1874. N°. 11. Zondag 25 Januarij. 32 Jaargang. Uitgever A. A. BAKKER Cz. NUMMERING VAN HUIZEN. Vaststelling der 284ste Staats-Loterij. BER16TEN BETREFFENDE DEN OORLOG MET ATSJE B i n n e n 1 a n d. HELDERSCHE EN NIEUWEDIEPER COURANT. „Wij huldigen het goede." Varackijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zatuidag namiddag. A.kon*emeiitiprija per kwartaal1.80. franco per poit - 1.65. Buren: MOLENPLEIN, N°. 163. Prij» der Advertemtilu V«* 11 regelt 10 eest, ilke regel meer IK cent. Groote lettert of vignetten worden nenr plutirnimte berekend. VERTREKDAGEN DER BRIEVENMAILS Naar Oott-lndii: via Triêst 3 Febr. 'b avonds 6 u. tra Marseille 29 Jan., 's avonds 6 n. Brindm 26 Jan., 's avonds 6 n. t Curagao en Suriname, 1 Febr., 's morg. 6 u. t Kaap d* Goede Hoop, via Southampton: 3 Febr., morg. 6 n. De BUBGEMEESTEB der gemeente HELDEB, gelet hebbende dat op vele huizen het wijknummer en de letter zijn uitgewiseht of onbruikbaar gemaakt, acht het noodig in herinnering te brengen, het bepaalde bij het 2de lid van art. 1 der Verordening op het bouwen, luidende aldus: „Het uitwisselt en of onleesbaar maken van het wijknummer of de wijkletter wordt gestraft met eene boete van f 3." Ter voorkoming van het toepassen dezer straf, worden de eigenaars tan huizen, waarop het nummer en de letter rijn uitgewiseht of onleesbaar gemaakt, aangemaand om te zorgen, dat vóór den 16 Februarij a. s. in dat gebrek is voorzien. Helder, De Burgemeester voornoemd, den 23 Jannarij 1874. STAKMAN B03SE. Het GEMEENTEBESTUUR van den HELDEB brengt ter open bare kennis, dat door Z. Exo. den Minister van Financiën, by resolutie van den 31 December 1873, no. 158, afdeeling Begistratie en Domeinen, krachtens de daartoe door den Koning verleende uagtiging, is vastgesteld de 284ste Staats-Loterij, bestaande nit 20,000 Loten, 10,000 Prijzen en 2 Premiën, overeenkomstig het plan, aan die resolutie gehecht. Beide stnkken, geplaatst in de Staatscourant, zijn voor belang stellenden ter Secretarie der gemeente ter lezing nedergelegd. Het Gemeentebestuur voornoemd, Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester. 23 Januarij 1874. L. VEBHEY, Secretaris. Het volgende telegram, Donderdag avond te laat ont vangen om er nog bekendheid aan te kunnen geven, heb ben wij eenigzins verkort, in den vroegen morgen vyn den volgenden dag onder onze abonnés in de gemeente verspreid: Een regerings-telegram dd. 18 Jan., aangeboden te Penang den 21sten, behelst het volgende: De diamanten van Grootmoeder. {Vervolg.) Toen Max den volgenden dag zijn bezoek op „La Ferme d'oeil ging herhalen was hij alleen. Hartig had ronduit geweigerd hem voor de tweede maal gezelschap te honden naar het „dangerous castte," zooals hij zich uitdrukte. Evenzoo Sontheim en Merwig. Zij bespotten hem slechts; Hartig had des morgens in den tuin van het koffiehuis genoeg, van wat er den vorigen dag gebeurd was, verteld, om hun voldoende stof tot allerlei spot ternijen te geven. Max hoorde dat alles met de grootste bedaard heid aan en besloot alleen te gaan, slechts door zijn oppasser vergezeld, aan wien Hartig toch nog zijn paard leende. Het was dien dag slecht weer, des nachts was er regen gevallen, nu was het weêr helder geworden, maar in het breede Maasdal, dat Max op zijn weg van een hoogte af kon overzien, hingen zware regenwolken. Ook op het voorhoofd van onzen ruiter lag heden een donkere wolk, en in de uitdrukking zijner gelaatstrekken lagen sombere gedachten, die een strijd met zich zeiven, een eens genomen besluit aanduidden. Hy scheen niet te bemerken, hoe langzaam zijn paard voortstapte. Op „La Ferme d'oeil" was men door het droevige en regenachtige weer niet geheel en al op het bezoek van den Duitschen