N°. 154. Woensdag 24 December. 31 Jaargang. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Binnenland. HELDERSCHE EX MEIWERIEPER COURANT. „Wij huldigen het |oed«.' Veriehijnt Dinoudaq-, Donderdag- §n Zaturdag namiddag. Abonnwaeittpyjj* per kwartaal 1.80. franeo per post - 1.65. Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163. Priji der Advertsatiën Yu 14 regels 10 cent, elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden neer plaatsruimte berekend. VERTREKDAGEN DKR BRIEVENMAILS Naar Oost—lndii: via Triest 6 Jan. 's avonds 6 u. ,i/g Marseille 1 Jan., 's avonds 6 u. Brindisi 29 Dec., 's avonds 6 u. Curafao en Suriname, 1 Jan., 's morg. 6 u. Kaap de Goede Hoop, via Southampton: 3 Jan., morg. 6 n. HELDER en NIEUWEDIEP, 23 December. Blijkens ontvangen telegram van den generaal van Swieten, aangenomen te Penang 19 dezer, 's namiddags 4 u, 10 m., had de vijand de versterkingen aan het strand op den oostelijken oever van Atsjin thans verlaten, maar den strijd niet opgegeven. De expeditionaire troepen bevonden zich in moeijelijk terrein ongeveer als de Biesbosch, men zocht zuidwaarts op beter terrein te komen, maar had den doorgang nog niet gevonden. Bij de verkenningen waren 8 minderen en 2 officieren ligt gewond. Het telegram van Reuters Agentschap, dat volgens boven staand gouvernements-telegram gebleken is onjuist te zijn, luidt als volgt: „De Hollandsche troepen hebben de geheele knst links van de Atsjin-rivier met de moskee genomen. De troepen marcheren thans naar het zuiden, de togt door het land gaat moeijelijk; de Atsjinezen bieden veel tegenstand. Jl. Zaturdag middag kwam alhier binnen het Engelsche stoomschip Oriënt, met eene lading raapzaad van Stettin naar Leith bestemd. Genoemd schip had een zwaren storm doorgestaan, waardoor vqel schade aan tuig en schip werd veroorzaakt en de verschansingen insloegen enz. Drie der schepelingen werden door het slingeren van het schip min of meer ernstig gekwetst. Zoo had men vier dagen in dikke mist rondgedreven; de kapitein en de geheele ekwipage raakten uitgeput van vermoeijenis, en er begon gebrek aan steenkolen te komen. In dien toestand werd de Maasche vischlogger Presto, schipper Leendert Noordzij, Een brief aan de Nederlandsche jongens, De dezer dagen uitgekomen brief aan de Nederlandsche jongens van den heer G. Blijham te Groningen, vindt algemeen waar deering in de dagbladpers. Vooral de landbouwbladen hechten er hunne goedkeuring aan en zien in den heer Blijham een weispre kenden en krachtigen steun in den strijd tegen 't uitroeijen van voor den landbouw nuttige vogels. Zoo zegt de Zevenaarsche Ct. er het volgende van „De poging om zich op de jongens zeiven te beroepen tot wering van het zoo vaak betreurde, zoo dikwijls vruchteloos verboden kwaadhet uithalsn van vogelnestjes, was een uitstekend denk beeld. Er is uitvoering aan gegeven op grondige, voor elk vatbare en verstaanbare wijze. De brochure is met kennis en talent, vooral evenwel met zigt- bare voorliefde voor 't onderwerp geschreven. En wij twijfelen niet, of, zooals overal, zal ook hier het goede en de opregte liefde zegepralen; waarlijk goed zaad valt gemeenlijk in goede aarde! En goede harten hebben onze jongens ook wel, althans de meesten 't is hun verstand, dat behoefte had aan deze toespraak, aan dezen brief. De schatting van elk vogelnestje als men 't met vrede laat, wel te verstaan op minstens f 10 is reeds dadelijk alleraardigst. Van de vogels gaat de schrijver in een uitstap op de mollen, egels en later weer op de uilen, ooijevaar» en buizerdvalken over. En ofschoon wij de arme muizen beklagen, die toch krachtens hunne scheppingsaete ook regt van bestaan en regt van praktijk hebben het cijfer van 8000 muizen, jaarlijks door één buizerd gevangen, bewijst het; te veel is te veel. Tusschen de egels en buizerds in worden wij nog op een landbouwer van Ilauwerd ge wezen, die 4B000 muizen ving met muizenboren, terwijl hem 't hooi voor 20 koeijen