1873, N°. 122. Vrijdag 10 October. 31 Jaargang, Op de Zuiderzee, 1573. Uitgever A. A, BAKKER Cz. Bureau: NOTENPLEIN, N°. 163. Binnenland. HELDERSCHE EN NIEUWEDIEFER COURANT „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. A-bonnemeatsprijs per kwartaal1.30. franco per post - 1.65. Prijs der Advertentiën Van 14 regels 60 cent, elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. VERTREKDAGEN DER BRIEVENMAILS: Naar Oost-lndië: via Triest 14 Oct. 's avonds 6 u. 25 tn. Marseille 23 Oct., 's avonds 6 u. 25 m. Brindisi 20 Oct., 's avonds 6 u. 25 m. Curar(ao en Suriname, 16 Oct., 's morg. 6 u. 25 m. Kaap de Goede Hoop, via Southampton: 13 Oct., 's morg. o u. 25 m. VERGADERING van den RAAD der gemeente TEXEL, op Woensdag 15 October 18?3. Punten van behandeling: Aanbieding begrooting, dienst 1874. Idem rekening en begrooting Armbestuur. Idem Weeshuis. Benoeming Lid Plaatselijke Schoolcommissie. Suppletoir kohier Hoofdelijken Omslag. De Burgemeester, D. C. L O M A N. Nauwelijks had de mare door den lande weêrklonken, dat Alkmaar, ten loon van den dapperen wederstand zijner burgers, van de belegering door de Spaansche troepen ontheven was, of het bericht van eene nieuwe zegepraal verspreidde zich, en deed den, door het verlies van Haarlem zoo gezonken, moed te krachtiger herleven. Ja, de victorie was van Alkmaar uitgegaan, zij zou het Nederlandsche volk, de zaak der vrijheid niet meer verlaten, al moest er nog tal van jaren geworsteld worden, eer de prijs van het verzet tegen vreemde dwinglandij volledig zou verkregen zijn. Alva, die een vaste steun in Amsterdam bezat en, nadat hij in Haarlem den sleutel van Noordholland vermeesterd had, in Alkmaar het hart van dat gewest dacht te ver krijgen, had, om den ondergang er van te voltooien, eene scheepsmacht uitgerust, welke de gewapende vaartuigen der Westfriezen verjagen,-de kusten bestoken en de havensteden veroveren zou. Twaalf groote schepen en zes jachten, behalve de matrozen ongeveer 1300 soldaten aan boord hebbende, waren daarvoor te Amsterdam gereed gemaakt en den 13 September de Zuiderzee ingestevend, in afwach ting der schepen, welke tot versterking der vloot door den stadhouder de Robles in Friesland en Groningen waren uitgerust. De slecht gewapende Westfriesche schepen namen, na eenige schermutseling, de wijk binnen Enkhuizen, Hoorn en andere havens, en eenige schansen in Waterland vielen met hare bezetting en krijgsvoorraad in handen van de aan land gebrachte benden des vijands. Geen lalfe vrees maar wijze bedachtzaamheid had de Westfriezen genoopt tijdelijk het veld te ruimen. Het meerendfeel van het voorhanden geschut was gebezigd ter verdediging der gebouwde schansen, zoodat de schepen er schaars van voorzien, althans niet tegen de kanonnen der Spaansche vloot alleen het admiraalschip, dat den hatelijken naam van „de Inquisitie" droeg, voerde er 32 van metaal opgewassen waren. Daarin moest voorzien worden en werd zoo goed het kon voorzien, zoodat, toen de vijandelijke schepen, die na de verovering der schansen naar Amsterdam teruggekeerd waren, den 5 October op nieuw in zee staken, de Geuzenvloot hen tusschen Marken en. Hoorn dorst afwachten, te gemoet zeilen en den strijd te aanvaarden. Beurtelings elkander voorbijloopende, onder- bielden beide machten een hevig schutgevaarte, dat tot laat in den nacht werd voortgezet en aan weêrszijden op vele gesneuvelden en gewonden te staan kwam. Onder de laatsten behoorden zoowel de vijandelijke vice-admiraal van Boschhuizen, als de Hollandsche