Benoeming-en, enz. en storend tussclienbeide. Ze beschermt herten, hazen en patrijzen in den verboden tijd geheel en in open jachttijd belangrijk. Ze beschermt zijdelings ganzen en konijnen. Ze geeft aanleiding om vossen te vervolgen." Hierop volgt een beroep op den Duitschen dierkundige Brehm, die den vos, als verslinder van duizenden muizen, een der nuttigste dieren noemt, eene verklaring, waarvoor Reintje zeker zeer dankbaar zal zijn, al stemmen de eigenaars van hoenders niet met haar in. Maar in het betoog der drie voorstellers zou het niet passen de jacht vrij te laten, maar geheel en al te verbieden, immers de dieren houden elkanders te sterke vermenigvuldiging tegen en daar mag de mensch niet storend ingrijpen? De jagers, die in legio te wachten zijn, zullen de dieren niet verdelgen in zekere verhouding tot hun onderling noodzakelijk aantal, maar naar luim en willekeur, naar de schade welke zij ondervinden, naar de gelegenheid zich aanbiedt. Evenmin kunnen wij met de voorstellers instemmen als zij in 2, na de zeer ware opmerking:" De mensch mag de vruchten van zijnen arbeid, van zijn geest, van zijn nijverheid tegen zijne medemenschen verdedigen, maar niet tegen dieren!?,, doen volgen: „Het volksgeweten, het volksgevoel kunnen niet begrijpen, dat wildstroopen eene misdaad is. De wet maakt alleen den strooper, den wild dief tot misdadiger, niet zijn geweten! Nooit wordt onge straft door wetduiding alleen tot overtreding verheven, wat het niet is naar het geweten des volks." Wij wenschen hier duidelijk te onderscheiden tusschen den man, die het voor zijn gewas schadelijk wild vangt, en den strooper, die op eens anders grond het wild vermeestert. De eerste zondigt tegen de wet alleen, de laatste is dief, die zich vergrijpt aan iets wat het zijne niet is. Het begrip van mijn en dijn is bij velen te zeer verzwakt, dan dat wij zouden willen medewerken om het nog meer te doen verflauwen. In 7 melden de voorstellers, dat de schatkist door het afschaffen der bepalingen op de jacht ongeveer f 125,000 jaarlijks zal derven, tegenover welk verlies het groote voordeel staat, dat de landbouw zal ondervinden en dat de veldwachters tijd zullen krijgen om zich met andere zaken hezig te houden, dat hun aantal niet behoeft vermeerderd te worden, maar wellicht hier en daar, vooral in de hooge streken des lands, waar weinig of geene visscherij is, ver mindering kan ondergaan. Bij de stijgende opbrengst der Rijksmiddelen vermeenen de voorstellers, dat het tot weg neming van zooveel onrecht en zooveel nadeel te lijden verlies geen bezwaar kan opleveren. Wordt het ingediende wetsvoorstel aangenomen, dan zal de aanwezige hoeveelheid wild waarschijnlijk verminderen, maar behoeft het jachtbedrijf niet geheel ten onder te gaan. Bezitters van landgoederen zullen hunnen jachttijd zoo lang gesloten kunnen houden als zij zelf willen, om op een fegeven oogenblik des te meer wild onder het schot te rijgen. Maar zij hebben het zelf te voeden, aast het bij de minder jachtlievende buren, dan wordt het verbeurd verklaard. De aanneming zal eene menigte vervolgingen voorkomen en door de kantongerechten zeker met vol doening begroet worden. Voor de voor den landbouw zoo nuttige vogels vreezen wij echter slechte gevolgen. Het bezit van schietgeweer zal zeer toenemen en men zal er ook, noodig of niet noodig, gebruik van willen maken. Schieten en moorden schijnt velen menschen een vermaak, en zal een plicht