Benoemingen, enz. Frankrijk. Duitschland. Amerika. Burgerlijke Stand. Gemeente Helder. Burgerlijke Stand. Gemeente Texel. SCHAGER MARKT van HEDEN. f in Friesland als in Groningen in den laatsten tijd op onderscheidene plaatsen ziekten en sterfgevallen onder de paarden zijn voorgekomen, die den schijn hadden van besmettelijk te zijn en door besmetting zich voort te planten, maar bij onderzoek van deskundigen gebleken zijn het gevolg te wezen van beschimmeld voeder. De aard der ziektege vallen, hun beloop ën'vobral het onderzoek van het stroo en ander voeder maakten de beslissing niet moeijelijk. 't Zal dus zaak zijn, dat de landbouwers goed toezien en desnoods met een loupe onderzoek doen naar hét al óf niet aanwezig zijn van woekerplantjes in of op het voeder. Te Maastricht is eene pleglige lijkdienst gehouden voor den voor Atsjin gesneuvelden 1ste luit. A L. Schoenmaekers. Vier 1ste luits. van het garnizoen, dat geheel tot bijwoning was uitgenoodigd, droegen de slippen van het lijkkleed. Over ons haar, zegt dr. J. Sasse in de Huisvrouw o. a. „Algemeen hoort men altijd verzekeren, dat het met zorg onderhouden hoofdhaar een sieraad van den mensch, maar inzonderheid van de vrouwen is. Ik zou bijna lust gevoelen, tegen deze voor waarheid aangenomen stelling in verzet te komen, wanneer ik zoovele vrouwen en meisjes zie, die zich schamen over het bezit van eigen haartooi en hare toevlugt nemen tot het dragen van valsch haar, 't welk dikwijls niet eens haar, maar geprepareerde wol of andere plantaardige afval is. Zulke vrouwen en meisjes nu, die het eigen hoofdhaar verachten en zich tooijen met dat, 't welk ons uit de 'gasthuizen en gevangenissen gele verd wordt, beleedigen zich zei ven en bedriegen anderen, daar zij het willen dóen voorkomen, dat de valsche vlechten en krullen, die zij op weelderige wijze aan het hoofd gebonden hebben, van eigen, echte haren gevlochten en opgemaakt zijn. Opzijn zachtst genomen heb ik mede-i lijden met zoovelen, die zich ter wille van de grillen der mode moedwillig van het schoonste sieraad berooven, en het is mij altijd onbegrijpelijk voorgekomen, dat men het er als 't ware op toelegt, om het schoonste haar zoo spoedig mogelijk te doen uitvallen en te vernietigen, óm, in plaats van weelderig haar, slechts kale plekken of weinig zieke lijke haren te dragen/' Dr. Sasse geeft daarna verschil lende raadgevingen voor het behandelen van het hoofdhaar, waarvan reinheid de grondtoon is. Twee leeuwen in den zoölogischen tuin te Berlijn zijn overleden, de derde ligt nog gevaarlijk ziek, zoo ook een tijger. Zij hebben vleesch gegeten van een aan typhus overleden paard. De exemplaren waren zeer zeldzaam. Op het jagtveld van den Duitschen graaf Chamaré heeft men dezer dagen een volkomen zwarte haas geschoten, die alleen op den rug een paar bruine haartjes had. Het zeldzame dier zal in het zoölogisch museum der universiteit te Breslau een plaats vinden. Men vermoedt, dat het een rouwhaas is en dat hij voorbarig zijn smart betuigt over de sterfte, welke onder de hazen zal worden aangerigt, wanneer het wetsontwerp Idzerda- Grata ma-Kerkwijk tot stand komt. (Arnh. Grt.) De Chineesche regering heeft 140. kinderen, tot de beste Chineesche familiën behoorende/ uitgèkozén om ze ter voltooijirig hunner studiën naar dé Vereenigdê Staten te zenden. Zestig hunner zijn1 reeds daar aangekomen. Döor dén