze rotsvesting bereiken zouden was juist wat de overste
Green gevreesd had en misschien had hij ook wel, om hen niet
tot dezen laatsten stap te noodzaken, een zoo klein getal man
schappen afgezonden, in de hoop dat zij daardoor meer tot ver
zoening geneigd zouden zijn. Nu was het ergste geboren en er
was bijna niet meer aan te denken de zaak door geweld spoedig
ten einde te brengen. Geen wonder dus dat de regeering besloot
nog eenmaal op vreedzamen weg een bijlegging der ontstane geschillen
te beproeven, vooral daar kapitein Jack zich eigenlijk aan geene
moorden had schuldig gemaakt, maar zich slechts in een openlijk
gevecht tegen de troepen had verzet.
Er werd dus een commissie benoemd, bestaande uit generaal
Canby, dr. Thomas, A. B. Meacham en Dyer, om met'de rust
verstoorders te onderhandelen. Generaal Edward Canby was een
van de beste en meest geachte officieren van het leger. Gedurende
zijn vierendertigjarigen diensttijd heeft hij in alle oorlogen, voor
namelijk in den grooten burgeroorlog tegen de Zuidelijke Staten,
in het leger gevochten. Zijne uitstekende kennis van het burgerlijk
recht, verbonden met zijn erkende trouw en bekwaamheid als
militair waren de oorzaken, waarom hem verscheidene lastige en
moeielijke posten waren opgedragen en het werd als een zeer
gunstige omstandigheid beschouwd, dat juist een zoo uitstekend
man ten tijde dezer onlusten het commandement in het departement
Columbra had, waartoe ook Oregon bekoorde. Hij begon deze
moeielijke taak met den grootsten ijver. Er hadden verscheidene
samenkomsten met de Indianen plaats; maar alle onderhandelingen
stuitten af op de hardnekkigheid der roodhuiden, zoodat generaal
Canby eindelijk alle hoop scheen te hebben opgegeven de zaak op
vreedzame wijze tot een goed einde te brengen en reeds maatregelen
nam om de besluiten der commissie met geweld van wapenen te
doen uitvoeren. (Wordt vervolgd.)
klagten, die daarbuiten, vooral door de vrouwen, werden
aangeheven. Doch het was ounoodig; de huisdeur werd
geopend en een zachtaardig stemmetje eener jeugdige dienst
bode vroeg verwonderd: Wat is hier te doen? Dat wilde
ik ook weten, antwoordde de politie-agent en ging naar
binnen. In gespannenheid en met beklemde harten stonden
de getuigen van dit tooneel te wachten totdat de man der
wet het „moordhuis" weer verlaten zou. En toen hij kwam
vernam men wat er gaande wasDe kameraad der
jeugdige keukenprinses, die de deur geopend had, lag in
zwijm. Maar waarom dat moordgeroep? De beide dienst
maagden hadden ruzie gehad, omdat een harer te laat was
thuis gekomenzij hadden daarover gevochten en de akelige
kreten waren het gevolg geweest van die onzachte repri
mande! Gerustgesteld gingen de toeschouwers huiswaarts,
sommigen lagchende om deze tragi-komische scène, anderen
uit hun humeur, omdat ze zich voor zulk een kleinigheid
zoolang hadden opgehouden.
De bovenbouw van den Oosterspoorweg van Utrecht
naar Hilversum is gegund aan den heer B. A. Wiegerink,
voor de som van f 219,600.
Jl. Maandag vond men men op den weg tusschen
Wageningen en Renkum twee personen, een man en vrouw,
bezwekenmen denkt tengevolge der drukkende warmte.
Uit Dieren meldt men aan de N. Rott. Crt.
„In de nabijheid dezer gemeente heeft een zekere Kaspers
met opzet een der armen van zijn kind, slechts 10 weken
oud, aan het boveneind gebroken; de breuk is zonder
geneeskundige hulp genezen, maar de arm stond verdraaid
aan het ligchaam.