officier voorbereid. Deze vond, toen hy aldaar was aangekomen de beide dames in den salon. Valentine was zeer ijverig met schrijven bezig, Miss Ellen zat aan een andere tafel over rekeningen en schrijfboeken gebogen. Het scheen dat Miss Ellen, evenals zy de honneurs aan tafel waarnam, ook de huishouding bestuurde. Mijn heer d'Aveion was naar de smederijen te Butrai gegaan, om daar een bestelling te doen. Max vernam in den loop van het gesprek, dat de smederijen van de groote Ijzerfabriek te Butrai tot het gebied van Givres behoorde en dat bet gebied van Givres het eigendom der moeder van Gaston de Bibeaupierre was. „Zjjt gy zoo begeerig het orakel van het oude Druïden, meer te ondervragen?" vraagde Valentine, Max te gemoet tredende en hem als een oud bekende de hand reikende. „Wij vreesden, dat het weêr u terug zou houden. Zy zag er, terwijl zy dit zeide, buitengewoon schoon en inne mend uit, het scheen, dat het schrijven hare wangen booger dan gewoonlijk gekleurd had en er lag, toen zij Max te gemoet trad, een zekere beschroomdheid in haar wezen, die haar dubbel bevallig maakte. Het uitstrekken van de hand was een gevolg van deze beschroomdheid, dat haar een verwonderden, maar door haar niet waargenomen blik van Miss Ellen op den hals haalde. „Het is eenmaal slecht weer, dat ons allen in uw Frankrijk en mjj in het bijzonder in nw Ferme heeft gebracht" antwoordde Na den 13 dezer is niets belangrijks te melden dan een vijandelijke aanval op de hoofdstelling. De vijand drong op een nog niet geheel verschanst punt door, den klewang in de ruist en doodde 1 officier en 5 minderen, terwijl 11 zwaar gewond werden. De vijand werd teruggedreven, 44 dooden achterlatende. Door het vuren uit den kraton waren de luit. Hulsteyn ligt gekwetst, 1 soldaat gedood en 7 gewond. Wegens de hardnekkigheid van den vijand was men verpligt de hoofdstelling goed verdedigbaar te makpn, ten einde met vertrouwen daarbuiten te kunnen opereren; daarbij noopte de regen om de verblijfplaats der onzen goed bewoonbaar te houden. Hiertoe zoowel als tot het opdoen van terreinkennis diende het staken der vijandelijk heden, want de kraton was door ondoordringbaar gewas nog aan het oog onttrokken. Om den val van den kraton zeker te maken, moet hij berend worden. Te dien einde was de tweede helft der reserve-brigade vhn Padang ont boden. Deze zal ook later noodig zijn voor de onderwer ping van XXV en XXVI Moekim, want de bevolking is meer dan de Sultan (die geen gezag heeft) tbt voortzetting van den oorlog geneigd. Overigens zijn toestand van oorlog en gezondheid gunstig, l8te luit G. A. Baaymakers. HELDER en NIEUWEDIEP, 24 Januarij. Het état-major van Zr. Ms. transportschip Java, welke bodem bij gunstige gelegenheid Maandag a. s. naar de Kaap de Goede Hoop zal vertrekken, is zamengesteld als volgt: A. J. van Mansvelt, kapt.-luit. ter zee, komm. W. J. Adams, luit. ter zee lste kl., lBte off.jhr. J. C. L. von Schmidt auf Altenstadt, C. Vreede, J. H. Mijer en W. A. Buijtendijk, Inits. ter zee 2de kl.L. Adriani, J. H. Calmeijer, P. T. M. van Leeuwen, F. C. Granpré Molière, F. van den Berg, H. P. Netscher, O. H. Kuyck, J. D. Heijning, W. P. A. M. Kluit, jhr. J. A. G. van der Staal, C. F. de Ruijter de Wildt, R. Betz en H. Rudolph, adelb. lste kl.H. C. Steenbergen, off. van gez. lste kl.; J. H. C. ten Hove, off. v. adm. lste kl.; J. F. de Meester en H. A. Engeringh, scheepsklerken. Genoemde bodem vertrok heden morgen naar de reede. In de op jl. Woensdag avond gehouden godsdienst oefening in de Nieuwe kerk werd door ds. Bron aan de gemeente medegedeeld het afsterven van ds. Ledeboer, rustend predikant van deze gemeente, er werd een woord ter nagedachtenis aan den overledene gewijd. Max schertsend