De Urker visschers voorspellen een zeer strengen winter. Ze hadden dezer dagen ijs in de netten, en houden zulks voor een onfeilbaar voorteeken van een spoedige en felle vorst. De rederijkerskamer te Uitgeest heeft eene commissie benoemd van drie leden, ten einde aan den spoorweg wachter Ineke, voor zijn gehouden gedrag bij het bekende feit, een gouden medaille te vereeren. Dezer dagen werden te Yelsen aangevoerd, ruim 500 stuks vee. De handel was niet vlug en de prijzen minder hoog. Jl. Zaturdag avond werd op het concert van Toonkunst te Amsterdam Niels W. Gade als onder bloemen bedolven. Aan zijnen muzieklessenaar prijkte een lauwerkrans, waar mede de bescheiden componist, na afloop van de uitvoering, de buste van Beethoven, die een der nevenzalen van het groote Parklokaal siert, kroonde met de bijvoeging dat die kroon daar maar moest blijven. Dat de zaal overvol was en het publiek tot een bijzondere mate van geestdrift geraakte na de uitvoering der heerlijke oratoria van den Deenschen componist, zal wel geen vermelding behoeven. Het bestuur der vereeniging van Roomsch-Catho- lieke bijzondere onderwijzers in het bisdom Haarlem, heeft zich tot de leden dier vereeniging gewend, om hen aan te sporen hunne medewerking te verleenen aan de centrale commissie te Amsterdam, voor het aanbieden van een geschenk door de Nederlandsche schooljeugd aan Z. M. den Koning bij HDs. aanstaand feest. Jl. Vrijdag heeft de kantonregter te Haarlem uit spraak gedaan in de zaak van den reiziger die op 8 Oct. naar Alkmaar in den koninkl. waggon had plaats genomen en hem bij verstek veroordeeld tot f 10 boete en in de kosten; bij wanbetaling 2 dagen subs. gevangenisstraf. Jl. Zaturdag middag is te Haarlem een brutale dief stal gepleegd. In de kerk van de Christelijk Geref. gemeente op de Gedempte Oudegracht is de offerbus waarin ruim f5 van de muur gerukt en gestolen. De pogingen om het geld er uit te krijgen zijn evenwel mislukt, en de dader, een jongen van 11 a, 12 jaren, die in de laatste weken zich herhaaldelijk aan kleine diefstallen had schuldig gemaakt, is spoedig in hechtenis gebragt, terwijl de bus weder in handen van de bevoegde magt is gekomen. Een bijeenkomst van een aantal ambtenaren der onderscheidene departementen van algemeen bestuur heeft jl. Zaturdag in het koffijhuis „Het Noorden" in het Noord einde te 's Hage plaats gehad, ten einde onderling hun respectieve belangen te bespreken. De vergadering werd op uitstekende wijze geleid en voerde dan ook tot een gewenscht resultaat. Eerst gaf de voorzitter een duidelijke uiteenzetting van het doel der bijeenkomst, namelijk de lotsverbetering van bovengenoemde ambtenaren, wier inkomen, gelijk van alge- meene bekendheid is, geen gelijken tred heeft gehouden met de voortdurende stijging van de eerste levensbehoeften, van de huishuren enz., maar nog steeds gebaseerd blijft op een geheel anderen stand van zaken. Daarop werd door hem de weg, men zou kunnen zeggen de koninklijke weg aangewezen, dien men behoorde te volgen om tot het voor gestelde doel te geraken, en deelde hij mede, dat, met het oog op den spoed dien de behandeling der zaak vereischte, vooruit de noodige maatregelen waren beraamd om de zaak terstond haar beslag te kunnen geven. Met onverdeelden ijver werden de woorden van den spreker toegejuicht. Alstoen werd aan de vergadering mededeeling gedaan der concept-adressen, welke aan de bevoegde autoriteiten zullen worden opgezonden. Ook deze, goed gemotiveerd en in waardige taal vervat, mogten de algemeene goedkeuring verwerven en werden aanstonds door al de aanwezigen van hun handteekeningen voorzien. (Het Vaderland.) Eenige