minister van Financiën is benoemd tot lid der com missie voor de herziening der betastbare opbrengst der gebouwde eigendommen in de controle der diréete belastingen Helder, de heer S. Braaksma. Benoemd zijntot heemraden van het ambacht van Westfriesland, genaamd Drechterland, van wege de Zuiderkogge de heer D. Stam, en van wege de Westerkogge de heer C. Spaans Pz.tot heem raden van het ambacht van Westfriesland, genaamd de Vier Noor derkoggen, van wege de Medembh'kker Kogge de heer G. Smit, en van wege.de Hoogwouderkogge de heer A. Bakker; tot dam- meester van den Zeedijk, genaamd den Nieuwendam, te'Katwoüde, de heer P. C. Man; tot hoogheemraad van Rijnland de heer A. van Lennep. B u ite n I a n d. Iu het Casino, te Brussel zoo meldt men van daar, is thans te zien en te hoorèn de Parijsche komiek Victor, die de gelaatstrekken van de beroemdste personen van onzen tijd voorstelt: Bazaine, Napoleon III, Jules Favre, onzen stad- genooten 'Anspart en Bochart, enz., difileren op deze wijze voorde oogen van het publiek; Vicitór grimeert zich, maakt gebaren en spreekt in elke rol zoo natuurlijk dat men verbaasd hem aanstaart. Onder de personen in zijne galerij bevonden zich ook de Duitsche Keizer en Prins Bismarek en hun had men een alles behalve gepaste taal in den mond gelegd. Hebben de Duitsche gezant of de Pruisische inwoners van Brussel zich hierovèr beklaagd Ik weet het niet, maar'wel weet ik dat de directeur van het Casino ontboden is geworden bij den burgemeester, die hem zeide „Laat mij zién zooveel gij wilt, maar houd de souvereinen en de vreemde ministers er buiten." Wilhelm I en Bismarek zijn dien ten gevolge verdwenen. Het Fransche gouvernement heeft twee mededeelingen ontvangen van von Bismarek waarin de opheffing vandeUni vers gevraagd wordt,(het blad is reeds geschorst) wegens een artikel, waarin Duitschland beleedigd en tot het vermoorden van den Duitschen Keizer en zijn eersten minister wordt aangespoord. Met eene meerderheid van 43 stemmen is het wetsont werp op de benoemingder maires door de Nationale Ver gadering aangenomen. Volgens het Journal de Havre zijn in 1873 149,500,000 ponden sigaren van Havana uitgevoerd. In de ,St. John's kapel in Renrose-street, een der voornaamste gedeelten van Londen, had onlangs een zonder linge meeting plaats. Alleen vrouwelijke personen, die bewijzen konden, dat zij. minstens eenmaal wegens diefstal waren veroordeeld geworden, hadden toegang, ongeveer 200 vrouwen van eiken leeftijd, van 18 tot misschien 60 of 70 jaren, waren daar aanwezig, het grootste gedeelte met zuige lingen in de armen. Nadat aan de diefeggen een maaltijd bestaande uit thee met brood en koeken was toegediend, werd een psalm gezongen, waarna de overste Beresford,|lid van het Parlement voor het kiesdistrict der hoofdstad Southwark, een korte rede hield tot de aanwezigen. Toen trad Ned "VVright op, een bekeerde dief een bokser, en hield, naar aanleiding van Hoofdstuk yil van het Evangelie van Lucas,een aandoenlijke preek. Hij begon met als zijn voornemen aan te kondigen, dat hij zou trachten een som van 2500 p. st. te krijgen voor den aanbouw van een ruim kerkgebouw in de nabijheid, en velen der aanwezige vrouwen beloofden hem trouwe kerkgangsters te zullen zijn. Toen ging hij zich verdiepen in zijn vroeger leven en in delver- verandering daarin ten gevolge van zijn bekeering, en sprak „Mijn