en Tan daag vooral veel te slecht om van de dames te vorderen een wandeling te maken over een voehtigen bodem, misschien wel over weiden en door bossehen dat had ik moeten bedenken." „O neen' hervatte Valentine „wij zijn volkomen bereid...." „Het is toch beter, dat wij nog even wachten» zeide Miss Ellen „ik vrees dat de donkere wolk, die daar juist komt aan drijven, ons regen zal brengen." „Zooals gij wilt, Ellen! Om ons den tijd te verkorten kunnen wij ondertusschen in plaats van oude Gallische, het Duitsehe orakel ondervragen," voegde Valentine er bij op een toon van vroolyke spotternij, terwijl zij op een stoel wees. „Maak ik dan op u den indruk als van een orakel antwoordde Max, zitten gaande. „Alle mannen doen dat minder of meer, wanneer zij ons arme vrouwen het een of ander leeren.» „Toch zeker wel alleen die, welke meenen vrouwen iets te kun nen leeren; ik behoor zeker niet tot hen, maar tot die gene, die gelooven, dat wij het „beste" van de vrouwen moeten leeren." „En wat is dat beste? Te behagen?" „O neen, het is alleen de Fransche lichtzinnigheid, die maakt, dat gy daaraan het eerst denkt. Mjjn Duitsehe ernst antwoordt) te kunnen lyden." „Dat noemt gy het beste?" „Het is ten minste bet noodzakelijkste in het leven. „L'art de vivre, c'est savoir sonffrir» heeft een uwer sehryvers gezegd.» „En leeren de mannen dat sleehts van de vronwen?" „Ja, al wenden de vrouwen ook bij dit onderricht dikwijls een zeer eenvoudige methode san.... dezelfde methode waarop jonge zwanen, eenden enz. leeren zwemmen. Zy worden door demoeder eenvoudig in het water geworpen." Valentine lachte. „Dat heeft behoefte aan nadere verklaring," zeide zy. „Ligt die niet voor de hand? Een meisje ontmoet ons en wekt een hartstocht in ons op, het lijden is daar, en w|j moeten om daarin te zwemmen, in dit element verder kunnen leven. Meenen wij het niet te kunnen, wanen wy te moeten ondergaan, wat helpt het, geen God staat ons bij, wij moeten het kunnen, en zoo leeren wy het dan ook.» „En kunnen er zeer geestig over praten," antwoordde Valentine een weinig spottend. „Maar gij moogt niet vergeten, dat wy vronwen van de mannen veel leeren, en wel ten eerste hunne geestige woorden te wantrouwen.» Max antwoordde daarop en zoo werd het gesprek levendig voort gezet, deels over ernstige, deels over vroolyke onderwerpen, terwyi het de beide jonge lieden op een bijzondere manier boeide en Gisteren avond werd in het lokaal Tivoli alhier eene buitengewone Nutsvergadering gehouden, waarin de heer D. Dekker als spreker optrad. Spreker schetste de viering van een kersfeest in de woning van een meergegoede en van een arme, deed uitkomen hoezeer de een den ander vaak behoef? en tot steun en hulp kan wezen en geleidde zijne hoorders ten slotte in 't vertrek van den behoeftige, waar door liefderijke hand een kersboom opgerigt en door weldoen vreugde bereid was aan armen en rijken. De eerste bijdrage werd geleverd door den heer W. van Twisk in de voordragt van: Het Wiel van Heusden, dichtstuk van Mr. W. Bilderdijk. De heer J. Rinner ver vulde de tweede bijdrage in de voordragt van: de Alk- maarsche wees. Voor zoover bekend is, zijn in de week van 11 tot en met 17 dezer 15 runderen in de provincie Noordholland uithoofde van longziekte onteigend en afgemaakt, nl. 3 te Bloemendaal, 2 te Heemstede en 10 te Sloten. De heer A. F. van der Scheer, beroepen predikant te Callantsoog, zal Zondag den 1 Febr. zijn intrede houden. Bedankt voor het beroep naar Harlingen, door ds. E. H. van Leeuwen, pred. te Vlaardingen en ds. P. Bartstra, pred, te Klundert. Door den gemeenteraad van Alkmaar is jl. Woensdag, op een jaarwedde van f 350 tot waagmeester benoemd de heer W. de Weerth, ingezeten dier gemeente