Duitschland.
Burgerlijke Stand. Gemeente Helder.
Burgerlijke Stand. Gemeente Wieringen.
Marine-Haven Nieuwediep.
ALKMA ARSCHEMARKT VAN GISTEREN.
ALKMAARSCHE MARKT VAN HEDEN.
directeur van de groote opera, kennis van gaf. Deze doet
thans den zanger, op kosten van de opera, opleiden, waarbij
hij, zoodra hij voldoende is toegerust, zal debuteren. Zijn
naam is Cellier, hij is 28 jaar oud, welgemaakt en heeft
een goed voorkomen.
De stad Sédan heeft, op de herinneringsdagen van
den noodlottigen slag, die haar naam draagt, rouwvlaggen
uitgestoken.
Reeds sedert eenige jaren heeft men in sommige
zuidelijke en zuidwestelijke departementen van Frankrijk
getracht het aan gene zijde der Pyreneën zoo gewilde
volksvermaak der stierengevechten inheemsch te maken.
Tot dusver is men daarin echter niet zeer gelukkig geslaagd.
Van tijd tot tijd heeft die zoogenaamde vermakelijkheid in
de genoemde gewesten aanleiding tot min ot meer ernstige
onheilen gegeven. Dezer dagen heeft een met veel ophef
door het bestuur der „Arènes Landaises" in de gemeente
Cauderon, in de Gironde, aangekondigd stierengevecht tot
ernstige ongeregeldheden geleid. Daar liepen geene menschen-
levens gevaar, maar werden integendeel de vijf op het
tooneel gebragte dieren zwarte stieren van een gekruist
Spaanscli ras door de onhandige espada's en banderilla's
zoo afgemarteld en zoo deerlijk mishandeld, dat het tot
het uiterste gebragte publiek op een gegeven oogenblik
den prima espada, Andres Fontela, met een stortbui van
stoelen, tabonretten, rottingen, glazen, flesschen, enz. be
groet heeft, en te gelijker tijd een duizendtal toeschouwers
te gelijk het renperk overstroomd hebben om een einde aan
de martelingen der schoone en moedige dieren te maken.
Hierdoor, zegt een berigtgever, is de dood der stieren ver
hoed, maar ook de genadeslag aan de stierengevechten, althans
in het departement der Gironde, toegebragt. Naar aanleiding
van het te Cauderon voorgevallene, heeft de nieuwe prefect
van Bordeaux, de heer Pascal, het opvoeren van schouw
spelen, die „zoowel met de Fransche zeden als met de
Fransche wetten in strijd zijn," voortaan in het genoemde
gewest verboden.
De stoomboot Corse verliet den 23sten Augustus ten
5 ure des namiddags Marseille, met bestemming naar Algiers.
Zij had aan boord vijf en twintig veroordeelde militairen,
onder geleide van vier gendarmen. Zij waren twee aan
twee geboeid.
In volle zee beklaagde zich Buolz, een jongman van
24 jaar, die uit het tuchthuis te Douëra in Algerië was
ontsnapt, waar hij acht jaren moest doorbrengen wegens
desertie, dat hij ziek was. Inderdaad was zijn hoofd in
doeken gewikkeld.
De chef van het militair geleide liet hem uit dien hoofde
eerst boeijen en tusschendeks brengen, om daar te slapen.
Tegen 10 ure in den avond, toen het schip in volle zee
was, hoorde men den kreet„een man in zeeAanstonds
liet de kapitein stoppen en drie kwartier lang werd er
gezocht, maar daar men niets zag, moest de reis wel voort
gezet worden. Er werd appèl gehouden van de gevangenen
en bevonden, dat er een ontbrak, namelijk Ruolz. Den
anderen morgen weder appèl met gelijken uitslag. De
brigadier der gendarmes stelde toen een onderzoek in naar
den persoon, die geroepen had dat er een man in zee was.
Een heer meldde zich als zoodanig aan, en verhaalde, dat,
toen hij op het dek wandelde, hij een persoon over de
verschansing had zien klimmen en in de golven verdwijnen.