dagen, nadat de Jong, een der verdachten van den moord aan de Bogt van Guinea te 's Hage, was los gelaten, werd hem door den burgemeester het aanbod gedaan te trachten hem geld te bezorgen, ten einde zich naar Ame rika te begeven. Op dit voorstel gaf de Jong ten antwoord: „ik dank u hartelijk, heer burgemeester, maar ik blijf; want ging ik, dan zou men zeggen, dat ik mij verwijderde met het gestolen geld." Alle geruchten nopens het ont dekken van nieuwe aanwijzingen missen eiken grond van waarheid. Het terrein van het geregtelijk onderzoek dezer gruweldaad wordt nog immer door dezelfde duisternis als van dien vreeselijken December-nacht, waarin zij werd gepleegd, beheerscht. De kassiersknecht K., bij de commandietkas van de firma Meijers, te 's Hage, heeft zich Zaturdag jl., met eene som van f 1800, die hij ontvangen had, uit de voeten gemaakt. De politie tracht hem op te sporen. Te Gouda is dezer dagen een kind, dat op weg naar school was, door een noodlottig toeval achter de groote kerk in het water geraakt, in een koker gedreven en twee uren later daaruit levenloos te voorschijn gehaald. Voor de ouders is dit des te meer te betreuren, daar zij binnen kort nog twee kinderen aan de cholera verloren. Op de jl. Vrijdag gehouden najaars veemarkt te Utrecht, waren ongeveer 750 stuks vee aangevoerdde handel was ditmaal zeer levendig en er werden goede prijzen besteed, vooral was dit het geval met kalfkoeijen, waarvan de prijzen van f 230 tot f 270, vare koeijen van f 120 tot f 150, vaarzen van f 110 tot f 130, melkkoeijen van f150 tot 200, vette varkens van f 47 tot 56 ets. per kiloook met zeer veel aankoop voor deze laatste, waarvan slechts weinigen onverkocht op de markt bleven. (U. D.) Te 's Bosch heeft een dronken soldaat, dien men arresteren wilde, zich meester gemaakt van een geweer en een pakje patronen en acht schoten afgevuurd, die gelukkig niemand troffen, waarop men hem meester werd. De Provinciale Staten van Friesland hebben besloten eene subsidie van f 300,000 te verleenen voor den aanleg van lokaalspoorwegen in deze provincie. Het werfdepot ontvangt te Harderwijk iedere week vreemdelingen, het meest Duitschers, Franscheu en Belgen slechts enkele Zwitsers; Nederlanders worden er weinig aangetroffen en de oudste ingezetenen herinneren zich niet, zoovele nationaliteiten als thans bijeen gezien te hebben van de eersten bieden zich echter velen aan, die hunne papieren niet in orde hebben of om ligchaamsgebreken moeten afgewezen worden en alsdan ter beschikking van de politie worden gesteld, die ze naar Utrecht transporteert. Hun landslui geven hun nog op hunne reis geld mede, maar dit is ook wel niet veel, want ondanks de hooge handgelden, verkeeren de soldaten aldaar, door de vele gelegenheden tot geldverteeren, die deze stad aanbiedt, meestal in berooiden toestand. De vrouw van S. de Boer te Steenwijk, heeft verleden week, door hare tegenwoordigheid van geest, het leven gered van drie knapen, die door 't ijs der stadsgracht waren geraakt en tot den hals in 't water zaten. De winterrogge in Friesland staat uitmuntend; zij vertoont een stevig frisch groen, vooral op de hooge akkers staat zij welig. De herfstvrucht, vooral knollen, spurrie enz. leveren overvloedig. Het vee is gestald. Een vreemdsoortige weddingschap werd dezer dagen te Maastricht aangegaan. Een burger had zich tegenover eenige andere burgers schriftelijk verbonden om zich te begeven in de kooi der leeuwen van een menagerie, welke zich thans daar ter stede bevindt. Voor die daad zouden hem 100 flesschen wijn worden verstrekt, terwijl bij niet uitvoering van het waagstuk, hij een gelijk getal