Binnenland.
Benoemingen, enz.
Buitenland.
Frankrijk.
verminderd heeft en bij langeren duur vernietigen zal, zonder j
dat dit verleden en dat vooruitzigt de vrienden der consti
tutionele vrijheid in en buiten de Kamer schijnt te kunnen
bewegen tot het doen der noodige concessiën om regeren
mogelijk te maken.
Dit gebrek aan ernst tegenover het gezag, dit miskennen
van de waarheid, dat ipen in den drager van de magt de
magt zelve behoort te eerbiedigen, is een even groot gevaar
voor de toekomst onzer vrije instellingen, als de onmiddelijke
krenking van de regten van anderen. De man uit het
volk, die bij onze nationale feesten zijn medeburger met
geweld dwingt tot het dragen van oranje of de vader-
landsche kleuren, bereidt niet zekerder eene versterking
der plaatselijke politie voor, waarover hij later de eerste
zal zijn om te klagen, als de staatsburger, die door woord
of daad het gezag in minachting brengt, het pad bereidt
voor een vrijheiddoodend absolutisme. (t)
HELDER en NIEUWEDIEP, 25 September.
We maken belangstellenden attent op de Soiree Musicale,
heden te geven door het stafmuziekkorps der Kon. Ned.
Marine, in het lokaal Tivoli.
Dingsdag middag is een boerenwagen, waarin 4
menschen zaten, door het op hol gaan van het paard in
het Heldersche kanaal geraakt. Aan schipper R. E. Boer,
die met zijn turfpraam op die hoogte lag, is het met behulp
van een sloep gelukt de menschen, die geheel onder water
zaten, uit den wagen te halen.
Verscheidene toeschouwers hadden zich geheel gekleed
te water begeven om hulp te biedentwee hunner, die met
dat doel van de overzijde het kanaal waren overgezwommen,
liepen zelfs gevaar te verdrinken door de zwaarte van
hnnne natte kleederen, zoo zij niet in tijds door J. Hubbe-
ling in een tweede sloep waren opgevischt geworden.
Voor zoover bekend is, zijn gedurende de week van
14 tot en met 20 September in de provincie Noordholland
alleen alhier twee gevallen van longziekte onder het rund
vee voorgekomen. Beide longzieke runderen zijn, na ont
eigening door den burgemeester, afgemaakt.
Naar het Vaderland verneemt, zal Z. M. de Koning,
na den 8 Oct. de feestviering te Alkmaar bijgewoond te
hebben, den volgenden ochtend naar het Loo vertrekken.
Beroepen bij de Doopsgez. gemeente te Franeker,
ds. H. Boetje, pred. te Nieuw-Appelscha.
Aangenomen het beroep naar Utrecht door ds. S. S.
de Koe, pred. te Buitenpost; naar Maarsen door ds. M. A.
Adriani, te Harlingen.
Voor den bouw van het te Egmond aan Zee te stichten
„Asyl voor ouden van dagen" was minste inschrijver de
heer Jan van der Plas, aldaar, voor f 12.888.76.
Tegen Adrianus Haarmans, die jl. Dingsdag voor
het Provinciaal geregtshof te Amsterdam teregtstond, onder
beschuldiging van moord, gepleegd op F. Seewald in den
nacht van 20 op 21 Junij jl., is door het O. M. een
tuchthuisstraf van 8 jaren geëischt. De beklaagde blijft
zijn schuld ontkennen. De verdediger, mr. J. H. van
Goor, acht het feit niet voldoende bewezen en concludeert
tot vrijspraak.. Morgen (Vrijdag) uitspraak.
De vermaarde Deensche componist Niels W. Gade
wordt in November te Amsterdam verwacht.
De heer Henry Riehard, lid van het Engelsche
Parlement, de groote voorstander der vredezaak, is jl.
Maandag avond 'te 's Hage aangekomen.