van de dertig door muizensohade was vernield. Treffend vooral zijn de daarna opgesomde voorbeelden aangaande de snelle en ongelooflijke vermeerdering en voortteling der insecten. Van de insecten bevrijden ons de vogels, vooral de zangvogels. Nachtegalen, hofzangers, korenmeezen, ook de zwaluw, de vink (althans ten deele), de leeuwerik, het roodborstje leven uitsluitend schier van insecten in hun vrijen staat. De roodstaart werd door de oude Duitschers als heilig vereerd om zijne nuttig heid voor den landbouw. Specht, snip, kraai, raaf, ekster, spreeuw en de lieve muschjes, allen krijgen zij hunne beurt in 't welsprekend en waarlijk geleerd pleit en duidelijk wordt betoogd, hoe oneindig, hoe onberekenbaar veel grooter het nut is, dat ze door hun arbeid stichten dan de waarde der weinige graankorrels, waarvan zij leven. Hoe laag, gemeen, slecht en al wat maar leelijk is daarentegen door de menschen gehandeld wordt en ditmaal door de groote mensehen met hun strikken zetten, lijsteren, strepen, vinken ja weet ik het hoe al die satanskunsten meer heeten, zelfs met geweer, kruid en lood op hunne beste vriendjes en weldoeners los te gaan, die elk in zijn toon hen met vrolijke liefde en lust om liggen en voor het behoud van ons beste voedsel zorgen dat gepraaid, die aan boord ging en met den gezagvoerder overeenkwam om genoemd stoomschip voor 225 p. st. binnen te brengen. Ging het den bezoekers van het concert der Zweedsche dames als ons dan zijn voorzeker alle ruimschoots voldaan huiswaarts gekeerd. Het Zweedsche quartet en quintet toch toch is eene aller aangenaamste verschijning op zich zelf voor onze door muziekale talenten weinig bezochte gemeente. Afgaande op berigten van de dagbladen was onze ver wachting gespannen. Ze is niet teleurgesteld en reeds bij de intonatie van het eerste lied bespeurden wij dat we te doen hadden met zangeressen van een degelijk allooi, Hun gezang is rein en bezit die zoo gewenschte eenheid en zamenwerking welke in ensemble-stukken zoo gewenscht zijn. Wij mogen der commissie wel dank weten die zulk een gelukkige greep deed om ons een aangenamen avond op muziekaal gebied te verschaffen. Naar wij vernemen blijven de Zweedsche dames slechts korten tijd in Nederland. We hadden hen anders gaarne een spoedig tot wederzien toegeroepen Arno Bixio, de Garibaldiaan, die als vrijmaakt den Atsjineschen veldtogt mede maakt is overleden. Aangenomen het beroep naar de Waalsche gemeente te Leiden door ds. C. G. Chavannes pred. te Leeuwarden. Bedankt voor het beroep naar Harlingen door ds. W. Sijpkens, pred. te Elburg. Uit het huis van correctie te Hoorn wordt op den 2 Jan. e. k. ontslagen zekere S. A., geboren, volgens zijne opgaaf, te Amsterdam in het jaar 1795; hij is dus thans in zijn 79ste jaar. Van die 79 jaren heeft hij nagenoeg vijftig .in onderscheidene gevangenissen in ons land door- gebragt en zoover dit bekend is, altijd correctioneel. Gedu rende zijn verblijf in de gevangenissen heeft hij zich meestal voorbeeldig gedragen. Te Amsterdam werd gisteren aanbesteed; het maken van gebouwen en eenige andere werken voor het hulpstation aan den Oosterdoksdijk aldaar. Minste inschrijver de heer M. de Vries, voor f 57,100. Voor het prov. geregtshof in Zuidholland stonden jl. Vrijdag twee jeugdige personen teregt, die in den nacht van 24 op 25 Oct. jl., toen in de Raamstraat te Rotterdam wordt daarna zonneklaar in 't licht gesteld. Maar waar zouden wij eindigen? Wij hebben geen plaatsruimte over om op die wijze, zooals wij 't gaarne wenschen zouden, het geheele boekje door te gaan. Dit nog slechts voegen wij er bij, dat wij ons vereenigen met den hartelijken wensch, dat deze brief in ieders handen kome. Bij honderdduizenden behoort die te worden verspreid, op alle scholen (en er zijn vele) moet de brief aan onze Nederlandsche jongens als leesboek worden ingevoerd, bij geen landbouwer mag die ontbreken. Komt dan, landbouwers! al wie eer stelt in den naam van boer