vrouw plagt steeds met een blaauw oog, en dikwijls met twee, in de buurt rond te wandelen. Ik heb haar van daag meêgebragt omze ulieden te toonen. Sta op, mijn dierbare!" Een net gekleede vrouw stond op en lachte. „Heden ging de spreker voort is zij een gelukkige vrouw; zij was slechter gekleed dan een onder ulieden hier en ik herinner mij, dat ik aan mijn Ouden broek minstens een dozijn lappen had." Na vermelding van meerdere gevallen van bekeerde dieven en boksers, vermaande Ned Wright zijn hoorderessen zich op, haar verlosser te verlaten. Snikken en tranen maakteB hem het spreken moeilijk, zoodat hij telkens, moest ophouden. Het zingen.van een psalm maakte een einde aan de meeting, waarna onder de gezamen lijke aanwezigen brood en bussen met Australisch vleesch werden verdeeld. Sir Garnet Wolseley heeft in een dagorder aan de troepen die naar Coomassie zullen optrekken, voor hun ontscheping, de volgende voorschriften gegeven. Op den togt moeten zij nooit blootshoofds zijn, noch op rustplaatsen de schaduw zoeken, geen ongefiltreerd water drinken en 'verhevenheden van den grond tot hun slaapplaatsen kiezen. Het tooneel van den krijg zou een groot bosch wezen met reusachtige boomen en digt kreupelhout, aan gene zijde der Prah, en daar het voor een enkel officier onmogelijk is grootere troepenmassa's te commanderen, dient de taktische eenheid zoo goed mogelijk bewaard te blijven en moeten de verschillende sectiën zich onder geenerlei omstandigheid verstrooijen. Een boschgevecht heeft toch veel overeen komst met een strijd in de schemering, waarbij men spoedig de naastbij zijnde gelederen uit het oog verliest. De taktiek der Ashantijnen is onder alle omstandigheden dezelfde; namelijk om achter den vijand, door kleine gevechten over een lange linie, om te trekken.' Een Engelsch soldaat met zijn achterlaadgeweer weegt echter tegen twintig Ashantijnen op, want, afgezien van hun slechte beWaper.ing met vüursteengeweren, hebben zij, evenals alle Afrikaansche stammen, een bijgeloovige vrees voor den blanken man en wanneer zij dan ook krachtig iwerden aangevallen, trokken zij steeds onmiddelijk terug. „Dé Engelsché soldaten en mótrozen" aldus besluit de proclamatie „zijn gewoon in alle werelddeelen onder de ongunstigste omstandigheden te vechten. Ik behoef hen dan ook niet te herinhërèn, dat zij, wanneer zij zich aan gene zijde der Prah van alle kanten van horden hui lende vijanden omringd zien,.zich moeten verlaten op de oude Britsche onversaagdheid en tucht. Soldaten en matrozen, denkt er aan, dat de zwarte man een blinde vrees voor u koestert. Weest moedig, vuurt laag, langzaam en treft goed en hoe talrijker onze vijanden zijn, des te grooter zal hun verlies, des te glansrijker onze roem wezen. Jl. Zaturdag bemerkten eenige voorbijgangers des nachts om 2 uur licht in de Jeruzalemskerk te Berlijn. Men begreep terstond, dat hier diefstal plaats had, en de politie van het naburige station werd' gewaarschuwd, en wat men aan nachtwachts vond gerekwireerd. Men begon in alle stilte al de uitgangen van het gebouw te bezetten en toen aan de deur te rammelen. Deze was echter van binnen gesloten en men hoorde duidelijk de nachtelijke kerk bezoekers met elkander spreken en nu en dan onrustig heen en weer loopen. Een der heeren, die waren blijven staan om de dieven te zien, klom nu over het hek, en blijkbaar een goed