Volgens eene mededeeling in het Vaderland is de
toestand van den heer Victor Driessens alles behalve aan
genaam. Hij heeft voor f 10,000 het bespelen van den
betrekkelijk weinig rieesch, maar des te meer boter en kaas wor
den verbruikt. Overigens kunnen ook de ter markt gebragte
hoeveelheden geen beslissend cijfer opleveren, 6m de wezenlijke
productie te bepalen, daar het grootste deel der gemaakte kaas
overal onmiddellijk bij de boeren door den groothandel wordt op
gekocht en te Amsterdam, Rotterdam, enz. in bergplaatsen wordt
opgestapeld, zonder op de markt te komen. De beroemdste
kaasmarkten van Friesland zijn Sneek en Bolswardvan Noord
holland: Alkmaar, Hoorn en Purmerend; van Zuidholland: Gouda
en Delft. De belangrijkste blijft echter Alkmaar met haar ouder-
wetsche stadswaag, waar in 1871 niet minder dan 4,833,000
kilogram kaas werd afgewogen. s
Daar het voor de hand ligt, dat het kleine Holland, bij al zijn
voorliefde voor Edammer en Gondsche kaas, zulk een reusachtige
massa kaas niet kan verteeren, moet de uitvoer naar 't buitenland
zeer aanzienlijk zijn.
In 1871 bedroeg de kaas-uitvoer, hoewel iets minder dan in de
beide voorgaaude jaren, 27,990,000 kilogrammen. Wordt deze
uitvoer volgens den gemiddelden prijs der laatste jaren op 70 pCt.
per 100 kilogram berekend, dan vertegenwoordigt zij eene handels
waarde van 20 millioen gulden.
Eene vermeerdering van den uitvoer heeft in de laatste jaren
wel geen plaats gehad, maar daarentegen toont de vergelijking met
't jaar 1846, toen er omstreeks 19J millioen kilogram werd uit
gevoerd, dat de uitvoer in het algemeen is toegenomen. De aan
zienlijkste kaasverzending geschiedt uit de havens van Rotterdam,
Amsterdam, Harlingen, Nieuwediep, en wel wat de eerste stad
betreft voor 62 pCt., de tweede 18 pCt., de derde 9' pCt. en de
laatste slechts voor 3 pCt. van het geheel, terwijl 4 pCt. te land
de Belgische grenzen overgaat. Over Rotterdam geschiedt de
kolossale verzending naar Engeland.
Niet onbelangrijk is het na te gaan, welken weg de Holland-
sche kaasuitvoer neemt. Het gedaan onderzoek heeft geleerd, dat
Engeland, Frankrijk en België 63, 13 en 9 pCt. daarvan trekken,
terwijl 4 pCt. door zeestoombooten naar Hamburg wordt vervoerd;
slechts 3 pCt. van de geëxporteerde kaas gaat den Rijn op; het
overige wordt verdeeld in groote of kleine posten naar verschei
dene landen.
Deze cijfers zijn welsprekend, Engeland is de hoofdconsument
voor Hollandsche kaas, en hierin ligt de beste oplossing, waarom
de Hollanders hun kaas kleuren, en tevens de indirecte beantwoor
ding der vraag, die ik mij voor de stadswaag van Alkmaar deed,
waarom het eene kaasje geel, het andere rood gekleurd is. Het
voordeel is daartoe de drijfveer, anders zouden de Hollandsche
kaasboeren geen Hollanders zijn. (Utrechtsch Dagblad.)
Amsterdamschen schouwburg gepacht, maar daarbij gerekend
op een subsidie van f 10,000 van Z. M. den Koning.
Z. M. heeft die subsidie echter aan de vereenigde tooneel-
listen toegekend en wel, naar men wil, omdat de heer
Driessens, den Koning in 't Fransch aansprekende, van
Z. M. in 't Fransch ten antwoord bekwam, dat HD. gewoon
was in zulke zaken zijn eigen onderdanen bij te staan. De
heer Driessens zou zich tot zijn Koning, die van België,
kunnen wenden. De subsidie ontvangt hij dus niet; een
Hollandsche troep heeft hij nog niet: het gebouw is er
nog niet, maar toch zijn de pachtconditiën zoo, dat hij reeds
van 1 Sept. 1873 af de f 10,000 jaarlijksche pachtsom
moet betalen.