schijnen jegens de vogels, overal waar het vooroordeel nog heerscht, dat de vogels het gewas benadeelen. Worden bij de op heffing der bepalingen op de jacht niet te gelijk maatregelen genomen ter bescherming der insecten-etende vogels, dan voorzien wij eene groote verstoring in de verhoudingen der dierenwereld, eene verbazende toeneming van rupsen en ander schadelijk ongedierte, en voor den landbouw erger nadeel dan aan de bestaande jachtwet te wijten is. Wij meenen, dat de geachte voorstellers dit bezwaar wel in-1 dachtig hadden mogen zijn, en dat hun voorstel er zeer bij winnen zou, indien het ter opheffing van dit bezwaar eenige aanvulling mocht bekomen. Binnenland. HELDER en NIEUWEDIEP, 2 December. De mailboot Holland, den 29 Nov. des morgens te Malta aangekomen, heeft des avonds weder de reis naar Batavia voortgezet. Aan boord was alles wel. De mailboot Prins van Oranje, kapt. Pabritius, kwam den 28 Nov, 's morgens te Port Saïd aan en zette den 29 's avonds de reis naar hier voort. Per mailboot Conrad zal den 18 dezer van hier naar Batavia vertrekken een detachement suppletie troepen sterk 225 man. De in aanbouw zijnde mailboot Prinses Amalia, van de maatschappij Nederland, waarmede men te Glasgow thans ijverig aan het werk is, hoopt men in het voorjaar (April) in de vaart te kunnen brengen. In de godsdienstoefening, jl. Zaturdag namiddag in de Synagoge der Israëlitische gemeente alhier gehouden, had eene eenvoudige, maar voor de talrijke aanwezigen toch zeer treffende plegtigheid plaats. Een -der passagiers van de verongelukte stoomboot König Wilhelm I, een Israëlitisch godsdienstleeraar uit Amerika, trad voor de gemeente op, en sprak naar aanleiding van Genesis XXVIII vs. 10 en 11 een toepasselijk woord over 't gevaar waarin hij verkeerd en de redding waarvoor hij den God der Vaderen te danken had. Hij ging daarop de gemeente voor in een roerend dankgebed, waarbij hij in gevoelvolle woorden sprak van zijne verlossing uit doodsgevaar en van de hulp van mensahenvrienden, die de talrijke opvarenden aan het gevaar hadden onttogen. De afgeloopen week welke' zich kenmerkte door bijzonder ruw weêr, gaf onze visschersvloot slechts een enkele keer gelegenheid tot visschen. De vangst was dan gering. Er werden 6500 schelvisschen en 760 roggen ter afslag aangeboden. De prijzen waren van f 40 tot f 50 de 100 schelvisschen| De rog gold 75 a 100 cents per stuk. Naar wij vernemen zal de bevestiging en intrede van ds. Damsté te Huisduinen op a. s. Zondag 7 dezer plaats hebben. H. hl. de Koniugin is thans weder geheel hersteld en heeft jl. Zondag voor do eerste maal na hare onge steldheid eene godsdienstoefening bijgewoond. Naar men verneemt, zal door de regering een magazijn van kleeding voor het leger gebouwd worden, waarvan de onkosten op p. m. f 200,000 zijn geraamd. (U. D.) -Aan alle werklieden in Nederland is eene oproeping gerigt om oommissiën te vormen, ten einde aan den Koning op 12 Mei 1874, namens den Nederlandschen werkman, een duurzaam blijk van innige verknochtheid en gehechtheid te schenken. De oproeping is onderteekend door D. P. van Leeuwen te 's Hage. De raad van bestuur van de vereeniging tot hulp verleening aan gekwetsten (Roode Kruis) heeft den hertog de Nemours, ter vervanging van den heer Fortoul, tot haar voorzitter benoemd. Men vertelt van de Jong, den ontslagen verdachte in de zaak van den dubbelen moord, dat hij tegen een paar klapwakers die zaten uit te rusten, zeide: „Zoo luije rekels, zit jullui daar zoo op je gemak? Doet liever je pligthadt gemaakt dat je in Dec. aan de Bogt en van de week in de Pooten waart geweest, dan was mevr. van der Kouwen niet vermoord en bij den horologiemaker van Aken was niet ingebroken geworden." Ds. W. Sijpkens, te Elburg, is beroepen te Harlingen. Aangenomen het beroep naar Alkmaar door ds. E. B. Gunning, pred. te Nunspeet. De door den gemeenteraad te Alkmaar vastgestelde gemeentebegrooting voor 1874 vermeldt in ontvangst en uitgaaf f 152,704. De uitgaven voor onderwijs zijn geraamd op f 25,352, die voor armwezen op f 17,659. Te Hoogwoud is door den Gemeenteraad eene commissie benoemd om gelden in te zamelen en, onder voorzitterschap van den Burgemeester, een plan te ontwerpen voor de viering van het 25jarig Koningschap van Willem III. In de Rijp is eene vereeniging voor Volksvermaken op- gerigt, voornamelijk met het oog op het 25jarig kronings feest. Bij voldoende ondersteuning wenscht men dit feest te vieren 1. door het houden van een historisch allegorischen optogt2. door een schoolfeest3. door een optogt der schooljeugd; 4. door volksspelen enz. Teneinde de be- noodigde gelden te verkrijgen, zullen lijsten circuleren bij de ingezetenen en aan het gemeentebestuur en eenige cor- poratiën subsidiën worden gevraagd. Het bestuur bestaat uit de volgende hh. T. Haitsma Muiier, als eere-voorzitter, P. Traai, J. Verdonk, P. C. Mussert, B. Caton en W. Kieft. De vereeniging telt reeds 140 leden. Ook te Spanbroek is een feestcommissie gevormd, met den Burgemeester tot voorzitter. Tot eereleden der com missie werden benoemd de hh. P. F. van den Steen, oud- Burgemeester, J. J. van der Hoeve, predikant, J. M. Tiebes, pastoor, en A. van Diepen. Men meldt uit Andijk„Naar aanleiding van het berigt omtrent de kinderspaarbank van den heer Fransen te Bovenkarspel, zij herinnerd, dat alhier reeds sedert 4 Dec. 1872 een schoolspaarbank bestaat, en dat deze vele deelhebbers telt, welke reeds een aardig sommetje hebben geplaatst in de spaarbank van het departement Andijk en Werverslioof der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Dezelfde regelen worden gevolgd door haren oprigter, den heer A. Kool, hoofdonderwijzer alhier, als die te Boven karspel bij reglement zijn bepaald; alleen met dit verschil, dat alhier wekelijks en niet ten allen tijde gelden worden in ontvangst genomen. Het eiland Marken is den 22sten dezer, 's avonds ten 11 ure, bij een waterstand van 1.15 meter boven volzee, ondergeloopen; den volgenden dag, 's morgens ten 3 ure, was de waterstand, zoowel binnen als buiten het eiland, 1.50 meter boven volzee. Wijders zijn den 22sten 's avonds 10 ure, bij een hoog waterstand van 1.50 meter boven volzee, opnieuw twee bressen in den Zuiderhavendijk op Vlieland geslagen, de eene lang 7, de andere lang 30 meter, beide doorgaande tot in de kruin van den dijk; de grootste bres drong den volgenden avond, even na 11 ure, bij hoogwater van 1,25 meter boven volzee, nog dieper in, zoodat de dijk ter plaatse tot op eene breedte van 2.50 meter afsloeg. Het stuk 4°/0 N. W. Schuld No. 12773, administ. Tjeenk, ontstolen na d'en moord bij Mevr. van der Kouwen, te 'sHage, is op een effectenkantoor te Amsterdam aangeboden. In een regtsgeding te Amsterdam is gevraagd of de Edamsche meisjes bijzonder jolig waren. De burgemeester, getuige, verklaarde niet te gelooven, dat de jonge deernen daar joliger waren dan ergens