Benoemingen, enz.
Buitenland.
Frankrijk.
diensten van den afgetreden voorzitter, prof. van der Boon
Mesch. Het verslag van den staat der Maatschappij, der
handelingen van het hoofdbestuur en de afdeelingen sedert
de vorige algemeene vergadering, werd uitgebragt door den
secretaris, den heer P. F. L. Waldeck, Daaruit blijkt,
dat het ledental der afdeelingen toeneemt, hoewel het
geheele ledental der Maatschappij eenigzins is verminderd,
doordien na de Haagsche feesten van het afgeloopen jaar
vele, die alleen daarom toegetreden waren, bedankten. De
Maatschappij telt thans 9885 leden; het aantal afdeelingen
is 59. Een adres aan de regering om de inenting van het
rundvee verpligtend te maken, heeft geen bevredigende
uitkomst opgeleverd. Op de prijsvraag „middel tegen de
ritnaald," zijn vijf antwoorden ingekomen, waaromtrent later
rapport zal worden uitgebragt. Het hoofdbestuur heeft
toegekend voor den ingezonden aardappelrooijer op de ten
toonstelling van 1872, de zilver vergulden medaille aan de
heeren Coleman Morton te Chelomford en aan Boeke
Huidekoper te Groningen de zilveren medaille, als eerste
importeurs van dat werktuig in Nederland. Het hoofdbestuur
is uitgenoodigd ter gelegenheid der internationale tentoon
stelling van tuinbouw in 1876 te Amsterdam te houden,
gelijktijdig eene veetentoonstelling aldaar te organiseren.
Óp voorstel van den heer Bultman werd tot definitief
voorzitter der Maatschappij bij acclamatie, uit het drietal,
bestaande uit de heeren C. J. van der Oudermeulen, A. M.
van Tienhoven en mr. J. D. Viruly, de heer C. J. van
der Oudermeulen benoemd, die verklaarde deze benoeming
aan te nemen.
De secretaris deelt mede, dat 51 afdeelingen tegenwoor
dig zijn, uitbrengende 267 stemmen. De rekening van het
vorige jaar sluit met een tekort van f 1868.421, de be
grooting voor 1874 is in inkomst en uitgaaf geraamd op
f 18,930.
De heer H. F. Bultman wenscht dat bij de begrooting
worde behandeld de vraag of de Maatschappij zal benoemen
eene commissie voor den aanleg van een stamboek voor
het rundvee en daarvoor toe te staan een subsidie van
f 1000 voor het eerste en van hoogstens f 500 voorde 10
volgende jaren.
Het hoofdbestuur vereenigt zich met het voorstel in dien
zin, dat het onderzocht worde of de zaak uitvoerbaar is,
doch wil de som alleen bepaald zien op een maximum
van f 400.
Na eenige discussie werd het voorstel van het bestuur,
waarmede de heer Bultman zich namens de afdeeling
Haarlemmermeer vereenigd had, aangenomen, zoodat de
begrooting met dat bedrag wordt verhoogd.
Omtrent de door de afdeeling Medemblik en omstreken
gestelde vraag: „Of er, met het oog op de groote schade
door de eendenkooijen aan den landbouw toegebragt, geene
mogelijkheid bestaat om het kooiregt op de eene of andere
wijze uit den weg te ruimen," werd rapport uitgebragt
door de heeren K. Koster Rz. te Twisk, H. F. Bultman
te Haarlemmermeer en J. A. van Dorssen te Dordrecht,
bij monde van den heer Bultman; de commissie gelooft
niet dat de zaak van genoeg belang is om op wijziging der
jagtwet bij de hooge regering aan te dringenzij verzocht
echter het hoofdbestuur dit ter gelegener tijd te doen.
Aan de orde komt het voorstel-Medemblik en omstre
ken; het hoofdbestuur te magtigen zich tot de hooge
regering te wenden met het verzoek, dat het Haar moge
behagen, bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal een
wetsontwerp in te dienen, strekkende: om de betaling van
het regt van overgang bij het ruilen van vaste goederen af
te schaffen, in zooverre deze gelijke waarde hebben, en
alleen het gewone regt a 4 pCt., verhoogd met 38 opcenten,
te doen betalen voor dat gedeelte, wat het eene perceel
meer waarde heeft boven het andere.