Men vroeg wie hij was, en hij noemde zich Louis Naïf,
oud 24 jaar, student in de medicijnen aan de academie te
Algiers. Maar daar, na ingesteld onderzoek, bleek, dat hij
niet als passagier aan boord was ingeschreven, antwoordde
hij dat hij heimelijk aan boord was gekomen. Dit wekte
de achterdocht van den brigadier, die nu weldra tot de
overtuiging kwam, dat Naïf geen ander was dan de zieke Ruolz.
De man was intusschen niet te herkennen. Hij droeg
fijne netgestreken linnen boordjes, een blaauwen das met
strik, een lorgnet, een horologieketting enz., wat hem het
voorkomen van een jong mensch van goeden huize gaf en
geheel deed verschillen van den gevangene met zijn ver
sleten kleêren en zijn neerslagtig voorkomen. De briga
dier liet hem nogtans in de boeijen slaan en daarop
bekende Naïf, dat hij inderdaad Ruolz was. Men vond bij
hem verscheidene papieren, onder anderen het livret van
een ambachtsman, certificaten, adressen, introductie-kaarten
voor sociëteiten, een brief van een Duitsch ambassadeur te
Parijs, photographiën, visitekaartjes, een kruisje van het
Legioen van Eer, enz. Later bekende Ruolz, dat hij tijdens
de Commune te Parijs, luitenant was geweest bij het
124ste bataillon en secretaris van Cluseret.
Deze gebeurtenissen uit zijn leven, zullen waarschijnlijk
wel eene verandering in zijn toestand brengen, maar geene
gunstige.
In Ierland is het met den oogst treurig gesteld. Van
alle kanten van het eiland verneemt men onrustbarende
berigten. Het inhalen van den oogst is op vele plaatsen
geheel onmogelijk geworden door zwaren regen. Verleden
Zaturdag is het weder beter geworden en misschien kan
er, als het goed blijft, nog veel te regt komen.
Een Engelsch blad deelt, nu de toeristen weder terug-
keeren, eenige staaltjes mede van reisgenooten. De volgende
zijn aan die schetsen ontleend:
„Eene andere aangename variëteit van reisgenooten vormen
zij, die niet slechts voor hun pleizier, maar voor hun onder
ligt op reis zijn. Zulk een soort van wezen kijkt niet om
naar musea of kerken, maar brengt u in fabrieken, water
leidingen, tunnels en mijnen. Zijne zakken zijn vol aantee-
keningen; hij heeft rendez-vous bij zonsopgang; brengt
wetenschappelijke mannen aan het ontbijt mede, en komt
tegen etenstijd terug, bedolven onder stof, slijk en steen-
kolengruis. Er bestaat alle kans, dat hij u medepligtig,
wil maken aan het schrijven van een wetenschappelijk werk
en dat gij den ganschen volgenden winter proeven en revi
sies van het boek zult mogen nazien.
Maar hoeveel gij ook onder zulk een reisgenoot te lijden
mogt hebben, hij is nog minder verschrikkelijk dan de reis
genoot artist. Als een man, die zelf geen artist is, zamen-
geklonken is aan een reisgezel, die een schetsboek en
misschien wel een ezel met zich voert, dan heeft hij zijn
lot niet overzien. Niets is daartegen bestand, want hij kan
zich niet onttrekken, zooals met den wetenschappelijken
reisgenoot, door zijn eigen genoegen te zoeken of door zijne
verontwaardiging lucht te geven, zooals tegen den grappigen
vriend. De reisgenoot-artist gaat boven op een rots zitten
en zegt, dat hij maar vijf minuten geven zal aan een
schetsje van die zee; meestal echter is hij er vijf uren mede
bezig. Als gij hem aan het ontbijt wacht, is hij op het
dak geklauterd om de stad in vogelvlugt te teekenenals
gij maar juist tien minuten hebt om nog bij tijds aan het
station te komen, is hij naar eene vallei gegaan met een
zwijnenhoeder, die hem de Duivelsbrug over een waterval
zal laten zien. Als het regent, praat hij over het effect
van de glinsterende stralen op de berghellingenals de zon
u blakert, verzoekt hij u zijn wit zonnescherm naar een
stuk land te dragen, waar zelfs geen doode boomstam
schaduw aanbiedt; en als het plotseling begint te vriezen,
trekt hij op een vroegen morgen naar buiten om u het
schijnsel der maan op de bevroren aarde te doen zien.