In de onlangs te Utrecht gehouden algemeene ver
gadering der Nederlandsche Maatschappij van Nijverheid is
in overweging genomen de toestand van het onderwijs in
de zeevaartkunde hier te lande en de wenschelijkheid om dit
onderwijs te verbeteren en uit te breiden. Naar aanleiding
van een besluit dier vergadering, is door directeuren eene
commissie benoemd om dit onderwerp nader te onderzoeken
en toe te lichten en middelen tot verbetering en uitbreiding
voor te stellen. Deze commissie bestaat uit de heeren
J. E. Cornelissen, directeur der afdeeling zeevaart aan het
Nederl. Meteorologisch Instituut te Utrecht; J. P. A.
Fran^is, directeur der Hoogere Burgerschool te Rotterdam
en D. van Ketwich, bestuurder van het collegie Zeemans-
hoop te Amsterdam.
- Bij het te Utrecht gehouden wordende examen voor
hulp-apotheker (litt. gedeelte) is geslaagd de heer A. C.
Roem, van Alkmaar.
Twee-en-twintig jaren geleden deserteerde van de
lste komp. 2de bat. 5de reg. infanterie, uit de kazerne in
de Tolbrugstraat te 's Hertogenbosch, een soldaat, Neder
lander van geboorte. Jl. Zondag kwam hij terug in dat
garnizoen, gaf zich vrijwillig als deserteur aan en werd
wederom geplaatst bij deze kompagnie, in dezelfde kazerne.
Hij zal echter voor den krijgsraad moeten teregtstaan; na
voldoening van straf wil hij nu naar Atsjin. Gedurende
den tijd zijner desertie was hij in Fransche dienst, voor
namelijk in Algiers.
Bij de eergisteren te Breda gehouden matinee musicale
viel het volgende incident voor: „Toen het muziekkorps
der dd. schutterij uit Dordrecht, onder leiding van den
kapelmeester C. van der Linden, aan no. 3 van 't programma
bezig was, stortte juist bij een crescendo de vlugtig ge
timmerde vloer der muziektent in elkaar onder hevig
gekraak, en de zestig muzikanten met hunne lessenaars,
instrumenten en muziek vielen naar beneden. Men
zag niets meer dan nog enkele pluimen. Gelukkig
had niemand zich ernstig bezeerd en werd de muziek, na
een half uur oponthoud op den vlakken grond voortgezet."
Het Prov. geregtshof in Zeeland heeft E. de Weerdt,
dienstbode te Waterlandkerkje, schuldig verklaard aan de
haar ten laste gelegde misdaad. Deze was, dat zij haar
jonggeboren kind geworgd, in een met steenen bezwaarden
doek gebonden en daarna in 't water gesmeten zou hebben.
Haar verdediger noemde het feit zoo afschuwelijk, dat hij
op grond daarvan ontoerekenbaarheid pleitte; slechts een
krankzinnige kon zoo iets doen. Kon het hof dat evenwel
niet aannemen, dan wees hij op haar ellendigen toestand
ouderloos, dag en nacht zonder dak rondzwervende, behoeftig,
was zij een slagtoffer van onkunde en ellende.
Het hof veroordeelde haar tot 12 jaar tuchthuisstraf en
in de kosten.
Men meldt uit Ylissingen, dd. 23 dezer:
„Heden is het eerste zeeschip in onze nieuwe haven binnen
gekomen, zijnde de Nederlandsche schoener Nerva, kapt.
Jörgensen, komende van Riga en bestemd naar Middelburg
met een lading hout. Ik noem dit het eerste zeeschip,
dewijl die schepen, welke als zoodanig gefigureerd hebben
bij de plegtige opening der haven op den 8 Julij, eigenlijk
niet gerekend mogen worden, als hebbende toen geen
bestemming."
Aan de Zutf. Crt. wordt medegedeeld dat plan bestaat
den Koning, bij zijn 25jarige regering in Mei a. s., een
nationaal geschenk te doen aanbieden door „alle schoolkinderen
van Nederland beneden de 15 jaren." Alle belijdenissen
en zoowel openbare als bijzondere scholen worden beoogd.
Aan dit ontwerp moet een zeer eigenaardige wijze van
aanbieding verbonden zijn.
Yoor de lessen aan de theologische school te Kampen
hebben zich 18 nieuwe studenten laten inschrijven. Het
geheele getal is thans 72.