Het hoofdbestuur preadviseert, het voorstel niet aan
te nemen.
Na een debut, waaraan de heeren Amersfoordt en de
voorzitter deelnamen, werd het voorstel verworpen.
Aan de orde is nu het voorstel-Thamen aan den
Amstel, tot het uitschrijven van een prijsvraag, hande
lende over de toestanden, bestanddeelen, eigenschappen en
behandeling van uitgeveende en daarna droog gemaakte
polders.
Het preadvies van het hoofdbestuur strekt tot niet-aan-
neming van het voorstel.
Preadvies is aangenomen.
Het voorstel vtCh Waard én Groet tot wijziging van
art. 26 der wet in dien zin, dat de laatste alinea aldus
luidt: „Voor elk aftredend lid kiest iedere afdeeling uit
de leden der maatschappij een candidaat, en doet daarvan
opgave aan het hoofdbestuur, tijdig genoeg om in de punten
van beschrijving te worden opgenomen." Het hoofdbestuur
praeadviseert tot verzending van het voorstel naar de com
missie voor de wetsherziening in het volgende jaar. De
afdeeling Haarlem wenscht het reeds nu in behandeling te
zien genomen.
De heer Bredius (lid van het hoofdbestuur) verdedigt het
preadvies, niet om het voorstel in de doos te doen, maar
opdat het grondig kunne worden onderzocht; de afgevaar
digde uit Waard en Groet zag gaarne dat de vergadering
reeds nu een oordeel velde; die uit Opmeer stelt een motie
voor, waarin het beginsel van het voorstel is neêrgelegd.
Deze motie wordt door baron Yerschuer ondersteund; mr.
D. A. Koenen (afdeeling Amsterdam) gelooft niet dat het
wenschelijk is dit punt door die motie van orde te beslechten
de heer Bultman wil behandeling van het voorstel, hij
wenscht de zaak niet door eene motie te zien afgedaan;
de heer Waller uit Anna Paulowna is tegen de motie,
doch voor het voorstel. Het voorstel wordt met 197 tegen
63 stemmen aangenomen.
De afdeeling Waard en Groet stelt voor: dat het hoofd
bestuur de afdeelingen in staat stelt, jaarlijks getuigschriften
namens de maatschappij uit te reiken aan landbouw-
arbeiders, die zich door kennis, vlijt en getrouwe pligts-
betrachting gunstig hebben onderscheiden, en zulks in de
volgende verhoudingenvoor afdeelingen beneden 50 leden
één, van 50150 leden twee, van 150300 leden drie,
van 300500 leden vier en van 500 leden en daarboven
vijf stuks.
Het hoofdbestuur brengt hierop gunstig praeadvies uit
met eenige wijziging.
Zoo gewijzigd wordt het voorstel aangenomen.
Voorstel van de afdeeling Woubrugge en omstreken:
Bestaat er bij het hoofdbestuur geen mogelijkheid om
maatregelen in ons land te nemen, om de vervalsching
van de echte Hollandsche zuivelbereiding (boter en kaas)
te voorkomen, welke producten naar den vreemde ge
zonden worden, en zeer dikwijls aldaar vervalscht en dien
tengevolge van veel mindere kwaliteit aankomen; zulks
speciaal om de vervalsching tegen te gaan of te voorkomen
en onzen oud-Hollandschen roem van deze producten in
den vreemde te handhaven.
Dit voorstel wordt ingetrokken.
Daarna volgtde afdeeling Zaanlandsche gemeenten
„Wat is de oorzaak dat vruchtboomen, die, jong zijnde,
zeer groote vruchten geven, in latere jaren allengs kleiner
vruchten dragen; en welke middelen moeten aangewend
worden, om op den duur groote vruchten te bekomen
Namens het hoofdbestuur wordt hierop een technisch
antwoord gegeven.