admiraal, de burge meester van Monnickendam, Cornelis Dirksz. Een door de onzen genomen schip was, met de 15 zich daarop be vindende Noordhollanders, door de Spaanschen hernomen. Ongunstige wind doemde op de volgende dagen de heide vloten tot werkeloosheid, waarvan ijverig gebruik gemaakt werd om de geleden schade te herstellen en den krijgs voorraad aan te vullen. Den llden keerde de wind in bet voordeel der onzen en, in weerwil van het bevel van Sonoy om den aanval nog eenige dagen uit te stellen, in weerwil zijner wonde, besloot Dirkszoon dit voordeel niet verloren te laten gaan en de kamp te wagen. Hij nam bet vijandelijk admiraalschip voor zijne rekening en zeilde er rechtstreeks op aan. Bossu, op den hijstand der zijnen vertrouwende, wachtte hem af, maar slechts twee zijner schepen kwamen hem te hulp, om weldra door de Hollanders genomen te worden en kort daarop in de diepte te ver zinken, volkomen reddeloos als zij geschoten waren. Het gevecht was inmiddels meer algemeen geworden, maar toen dit den Spanjaarden één groot en drie kleinere schepen bad doen verliezen, nam Boschhuizen met de overige schepen de vlucht naar Amsterdam, op schandelijke wijze den benarden admiraal aan zijn lot overlatende. Bossu kon aanvankelijk aan zooveel lafhartigheid niet gelooven en hield alleen den strijd manmoedig vol. Door 4 schepen tegelijk besprongen, deed hij het kleinste, dat hem van achteren aan boord geklampt had, deinzen; maar de 3 andere hechtten zich aan het zijne vast en dreven er vechtende mede tot achter den Nek, waar het aan den grond raakte. Maar ook nu nog en den geheelen nacht zette hij het verwoede gevecht voort en, al moesten zijne manschappen het dek verlaten, bestookt als zij werden uit de masten der Geuzenschepen, zij weerden zich zoo dapper; dat zij den vijand van het dek hielden en een der vijande lijke schepen bijna reddeloos schoten. In den vroegen morgen waagde Jan Haring het op zijn schip en in den mast te klimmen en de Spaansche vlag te vermeesteren, maar bijna met zijne buit beneden gekomen, trof hem een uit de luiken gelost schot, dat hem zielloos deed neerstorten. Hoe meer de morgen daagde, des te meer versche man schappen van den wal aan Bossu's bestrijders toegevoerd werden; ten laatste, alle hoop op ontzet verloren, zijne reeds zeer gedunde bemanning moedeloos en zijn krijgs voorraad uitgeput ziende, besloot hij, den raad van 2 zijner hevelhebbers om met vriend en vijand in de lucht te springen afwijzende, tot de overgaaf, waarin de Hollanders, op voor waarde van behandeling als eerlijke krijgsgevangenen en uitwisseling zoodra zich daartoe de gelegenheid aanbood, gaarne toestemden. Bossu werd met zijne officieren en soldaten te Hoorn binnengebracht, onder de smadelijke bejegening der menigte over zijn woeden te Rotterdam, zijn schip, waarvan de kanonnen niet minder welkom waren als het aan boord zijnde geld en zilverwerk, onder het gejuich des volks de haven in gesleept. Men had in hem den Koning een dapper en getrouw dienaar ontnomen, wiens leven kon instaan voor dat van een onzer in vijandelijke handen gevallen hoofd personen, zooals hij dan ook, eerst na driejarige gevangen schap, tegen Philips van Marnix werd vrijgelaten, om de zaak der Nederlanders met evenveel toewijding te gaan dienen, als hij het vroeger die der Spanjaarden gedaan had. De behaalde zege, waarvoor in Noordholland een dank en bededag werd gehouden, verwekte groote blijdschap in den lande. Alkmaar en de Zuiderzee, zoo korte dagen na elkander, het