flesschen verbeurde. Onze man trad nu in overleg met den directeur der menagerie die, door een herhaalde vertooning, de leeuwen aan het gezigt van den vreemdeling gewende en hem ten laatste met zich in de kooi nam, welk bezoek zonder eenige stoornis afliep en den roekeloozen doch onverschrokken wedder de weddingschap deed winnen. Het eerste landbouwkundig Congres, den 7 dezer te Soeracarta geopend, wordt gezegd in alle deelen geslaagd te zijn en aan de verwachting beantwoord te hebben. Natuurlijk heeft het aan warme speeches,geanimeerde bals, welluidende muziekuitvoeringen, gezellige diners en andere vermakelijk heden niet ontbroken. Ongelukkig brandde den 11 den, na de sluiting van het Congres, het tentoonstellingsgebouw geheel af. De meeste der tentoongestelde goederen werden, hoewel zeer beschadigd, gered. Men raamt de schade op f 4000 ongeveer. Het volgende tweede Congres zal in 1875 te Djocja gehouden worden. Blijmoedig zaaijen is de titel van een hoofdartikel in de KL Crt. Verrigt blijmoedig uw werk de hoofdstrekking. Er zijn weinig beelden, zoo lezen wij o. a., die zoo zuiver de gedachte, er in neergelegd, uitdrukken als het over bekende beeld van den zaaijer, die uitging om te zaaijen; vooral wanneer wij het vraagstuk der blijmoedigheid aan zijnen arbeid verbinden. De boer let wel op, dat ik het oog heb op den boer der dichters, het Geldersch boertje dat zoo vrolijk en zoo blij was, den landman van Poot, wiens gerust leven zoo genoegelijk daarheen rolt de boer is een man zonder zorgen, omdat hij afhankelijk is van alles wat hem omringt en door het verband der dingen in 't leven wordt gehouden. Alle magten in hemel of op aarde zijn zijne meesters. Maar omdat die magten het onderling nooit eens zijn, wordt hij dik en vet, kan hij uren lang met een tevreden gezigt over zijn onderdeur hangen en de elementen ruiterlijk uitlagchen. 't Is immers voor hem maar een tooneelvertooning! Als do regen weken lang de zon op non-activiteit stelt, dan kan 't gebeuren dat de landman zegt: „Ik dank je vriendelijk. Ik had juist veel nat noodig voor de veldmuizen." Als de sneeuw langer dan gewoonlijk op de velden en wegen blijft liggen, is 't heel wel mogelijk, dat de boer in zijne handen wrijft, 't Vleit hem nog niet zijn beestjes zoo vroeg in de wei te sturen. Dat staat in verband met de markt, met den prijs van 't hooi, met, weet ik 't, welke kleine omstandigheid, waardoor een ongeluk voor zijn buurman voor hem een zegen is. Stelt u nu zoo'n boertje uit de poëzie, uit de gelijkenis eens voor, zooals hij op een mooijen voorjaarsmorgen over zijn net geploegden en geëgden akker stapt, zaad zaaijende met volle handen. Heeft hij niet duizend redenen om vrolijk, blijmoedig, kinderlijk tevreden te zijn. Het lokaal waarin hij arbeidt is hoog en ruim.... Ga 't eens opmeten als gij kunt, gij, koopman in uw muf kantoor, gij, commies op uw licht- en luchtloos bureau. Kijk om hoog en bewonder dien kroon aan den zolder. Rigt uw oogen links en regts waar ze stuiten op het azuur der lucht, zonder ooit vermoeid te worden, of te wenschen, dat ze nog verder mogten reiken. Luister naar de leeu werik, die vlak boven u als een pijl naar de wolken schiet, of naar het gezellig gonzen van de miriaden insecten, die gij niet zien kunt, doch zoo gij ze zaagt, stellig op uw vestknoop zoudt willen dragen of, als ze maar van paarl- moer waren, zoudt meebrengen als een verrassing voor uw vrouw of bruid. Ze zijn zoo mooi, alsof ze door mensclienhanden gemaakt zijn, niet waar Doch ook zonder deze vriendelijke omgeving, zou de boer op zijn zaailand een benijdenswaardig figuur wezen, 't Zaaijen op zichzelf is een heerlijk werk. In elke korrel schuilt hoop en ver wachting. Uit elk bulstertje kiemt leven en rijkdom. 