Daarna komt aan de orde: Voorstel van het hoofdbestuur.
Ten einde het geven van landbouw-onderwijs, vooral op
het platte land, op de lagere scholen te bevorderen, stelt
het hoofdbestuur voor:
In het jaar 1874 beschikbaar te stellen 5 gouden medailles
of f 250, voor de vijf onderwijzers die in dat jaar in de
provinciën Noord- of Zuidholland de acte voor de land
bouwkunde hebben behaald, en dat examen met den meesten
lof hebben afgelegd.
Dit voorstel werd besproken door den heer Amersfoordt,
die liever wenschte voor dat bedrag aan dusdanige onder
wijzers gelegenheid te geven, gratis aan de landbouwschool
zich nog meer te ontwikkelen, natuurlijk voor korten tijd.
Spr. maakt daarvan geen voorstel, doch geeft alleen een
wenk aan het bestuur.
Het voorstel wordt aangenomen, doch een amendement
van Enkhuizen, om de som te brengen op f 1000 en het
aantal onderwijzers op 20, wordt verworpen. De woorden
„vijf gouden medailles" worden uit het voorstel geligt.
Ingevolge art. 17 van de wet moet een plaats in Zuid
holland worden aangewezen, tot het houden der vergadering
in 1874. De keuze bepaalt zich op Dordrecht.
Tot lid van het hoofdbestuur uit Zuidholland, in plaats
van den heer C. J. van der Oudermeulen, wordt uit de
nominatie, bestaande uit de heeren J. Loopuyt, G. H.
Landmeter en mr. graaf van Limburg Stirnm benoemd de
heer J. Loopuyt met 171 stemmen.
Aan den heer E. C. Enklaar te Arnhem werd als redac
teur van het maandschrift Nederlandsche Landbouw een
gouden medaille toegekend.
De vergadering wordt gesloten. (Amsterd. Courant.)
JL Vrijdag is in eene der zalen van het Paleis voor
Volksvlijt de sectie-vergadering gehouden, waarin van
gedachten is gewisseld over de beste wijze van inzameling
der fecaliën en hoe die het nuttigst kunnen worden aange
wend. De slotsom van het debat was, dat aangenomen
werd de volgende motie van dr. L. Mulder: „De vergadering
is van oordeel, dat in zake fecaliën vóór alles eene rijkswet
noodig is, die het maken van verzamelplaatsen in den bodem
van excreta, het herstellen van bestaande en het uitloopen
van fecalia in wateren en rivieren verbiedt, omdat daardoor
de waarde der fecalia verloren gaat. Zij meent, dat dan
de noodzakelijkheid van eene goede en practisch uitvoerbare
verzameling als van zelve zal blijken, en men zal overgaan
de bestaande wijze van verzameling naar gelang van den
plaatselijken toestand toe te passen."
De heer C. A. J. Geesink, die als vertegenwoordiger
van aanzienlijke Nederlandsche inzenders de wereldtentoon
stelling te Weenen bezoekt en, gelijk men weet, eene
„Galerij van Nederlandsche kunstnijverheid" op die expositie
bewerkt, heeft gesteund door een groot deel der exposanten
besloten om onmiddelijk na den afloop der Weener
tentoonstelling, in de maanden December 1873 en Januarij
1874, eene verzameling van nationale kunstnijverheid te
organiseren in het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam. Onzen
landgenooten zal daardoor eene getrouwe voorstelling verschaft
worden van de Nederlandsche afdeeling te Weenen, en de
gelegenheid om de bekroonde voortbrengselen onzer nijveren
ook in ons eigen land te aanschouwen.