en tot president-waagmeester, op eene jaarwedde van f 400 de heer C. G. Bolten, tot dusver waagmeester. In de stoompellerij de Unie te Wormerveer heeft een 17jarige knaap het ongeluk gehad tusschea de machine te geraken en verbrijzeld te worden. Uit Hoorn is aan de Tweede Kamer der Staten- Generaal opgezonden een verklaring van adhaesie aan het adres van de besturen der Vereenigingen tot bescherming van Dieren te 's Gravenhage en Amsterdam, tot bekoming van een algemeene wet tegen het mishandelen van dieren. Dat stuk is geteekend door 51 ingezetenen. Gisteren morgen is te Amsterdam aan een lantaarn paal op de Prinsengracht een kruijer opgehangen gevonden. Het licht was uitgedraaid. De Vereeniging van burgemeesters en secretarissen van Noordholland heeft in zijn jl. Donderdag te Amsterdam gehouden vergadering besloten, aan de commissie van burgemeesters voor het koningsgeschenk te berigten, dat zij zich volstrekt niet kan vereenigen met het denkbeeld om dit geschenk te doen bestaan nit een voorwerp in goud of zilver. Dit besluit werd met algemeene stemmen genomen. opwekte, totdat hunne wangen gloeiden en de betoovering, die in deze hen electriseerende gedachtenwisseling soheen te liggen, de reden, waarom Max aldaar gekomen was, geheel en al had doen vergeten. De wandeling naar de grot van de jonkvrouw kon nu ook niet meer plaats hebben, want 'het begon zachtjes te regenen. Eenigen tijd later hoorde men het rollen van een wagen. „Vader!" zeide Valentine opspringende en zij verliet de kamer om hem te gemoet te gaan. „Het zal mijnheer d'Avelon en Valentine's verloofde, mijnheer Gaston de Bibeaupierre z|jn," zeide Miss Ellen, die tot nu toe gezwegen had en zich schijnbaar met hare rekeningen bezig hou dende, dé jongelieden bestendig bespied had en nu bij het woord „verloofde" een doordringende blik op Max wierp. Zij had de voldoening te zien, dat Max bjj dit veelbeteekenende woord van kleur wisselde. „Is mijnheer Gaston de Bibeaupierre mejufvrouw Valentine's verloofde?» vraagde hij op zulk een onverschilligen toon als hem mogelijk was. „Zoo ongeveer," antwoordde de Miss., „eigenlijk zyn zy reeds als kinderen verloofd, door de omstandigheden reeds, door den aard der zaken zou men kunnen zeggen. Gaston zal de bezittingen by Givres erven, zoodra zyn moeder, aan wie ze toebe- hooren, sterft; la Ferme d'oeil grenst onmiddelyk daaraan en mijnheer d'Avelon heeft geene andere kinderen..." «Oh 1" zeide Max, „welk een uitstekende party; en de harten zyn even zoo nabij elkander als de wedsrzydsche bezittingen?" „Hoe zouden tij niet, daar ze bijna te zanten zijn opgegroeid en omdat zij niet alleen hun eigen geluk daardoor vestigen, maar ook dat hunner ouders; mynheer d'Avelon verlangt dez» verhindtenis evenzeer als mevrouw de Bibeaupierre." „Maar," vraagde Max, „waarom noemt gij hen dan ongeveer verloofden „Omdat, antwoordde Miss Ellen met eenige aarzeling, „Valentine de gril heeft, zich eerst, als zij meerderjarig en dus geheel vry is, met iemand te willen verlooven." Max beet zich op de lippen en Miss Ellen had tot hare verdere voldoening kunnen waarnemen, dat zjjn voorhoofd bewolkt werd, als hare opmerkzaamheid niet door het binnentreden van mynheer d'Avelon, Gaston de Bibeaupierre en Valentine afgeleid was ge worden. Mynheer d'Avelon verwelkomde zijn gast met dezelfde hartelijk heid, als waarmede hij gister afscheid van hem genomen had. Gaston maakte een zeer stijve en afgemeten buiging tegen hem, in Valentine's uiterlijk kon men een zekere verlegenheid of mis moedigheid opmerken. Max bemerkte, terwijl by met den huisheer sprak, dat Gaston haar zacht eenige woorden toefluisterde en dat

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1874 | | pagina 1