't Is wel waar, er wordt veel zaad ^vertrapt en veel zaad door nachtvorst of ongedierte voor den tijd vernietigd, zoowel op het land als in het leven, zoowel in ons leven als op het land, maar wat deert dit? Er blijft genoeg over. De boer zaait maar wat digter dan direct noodig is en gunt op die manier aan de musschen en de kraaijen ook wat. Als een knallende bom, zoo besluit de hoogleeraar H. P. G. Quack zijn politiek overzigt in de N. Rott. Crt., is daarentegen neergevallen in Europa de tijding, dat Noord- Amerika een aanleiding gevonden had om zich welligt van Cuba meester te maken. Zooals in al de bezittingen van Spanje is men ook op Cuba - waar bovendien de opstand en burgeroorlog ook inheemsch en gewoon zijn geworden - overgeleverd aan de partij die er zich handhaven kan. Strijdende tegen de opstandelingen heeft de gouverneur en zijn partij een schip der rebellen, de Virginius, dat uit de Vereenigde Staten was toegerust, op vrij onregelmatige wijze weten te nemen. Zonder zich verder veel om volkenregt of staatsregt te bekommeren en zonder er op te letten dat onder de bemanning Amerikanen en zelfs Engelscben waren, heeft de gouverneur van Cuba - de bevelen van Castelar ten overvloede in den wind slaande - een deel der equipage laten fusilleeren. De Vereenigde Staten van Noord-Amerika eischen nu satisfactie over het dooden der Amerikanenen onze indrukal deze gruwelen uit Cuba, en geheel Spanje, lezende, begrijpen wij bijna het gezegde van Horace Walpole op zijn ziek- en sterfbed. Men wilde hem iets voorlezen en vroeg hem wat hij verkoos te hooren. „Alles is mij om 't even sprak hij - als het maar niet geschiedenis is." Een schrijven uit New-York, dd. 4 Nov. aan de Arnh. Crt. luidt als volgt: „Amice! Tijd en gelegenheid heeft mij ontbroken u in lange iets van mij te doen hooren. De tijdsomstandigheden nopen mij thans echter u eens juist op de hoogte van den stand van zaken hier te brengen, te meer daar ik in een uwer laatste mij geworden couranten las, dat de toestand in New-York hersteld was, hetgeen ik gisteren bevestigd zag uit een brief uit Holland ontvangen, waarin ook stond, dat het uit de couranten bleek, dat de zaken hier veran derd waren. De waarheid is dat, in plaats van verbetering, de zaken hier dagelijks erger worden. De grootste huizen springen nog steeds; fabrieken en winkels sluiten óf geheel óf danken een groot gedeelte van hunne bedienden en werkvolk af, uit gebrek aan werk; menschen met groote fortuinen lijden armoede en gebrek, omdat ze bij hunne bankiers geen cent van hun geld kunnen loskrijgen. Nie mand betaalt meer. Een groot fabrikant van mijne kennis, die nog met volle kracht doorwerkt, maar vreesde ook spoedig werkvolk te moeten wegzenden, liet mij een stapel teruggekomen wissels zien, wel 3 vingers hoog. Hij ver klaarde nooit zulk een tijd beleefd of er van gehoord te hebben. Verscheidene personen, die hier hun gansche leven in zaken hebben doorgebragt, zeggen dat het veel erger is dan tijdens den oorlog. Voor een dag of 14 bedroeg het aantal van hen, die buiten betrekking of werk waren, 44,000, hetgeen dagelijks met duizenden vermeerderd wordt. In Newark o. a., hier in de buurt, zijn in dien tijd 20,000 meisjes ontslagen, die werkzaam waren in bloemen- en stroofabrieken. De courant van heden meldt, dat in de zelfde plaats van de 8000 juweliers er twee derden zonder werk zijn en de fabriek van naaimachines aldaar van de 233 arbeiders er slechts 37 over heeft. Dit zijn slechts kleine staaltjes van den geheelen toestand hier, wat de