STATEN-GENERAAL.
Benoemingen, enz.
W. H. ter Meulen, nog geen ander gesloten was, doch dat
commissarissen, nadat eene poging was mislukt, thans een
nieuw contract hebben opgesteld, waaromtrent met den heer
ter Meulen zal worden onderhandeld.
Behalve een nieuw beursgebouw, zal Amsterdam hoogst
waarschijnlijk ook binnen een niet te lang tijdsverloop in
het bezit komen van een eigen gebouw voor de vergade
ringen der vijf in de hoofdstad bestaande vrijmetselaars
loges. De kosten worden begroot op f 100,000. (Amst.Crt.)
De infanterie-troepen te Amsterdam in garnizoen
hebben in den nacht van jl. Maandag op zeer eigenaardige
wijze kermis gehouden. Ten 10 ure 's avonds rukte het
depót-bataillon in marschtenue met chacot de kazerne uit,
in de rigting van Diemen en een half uur later trok de
vermeende vijand, het vierde bataillon, in marschtenue met
kwartiermuts in andere rigting op. Gedurende den nacht
werden door beide partijen in tegenovergestelde rigting
velddienst verrigt en verkenningen gedaan. Tegen den
morgenstond waren vriend en vijand in de kazerne terug
gekeerd. (Amst. Crt.)
In het Theatre des Variétés te Amsterdam heeft men
het advertentiegordijn ingevoerd. Het tooneelgordijn is
nl. aan neringdoenden verhuurd en wordt door deze met
advertentiën beplakt.
De „Hervorming" komt terug op het bekende schan
daal in het weeshuis der herv. gemeente te Amsterdam.
Bij 't opsporen van de oorzaak der wanorde en ongeregeld
heden in dat weeshuis heeft men de schuld geworpen op
de theologie. Dr. Kuyper had bij zijne komst de weezen
in allerlei godsdienstige geschillen gewikkeld en den strijd
aangeblazen, zei de een, en dr. Kuyper zelf schreef weer
de oorzaak der ziekteverschijnselen toe aan het modernisme
van de vroegere regenten, terwijl het confessionalisme nu
de geneesmeester zou zijn. De Hervorming meent, dat
hier van beide zijden onregt begaan wordt. De ervaring
leert, dat zulke verschijnselen van wanorde en losbandigheid
gezien worden zoowel onder Roomschen als Protestanten,
onder confessionelen als onder modernen en dat dus het
godsdienstig standpunt volstrekt niet de voornaamste en
alles beheerschende factor is, die bij de verklaring van
genoemde verschijnselen in aanmerking mag worden genomen.
Afgescheiden daarvan heerscht er tegenwoordig een geest
van verzet en ongehoorzaamheid, die bedenkelijk is. Vraagt
men mij, zegt de schrijver, die zelf in meer dan eene plaats
van ons land als regent van weeshuizen is werkzaam
geweest, welke doorgaans de oorzaken zijn, waaruit wanorde
en ongeregeldheid voortkomen, dan noem ik er drie: 1. de
jenever, die in negen van de tien keeren de schuld heeft,
en niet de theologie; 2. de onverschilligheid of geweten
loosheid van sommige bazen of werkgevers, die uit eigen
belang of toegeeflijkheid met de jongens knoeijen, waardoor
deze leeren de voogden te bedriegen; 3. de geest van
ontevredenheid onder de arbeiders en werklieden, die ook
in de weeshuizen doordringt en die niet is te bezweren
door confessie of theologie, maar door degelijk, ontwikkelend
onderwijs, gepaard aan liefderijke verzorging en opvoeding
en opwekking van het zedelijk leven.
Naar het Hbl. verneemt, is het denkbeeld van den
heer Douwes Dekker (Multatuli) om nl. spoorwegkaartjes
te bezigen als middel tot adverteeren, lang niet nieuw.
Sinds vele jaren is het toegepast in Engeland en Amerika.
Men schrijft aan de L. Grt. van den Rijnkant: Geen
ellende vóór den tijd, maar 14 dagen vroeger dan het
vorig jaar is de regen begonnen en even hevig als toen.