Uit een ziekelijk begrip van beleefdheid zijt gij genoodzaakt
tot deze genoegens mede te werken, zijne landschappen te
bewonderen, te verzekeren dat de pomp in den tuin achter
het hotel naar de natuur getroffen is en dat de knecht, die
u allerslechtste thee brengt, een echt Romeinseh profiel
heeft en uitstekend zou dienen als model voor een Curtius
die zich in het water stort.
Deze reisgenooten zijn als de erwten, die de bedevaart
gangers van weleer veroordeeld waren in hunne schoenen
te dragen, met dit onderscheid evenwel, dat de pelgrims,
naar men zegt, hunne erwten soms wel eens kookten, terwijl
de wet niet toestaat, dat men zijn reisgenoot kookt."
Na den afloop der onthulling van den Overwinningszuil
te Berlijn op den 2 dezer heeft in het koninklijk paleis
een feestmaal plaats gevonden, waarbij de Keizer den
volgenden toast heeft uitgebragt„Bij het gedenkteeken op
den Kruisberg (in 1818 ter herinnering aan de bevrijdings
oorlogen opgerigt) valt het oog op de woorden: „Den
gesneuvelden ter nagedachtenis, den levenden ter hulde,
den komenden geslachten ter navolging." Oorlogen worden
niet gevoerd, overwinningen niet behaald zonder groote
opofferingen. De laatste oorlogen hebben die maar al te
zwaar en smartelijk geëischt. Den gesneuvelden zij in
stilte onze eerste dronk gewijd! Gedurende den zegenrijken
vrede van een halve eeuw is in Pruissen de herinnering
aan de roemrijke daden der bevrijdingsoorlogen nooit uit-
gewischt. Die herinnering heeft in de harten der jongeren
van dagen weerklank gevonden en hen opgewekt toen op
nieuw naar de wapenen gegrepen moest worden. Zij heeft
het leger gesterkt tot nieuwe overwinningenhet volk met
blijdschap offers doen brengen, de geslagen wonden zorg
vuldig en liefderijk doen verplegen. Zoo is die vermaning
ter navolging op de verheffendste wijze vervuld. De Over
winningszuil verkondigt aan het levende en aan het komende
geslacht wat toewijding en volharding vermogen. Yereenigd
met onze trouwe bondgenooten, zijn wij in den laatsten
roemrijken oorlog van overwinning tot overwinning gegaan,
die Gods genadige wil ons deed behalen ter vereeniging
van Duitschland in het nieuwe keizerrijk. Ik ledig dan
ook mijn glas in dank aan het tot alle opofferingen bereid
willige volk, aan mijne hooge bondgenooten en aan ons
roemrijk leger."
Te Berlijn heeft een congres van Duitsche kappers
plaats gehad, waaraan velen hunner confraters uit andere
landen, zelfs uit Amerika, hebben deelgenomen. Bij die
gelegenheid is eene haarmarkt gehouden en een permanent
comité te Berlijn gevestigd.
Uit de Duitsche provincie Posen hebben zich meer
dan 50 onderwijzers aangemeld als sollicitanten naar de betrek
king van spoorwegbeambte bij de K. Ostbahn. Van rege
ringswege is aan de directie van dien spoorweg verzocht
die onderwijzers niet aan te nemen, of ze ten minste voor-
loopig te laten wachten. Ook is door het schooltoezigt
reeds het noodige gedaan om den onderwijzers het veran
deren van betrekking moeijelijker te maken. Evenzoo zou
bij het postwezen een geheime aanzegging gekomen zijn,
om de sollicitanten, die onderwijzer zijn, eenvoudig af
te wijzen.
Oostenrijk.
De uitslag van het te Weenen gehouden Internationaal
schaaktournooi is als volgt: 1ste prijs de heer Wilhelm
Steinitz, 200 gouden dukaten (Keizersprijs) en 1000 Oos-
tenrijksche guldens. Gewonnen 10 matches. 2de prijs de
heer J. H. Blackburne 600 Oostenr. guldens. Gewonnen
10 m. 3de prijs prof. Anderssen 300 Oostenr. guldens.