fabrieken, enz. betreft, maar overigens is het zoo totaal onmogelijk om hier op het oogenblik iets te verdienen, dat een vriend van mij, eveneens een Hollander, getracht heeft straatveger te worden. Maar ook dit mislukte hem zelfs. Tengevolge van eene strike waren er dezer dagen eenige plaatsen (63 meen ik) vacant als voerman op omni bussen; meer dan 400 personen meldden zich aan om eene zoodanige plaats te verkrijgen, waaronder deftige heeren met zwarte hoeden op. Een mijner bekenden, die jaren lang zelf groote handelszaken gedaan heeft, Fransch, Engelsch, Duitscb, Hollandsch, enz. enz. op zijn duimpje kent en in alles quite a gentleman is, mogt het zelfs niet gelukken een van die hoog verheven plaatsen te bemagtigen. Waar het heen moet, weet niemand, en men ziet een verschrikkelijken winter te gemoet. Oproer, diefstal, moord j en doodslag staan voor de deur. Op de hoeken van de straten ziet men groepen van honderden hongerende men schen, die met den besten wil van de wereld geen stuk brood verdienen kunnen. De consumtie van bier is tot op een derde verminderd, en de bakkers zelfs klagen, dat zij geen brood verkoopen. Dezer dagen vertelde mij een fabrikant, dat hij met anderen van zijn werkvolk ook had moeten laten vertrekken een meesterknecht, die 26 jaren bij hem gediend had en nu met vrouw en drie kinderen broodeloos is. Wanneer die heer het mij niet zelf verteld had, zou ik het niet willen gelooven, daar hij mede onder de rijkste fabrikanten hier behoort, en ik voor mij dit al eene zeer slechte belooning vind voor eene vierde eeuw getrouwe dienst. Verleden week is dan ook reeds op klaarlichten dag ('s morgens ten 10 uur) midden in de stad een car (paardenspoorwagen) aangerand. Den con ducteur en voerman werd een revolver voorgehouden, terwijl 2 anderen de passagiers plunderden. Heden morgen sprak ik twee kennissen. De een, tusschen 10 en 11 uur gisteren avond tehuis komende, kreeg een keisteen langs zijn hoofd, die, wanneer hij hem geraakt had, waarschijn lijk doodelijk voor hem geweest zou zijn. Het is een Hollander, die pas met zijne vrouw is aangekomen; hij kan zich dus niet op de Amerikaansche gastvrijheid be roemen. De ander werd dezer dagen aangesproken, maar toen hij een gebaar maakte, alsof hij een pistool uit zijn borstzak haalde, liep de aanrander weg. Zaturdag avond werd in Fultonstreet, de hoofdstraat in Brooklyn, een man stervende op straat gevonden, en zulks gebeurde op geen ongewoon uur, maar 's middags ongeveer ten 6 ure en in een van de drukste plaatsen (bij Fulton-ferry). Hij was een oogenblik te voren met twee andere personen gezien, die natuurlijk verdwenen waren. Verleden week zijn er op eene bovenwoning bij eene vrouw, die aan haar huiswerk en wier man op dat oogen blik uit was, twee dieven boven gekomen. Deze hebben haar een prop in den mond geduwd, armen en beenen gebonden en wilden haar toen aan een band om haar hals aan den kapstok in haar slaapkamer ophangen. Die band was niet sterk genoeg; dit gelukte dus niet; zij droegen haar weder naar de voorkamer en bonden haar aldaar stevig vast aan de pooten eener piano. Toen ging de een voor het raam op den uitkijk staan, terwijl de ander den boel openbrak en juweelen enz. in een koffertje pakte. Op eens zag een van hen in de verte haar man aankomen; ijlings trokken zij nu af, alles achterlatende. De vrouw had uren noodig om weêr tot haar zelve te komen, maar mogt zeer dankbaar zijn, dat zij er zoo was afgekomen. Zulke voorvallen zijn reeds aan de orde van den dag; wat moet het dus geven als de winter begint te nijpen! Neen,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1873 | | pagina 2