Het heugt nog menigeen, hoe vroeg men toen met het vee
voor den regen moest vlugten en hoe lang men door het
water is gekweld geworden. Er is nu nog zooveel te
oogsten en het grasland kan nog zoolang tot voedsel strekken
van het vee. Het ziet er echter met het weêr herfst-
achtiger uit dan gewenscht is en de stortregens, die bijna
iederen dag met onweêrsbuijen uit het westen vallen, doen
het polderwater niet weinig wassen. De lucht is ziek, zegt
men op het land, als zij zoo ontstemd ismet dat al hebben
de molens werk genoeg om uit te malen en bespeurt men
gaandeweg een hooger stand van het buitenwater. Kwam
de gewensc'nte en lang verwachte oostenwind, die slechts
in Februarij en sinds dien tijd weinig of niet gewaaid heeft,
den westenwind maar opvolgen, er zou zeer waarschijnlijk
kans zijn op droog en bestendiger weer, bij gevolg op een
nog gunstig najaar.
Gisteren is van 's Hage naar Konstantinopel ver
trokken de gepensioneerde kapt. ter zee Jansen, aan wien
opgedragen is als Nederl. afgevaardigde op te treden in de
conferentie van deskundigen, die aldaar zal bijeenkomen
om te beraadslagen over het invoeren eener internationale
scheepsmetiug en tonnemaat en het beslechten der bestaande
geschillen over de tolheffing op het Suez-kanaal.
Het Vaderland meldt nu dat Gambetta werkelijk te
Schevingen is geweest en met onzen nieuwen Franschen gezant
een onderhoud heeft gehad, daarna is vertrokken naar
Amsterdam en van daar naar Brussel en Parijs.
Jl. Zaturdag morgen heeft de krijgsraad te 's Herto
genbosch uitspraak gedaan in de zaak der vier sergeanten,
die daar sedert eenige weken gevangen zaten onder beschul
diging van afspraak tot desertie, gevolgd door desertie,
alsmede van in den nacht van 5 Julij 11., onder de gemeente
Berg-ten-Blijt, Christusbeelden te hebben vernield en herber
giers met brandstichting en het inslaan der ruiten te hebben
bedreigd. De krijgsraad aldaar heeft hen, onder goedkeu
ring van het hoog militair-geregtshof, vrijgesproken van
het laatste gedeelte der aanklagt, doch schuldig verklaard
aan de feiten vermeld in het eerste gedeelte en hen, met
aanname van verzachtende omstandigheden, veroordeeld
tot ééne maand detentie.
Bij het saluut, jl. Maandag door de batterij veld
artillerie gelost bij de aankomst des Konings te Vlissingen,
is een kanonnier de arm verbrijzeld en het gelaat verminkt.
Uit het kamp bij Millingen meldt men aan het
U. D. dd. 9 dezer:
„De regen, die van het oogenblik van onze komst ons
bijna niet heeft verlaten, blijft ons ook de laatste dagen
bij. Jl- Maandag was nog bestemd geweest tot kondschaps-
dienst, maar voortdurend viel de regen zoo overvloedig op
ons kamp, dat van uitrukken geen sprake kon zijn en dus
de dienst moest worden afgelast en door theorie in de
tenten vervangen worden; des avonds deed het kamp op
sommige plaatsen meer aan een moeras dan aan heide
denken.
Dings lag werd besteed tot voorbereiding van den afmarsch,
behalve door de grenadiers en jagers, die, een dag later
vertrekkende, nog zijn uitgerukt; ten 5| en (1 uur des
avonds inspectie voor de vertrekkende troepen.
Woensdag nacht vangt de aftogt aan der verschillende
korpsen en begint met het betrekken der winterkwartieren
de tijd aan te breken, dat ieder kalm kan nagaan, wat in
het kamp zijn aandacht trok, en dan vrees ik, dat die
overpeinzingen niet bijzonder rooskleurig zullen zijnmen
zal zich dan herinneren de algemeen gedrukte stemming,
die dit kamp kenmerkte, het gemis aan kader bij de
infanterie, het ontbreken van vrijwilligers bij de artillerie,
dat de escadrons in plaats van 116 slechts 60 ruiters tellen,
dat de geneeskundige dienst een derde aan personeel en
nog meer aan materieel ontbreekt; voegt daarbij dat door
het aftreden van het ministerie aan officieren, zoowel als
kader en manschappen, weer alle hoop op verbetering van
hunnen toestand is ontnomen, dan zal het niemand ver
wonderen, dat de vrolijkheid en opgeruimheid er onder
lijden en ieder dankbaar is, weldra het moerassig kamp
leven vaarwel toe te roepen."
