B i n n e n I a n d. Benoemingen, enz. STATEN-GENERAAL. B u i t e n I a n d. Engeland. monitors kanonneerbooten, betwiste de minister; het vol gende jaar zouden er 10 a 12 gereed zijn. Torpedo's en versperringen beschouwde hij niet als hoofdverdedigings middelen, en hij wees op de ook in andere landen bestaande moeilijkheden in de toepassing dezer kostbare middelen. De voorraad in de magazijnen achtte hij allezins voldoende. Omtrent de deugdzaamheid van het onderwijs der adel borsten beriep de minister zich op het gunstig getuigenis, in der tijd door den overste Fabius gegeven. Die Afge vaardigde had hem verweten niets voor zijne oude kame raden te doen, blijkens de intrekking van het ontwerp nopens de pensioenen der officieren. De minister verklaarde, de belangen van het land meer op het oog te hebben dan die zijner kameraden, terwijl hij het overigens meer in het belang der officieren oordeelde, eene betere gelegenheid af- te wachten tot indiening van een wetsontwerp. Verhooging van de soldij der manschappen zou de indiensttreding niet tegenwerken, maar de minister twijfelde of het zou baten de matroos op een oorlogschip werd naar zijne meening goed betaald (een matroos 1ste kl. geniet 18 'smaands; zijne voeding is zeer goed). De minister eindigde zijne verdediging met den heer Rutgers de verzekering te geven, zich de zaken te zullen aantrekken, maar niet dermate, dat hij een oogenblik zou afwijken van het stelsel dat hij bij zijn optreden had aangenomen en dat door de Kamer herhaaldelijk was goedgekeurd. Dat stelsel was gegrond op zijne onder vinding, zoolang hij gediend had, had hij bij hetgeen hij hier zag doen, niet geweten waartoe de Nederlandsche marine diende. Wij achten ons, hoeveel sympathie wij ook voor den heer Brocx koesteren, ten eenenmale onbevoegd om te oordeelen tusschen hem en zijne tegenstanders. Maar ver dient zijn stelsel, zijn beleid veroordeeld te worden, niet de minister is de eenige schuldige, de Vertegenwoordiging is er evenzeer voor aansprakelijk. De oorlog met Atsjin heeft bij velen eene andere denkwijze omtrent de roeping en talrijkheid onzer vloot gevestigd, welke misschien zonder dien oorlog niet zou zijn ontstaan. Er worden eischen, zelfs hooge eischen gedaan, waaraan anders niet zou zijn gedacht geworden. Er komen leemten aan het licht, welker voorziening noodig is en ook door dezen minister zeker niet zou worden nagelaten. Dat er overigens op die leemten gelet, dat er over onze marine gesproken, dat de nood zakelijkheid gevoeld en erkend wordt om onze zeemacht ruimschoots in staat te stellen aan hare roeping te beant woorden is niet te betreuren, in dagen van vrede is men allicht geneigd om karig te zijn ten aanzien van zoo genaamde improductieve uitgaven, de zoodanige, waarvan de vruchten niet altijd voor de hand liggen. Wij beschouwen den heer Brocx als het zoenoffer van de onverschilligheid en nalatigheid der Vertegenwoordiging en natie in dit opzicht, gelijk Frankrijk den maarschalk Bazaine veroordeeld heeft, als offer voor de vernederingen welke dat Rijk door eigen schuld ondergaan heeft. De Spectator van heden noemt hem den vzondenbok voor Atsjin," n. 1. in het oog van hen die den oorlog tegen dien Staat geheel veroordeelen. [Levit. XVI 10, 22 strekt tot verklaring der teekening in dit weekblad]. De taak van den opvolger van den gewraakten minister is geene benijdbare of gemakkelijke. Het kleine Nederland staat als groote koloniale mogendheid op een geheel eigen aardig standpunt, en