Voor diegenen onzer landgenooten, zoo meldt men
uitNew-Yorkaan hetHld., die belang stellen in den veehandel,
is hier een staaltje wat volbloed koeijen en kalveren somtijds
waard zijn, of ten minste welke prijzen daarvoor betaald
worden. Te Utica, in den staat New-York, werd dezer
dagen eene kudde van 115 stuks hoornvee in publieke
veiling verkocht. De kudde was aangekondigd als eene
soort van fancy-verzamelinghet waren louter kabinet
stukken van koeijen en kalveren, om onder een stolpje te
zetten. De kostbare verzameling had dan ook eene schaar
van liefhebbers uit Engeland, Canada en alle staten der
Unie rondom de tafel van den opslager bijeengelokt.
De eerste koe werd toegewezen voor de kleinigheid van
25,000 dollars; daarop volgden prijzen van 20 tot 35,000
dollars. De hoogste som, die voor één stuk vee betaald
werd, was 40,600 dollars. Een kalf van zeven maanden
bragt den ongehoorden prijs van 27,000 dollars op; een
ander werd voor 10,000 dollars verkocht. De geheele
opbrengst der veiling was 380,000 dollars.
Het zoogenaamde Velzerbosch, groot ruim 47 bunders
en toebehoorende aan baron van Tuijll, is in publieke veiling
verkocht voor f 53,705.
De burgemeester van Bergen-op-Zoom heeft bekend
gemaakt, dat er aldaar sints 24 dezer geen nieuwe geval
len van cholera zijn voorgekomen en de ziekte daar als
geweken mag worden beschouwd.
Voor het Prov. geregtshof te Arnhem is jl. Donderdag
behandeld de strafzaak tegen zekere A. T., kinderjufvrouw,
vroeger in dienst bij den heer B. H. te Arnhem. Zij werd
beschuldigd van, terwijl zij bij dien heer in dienst was, te
zijnen nadeele en uit zijne woning, in den loop dezes jaars,
eene aanzienlijke hoeveelheid linnengoed te hebben ontvreemd,
zoowel met als zonder behulp van een valschen sleutel, en
voorts van, op 21 Julij 11., het aan hare zorgen toevertrouwd
dochtertje van hare meesteres ergerlijk te hebben geslagen,
mishandeld en verwond. Zij bekende zich aan de haar ten
laste gelegde diefstallen te hebben schuldig gemaakt, alsmede
in drift aan bedoeld kind eenige slagen te hebben toegebragt.
Dat de mishandeling zeer ernstig moet geweest zijn, bleek
daaruit, dat bij het kind (toen dertien maanden oud) eene
menigte blaauwe plekken, belangrijke kneuzing en onderhuid-
sche bloeduitstorting gevonden werden. Door den advocaat-
generaal werd hare schuldigverklaring en veroordeeling o. a.
tot zes jaren tuchthuisstraf gerekwireerd. De toegevoegde
verdediger, Mr. A. J. Kronenberg, betoogde dat slechts
één van de diefstallen geacht kan worden met behulp van
een valschen sleutel te zijn gepleegd, en verzocht, op grond
van het bestaan van verzachtende omstandigheden, eene
ligte, zoo mogelijk cellulaire straf. De uitspraak is bepaald
op 2 October e. k.
Uit Amsterdam wordt aan de Zutph. Crt. gemeld,
dat er bij den Raad van State een wetsontwerp is inge
komen, om verandering te brengen in de artsen-examens,
die veel stof tot klagen geven.
Men meldt uit Noordhorn, dd. 25Sept., aan deGron. Crt.
„Zoo nu en dan hoort men van vreemde gewassen af
komstig uit Noord-Amerika. 't Voorgaande jaar ontving
de logementhouder J. Homan, te Zuidhorn, van een vriend
uit Workum twee korrels van de zoogenaamde Amerikaan-
sche Ponke. Deze korrels zijn in 't begin van Mei gepoot
en half Aug. was de vrucht reeds klaar, welke, als bloem
kool bereid, een smakelijk voedsel oplevert.
Homan is thans in 't bezit van drie Ponke's, welke ge
middeld ieder vijf kilogrammen zwaar zijn, zoodat ze voor
liefhebbers van vreemde vruchten een kijkje waard zijn.
Zou 't ook de moeite kunnen loonen om die vrucht
hier wat meer inheemsch te maken? 't Kon zijn, dat het
voor de huishouding een groot voordeel opleverde."