Gewonnen 8| m. 4de prijs de S. Rosenthal, 200 dito.
Gewonnen 7| m.
Zwitserland.
Jl. Dingsdag werden te Genève, in tegenwoordigheid van
den vrederegter, den notaris, de gedelegeerden van het
gemeentebestuur en de executeuren-testamentair, ontzegeld
en geopend twee koffers, welke tot de nalatenschap van
hertog Karei van Brunswijk behooren, en die met kunst-
sloten gesloten waren, waarvan een vertrouwde van den
hertog het geheim had geopenbaard. De waarde, in die
koffers gevonden en met wier opteekening en sortering men
den ganschen dag bezig was, beloopt zestien millioen fr. aan
papier en honderdduizend fr, aan contanten. Codicillen of
andere buiten-testamentaire bepalingen werden niet gevonden
ook de zoo veel besproken onyx-vaas is niet voorhanden.
De diamanten zouden den volgenden dag getaxeerd worden.
Daarop zal volgen de ontzegeling in het hötel Beau-Rivage.
Een protest is tot dusverre niet ingediend.
Spanje.
De jongste berigten uit Spanje bevatten in hoofdzaak het
volgende: „Salmeron en zijne ministers hebben hun ontslag
genomen, tengevolge van de verwerping van het door den
heer Navaretta voorgesteld amendement tot afschaffing der
doodstraf bij de militairen. In eene latere bijeenkomst der
Cortes verzekerde de heer Salmeron, dat hij sinds 20 jaar
een voorstander is der afschaffing van de doodstraf. Castelar
is nu de aangewezen persoon voor president der republiek
hij vroeg 24 tot 48 uur tijd om zijn besluit te nemen."
Italië.
De gewigtigste gebeurtenis van de laatste dagen is het
besluit van den Koning van Italië om een bezoek te
brengen aan de hoven van Berlijn en Weenen in de tweede
helft van deze maand. Zoowel in Oostenrijk en Pruissen
als in Frankrijk ziet men al het gewigt daarvan in, omdat
het de grondslag is voor een bondgenootschap tusschen de
drie staten tegen het streven, dat zich thans in Frankrijk
openbaart, tot herstel van het wereldlijk gezag van den
Paus. Wanneer de graaf van Chambord tot Koning van
Frankrijk mogt worden geproclameerd, zou Italië niet
wachten tot hij zich gereed maakte voor een oorlog,
maar terstond de erkenning der eenheid van Italië van
hem vragen. Weigert hij ze, dan zou Italië, gesteund door
Duitschland en Oostenrijk en in overeenstemming met
Rusland, Frankrijk den oorlog aandoen. De hertog de
Broglie moet van dit plan volkomen verwittigd zijn en die
wetenschap heeft, naar men zegt, zijne veranderde houding
tengevolge gehad, waarvan zijne rede te Evreux blijk gafi
Zulk een vooruitzigt moest hem wel doen terugkomen van
het denkbeeld om de restauratie der Bourbons tot stand
te brengen. Frankrijk toch zou zich dan in een nieuwen
oorlog wikkelen, terwijl het juist het laatste kwart milliard
der oorlogschatting, waarvan de betaling op den 4 dezer
was aangekondigd, voldaan had.
Opgave van af Donderdag middag tot Zaturdag middag.
ONDERTROUWD: P. Klinkert, zeeman en N. Kikkert. J.
Keizer, werkman en P. A. Fertuijn, wed. van D. Kok.
GETROUWD: J. Thie en M. II. Wiemers.
BEVALLENGeene.
OVERLEDENJ. A. Pool, 6 weken. E. van der] Poll,
2 jaren en 7 maanden.
Van 1 tot 31 Augustus 1873.
ONDERTROUWD: Geene.
GETROUWDP. Maars en M. Hennink. C. Vermeulen en
G. Zomerdijk.
GEBOREN: Jan, zoon van S. Heijblok en M. Koorn. Guurtje,
dochter van J. Bakker en A. Dekker. Gerrit, zoon van G. Munte
en A. Vonk. Evert, zoon van D. Zusburg. Trijntje, dochter van
D. Roos en M. Bakker. Geertruida, dochter van W. H. Rasch
en A. Boersen.