het hecht aan overleveringen, waar mede het eenigszins rekening wil houden. Het zeewezen heeft overigens, door de toepassing der stoomkracht en de pantstering der schepen, eene geheele herschepping onder gaan, waardoor de waarde der bodems uit een weinig verwijderd tijdperk belangrijk gereduceerd is, terwijl het vraagstuk over het meest geschikt materiëel voorden scheeps bouw nog geenszins opgelost kan genoemd worden en tot gedurige proefnemingen en veranderingen voert, welke de financiëele krachten van kleine Staten te boven gaan. Het beheer van den heer Brocx valt in dit tijdperk van overgang, iets wat bij hetgeen hij gedaan of gelaten heeft niet mag ver geten worden. Evenmin dat gedurende dat beheer eene vroeger nooit geziene prijsverhooging van alle artikelen heeft plaats gehad, tegenover de beschuldiging, als zou hij met meer beschikbare middelen minder dan vroeger hebben tot stand gebracht. Hij heeft 's lands gelden niet verkwist, zich zeiven niet Terrijkt. In 5 jaren zijn aangebouwd 1 ramschip, 5 monitors, 1 ge- pantserd vaartuig voor de rivieren en 2 stoomkanonneerbooten, terwijl in aanbouw zijn 2 monitors en, voor het auxiliair eskader, hel ramtorenschip Koning der Nederlanden, wordende een dergelijk in 1874 op stapel gezet. Dat jaar zullen 2, in 1875 4 stoom kanonneerbooten gebouwd worden. Het departement van koloniën zond gedurende het loopende jaar 4 nieuwe stoomschepen naar Indië en heeft er 7 in aanbouw. Bovendien deed het 10 stoom- barkassen bouwen. HELDER en NIEUWEDIEP, 16 December. Met 1 Jan. zal in dienst worden gesteld het dezer dagen alhier van Amsterdam aangekomen en aldaar gebouwd stoomschip Hydrograaf, bestemd voor de Hydrographische waarnemingen in onze. Oost-Indische bezittingen. De mailboot Holland, den 13 dezer te Aden aange komen, zou den volgenden dag de reis naar Batavia voort zetten. Alles wel. Een gedeelte der geborgen lading uit het gestrande stoomschip König Wilhelm I van New-York, wordt met het stoomschip Hecla en het restant met het stoomschip Olaf Trijgvesen van hier naar Bremen verzonden. Van 8 tot en met 13 dezer werden alhier ter afslag aangeboden: 20,000 schelvisschen, 40 lengen, 766 kabel- jaauwen, 600 roggen en vleeten, 250 tongen, 3 wigtjes schol, alsmede enkele tarbotten en steuren. De geheele besomming bedroeg f 10,000. De prijzen, welke in het begin enorm hoog waren, verflaautvden tegen het einde der week, uithoofde de groote aanvoer op de verschillende markten. Naar wij vernemen heeft jl. Zaturdag avond in Musis Sacruin eene bijeenkomst van 't bestuur der feestcommissie en afgevaardigden der plaatselijke vereenigingen plaats gehad. Niet minder dan 18 vereenigingen waren vertegen woordigd; allen toonden zich voorloopig bereid tot deel neming aan de feestviering in Mei 1874. Jl. Zondag was het voor de Hervormde gemeente te Huisduinen een gewigtige dag. Haar nieuwberoepen leeraar werd des voormiddags bij haar ingeleid door den consulent, ds. A. G. Pareau, predikant te Anna Paulowna, met eene rede naar aanleiding van Lucas IV vs. 19. Des namiddags aanvaardde ds. B. R. Damsté zijn leeraarsambt in deze gemeente, sprekende naar 1 Joh. I vs. 3. Aan 't einde dezer godsdienstoefening, die o. a. behalve door den bevestiger, door onderscheidene predikanten van den Helder werd bijgewoond, zong de gemeente haren leeraar toe de bede vervat in Psalm CXXXIV vs. 3. Uit eene mededeeling in de Wekker schijnt te volgen dat het plan om Z. M. den Koning de portretten van alle onderwijzers en