was schier te veel: de pij en het wambuis bestand tegen het harnas, de vliebooten tegen de oorlog schepen, de Nederlanders tegen de Spanjaarden, aan wie de kroon van onoverwinnelijkheid ontvallen wasIndex-daad, er was reden tot blijdschaphet behoud van het straks zoo bedreigde Noordholland verzekerd, de Zuiderzee van vijanden schoon geveegd en geopend voor de ondex-nemingen onzer waterleeuwen. Bovendien, de kans, die na Haarlems val en tijdens Alkmaars beleg zoo hachelijk stond, ten goede gekeerd, de hoop in alle harten herleefd, het vertrouwen weêr gevestigd, de moed om dexx zwaren strijd voort te zetten weder krachtig ontvonkt. „De slag van Bossu" was de weerklank op „Alkmaars Ontzet;" beide vormen een keerpunt in de geschiedenis van onzen bevrijdingsoorlog. Zonder deze gewichtige ge beurtenissen ware Nederland hoogst waarschijnlijk verlox-en geweest, onze vrijheid ten onder gegaan. Viert Alkmaar thaxxs op luisterrijke wijze het derde eeuw getijde vaxx zijn Ontzet, terecht heeft men te Hoorn, te Monnickendam begrepen, dat nxen den driehonderdsten verjaardag van de op den graaf van Bossxx behaalde over winning niet onopgemerkt mocht laten voorbijgaan, dat deze voor het vaderland zoo belangrijke zegepraal eene feestelijke herdenking ten volle waardig was. Het is goed, het volk door dergelijke feestvieringen in gedachte terug te voeren tot de dagen van nood, van dapperheid, van opoffering en uitredding, waarin de zware kamp voor recht en vrijheid gestreden en onze onafhankelijkheid verworven werd. Dat verlevendigt de liefde tot het vaderland, het volksbewustzijn. Eere aan de kloeke maimexx te Hoox-xx exx te Monnickendam, die het dus begrepen, moge eexxe algemeene en eendrachtige feestviering het gevolg hmxner pogixxgen zijn exx het bewijs geven, dat de daden der vaderen, van Dirkszoon, Haring, Geldzak, Til, Floor, Wijbrands, Bos, Trijntjes, Boer en wie er meer op de Zuiderzee de vreemde onderdrukkers weêrstonden, door het nakroost niet vergeten maar in dankbare herinnering gehouden worden. HELDER en NIEUWEDIEP, 9 October. De mailboot Koning der Nedex-landen, is den 7 dezer, des namiddags, Malta gepasseei'd; alles wel. Het Journal de Havre, van de schipbreuk van de mailboot Prins Hendrik in de Roode Zee gewag makende, zegt te weten, dat van de lading van dat vaartuig voor nagenoeg twee millioen francs door Parijsche assuradeurs verzekerd is. Door maatschappijen van Havre is daar entegen weinig of niets van die lading geassureerd Eergisteren avond werd in Tivoli eene vergadering gehouden van de kerkelijke kiesvereeniging Evangelie en Vrijheid alhier. De leden van het kiescollegie, die met 1 November e. k. aan de beurt van aftreding zijn, werden op nieuw tot candidaten verkozen; voor de vacature, ontstaan door 't vertrek van den heer G. Scholten, werd tot can- didaat dezer vereeniging gekozen de heer A. Rijkers. Tot leden van 't bestuur der kiesvereeniging werden gekozen de heeren J. P. van Varik, A. Rijkers en G. E. Kloosterhuis. Naar men verneemt, heeft Z. M. de Koning bij een dezer dageix genomen besluit bepaald, dat de straf van riet- of stokslagen aan de militaix-en in Oost-lndië zal worden afgeschaft. Door de leden der Doopsgezinde gemeenten te Hinde- loopen en Koudum is met algemeene stemmen tot leeraar beroepen de heer P. S. Bakels, predikant aan den Hoorn op Texel. Bedankt voor het beroep naar Harlingen door ds. W. Koelman, pred. te Katwijk aan den Rijn. Door een groot aantal directeuren en leeraren der Hoogere Burgerscholen in