Omtrent het voorgevallene met ds. Masman wordt
ons uit Zuidveen dd. 18 Sept. het volgende berigt
„In den avond van 28 Aug. 11. kwam een welgekleed
heer uit de rigting van Steenwijk, in de buurtschap Zuid
veen (gemeente Steenwijkerwold) en vroeg daar verscheidene
malen naar den weg naar het dorp Giethoorn, 2 uur van
Zuidveen. Hoewel hem zulks telkens werd gezegd en hij
zelfs reeds op dien weg gebragt werd, bleef hij echter op
Zuidveen rondloopen. Deze handelwijze (waarbij nog gevoegd
moet worden zijn vraag aan een paar jongens naar een mes,
zijn toestemmend antwoord op de vraag of hij een meisje
zocht en den, naar men zegt, ietwat benevelden toestand)
verwekte argwaan bij enkele personen. Weldra was hij
omringd door een menigte volks, die hem voor een opligter
of iets dergelijks aanzagen, en werd hij daarom door eenige
ruwe personen aangevallen, die hem deerlijk mishandelden,
in een vuile sloot wierpen, enz. totdat eindelijk twee
mannen tusschenbeide traden, hem ontzetten en naar den
brigadier der Riiksveldwacht te Steenwijk bragten.
Aldaar gekomen, gaf hij op de vragen naar naam,
ouderdom, beroep, enz. een ontwijkend of verkeerd ant
woord. Den volgenden dag bleek het, dat hij was de
predikant Masman, van Zoutkamp, die zijne familie te
Giethoorn (de predikant H. en diens gezin) wilde bezoeken.
Dit is de ware toedragt der zaak. Natuurlijk is de handel
wijze van de aanvallers volstrekt niet te verdedigen, maar
veeleer af te keurendoch men vergete ook niet de hande
lingen van den heer Masman, die daartoe alle aanleiding
gaf en wiens naam, gelijk nu ook blijkt, niet te gunstig
bekend is. De zaak is thans in regters handen. Hierbij
zij opgemerkt, dat zoo iets zelden of nooit in deze streken
voorvalt. Het is mij menigmaal gebeurd, dat ik 's avonds
laat dezen of genen langen eenzamen weg ben afgekomen,
zonder dat mij (en wie dit ook zij) door iemand eenig
leed werd aangedaan."
-De Shah van Perzië is jl. Maandag in zijn paleis
nabij Teheran aangekomen, alwaar hij de Prinsen en
ministers ten gehoore ontvangen heeft, en hun heeft mede
gedeeld, dat het doel van zijn bezoek aan Europa geweest
is, een beter regeringsstelsel iu Perzië in te voeren. Hij
heeft de ministers, die eene tegen den grootvizier gerigte
petitie hebben onderteekend, nadrukkelijk gegispt. Den
volgenden dag heeft de Shah zijnen intogt te Teheran
gedaan, en hij is bij die gelegenheid luide toegejuicht.
Tot gemeente-geneesheer te Blokzijl is benoemd de heer O. Verhaer,
van Anna Paulowna.
Benoemd tot ridder der orde van den Nederl. Leeuw dr. A. E.
Simon Thomas, hoogleeraar aan de Hoogeschool te Leiden.
STA T EN-G E XE li AA L
Tweede Kamer.
Zitting van Dingsdag 22 September. Heden werd de discussie
over de algemeene strekking van het adres van antwoord op de
troonrede voortgezet. Door de heeren van Loon, Messchert en v. d.
Berch van Heemstede werd de anti-revolutionaire rigting verdedigd
tegen den heftigen aanval van den heer Wintgens. De heer Kappeyne
heeft de strekking van het adres verdedigd. Door den minister
van Justitie werden de plannen voor de toekomst opgegeven. De
regering blijft niet alleen voor de expeditie naar Atsjin, maar vele
ontwerpen uit de vorige zitting blijven aanhangig, waaronder de
vestingwet, census en andere onderwerpen, terwijl de nieuwe minister
van Oorlog, als hij optreedt, de defensie-verbetering zal moeten ter
hand nemen. De wet op het hooger onderwijs wordt van den
Raad van State terugverwacht. Met de exploitatie-maatschappij zal
een nieuw contract gesloten worden. Voorstellen zullen worden
gedaan tot den aanleg van spoorwegen en de bevordering daarvan.