onderwijzeressen aan te bieden, geen bijval vindt. Dit was wel te verwachten. Het Hoofdcomité van het Roode Kruis, te 's Hage, heeft weder een som van 10.000 gulden ter beschikking gesteld van het Bataviasche Comité, tot aanwending voor zieke en gewonde militairen in Indië. Het derde noordelijk zendingsfeest zal, naar men verneemt, weder in het Sterrenbosch te Assen plaats hebben, in Junij of Julij e. k. De gemeenteraad te Hoorn heeft uit zijn midden eene commissie benoemd, bestaande uit de heeren mr. W. C. J. de Vicq, J. Groot en J. A. Heule tot regeling der aldaar te houden feestviering ter gelegenheid van het 25jarig koningschap van Z. M. Willem IH. De arrondissements-regtbank (Kamer van burgerlijke zaken) te Amsterdam heeft bij vonnis van gisteren, over eenkomstig de conclusie van het openbaar ministerie, toe gewezen de door den burgemeester van Amsterdam tegen den heer Yictor Driessens, pachter van den Stadsschouw burg, ingestelde vordering en alzoo ontbonden verklaard de tusschen partijen op 27 Junij 11. gesloten pachtovereen komst, op grond van wanpraestatie des pachters en den laatste veroordeeld tot schadevergoeding deswege. De tweede algemeene jaarlijksche vergadering van het algemeen Nederlandsch Werklieden-verbond zal op 25 en 26 dezer te Amsterdam in het gebouw van den Werk mansbond worden gehouden. Onder de punten van behandeling komen o. a. voor het oprigten van een begrafenisfonds, het formeeren van een reserve- of weerstandskas, oprigting van een eigen orgaan of weekblad; het beleggen van het congres voor patroons in Nederland; versterking en verbinding der vakverbonden; het verkrijgen van eigen woningen; de invoering van het livrettenstelsel. Te Amsterdam is gisteren bij enkele inschrijving in het openbaar aanbesteedhet maken van de aardebaan met de spoorbaan, de kunst- en andere werken van den straatweg van Barneveld naar Voorthuizen tot aan de grens van de gemeenten Apeldoorn en Voorst. Laagste inschrij vers de heeren Joh. Arnsen en J. C. van Hattem, te Sliedrecht, voor 779,700. In de Ensch. Crt. deelt de heer W. J. D. van Itterson mede dat jonge varkens, met slagters-afval gevoed, meestal bevrijd blijven van varkensziekte. De opmerking is op de ervaring van een Noordhollandsch landbouwer gegrond. Te Leeuwarden is het de politie gelukt, jl Donderdag nacht een beruchten en voor de openbare veiligheid zeer gevaarlijken dief aan te houden, na het plegen van een diefstal van manufacturen, door middel van het opschuiven van een raam en inklimming in een winkelhuis op den Eewal aldaar. De verdachte was den 12 Januarij 1872, na eene detentie van vijftien jaren, uit het tuchthuis ont slagen, en had vroeger ook reeds twintig jaren in die ge vangenis doorgebragt. - In de instructie voor de politieagenten 3de kl. (nacht wachters) te Hadingen komt o. a. voor de navolgende bepaling „Op het wachtlokaal zal niet over godsdienstige geschil punten gesproken mogen worden." Dezer dagen, even na het uitgaan der school, geraakte te Waddinxveen een boerenwagen met 2 paarden bespannen aan het hollen. De kleinen konden zich niet spoedig genoeg bergen, 7 van hen werden deerlijk, sommigen gevaarlijk verwond, onder anderen hebben 3 gebroken armen en een vierde den schouder gebroken. Imposant, zegt het Vaderland, is de indruk, dien men ontvangt van het kolossale standbeeld van den gouverneur- generaal van Neêrlandsch Indië, Jan Pietersz. Coen, den stichter van Batavia, dat thans in de Kon. Nederl. fabriek van den heer J. M. van