Bij Nijeveen is door twee boerenknechten, die aan
het grasmaaijen waren, in het land een fraaije luchtballon
gevonden met het opschrift „Louvre."
Jl. Vrijdag nacht heeft het bij een noord-westen wind
vrij sterk gevroren, zoodat de landen met een ijskorst
bedekt waren; vooral bloemen en planten hebben veel
geleden en niet minder de nog te veld staande vruchten.
(Utr. Dagblad.)
Beekmann zegt in zijn geschiedenis van uitvindingen,
dat het oudste zekere berigt omtrent het bestaan van schoor-
steenen dateert van het jaar 1347.
Van wege het departement van Justitie zijn onze
landgenooten gewaarschuwd tegen de kwade praktijken van
eene zich noemende Engelsche firma, die boter, kaas, eijeren
enz. besteld en wissels ter betaling daarvan zendt, welke in
Engeland niet worden voldaan. De firma geeft zich ver
schillende namen.
Toen de schilder Anastasi plotseling door blindheid
werd getroffen, hebben zijne kunstbroeders zich vereenigd
en door den verkoop van schilderstukken eene som bijeen
gebragt van 120,000 francs. Anastasi heeft het grootste
gedeelte daarvan, 100,000 francs, aan den staat gegeven,
zich zeiven slechts levenslang het vruchtgebruik voorbehou
dende, en bepaald dat later de rente zal strekken ten behoeve
van arme Fransche schilders of beeldhouwers. Dit fonds
draagt den naam van: Anastasi-stichting, ter herinnering
aan de mildheid zijner kunstbroeders
Als een bewijs, dat met de chirurgie wel iets te ver
dienen valt, mits men er slechts naam in weet te maken,
kan dienen, dat dr. Nélaton, zijn carrière doodarm begonnen
is, een vermogen van 300,000 fr. rente nalaat, niettegen
staande hij veel welgedaan en op grooten voet geleeft heeft.
Op den 11 Sept. werd te Resht de eerste spade gestoken
voor den aanleg van den eersten spoorweg in Perzië.
De heer J. H. Frieswijk, directeur der Kon. Nederl. Staatsloterij,
is als zoodanig, op zijn verzoek, met 1 Nov. eervol ontslagen en
wordt vervangen door den heer J. Stam, inspecteur-generaal der
registratie en domeinen bij het departement van financiën.
Met ingang van 1 Oet. is tot kantonregter te Woerden benoemd
de heer mr. J. W. Mouton, griffier bij het kantongeregt te Zaandam.
Met ingang van 13 Oct. is tot griffier bij het kantongeregt alhier
herbenoemd de heer mr. D. P. H. Aberson.
Tot officier der Eikenkroon is benoemd de heer A. C. Broekman,
ingenieur der haven- en spoorwegwerken te Vlissingen.
Jl. Donderdag avond is maarschalk Bazaine uit de
Avenue de Picardie, te Versailles, naar Trianon overgebragt,
geëscorteerd door een piket van vijftig man van een der
infanterie-regimenten. Hij werd vergezeld door zijnen
adjudant, kolonel de Villette en door kolonel Luccioni, die
meer bijzonder met zijne bewaking is belast. De maarschalk
bewoont twee vertrekken op de eerste verdieping. Daags
daarna hebben de regerings-commissaris, de generaal Pourcet
en het overige personeel van het parket zich in Trianon
gevestigd.
De Dordogne, een dagblad van Périgueux, meldt, dat
de heer Gambetta, die zich sedert eenige dagen te dier
plaatse bevindt, van eenige zijner vrienden het aanzoek had
ontvangen om gedurende zijn verblijf te Périgueux in 't
openbaar te spreken. Gambetta antwoordde hierop, dat bij
als particulier zich wel met eenige vrienden over de ge-
wigtige aangelegenheden des lands wilde onderhouden, maar
hij achtte het thans niet raadzaam in 't openbaar eene rede
te houden. Naar zijne meening moest men tegenwoordig