en daarbij bewijzen wil, dat hij een knappe boer is, een boer van verstand, wien het niet schemert voor de oogen; Prins Hendrik der Nederlanden, de beminde broeder van nwen vorst, de groote beschermer van landbouw en nijverheid en veeteelt en volksleven, hij heeft u een schitterend en navolgenswaardig voorbeeld gegeven, duizende exemplaren van ons kleine boekje heeft hg op zijne goe deren verspreid. Koopt, koopt dan allen den brief aan de Nederlandsche jongens door G. Blijham bij Wolters te Groningen netjes en met plaatjes in den tekst gedrukt en uitgegeven. Honderd zulke boekjes kosten maar 5 cent het stuk, bij 50 voor 6 cent, 25 voor 7f bet exem plaar. Een boekje kost u nagenoeg niemendal. En nu, dank den schrijver, heil den lezers, nut en voorspoed 't goede werk toegewenscht en Gods zegen kroone het al Ter verdere aanbeveling geven we hieronder eenige regelen uit den bedoelden brief, waarin de schrijver doet uitkomen het nut der vogels voor den landbouw. Toen de Franschen in 1725 Duitschland binnentrokken en hun wapengekletter en kanongebulder bijna overal deden hooren, waren de verschrikte en overal opgejaagde vogelen naar een stuk onzijdig of vrij grondgebied verhuisd. Toen boomen en tuingewassen nu in hun zomergewaad voor den dag kwamen, was er noch op de boomen, noch in de tuinen schadelijk gedierte. Dientengevolge was de oogst er in dat jaar zóó goed, als in geen jaar te voren. Wie nog mogt getwijfeld hebben aan bet nut der insecten-etende vogels, zal zekerlijk nu wel degelijk van dat nut ziju doordrongen, en we zijn er dus verzekerd van, dat gij allen als ge nl. tot nut van uwe medemenschen werkzaam wilt zijn, van nu af als ware beschermers van de vogels zult optreden. Hebt ge u immer schuldig gemaakt aan het nestjes uithalen, laat dit standvastig na en tracht ook anderen, desnoods met geweld, van hun misdadig voornemen af te brengen. Meer dan gij wel vermoedt, onthouden de vogels het hun aangedaan leed. Ge kunt er vast op aan, dat de nachtegaal in den volgenden zomer niet opnienw zich in uwen tuin gaat vestigen, als gij hem dezen zomer zijn nest hebt ontnomen. Waar de nachtegalen niet veilig zijn tegen de aanvallen van baldadige jongens, verminderen zij langzamerhand, en eindelijk zien we daar nog zoo nu en dan eene tjilpende musch of een voorbijgaanden spreeuw. „Het kwade blijft niet ongestraft." Ten slotte laten we hier nog volgen hetgeen de schrijver zegt ten gunste zijner beschermelingen. Hebt ge wel eens getracht u een denkbeeld te vormen van den brand was uitgebroken, een huis «tan de overzijde binnen traden en onder het uitroepen van brandbrandae bewoners wilden behulpzaam zijn in het bergen van goederen ep kostbaarheden. Den volgenden dag werden door de jpfr Vrouw die zij geholpen Hadden onderscheidene gouden en andere voorwerpen gemist en door don bewoner ,van eene andere kamer in hetzelfde huis een zilveren borologie. Het gestolene werd gedeeltelijk te Schiedam verdocht en gedeeltelijk (bij de arrestatie yan een hunner, den. 2den beschuldigde, gevonden. In den nacht van 26 qp 27 Oct, werd de 1ste beschuldigde in de Molensteeg door de politie aangehouden, toen hij van een persoon, die nief geheel nuchter was, weder diens horologie had ontvreemd. De eerste beschuldigde ontkende zoowel aan den diefstal bij gelegenheid van den brand als aan dien van het zilveren hqrologie van den man'op de straat schuldig te zijn, (joch de tweede beschuldigde erkende het hem ten laste gelegde te hebben gepleegd. Adv.