Kempen te Voorschoten ter ver zending naar Batavia gereed staat. Met de uitdrukking van onwrikbare wilskracht op het gelaat is Coen voorgesteld, staande op de puinhoopen van Jacatra, in de hand houdende het plan der stad Batavia, welke hij beveelt dat gesticht zal worden. De krachtige kop, gevolgd naar het authentiek portret, te Hoorn berustende, en de geheele manhafte vastberaden houding, geven volkomen het karakter terug dat uit dit beeld tot den toeschouwer moet spreken, en als zoodanig is de arbeid van den beeldhouwer Eugène de Plyn uit muntend geslaagd te noemen. Ook de détails dragen er zeer toe bij om aan het kloeke beeld een behagelijk aanzien te schenken, waartoe de teekenachtige kleedij van dien tijd, het Spaansch costuum, alle aanleiding heeft gegeven. Een in Honolulu wonende Duitscher geeft de vol gende beschrijving van een hof bal op de Sandwichs eilanden Onlangs hadden wij een hofbal in 't paleis van onzen Koning, Lunalilo I. Hij is een vriend van mij. Toen hij Kroonprins was leende hij 2 dollars van mij. 't Was, volgens zijn zeggen, slechts voor één dag. Een jaar later herinnerde hij zich zijn schuld. „O," zeide hij, „wacht maar tot ik Koning beu." Zijne kansen om het ooit zoo ver te brengen, stonden in die dagen alles behalve gunstig. Thans evenwel is hij Koning en ik heb hem stilzwijgend de 2 dollars geschonken. Het bal, dat Koning Lunalilo ter eere van den Engelschen admiraal gaf, was zeer vrolijk. De Koning was van alle aanwezigen het eerst dronken, toen werden het de muziekanten, daarna de gasten, ik zelf kreeg ook eenigszins de hoogte. Ik zag hoe een jong marine officier het zich met een Honolulusche schoone op den koninklijken troonzetel gemakkelijk maakte, terwijl de Koning en de Koningin Emma aan zijne voeten zaten. De Koning stond op, nam een trommel en wandelde onder het slaan van de taptoe de zaal op en neer. Daarna begonnen de muziekanten, die van het admiraalschip geleend waren, op Engelsche manier te boksen en te vechten en zelfs aan den admiraal gelukte het niet de orde onder hen te herstellen. De Koning amuseerde zich bij uitstek en was zeer in zijn schik, dat, niettegenstaande er zooveel drank was gebruikt, er nog overbleef. Of hij dien alleen verbruikte, weet ik niet, maar zeker is het dat hij gedurende veertien dagen na het bal niet nuchter is geweest. Aan den heer W. Brouwer, eervol ontslagen hoofdonderwijzer aan den Burg op Texel, is een pensioen verleend ten laste van den Staat van 487 's jaars. Tweede Kamer. Zitting van Maandag 15 December. De algemeene discussie over het budget van oorlog is bijna afgeloopen. De meeste sprekers zijn geneigd tot aanneming en zeer gunstig gestemd voor de hou ding en de plannen van den minister, die verklaard heeft dat de geheele regering met hem homogeen is, ook met betrekking der financieele kwestie. Sir Sarnuel Baker gaf jl. Maandag, in eene vergadering van 't Koninklijk Geographisch Genootschap, mondeling verslag van zijne expeditie in 't binnenland van Afrika bezuiden Egypte. Hij schetste de ontzettende moeijelijk- heden, door hem overwonnen, en de resultaten, door hem verkregen, 't Doen ophouden van den slavenhandel in 't stroomgebied des Nijls was, gelijk men weet, zijn hoofddoel; tevens beoogde hij 't vestigen van een ordelijk bewind in die streken, onder de souvereiniteit van den Khedive. Nog kan dat doel niet gezegd worden volkomen bereikt te zijn. Maar de eerste stappen er toe zijn gedaan militaire posten zijn gevestigd, waardoor eene handels route wordt opengehouden en beschermd; reeds zijn de inboorlingen er toe gebragt om een soort belasting te betalen; kortom, eene uitgebreide landstreek, vruchtbaar, schoon en wélbevolkt, maar tot heden in de uiterste barbaarschheid gedompeld, is feitelijk thans onderworpen aan de Egyptische regering, die er, als opvolger van Sir Samuel, een Engelschman als gouverneur over aangesteld heeft. Dit is de eerste vrucht van Baker's ijzeren vol harding en moed. 