anders. Een ander zeide dat men in den laatsten tijd minder last had van aanran dingen van jolige meisjes. Een jolig proces! De beroemde Deensche componist Niels W. Gade is, na een verblijf van bijna veertien dagen te Amsterdam, weder naar zijn vaderland teruggekeerd. Vooraf bragt hij gister een bezoek aan de familie van onzen Verhulst, aan wien hij, volgens eigen bekentenis, een groot deel van zijn bekendheid in Duitschland en Nederland te danken heeft. Er was eens, zoo verhaalde Gade, een jonge Deen en een jonge Hollander; de jonge Deen zond een „ouverture" naar Leipzig, waar de jonge Hollander, op het doorzien van nieuwe partituren, zich aangetrokken gevoelde en be sloot die „ouverture" onder zijn directie te doen uitvo'eren. Die jonge Deen was Gade, de jonge Hollander Verhulst en de „ouverture" de nu zoo beroemde „Nachklange von Ossian." Voorwaar een hoogst vereerend getuigenis voor onzen hooggeschatten landgenoot Verhulst en waardig te worden bekend gemaakt. Van geachte zijde werd voor eenige dagen aan de Amst. Crt. het volgende medegedeeld „Onlangs is op de bijeenkomst der Hollandsche Maat schappij van Landbouw, in het Paleis voor Volksvlijt, ook ter sprake gebragt hét aanleggen van een stamboek voor het rundvee, gelijk dat elders geschiedt. Nu valt mij in handen het Monthly report of the departrnent of agricultun for Aug. and Sept. 1873 Washingtongovernement printing office.) Daarin zie ik den uitslag vermeld eener verkooping van short horns, het eigendom van den heer Samuël Campbell, New-York Mills, State of New-York. Men staat versteld van de prijzen, aldaar voor koeijen besteed die zeker niet zouden behaald zijn, indien de afkomst der voorwerpen niet boven allen twijfel deugdelijk bewezen was geweest waaruit alzoo de doelmatigheid en het nut van zulk een stamboek wel zeker wordt gestaafd. Bestede prijzen. Koeijen 1ste soort, zoogenaamde Duchesset (hertoginnen) 5700, 10,000, 15,000, 15,600, 19,000, 25,000 27,000, 30,600, 35,000, 40,600 dollars, (f101,500.) Onder de daaropvolgende Oxfords vindt men ook prijzen van 6 7 en 9000 dollars, terwijl onder de later komende Miscel laneous nog menig voorwerp, dat over de 1000 dollars opbragt, tot zelfs 5000 toe; en aller prijs bij honderden dollars genoteerd staat. De stier, genaamd 2 Duke of Oneida, bragt op 12,000 dollars, 4 Duke of Oneida 7600, 7 Duke of Oneida 4000. De stieren waren minder in aantal dan de koeijen. De geheele opbrengst der verkooping was als volgt 11 Duchesses, dooreen 21,709 dollars per stuk, 238,800 d. 7 Oxfords, dooreen 4514 dollars per stuk, 31,600 74 andere koeyen, dooreen 1086 dollars p. st., 80,375 92 stuks, dooreen 3813 dollars per stuk 350,775 d. 17 stieren en stierkalveren, dooreen 1836 dollars per stuk31,215 109 stuks, dooreen 3504 dollars per stuk 381,990 d, Het Hollandsche vee beschouw ik als het beste melkvee in Europa, terwijl het tevens superieure hoedanigheden voor het vetmesten bezit'. Als de Hollandsche veefokkers, met alle attentie op de zaak, ook een stamboek aanlegden en goed en deugdelijk bijhielden, geloof ik, dat in toekomstige dagen prijzen zouden behaald worden, die de fokkers zeiven zeker zouden ver baasd doen staan." Als een opmerkelijk feit kan worden medegedeeld, dat te Haarlem in den tijd van een jaar geen brand is geweest, tot blussching waarvan de brandweer zou hebben behoeven uit te rukken. Slechts enkele kleine schoor steenbranden hebben plaats gehad. Bij