Friesland, Groningen, Drenthe en Overijssel is jl. Zondag den 5 dezer aan den afgetreden inspecteur van het middelbaar onderwijs, dr. W. C. H. Staring een cadeau aangeboden, bestaande in eenige prachtige in lijsten gezette staalgravureix van schilderijen van Rosa Bonheur De directeuren uit Leeuwarden, Groningen en Zwolle hebben hem dit op zijn buitengoed „de Boekhorst,/ overhandigd. De arrondissements-regtbank te Leiden, heeft o. a. op de lijst van aanbeveling, voor de betx-ekking van kanton- regter geplaatst de heer nxr. W. van der Kaay, regter te Alkaar. Voor zoover bekend is, hebben zich gedurende de week van 28 Sept. tot en met 4 dezer in de provincie Noordholland geene gevallen van longziekte onder het rundvee voorgedaan. In den loop der maand Sept. zijn in de geheele provincie Noordholland slechts 7 runderen aangegeven als lijdende aan longziekte, nl. 3 te Amsterdam, 2 te Helder en 1 te Haarlenxmerliede en Spaarnwoude. Al de runderen zijn afgemaakt. Voor de criminele kamer van het Prov. geregtshof iix Noordholland werd jl. Dingsdag de zaak behandeld tegen de kroeghoudster uit de Kromme-elleboogsteeg, te Amsterdam, Catharina de Vries Hakkebaard, huisvrouw van Obbe C. Wassenaar, beschuldigd van moedwilliger! doodslag op Theodora Sclxumers. Zij zou namelijk in den nacht van 17 op 18 April 11. in beschonken toestand laatstgemelde, die in denzelfden toestand verkeerde, haar deur hebben uit geduwd, met het gevolg dat deze voorover en met het hoofd tegen de steenen zou zijn gevallen en op 20 April aan de gevolgen van dien val overleden. Zij hield ook thans vol dat de overledene toen gestruikeld is, en dat zij haar geen duw hoegenaamd heeft gegeven. 13 getuigen werden in deze gehoord. Twee hunner verklaarden te hebben gezien dat de beschuldigde een duw tegen den rug der nu overledene heeft gegeven onder het uitspreken der woorden: „nou er uit, rood zwijn." Een derde stemde met deze verklaring in hoofdzaak overeen. De advocaat-generaal, jhr. mr. C. H. Bakker, achtte daardoor bewezen dat de beschuldigde aan de verslagene een duw heeft toegebragt, en ontwikkelde vervolgens de gronden waarop zijns inziens, moet worden aangenomen dat de dood der verslagene een direct gevolg is dezer mishandeling, waarvoor de beschul digde mitsdien aansprakelijk is, vermits intusschen de beschuldigde den dood van Th. Schumers noch heeft gewild noch voorzien en ook uithoofde van andere het gestel van laatstgemelde eigene omstandigheden, beoordeelde spreker dat hier verzachting van straf in aanmerking kan komen, en rekwireerde hij tegexx haar een veroordeeling tot een cellulaire gevangenisstraf van 2 jaren. De advocaat mr. A. J. J. Salm, die voor een door andere ambtsbezigheden ver hinderd collega optrad, betwistte dat het overtuigend bewijs van schuld was geleverd, en concludeerde tot vrijspraak. Na re- en dupliek bepaalde het hof de uitspraak op morgen des voormiddags ten 10 ure. (Amst. Crt.) De heer W. Vetter, Hervormd predikant te Huogwoud, vierde jl. Zondag het feest zijner 50jarige evangeliebediening. Had de gemeente den geachten jubilaris bij zijne gouden bruiloft de ondubbelzinnigste blijken gegeven van waardering en gehechtheid, niet minder geschiedde zulks thans. Het uitsteken der Nederlandsche vlag, waaraan ook sommige Roomsch Catolieken en elders wonende oud-leerlingen deelnamen, was weder algemeen, en aanzienlijke geschenken werden ook nu door de gemeente haren herder en leeraar aangeboden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1873 | | pagina 1