't Is te hopen, dat zij weldra door meerdere gevolgd zal worden, en dat de wakkere pionier der beschaving zich omtrent hare duurzaamheid geene illusiën zal blijken gevormd te hebben. De correspondent van de Times schrijft den 28 Nov. uit Philadelphia onder anderen het volgende: Dat de finantieële paniek voorbij is, blijkt uit de alge meene hervatting van den handel en de grootere ruimte van geld. In verschillende takken van handel en nijver heid zijn de zaken even uitgebreid en druk als zij gewoon lijk in dezen tijd des jaars zijn alle manufactuurfabrieken hebben het werk hervat, en van de stakingen der produc tie, welke eene maand of zes weken geleden waargenomen werd, is geen spoor meer te vinden. Ook de geldmarkt heeft een gunstiger aanzien, en de zaken worden daar gemakkelijker door. De verwikkelingen met Spanje hebben veel tot dien gunstigen keer bijgedragen; door de krijgs toerustingen is er namelijk veel arbeid noodig geworden, waaraan anders geene behoefte zou zijn, zoodat alle be drijven, die met den aanbouw of de uitrusting van schepen in verband staan, de handen vol hebben. Vele handels huizen, welke te midden der paniek hunne betalingen hadden geschorst, hebben accoord met hunne schuldeischers gemaakt en de zaken hervat. Met dat al heerscht er veel armoede en is de Amerikaansche handel in het algemeen nog in het geheel niet tot zijne gewone bedrijvigheid terug gekeerd; echter staan de zaken thans oneindig veel gunstiger dan zij zich eenige weken geleden lieten aanzien. Een weinig bekend feit is voorzeker 't noodlottig verband tusschen den Zaturdag-nacht en de sterfte van jonge kinderen. Te Londen werden verleden Zondag ochtend drie zuigelingen in bed door de moeders dood gevonden; zij waren door de arme vrouwen in den slaap verstikt. Dronkenschap was bij dien onnatuurlijk vasten slaap der moeder niet in het spel geweest; slechts over- groote vermoeidheid. Die arme zielen (want behoeftig waren ze alle drie) zijn, na de gansche week gesloofd te hebben, des Zaturdags avonds letterlijk uitgeput. Wierd, zegt de Echo, de Zondag als rustdag afgeschaft, zij zouden spoedig in den onafgebroken strijd des levens bezweken zijn. De Engelsche schilder Holman Hunt heeft een stuk tentoongesteld de Schaduw des Doods genaamd, voorstellende Jezus van Nazareth als timmerman, in zoodanige houding, dat zijne schaduw op den muur den vorm vertoont van een kruis. Deze schilderij, die dagelijks een groot aantal toe schouwers trekt, is door den kunstkooper Agnew van den schilder aangekocht voor de ongehoorde som van f126,000. De heer Agnew biedt 't op zijne beurt aan voor f 180,000. Te Liverpool is dezer dagen uit Canada een bevrozen koe in welstand aangekomen. Zooals men weet, doet men tegenwoordig pogingen, om het vee op plaatsen, waar het zeer goedkoop is, te doen bevriezen, in hokken, welke alk ijskelders zijn ingerigt, te vervoeren en het dan te ont- dooijen op plaatsen waar de slagersrekeningen hoog zijn. Men

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1873 | | pagina 2