Den burgemeester van Heinenoord is eindelijk een
deel van zijn tractement uitbetaald, dat de raad hem maar
niet wilde geven.
Jl. Zondag is te Leeuwarden gehouden de jaarlijksche
vergadering van het Nederlandsch Rederijkers-Verbond,
onder de leiding van den voorzitter des Verbonds, den heer
J. P. Dozessen, van Utrecht. Aan den wedstrijd in uiter
lijke welsprekendheid onder de leden is door 22 personen
deelgenomen. Jl. Maandag avond heeft de algemeene ver
gadering plaats gehad, die ook door dames werd bijgewoond,
waarin de uitslag van den wedstrijd is medegedeeld en
onderscheidene voordragten zijn gehouden. Het feest is
met een bal besloten.
Bij Ommen (stad) was een boer aan 't ploegen, toen
plotseling een bijenzwerm zich op zijn paard zette. Het
beest werd doodgestokende man werd nog bij tijds gered
uit zijne benarde positie, maar ziet er onkenbaar uit.
De gemeenteraad van Maastricht heeft burgemeester
en wethouders dier gemeente opgedragen een reglement te
ontwerpen, waarbij aan „jongelieden" (gymnasiasten enz.)
het bezoeken van koffijhuizen, kommedies, bals anders dan
in 't bijzijn hunner ouders en het rooken wordt verboden.
De heer P. E. Janssens, rijksontvanger te Maastricht,
heeft zich aan het hoofd van 29 dames van den gegoeden
stand gesteld, ten einde een bedevaart te doen naar Paray-
le-Monial.
In de gemeente Kamerik is dezer dagen tot wethouder
gekozen de heer Gijsbert de Bruijn, een man van 96 jaar,
die reeds sedert 1811, dus 62 jaren achtereen, zitting had
in den raad.
Te Hoogeveen zijn twee gezinnen ernstig ziek geweest
tengevolge van het gehruik van blei. Esn der huismoeders
moet zelfs overleden zijn. In de maag van een dier visschen,
die overgebleven was, vond men een kokkelboontje. Het
bleek dus, dat deze visschen (die van buiten waren inge
voerd) door middel van dit gevaarlijk vergif waren gevangen.
De Sultan van Turkije, de Shah van Perzië en de
Kbédive van Egypte zijn bijna even oud. Zij zijn geboren
in 't jaar 1254 volgens Mohammedaansche tijdrekening,
overeenkomende met het jaar 1830 van de onze.
Het is onder bloeijende castanjeboomen, aan de oevers
van de snelvlietende Rhöne, dat ik heden morgen was
nedergezeten, zoo meldt men o. a. uit Lyon, dd. 5 dezer,
aan'het Handelsblad. Een vreemde indruk maakt het, naast
de dorrende, groengele vale bladeren van een kastanjeboom
in Sept., de frissche, lichtgroene krachtige spruiten te zien
van uitbottende bladeren, die in hun eigenaardigen spitsen
vorm tusschen het doode, gevlekte loof doordringen. De
witte bloesemfontijnen kwamen van achter de oude, verlepte,
gele bladeren te voorschijn, en deden onwillekeurig denken
aanmijne heeren de dichters, aan u het antwoord. We
weten door de lectuur der prachtalmanakken, dat in Aug.
en Sept. de meeste der merkwaardige gedichten, die Hol
land en Aurora zoo bijzonder onderscheiden, gedicht worden.
Hier is fraaije stof voor een gedicht, en voor een prentje.
Een stokoude grijsaard, die zijn achterkleinzoon in zijn
bevende armen houdt en dien ge vergelijken kunt met de
kastanjeboomen van Lyon, die vallend, bijna stervend loover
naast frissche lichtgroene takken en sappige bloesems
vertoonen.
Tweede Kamer.