gymnasticus, gelukte het hem naar een venster te klimmen en een blik in de kerk te werpen. Naauwelijks echter had hij zijn hoofd tegen het glas aan gedrukt, of hij ontving een zoo geweldigen slag tegen 't aangezigt, dat hij bloedend achterover viel. Nu ontstond onder de inmiddels aangegroeide menigte een ware storm. De deur werd gerameid en in den hollen nacht klonk hetIn naam der wet, open de deur, de politie eischt het, alle uitgangen zijn bezet! Toen werd de hoofd deur geopend, en in plaats van de verwachte roovers kwamen een bejaarde kerkedienaar en zijne dochter te voorschijn, die belast waren vóór de verwarmingstoestellen te zorgen. Door het rammelen aan de deur verschrikt begrepen zij, .dat roovers in de kérk wilden dringen en toen nu ëen gedaante voor het venster verscheen, had dé kerkeknecht in zijn wanhoop een bank gegrepen en daarmede den roover een geduchten slag toegebragt. Onder een luid gelach ging na deze opheldering ieder zijns weegs; de politie niet weinig teleurgesteld, dat zij een vangst gemist had. De Siamesche tweelingbroeders Chang en Eng zijn teNew- York overleden; de een stierf twee uren vroeger dan de ander. In Cincinnati heeft zich eene vereeniging gevormd met het doel uitheemsche vogels te acclimateren, die zich door schoonen zang onderscheiden, of bijzonder nuttig zijn voor den land- en tuinbouw. Deze vereeniging heeft ver leden voorjaar reeds 5000 dollars besteed voor de invoering van vijftien vogelsoorten, en zij blijkt met de acclimatie van den Europeschen leeuwerik reeds geslaagd te zijn. Dit voorjaar zal zij het met de mees beproeven, omdat deze vogel als zoo bijzonder nuttig tot verdelging van vele schadelijke insecten beschouwd wordt. Opgave van af Dingsdag middag tot Donderdag middag. ONDERTROUWD en GETROUWD: Geene. BEVALLEN: S. Hofland, geb. de Vries, (Z.). E. Hillen, geb, de Reus, (Z J. van Twuijver, geb. Meijes, (D.). OVERLEDEN: M. Fooij, circa 10 jaren. H. R. Collet, 3 maanden. C. T. Riemers, 7 jaren. Van 14 tot 21 Januarij 1874. ONDERTROUWD en GETROUWD: Geene. GEBOREN Jan, zoon van Maarten Teunis Zegel en Trijntje Bakker. Jncob Pieter, zoon van Jan Bisschop en Frouwljc Daalder. Fokeltje, dochter van Abraham Lagcrveld en Autje Vlaming. Hendrik, zoon van Marinus Bakker en Jannetje van der Linde. OVERLEDEN: Christiaan Hendrik Ponger, 14 jaren, zoon van Klaas Ponger en wijlen Neeltje Flens. Biem Dekker, 68 jaren, gehuwd met Cornelisje Visser. Simou Dijt, 20 maanden, zoon van Jacob Dijt en Naatje Huisman. Gradus Scholten, 62 jaren, weduwnaar van Grietje Bogaard. Weerkundige Waarnemingen te Helder (Landskeet) p cS ►-» 1 Windrigting en Kracht. Barometer mm. Thermometer C. Vochtigh. procent. 1 Toestand van de zee. Stand. Afw. Stand. Afw. 21 22 22 12 8 12 zwtw. 6k. zw. 0.6, zzw. 1.2„ 764.14!+ 3.79 772.21+11.88 77S.24fl2.91 7.4 6.4 6.2 4.3 f 4.0 f 2.1 0.86 0.98 1.00 weingolv Vlak. Weersgesteldheid: 21 Jan. 12 u. Helder, beneveld, schoon. 22 Jan. 8 u. Helder, beneveld, mooi. 22 Jan. 12 u. Dikke natte mist. LATËBE HKIIIUTKV. Uit de achtereenvolgens bij het departement van Kolo niën uit Oost-Indië ontvangen regerings-telegrammen blijkt, dat gedurende de tweede expeditie tegen Atsjin zijn gewond geworden de volgende hoofd- en andere officieren Bij de verkenning op 25 of 26 Dec. tot onderzoek, hoe de kraton kon worden aangevallen en de zeer ernstige gevechten bij de groote versterkte kampong (zie het buiten gewoon bijvoegsel tot de Staatscourant van 31 Dec.), de kol.