K. heeft daarna, weder opzettelijk, den benedenarm ge
broken. De vrouw, met wie hij leefde, bemerkte deze
verminking en riep de hulp in van een geneesheer, die
daarop van de euveldaad aangifte gedaan heeft bij de politie.
De ontaarde vader is naar de gevangenis te Arnhem ge
transporteerd-; hij heeft bekend de gruweldaad te hebben
bedreven, en geeft voor, gehandeld te hebben uit haat
jegens de vrouw met wie hij leefde."
De heer Polak, circa 102 jaren oud, vroeger in Zwolle,
thans te Deventer wonende, bezocht bij gelegenheid van
de kermis in eerstgenoemde plaats in volmaakte gezondheid
zijne kinderen aldaar; binnen eenige weken hoopt hij de
gouden bruiloft van een zijner kinderen bij te wonen.
Jl. Zaturdag morgen werd te Groningen in hechtenis
genomen zekere Adolf Gammel, geboortig uit Jerwisch in
Amerika. Sedert eenigen tijd hield hij zich in Duitschland
op, alwaar hij eenige dagen geleden te Weenen een belang
rijken diefstal met inbraak had gepleegd. De politie heeft
nog vele van de gouden en zilveren voorwerpen in zijn
bezit gevonden.
Men schrijft uit het Oldambt (prov. Groningen), dd.
29 Julij het volgende:
Maakte men in de vorige week alhier reeds een begin met
het koolzaaddorschen, met ijver wordt het thans voortgezet,
daar het gunstige weder dien arbeid des landmans begun
stigt. Er worden schatten geborgen, want het gewas is
uitmuntend, zoowel wat de kwantiteit als kwaliteit betreft,
en de prijs is betrekkelijk hoog. Mogt het weder deze
week zoo gunstig blijven, dan zal er op het einde daarvan
niet veel meer op het veld te vinden zijn, en de drukte
met het oogsten van het wit koren beginnen, dat almede
van uitmuntende kwaliteit is. Voor den landman valt er
dit jaar dus niet te klagen.
Het Pharmaceutical Journal stelt de volgende eigen
schappen voor goed drinkwater: Het moet zijn kleurloos,
zonder reuk of smaak en met een kleine hoeveelheid zeep
een goed schuim geven.
Verder plaatse men een halve kan water, vermengd met
eenige greinen zuivere witte suiker, in een witte stopflesch,
voor het venster in een verwarmde kamer, gedurende een
dag of tien. Wordt het water nu troebel, dan bestaan er
verschillende redenen om te vermoeden, dat het met organi
sche stoffen bedeeld en dus voor de gezondheid schadelijk
is; blijft het echter helder, dan kan het gerust als drink
water gebezigd worden.
Te Teheran heeft voor eenigen tijd een geweldige
opschudding geheerscht op 't gerucht, dat aan den Shah
in 't land der ongeloovigen een ongeluk was overkomen.
Tot eer der bevolking, die om den Shah reisgeld te bezorgen,
een jaar vooruit belasting heeft moeten betalen, moet worden
gezegd, dat ze zeer bedroefd was en uren lang in 't stof
voor haar heer en meester heeft gebeden.
Tot burgemeester van de gemeente Stad-Almelo is benoemd de
heer J. J. Boelen, oud kapt. luit ter zee.
Tot secretaris der gemeente Barsingerhorn is benoemd de heer
P. Stuurman, aldaar.
De luit. ter zee 1ste kl. W. I. van Loenen wordt mat den 6
Aug. a. s. en de off. van gez. 2de kl. J. A. G. Hulst, wordt met
den 29 dezer geplaatst aan boord van het wachtschip te Willemsoord.
Bij het 7de reg. infanterie is benoemd tot 2de luit. de kadet
J. H. P. de Lille Hoogerwaard en bij het 1ste reg. vest.-art. de
kadetten J. Ortt, L. de Bruyn en C. H. A. R. Schuurman.