De Indische begrooting voor IS74 is aan de leden van de Kamer
rondgedeeld en bevat zeer gevvigtige nieuwe regelingen. Van
vroegere diensten en wel van 1867 tot 1872 is nog beschikbaar
19J millioen, waarvan voor haven- en rivierverbeteringen, voor
't maken van een krankzinnigengesticht en voor de aanvulling van
het marine-materieel circa 2) millioen wordt berekend en voor de
expeditie tegen Atsjin 7J millioen, zoodat er een overschot van
10 millioen aanwezig is, waarvan de bestemming later door de
wetgevende magt zal worden bepaald. De dienst 1873 zal een
overschot opleveren van circa 16 millioen, hetwelk eveneens wordt
gereserveerd voor den oorlog tegen Atsjin.
De eindcijfers dezer begrooting voor 1S74 zijn: Middelen in
Nederland 49 millioen, in Indië 74j millioen. Uitgave in Neder
land 18 millioen, in Indië circa 95 millioen en derhalve de bijdrage
aan Nederland als sluitpost 10£ millioen.
De verkoop van koffij hier wordt geraamd op 750,000 pikols
ad 45 cents; in Indië op 158,000 picols ad 40 a 42 gulden per
picol. Voor hervorming van 't gevangeniswezen op Java, met
aanwending, der tot dwangarbeid veroordeelden bij de openbare
werken, wordt f 1,060,000 aangevraagd, welke ruimschoots worden
opgewogen door de iinancicele voordeelen, verbonden aan de invoe
ring van het stelsel. Verdere hervormingen betreffen de districts—
besturen op Java en Madura; de verhooging van het plantloon
der koffij met 1 gulden per picol, om later op 15 gulden
gebragt te worden en deze cultuur vrije volkscultuur te doen worden;
de bevordering der opleiding van inlandsche onderwijzers in Neder
land bij wijze van proefneming; de verbetering van de geneeskundige
dienst; de voortzetting en uitbreiding van openbare werken; de
reorganisatie van het personeel van den waterstaat en de verbetering
der bezoldiging van de officieren en minderen bij het leger; betere
kazernering, enz.
Tot ridders der orde van den Nederl. Leeuw zijn benoemd de
heeren: J. Fransen van de Putte, lid van de Eerste Kamer der
Staten-Generaal; II. P. Winkelman, jhr. mr. J. W. M. Sehorer,
mr. J. Snijder, burgemeesters van Vlissingen, Middelburg en Veere
en tot ridder der orde van den Gouden Leeuw van Nassau de heer
M. Simon Gz., eerst-aanwezeud ingenieur bij den aanleg der
Staatsspoorwegen
Bevorderd zijn: tot kapt.-luit. ter zee, de luit. ter zee 1ste kl.
J. A. E. Dinaux; tot luit. ter zee 1ste kl., de luit. ter zee 2de kl.
M. A. Medenbach en R. Wijmans, en tot luit. ter zee 2de kl. de
adelb. 1ste kl. A. Voormolen en W. Romer.
Met ingang van den 9 dezer zijn bevorderdtot ofï. van adm.
2de kl. de off. van adm. 3de kl. P. J. Roest; tot off. van adm.
3de kl. de scheepsklerk W. Pronk.
De luit. ter zee 2de kl. M. A. Medenbach, geplaatst als off. van
pol. aan het Kon. lust. voor de Marine te Willemsoord, wordt
met den 30 dezer op non-activiteit gesteld en met den 1 October
vervangen door den luit. ter zee 2de kl. J. C. de Borst Verdoorn.
Tot 2den luit. plaatsel. adj. te 's Bosch is benoemd de serg.
B. R. de Breuk, van het 6de reg. infanterie.
De aandacht van de onderwijzers hier te lande wordt er op
gevestigd, dat nog altijd voor de dienst in Ned.-Indië noodig zijn
eenige onderwijzers, die in het bezit zijn eener acte van bekwaam
heid als hoofd- of als hulponderwijzer en van eene aanteekening
voor eene vreemde taal, bij voorkeur de Fransche. De voordeelen
en verpligtingen, verbonden aan eene uitzending van hier en
verplaatsing als onderwijzer 3de kl. in Ned.-Indië, zijn opgenomen
in de Staatscourant van 11 Julij 1873, no. 162.
De opening der havenwerken te Vlissingen.