Gebrs. Schaap, dekenfabikanten te Arnhem, is men bezig met het maken van een satijnen deken, bestemd tot geschenk in Mei 1874 voor Z. M. den Koning. Op 5 Dec. a. s. is het zestig jaren geleden, dat H. Rommerts, boekdrukkersgezel in dienst bij den heer G. T. N. Suringar te Leeuwarden, bij het vak kwam. Bijna 52 jaren is hij bij dien patroon werkzaam. De Maatschappij „tot Nut van 't Algemeen" vereerde hem ter gelegenheid van zijn 50jarig jubilé bij één patroon met de zilveren medaille. Hij is zeker een der oudste typografen in Nederland, althans in dienstjaren. Rommerts is nog vrij kras en verrigt zijn werk nog zonder bril. Naar aanleiding van het duel tusschen de Prinsen Ghika en Soutzo, waarbij eerstgenoemde gedood werd, is een bevel tot inhechtenisneming uitgevaardigd tegen den heer Soutzo en de getuigen van het duel. De heer Soutzo heeft tot den procureur-generaal een schrijven gerigt, met de mededeeling, dat hij zich ter beschikking der justitie zou komen stellen. De getuigen van het duel hebben een gelijke verklaring afgelegd. Dezer dagen heeft er wederom een duel plaats gehad op de Belgische grens, tusschen twee Parijsche edellieden, burggraaf de Mahy en baron de St. Georges. De aanleiding tot dat tweegevecht moet al zeer ernstig zijn geweest, want er was overeengekomen, dat het duel een voor een der partijen doodelijken afloop moest hebben. Bij den derden uitval kreeg de heer St. Georges een stoot dwars door de long. Hij werd te Yperen stervende achter gelaten. Zijn tegenpartij is reeds te Parijs teruggekeerd. Tot burgemeester der gemeente Westzaan is benoemd de heer C. P. Metelerkamp, ten einde deze betrekking gelijktijdig met die van burgemeester der gemeente Wormerveer te bekleeden. De luit. ter zee 1ste klasse C. Bijleveld, behoorende tot de rol van het wachtschip alhier en als bevelhebber gedetacheerd op de stoomkanonneerbqot Hydra, is met 11 Nov. op non-act. gesteld. staïex-GE^SAAL. Tweede Kamer. Zitting van Maandag 1 December. Heden werd de discussie over de spoorwegbegrooting voortgezet. Nopens de lijn Nieuwe Schans—Ihrhove bestaat meer toenadering met Oldenburg. Wat de uitbreiding en aanvulling van 't spoorwegnet betreft, de minister blijft voor den aanleg door particuliere solide ondernemingen, waaronder het consortium der bankiers behoort, en zal in 't voorjaar een algemeen wetsvoorstel doen. Bij de dezer dagen in de Tweede Kamer plaats hebbende beraadslaging over de begrooting voor Binnenlandsche Zaken is bjj den post voor havens enz. door onzen Alkmaarschen afgevaardigde, den heer de Bruyn Kops de vraag tot den minister gerigt of Z. Ex. ook voornemen was eerlang een voorstel te doen tot vergrooting der haven het Nieuwediep. Spreker betoogde de dringende noodzakelijkheid daarvan voor den handel en vond steun in den heer Fabius. De minister antwoordde, dat hij daaromtrent volstrekt geen toezegging kon doen, en dat hij bovendien van oordeel was dat, wordt met den tijd de houtvaart verlegd, door 't tot stand komen van 't Kanaal door Holland op zijn Smalst, de haven het Nieuwediep genoegzame ruimte zal aanbieden. B u ite n I a n d. Engeland. Uit Cape Coast Caste is berigt van 11 November ont vangen, dat den 3 bij Dunkwa een gevecht werd geleverd, waarin 40 Engelschen en met hen bevriende inboorlingen zijn gekwetst geworden. De Ashantijnen hebben den 5 November de positiën bij Abbucrampo vermetel aangetast,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1873 | | pagina 2