OVERLEDENReijer Vet, 76 jaren, weduwnaar van Maartje
Veerdig. Tieske Bais, 13 dagen, dochter van D. Bais en T. Zomerdijk.
Adriana Wilhelmina Huchshorn, 6 weken, dochter van J. P. Huchshorn.
en W. J. Zaadnoordijk. Sijbrand Ruijter, weduwnaar van Antje Kuut.
Zeilklaar liggende en vertrokken Schepen Groote Vaart.
Aankomst. Vertrek. Schip. Gezagvoerder. Bestemming.
16 Aug. 5 Sept. Staatsraad v. Ewijck. H. Bakker. Batavia.
22 6 Anna Lucretia. A. G. Rijnsaardt. Soerabaija.
26 6 Thorvald. M. Christensen. St. John.
28 Suriname. H. Houtkoper. Parav. Gard.
31 5 Pelronella. L. Vliedorp. Soerabaija.
31 ii Anna Sophia. K. Hoekstra. Batavia.
31 5 n Gesiena. J. S. Mulder. Soerabaija.
31 i, 6 Anna Maria. D. W. Aden. Montevideo.
5 Sept. Kohinoor. J. H. Cooper. New-York.
Binnengekomen Koopvaardijschepen Groote Vaart.
Binnenk.. Sehip. Gezagvoerder. Cargadoor. Herkomst.
4 Sept. Serug. B. Alligritte. ZurMühlen&Co. Rangoon.
Binnengekomen Schepen bestemd hunne lading in de
Buiten- of Binnenhaven te lossen.
Schip. Gezagvoerder. Herkomst. Lading. Cargadoor.
Dagny. G. Arvesen. Wyborg. Hout. van Vliet Co.
Viken. R. H. Neass. Ekeness. Amons Co.
Haldis. G. Cappelen. Fredrikstad.
Sandviken. J. Ilanssens. Borgo.
GoedeVerwacht. D. Dekker. Sundswall. van Vliet Co.
Na,nna. M. S. Mauritzen. Memel.
Jason. J. Scherpeaborg. Riga.
Kunigunde. J. P. Meeter. Nerva.
vau der PalmR. J. Datema. Helsingfors. Blikman Co.
Johannis. F. Nanuings. Soderhamn.
Harmanna Dijk. H. S. Wortel. Pikala.
Boni. J. C. E. Metus. Riga. Amons Co.
Osterrysoer. A. Jacobsen. van Vliet Co.
Conservator. W. Robinson. Newcastle. Steenk. Hoogl.&v.Herw.
Lamb. J. Phillips. Sunderland. C. Berghuijs.
Kaas. Aangevoerd 573 stapels, wegende 115738 kilogram.
Kleine Hooi f Commissie f Middelbare f Laagste
prijs f Kleine Gras f38,Comm. f39,Middelb. f38,75.
Laagste prijs f 18,
Ter Graanmarkt bedroeg de aanvoer 2489 hectoliters, waarvan
871 hectol. Tarwe, 182 hectol. Rogge, 386 hectol. Gerst, 462
hectol. Haver, 184 hectol. rood Mosterdzaad, 42 hectol. Koolzaad,
141 hectol. Karweizaad, 321 hectol. Erwten. Tarwe f 12,50 a 13,50,
Rogge f 9 a 9.75, Gerst f 6,50 a 7,50, idem Chev. f 8 a 8.75,
Haver f 4,25 a 5,25, Mosterdzaad f 19 a 20, Koolzaad fll a 12,
Karweizaad f 17 a 17,50, Erwten Graauwe f 17, Vale f 9 a 10,
Witte f 10.
7 Paarden bov.'tj aar f 51a96
Veulens - a
7 Koeijen - 175a225
19 NuchtereKalveren- 15a 26
282 Schapen - 16a 35
Lammeren - a
207 Magere Varkens - 16a 28
217 Biggen ben. 10 w.- 5a 10
3 Bokken en Geiten - 4a 7
Kleine dito c a
Ezel f a
Boter,per 0.630 K.G. c S5al00