Bij besluit van 10 Julij 1873, no. 30, heeft Z. M., beschikkende
op het verzoekschrift van Hendrik Jan de Lange, notaris te Alk
maar, HD. bewilliging verleend op de acte houdende wijzigingen
in de statuten van de naamlooze vennootschap: „Wieringerwaarder
Maatschappij tot bereiding van Kaas," gevestigd te Wieringerwaard.
Bij kon. besluit zijn goedgekeurd de statuten der Vereeniging
„de Hulpbank," te Hoorn, die ten doel heeft nijvere minvermogende
lieden door geldelijke voorschotten behulpzaam te zijn in het aan
vangen, voortzetten of uitbreiden van hun beroep.
Bij beschikking van den minister van Financiën van den 28 Julij
1873, no. 53, is bepaald, dat het vacante ontvangkantoor der
directe belastingen en acoijnsen te Schermerhorn c. a., waaraan
kan geacht worden eene zuivere belooning van f 1400 's jaars te
zijn verbonden, in de achtste klasse is gerangschikt.
De heer de Broglie las in de Nationale Vergadering van
jl. Dingsdag een boodschap van Mac Mahon voor, waarin
gezegd wordt dat de Vergadering onbezorgd uiteen kan
gaan, wijl de president haar de verzekering durft geven
dat gedurende hare afwezigheid niets de openbare orde zal
in gevaar brengen, en dat hij met zijne ministers er voor
waken zal om zijn gezag te doen eerbiedigen. „De zoo
gewenschte overeenstemming tusschen de regering en de
Kamer," zoo heet 't verder in dat stuk, „heeft reeds hare
heilrijke gevolgen doen gevoelen. Wat de bevrijding van
het Fransche grondgebied betreft, deze weldaad is het
gemeenschappelijk werk van de Vergadering en van den
vorigen president. Hij bragt daartoe krachtig bijen de
Vergadering hielp hem, door 't verleenen van eene mede
werking die nimmer in gebreke bleef. Op den plegtigen
dag van Frankrijk's bevrijding zal het land zijne dank
baarheid betuigen aan allen die 't hulp verleenden; doch
bij 't aan den dag leggen van zijne vaderlandslievende
vreugde, zal het zijne waardigheid weten te bewaren; het
zal alle luidruchtige demonstratiën laken, die weinig zouden
passen bij de herinnering aan de gedane opofferingen. De
zoo duur gekochte vrede is onze eerste behoefte; het is
ons vaste voornemen, dien te handhaven. Aan zichzelf
teruggegeven, zal Frankrijk nog beter in staat wezen om
met alle mogendheden in eene opregt vriendschappelijke
verhouding te leven. Dit gevoel van vriendschap is weder-
keerig; dagelijks ontvang ik daarvan de formele verzeke
ringen. Het is de vrucht van de verstandige gedragslijn,
die de Vergadering zich voorschreef. Gij zult 't goedkeuren,
dat ik bij die gedragslijn volhard."
Onder luide toejuichingen ging de vergadering uiteen.
Men heeft in den laatsten tijd beweerd, dat Berezowski,
de jonge uitgeweken Pool, die in Junij 1867 bij eene in
het Bosch van Boulogne gehouden groote wapenschouwing,
een aanslag tegen het leven van Keizer Alexander II ge
pleegd heeft, uit het oord zijner deportatie, Nieuw-Caledonië,
ontsnapt was. Volgens berigten, die thans door de Parijsche
Liberté worden medegedeeld, is Berezowski, die door zijn
goed gedrag de gunst verworven had opi op het bureau
der administratie van het strafgesticht van een der eilanden
geplaatst te worden, wel, eenigen tijd geleden, uit dat
gesticht ontvlugt; maar na 17 dagen lang op het eiland
rondgezworven en van moeskruiden en wilde vruchten
geleefd te hebben, krank en uitgeput in de gevangenis
teruggekomen. Na eene ligchamelijke tuchtiging ondergaan
te hebben en een tijdlang buiten toegang geweest te zijn,
heeft hij zijne oude geregelde leefwijze hervat. De berigtgever
van la Liberté meldt, dat den banneling nog voortdurend door
uitgeweken Polen en door den Keizer en diens gouvernement
vijandige Russen geldelijke subsidiën worden toegezonden,
welke natuurlijk niet in zijne handen komen of waarover
hem althans geene beschikking wordt gelaten.