Nog eenige nieuwe wetten zullen aangeboden worden, waaronder
de wijziging der wet op de eenzame opsluiting en de herziening
der jagtwet. De algemeene strekking van het adres is met 58
tegen 11 stemmen aangenomen. De paragraaf Onderwijs kwam
daarna in discussie.
Zitting van Woensdag 24 September. Het geheele adres van
antwoord op de troonrede is onveranderd aangenomen met 61 tegen
7 stemmen. Vóór den aanvang der zitting is het voorstel van
den heer van Zuylen, omtrent het in werking brengen van het
reglement van orde der Kamer van 5 Mei 1852, in de afdeelingen
onderzocht.
Het vertrek van de laatste Duitsche troepen uit Frankrijk
wordt aldus uit Amanvilliers beschreven. Wij kwamen ten
acht ure in den morgen op de grenzen aan om de Duitsche
troepen af te halen. Een gele steen, op wiens eene zijde
eene F en op de keerzijde eene D is gebeiteld, geeft de
grens aan; andere gele steenen, die langs den zoom van
het bosch zijn geplaatst, geven de rigting van de grens aan.
Kort na onze aankomst, verscheen de eerste troepen-
afdeeling. De soldaten hieven een driemaal herhaald hoera
en vervolgens een lied aan. Dit herhaalden zij toen zij
vóór het douanegebouw kwamen. Alle detachementen volgden
het voorbeeld; maar eenigen trokken voorbij zonder den
grenssteen op te merken. Geen der manifestatiën was echter
luider dan die van de treinsoldaten en de ordonnancen.
Zij schoten hunne pistolen af en hieven een kreet aan, die
vijf minuten duurde. Toen haalden zij flesschen wijn te
voorschijn, die zij in een oogenblik ledig dronken. Het
scheen dat zij niet tot de grenzen hadden gewacht om deze
manoeuvre uit te voeren.
Eenige ruiters komen uit Metz aanrijden; het zijn de
generaals der vesting, die generaal von Manteuffel te gemoet
komen. Kort daarop verschijnt het laatste detachement,
ongeveer een bataillon. Aanzijn hoofd rijdt generaal Lissingen,
die in Verdun het opperbevel had. De generaals en andere
officieren, welke uit Metz waren gekomen, plaatsten zich
aan de eene zijde van den straatweg. Een donderend hoera
weerklonk en de troepen marcheerden met volle muziek en
vliegende vaandels de grenzen over. Generaal von Manteuffel,
die de officieren had begroet, reed terstond, nadat de troepen
op Duitsch grondgebied waren, de grenzen over. De officieren
uit Metz wachtten nog een oogenblik en volgden hem toen.
Plotseling reed een officier der dragonders over de grenzen
terug. De enkele Franschen, die zich op de grenzen bevonden,
riepen vive la FranceDe officier lachte en reed weg. Op dit
oogenblik kwam een man aanloopen, die een driekleurig
vaandel ontplooide en het op de grenzen plantte. De weinige
Franschen begroetten het weder met een vive la France!
De man is een ouvrier, Mely, die van Verdun te voet was
gekomen om het vaandel te planten. Het is half tien.
Eenige minuten later komen twee Fransche gendarmen aan
rennen. Toen zij de Fransche vlag zagen, ontblootten zij
het hoofd en renden toen voort om de mare naar Conflans
te brengen. Te gelijk reed een Pruissische gendarme naar
Amanvilliers, van waar een telegram naar Berlijn werd gezonden,
om den Keizer berigt te geven van de geheele ontruiming.
De aartsbisschop van Parijs is bezig een groote bede
vaart te organiseeren naar Jeruzalem. Daaraan is tevens
verbonden een bezoek aan de werken te Suez. De reis zal
twee en een halve maand duren.
De beroemde chirurgijn Nélaton te Parijs, die na een
lang en smartelijk lijden overleden is, was een der beste
leerlingen van Dupuytren. Zijn belangrijke diensten aan
de faculteit werden in 1856 beloond met het lidmaatschap
der Académie de médicine. Hij schonk aan de wetenschap
een nieuwe en belangrijke methode voor de verwijdering
van den steen, en zijn cursus over de cliniek, uitgegeven