De afloop der feesten is boven verwachting gunstig ge
weest, zegt de Kl. Crt. Er was eene geestdrift, die zich
door de regenbuijen en windvlagen in den morgen niet liet
afschrikken. Eene wandeling door de feestelijk versierde
stad loonde ruimschoots de moeite; op tal van plaatsen
waren eerepóorten en eerebogen opgerigt, overal groen en
bloemen aangebragt; de schepen van alle natiën, die zich
ter reede bevonden, waren van onder tot boven met vlaggen
getooid. Uit meest alle plaatsen van „het voormalig eiland"
Walcheren nu toch weer gedeeltelijk een eiland ge
worden zoowel uit Zeeland's hoofdstad als uit andere
provinciën was een schier onafgebroken stroom van feest
gangers door tal van treinen aangevoerd.
De ministers van Binnenl. Zaken en van Koloniën waren
reeds vroeger in den morgen aangekomen en laatstgenoemde
begaf zich aan boord van het stoomschip Holland, dat de
naar Atsjin bestemde troepen zal vervoeren en onthaalde
de manschappen.
Bij de komst van Z. M. den Koning met Prins Hendrik,
vergezeld van gevolg, die door burgerlijke en militaire
autoriteiten werden ontvangen, betoonde een ontelbare menigte
de grootste geestdrift. Aah het „Leve de Koning!" scheen
geen einde' te komen. Aan boord van het koninklijk jacht
bevonden zich, behalve de vorstelijke personen, de admiraal
de Smit van den Broecke, generaal van der Schrieck (door
den Koning uit het kamp ontboden), de Commissaris des
Konings der provincie, Gedeputeerde Staten, de hoofd
ingenieur van den waterstaat Conrad, enz. De opening
van de havenwerken geschiedde door het jacht de Leeuw,
vergezeld van de ramtorenschepen Buffel en Schorpioen,
de monitors Heiligerlee, Krokodil en Tijger en het instructie
vaartuig Ternate. Het schouwspel was treffend; daverende
saluutschoten verhoogden den indruk. Vooraf was Z. M.
gecomplimenteerd door den gouverneur van Oost-Vlaanderen
namens den Koning der Belgen. Ook een Engelsch hoofd
officier was op het feest tegenwoordig.
Na de uitvoering der schoone feestcantate, waarvan
dichter en componist beidert op hun gebied geenszins
zonder naam alle voldoening smaakten, had de inspectie
der voor Indië bestemde troepen door Z. M. plaats. Na
een hartelijke toespraak scheepten zij zich in.
Te half' drie zette de allegorische optogt zich in bewe
ging; de sierlijke' trein trok voorbij Z. M., die op het balkon
van het raadhuis had plaats genomen en vervolgens door
verschillende straten der stad. Verwonderlijk was het weder
ten gunste gekeerd, zoodat ook dit nummer van het feest
programma uitnemend slaagde.
Aan het feestmaal dat den hoogen gasten door de ge
meente werd aangeboden, werden heildronken ingesteld op
Z. M. den Koning, Prins Hendrik, den heer Winkelman,
burgemeester, den admiraal de Smit van den Broecke, enz.
De stad was 's avonds prachtig verlicht; verscheidene
particulieren hadden geen kosten ontzien om te schitteren
door een smaakvolle verlichting; ook de oorlogschepen en
andere vaartuigen namen deel aan de illuminatie. Z. M.
deed een toer door de stad en reed daarop naar Middelburg,
waar hij ten paleize van den Commissaris des Konings
overnachtte, om den volgenden morgen te half aaht naar
de residentie terug te keeren.
In de feestvierende stad duurde de vreugde nog lang
ongestoord voort, een grootsch vuurwerk besloot het geheel;
zeker zal ieder, die aan de feestviering deelnam, er den
aangenaamsten indruk van behouden.
De feestelijkheden werden jl. Dingsdag voortgezet met
verschillende volksvermaken en muziekuitvoeringen en des
avonds met een groot concert van Dunkler's kapel en
een bal.
De Middelb. Crt., die met bijzonderen ijver een getrouw
relaas van de feestelijkheden bevat, prijkte jl. Dinsdag aan
het hoofd met een nette gravure, voorstellende de haven
werken en het kanaal.
De allegorische optogt van corporatiën, vereenigingen en
personen, vertegenwoordigende takken van scheepvaart,