- In het Journal de Paris komt een artikel voor over
Nederland. Daarin wordt beweerd, dat Nederland, hetwelk
den Rijnmond bezit en Amsterdam en Rotterdam, die uit
stekend in het Zollverein zouden passen, natuurlijk altijd
van Duitsche zijde bedreigd wordt. Daarom zijn zeer te
betreuren het gebrek aan energie van de Tweede Kamer
en de geheele politieke toestand, die in een leven bij den
dag bestaat. Vooral is het jammer, dat de wet op de
plaatsvervanging is verworpen. Het Orleanistischa orgaan
schrijft dit hieraan toe, dat de rijke burgers, die hunnen
invloed niet willen verminderd zien door hervorming van
kieswet en regtswezen, ook hunne kinderen geen soldaat
willen laten worden. Intusschen stelt Nederland zich tevreden
met de historische herinnering der onderwaterzettingen,
tijdens Lodewijk XIV aangewend. Alsof de Pruissen van
heden zich niet sneller kunnen bewegen dan de Franschen
van toen. En zou Nederland nu boudgenooten vinden
gelijk toen?
De gewezen Spaansche partijganger, de pastoor
Santa-Cruz, is den 22 dezer te Marseille aangekomen en
heeft zich aldaar naar Civita-Vecchia ingescheept. Hij
wordt op zijne reis naar Rome door twee zijner vrienden
en vroegere medestanders vergezeld. Het publiek te Mar
seille heeft zich veel moeite gegeven om den beruchten
cabecilla te zien te krijgen, maar hij heeft zich zorgvuldig
aan aller oog onttrokken en zich met een rijtuig naar de
plaats der inscheping doen brengen.
De maire van een gemeente in het kanton Neversis
tot 10 francs boete veroordeeld ter zake van het zich
in het openbaar vertoonen in een kennelijken staat
van dronkenschap, welk feit door de gendarmes was ge
constateerd. Voor den vrederegter verschenen, kon de
alcoholminnende maire niets anders zeggen dan dat de gen
darmes gelogen, hem valsch beklaagd en een valsch proces
verbaal opgemaakt hadden. De vrederegter was van een
ander gevoelen, veroordeelde den maire tot 10 francs boete
en dreigde hem met gevangenis, indien hij niet onmiddelijk
de zaal verliet.
Te Ruëil ontstond jl. Zondag avond brand in een
kelder van een kruidenier, waarin ontvlambare vloeistoffen
waren geborgen. Een persoon ontving daarbij ernstige
wonden. De pompiers waren spoedig op het terrein en
een drieduizendtal nieuwsgierigen. De adjunct-maire kwam
toen op het denkbeeld om met licht een onderzoek in te
stellen in den kelder. Dit werd hem door den commis
saris van politie ernstig ontraden, maar hij zette zijn wil
door en het gevolg is geweest, dat thans eene heftige
ontploffing het halve huis vernielde en, zoowel door de
stukken, die van den gevel werden afgeslagen als door de
overijlde vlugt der zamengepakte menigte, niet minder dan
twee en veertig personen ernstig zijn gekwetst; verscheidene
verkeeren in levensgevaar.
De regtbank van correctioneele politie te Castelnaudary
heeft dezer dagen een ingezetene van la Bécède-Lauragnais
(bij Carcassonne), veroordeeld tot eene boete van 16 fr.,
omdat hij, bij het voorbijtrekken eener processie, geweigerd