-comra. der 2de brigade Wiggers van Kerchem (ligt, aan het been), de luit. Kroesen ernstig, en de 1ste luits. von Massow, Eichholtz, van den Blijk, Schweys en de off. van gez. van Hardenbergh, allen ligt. Bij het zeer ernstige gevecht tot opsporing der voor den kraton gelegen vlakte, op 26 Dec. (zie hetzelfde bijvoegsel), de majoor van Lith, de kapt. Nix en de luits. Hirschman, Wilken en Koot (laatstgen. gedetacheerd), allen ligt. Bij de inneming der moskee (Missigit) op 6 Jan. (zie het buitengew. bijvoegsel van 11/12 Jan.) de kol. de Roy van Zuydewijn, die, van de reserve-brigade te Padang opgeroepen, in de plaats van den gewonden kol. Wiggers van Kerchem, als comm. der 2de brigade was opgetreden, ligt, aan de kuit; de kapt. der inf. von Maiintz, Visser, van Lier; de luit. der inf. Popelier (van het 14 bat.) en de luits. der inf. Meuleman, Hulstkamp (laatstgen. gede tacheerd) en Hemmes; de kapt. der art. Schneither en de off. van gez. de Wilde, allen ligt; en de luit. der inf. Comfurius, ernstig. Bij het voortgaande versterken der moskee (Missigit) zie Staatscourant van 15 Jan. de kapt. der inf. Soetens, de luit. der inf., gedetacheerd bij de genie, Booms en de luit. der art. Broese van Groenou, allen ligt. Voorts is nog gebleken, dat bij de affaire tegen Pedir (zie het buitengewone bijvoegsel van 19 Jan.) verwond werd de adelb. Schuilenburg. Onder de verschillende personen en zaken, die bij de landing (zoo meldt men o. a. aan de Dr. Crt.) de aan dacht trokken, was een Atsjinees, die zijn geweer loste op een officier, boven op een der heuveltjes. Deze laatste bleef ongedeerd, zwaaide even met zijn sabel, drukte zijn revolver af, en de Atsjinees kwam tot aan de voeten der debarkeerenden van den heuvel afrollen. De kogel was hem onder het oog ingedrongen. Groot was overigens de tegenstand niet, want dddr hadden de Atsjinezen ons volstrekt niet gewacht, 't Was trouwens ook li uur stoomens van de plaats voor de rivier, waar wij 5 maanden lang ten anker hadden gelegen. De stoombarkassen waren van zeer veel nut. Meermalen hadden die barkassen rissen van 20 geladen sloepen op sleper. Tegen den avond keer den de sloepen naar het landings-eskader terug. Reeds dien eersten dag hadden wij een paar krijgsgevangenen. Aan het strand onder de struiken werden door de onzen twee gewonde Atsjinezen gevonden, in wie bij nader onder zoek nog leven bleek te zijn. Een paar soldaten waren met zware koortsen teruggekeerd, en vriend en vijand werd met de ambulancesloep naar het ziekenschip gesleept. Het vuur der 8 schepen bleek zeer vernielend te zijn geweest. De Zeeland deed o. a. van 9 tot en met 13, dat is in 5 dagen, 1015 schoten voornamelijk met volle kogels a 30 pond, gewone granaten a 20 cM. en puntgranaten a 16 cM. Aan de overige oorlogschepen waren verschil lende punten op de kust als station aangewezen. Benoemd tot hoogleeraar in de geneeskunde aan het Atheneum te Amsterdam dr. B. J. Stokvis. PER TELEGRAAF. Paarden Ossen Stieren Gelde-Koeijen - Kalf-Koeijen Vaarzen Hokkelingen Nucht.Kalveren - Vette Rammen - Schapen Lammeren f Bokken&Geiten - a MagereVarkens - a Biggen - a Kippen c. a Eenden - s Boter per kop - a Kaas per K.G. - a Kip-Eijeren per 100 - a Eend-Eijeren - a

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1874 | | pagina 3