-gen. mr. van Maanen hield beider schuld voor voldoende gestaafd en rekwjreerde eene veroordeeling tot gevangenisstraf van drie maanden tot vijf jaren. De verdediger mr. Prins wees het Hof op ver zachtende omstandigheden en verzocht de toepassing van eene ligte straf. Het Hof deed nog dien dag Uitspraak. Het sprak de beschuldigden vrij van den diefstal bij gele genheid van den brand te zamen en in vereeniging te hebben gepleegd, doch het veroordeelde den eersten bescb. tot vier en den tweeden tot twee jaren gevangenisstraf. In de Kamer van Koophandel te Rotterdam is dezer dagen behandeld een brief van den heer Salomonson over de Meekrap. Daarin wordt gewezen op proeven, die o. a. te Avignon zijn genomen, om door betere bewerking van den grond de teelt van dat artikel te verbeteren en daar door de prijzen te verminderen, zoodat het de concurrentie met andere kleurstoffen kan volhouden. De Kamer besloot de stukken te zenden aan landbouw-commissiën, die bij de meekrap belang hebben. De heer Offers merkte nog op, dat de zaak van de meekrap hopeloos staat, omdat het onmogelijk is geworden aan de Alizarin's kleurstoffen het hoofd te bieden, zoodat de meekrap-fabrieken beter zouden doen door Alizarin-fabrieken te worden. angst, waaraan een vogel ter prooi is op het oogenblik, dat men hem zijn nest en daarmede het dierbaarste wat hij bezit, ontneemt? Angstig piepend vliegt hij onrustig en vol vrees heen ep \ycder, de kleine oogjes gerigt op den belager. Waarljjk jongens, als ge er slechts iets van gevoelt, hoe uwe moeder u bemint, zoo is 't u eene onmogelijkheid, hier de oudervreugde in het kleine nestje te verstoren. Ziet eens boe grootere dieren hunne jongen tot den laatsten ademtogt verdedigen en inerkt eens op, welk eene ver andering er in het karakter van de hen heeft plaats gegrepen, zoodra zij kiekentjes heeft. Zij zal voor de meest booze kat of den diksten roofvogel niet op de vlugt gaan, integendeel: zij vliegt ze aan en tracht hare jongen uit de klaauwen van die wreedaards te redden. Als een voorbeeld van sterke liefde, deelen wij u het volgende mede: Twee ooijevaars hadden een nest met jongen op een boerenerf. Plotseling geraakt het huis in braad, en het nest, dat onmiddelijk in de nabijheid der schuur zich bevond, was weldra niet meer veilig. Nog een poosje, en de staak, waarop het was gebouwd, vatte vuur. De vlam naderde meer en meer de jongen, en ieder volgend oogenblik kon hun laatste zgn. Daar komen pijlsnel de ouden opdagen, en zonder dralen vliegen ze op hef vnur in, om hunne jongen te redden, doch boeten die liefde met den dood. Een jager verhaalt het volgende: Terwijl ik in het bosch op zekeren morgen toevallig naar een ouden boom keek, zag ik een kwikstaart gedurig rupsen brengen aan een' vogel, die in eene holte van den boom gevangen zat. Ik maakte het gat in den boom wgder en ontdekte dat het een koekoek was, ieer waarschijnlijk door den kwikstaart uitgebroed en die door het zakken van het nest verhinderd werd uit te vliegen. Twee zwaluwen vlogen onder angstig gepiep gedurig om de deur van een' landman en zochten op alle mogelijke wijzen de aandacht der vrouw te trekken, die daar werkende was. Deze ziet toevallig op en bemerkt, dat een zwaluwnestje door het los hangen eener plank ieder oogenblik naar beneden dreigt te vallen. De jongen werden uit hunne gevaarlijke stelling verlost, en oogen- blikkelijk hield het angstig piepen en fladderen der ouden op. Niet alleen lokken wij de vogels door ze met rust te laten, ook kunstmiddelen zgn met uitstekend gevolg aangewend, om de velden en hoven met vogels te bevolken. Vooral op plaatsen, waar de boomen nog zeer jong zijn, moet men door liet ophangen van kleine potjes of bakjes deze dieren tot nestelen uitlokken. Ook de aankweeking van sommige planten, van de zonnebloem b.v., kan hiertoe zeer dienstig zijn. In 't bijzonder zijn de schoonge kleurde meezen liefhebbers van de vruchtjes dezer plant. Hoe kouder en ongestadiger het weder wordt, des te meer naderen de vogels de woonplaatsen der menschen. Zij hurken in de sneeuw en vliegen naauwelijks op, als er gevaar nadert. Geen wonder! Waar toch zullen zij voedsel vinden, als alles met een dikke sneeuw laag bedekt is? Hebt in dezen tijd medelijden met de arme dieren en strooit ze zaadkorrelen of broodkruimeltjesgjj verrigt hiermede een Gode welgevallig werk.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1873 | | pagina 1