Buitenland. ADVERTENTIE N. Benoemingen, enz. Engeland. 283ste STAATSLOTERIJ. VIJFDE KLASSE. Burgerlijke Stand. Gemeente Helder. Marine-Haven Nieuwerliep. Eerst later leerde men het gevaar kennen, dat hij had geloopen, toen hij. zelf mededeelde wat hem bij zijn afdalen wedervaren was. De koord van caoutchouc, waaraan hij bevestigd was, was gebroken en had zich tusschen zijn beenen verward, waardoor hij in zijn vrijheid van beweging belemmerd werd. Dat oogenblik was voor hem vreeselijk, want zijne juiste toestand niet kennende, geloofde hij tus schen waterplanten verward te zijn. Het gelukte hem echter zich uit dat elastiek los te werken en toen steeg hij naar boven, met achterlating van een zijner sandalen. In weerwil van de gevaren aan dusdanigen sprong ver bonden, is Balleni verre van ontmoedigd. Hij stelt zich voor zijne exercitiën voort te zetten om de vreemdelingen te lokken. De aristocratische bewoners van Clinton-House bragten hem een warme ovatie toen hij op den Canadaschen bodem terugkeerde. Het stroomde „greenbaks,, in zijn rijtuig. Maar hoeveel dollars zijn onderneming hem moge opleveren, het moet een gering loon wezen voor de schrikbarende gevaren, die hij loopt, om zijn leven op te offeren ten ver- make van het publiek." Wat een denkbeeld moet men krijgen van een man, die een dergelijk waagstuk kiest om zijn brood te verdienen en uit welke bestanddeelen moet een publiek bestaan, dat zich met zulke waagstukken amuseert? Met ingang van 1 Febr. a, s. is aan mr. J. Spekham Duyvis, op zijn verzoek eervol ontslag verleend als burgemeester der ge meente Koog aan de Zaan, en tof burgemeester dier gemeente benoemd mr. F. W. Smit. Tot belooning van hun schitterend gedrag bij de krijgsver- rigtingen op 25 Dec. 1873, bij gelegenheid der tegenwoordige expeditie in Atsjin, zijn benoemd tot ridder 4de kl. van d.e Mili taire Willems-Ordede adjudnnt-onderofficier-vaandeldrager E. C. 0. von Bredow; de sergeant-majoor J. Bach; en de Amboinesche sergeant L. Latoema-ina. De minister van Koloniën, in verband met de bij hem inkomende aanvragen om inlichtingen aangaande krijgslieden van de expeditie tegen Atsjin, ook nadat hun sneuvelen, overlijden of hunne ver wonding is publiek gemaakt, brengt ter keunis van het algemeen Dat alle te dien aanzien bij het Departement van Koloniën ontvangen berigten en bijzonderheden door middel van de Neder- landsehe Staatscourant worden openbaar gemaakt, de namen der gesneuvelden of overledenen evenwel eerst na voorafgaande mede- deeling aan hunne naaste betrekkingen, voor zoover deze hier te lande kunnen worden opgespoord. En dat mitsdien aanvragen om meerdere bijzonderheden zonder eenige vrucht worden ingediend. Voorts wordt opgemerkt, dat het Indisch bestuur, evenals bij de eerste expeditie plaats vond, bereids langs telegrafischen weg is uitgenoodigd, om van alle bij de expeditie gesneuvelde overledenen - en gewonden, zoo spoedig mogelijk opgave te doen per mail. Na ontvangst zullen ook die opgaven zonder verwijl ter kennis van het algemeen worden gebragt. De minister van Binnenlandsche Zaken heeft den 16 dezer tot de commissarissen des Konings in de provinciën eene circulaire gerigt, bevattende: beschouwingen over den stand der longziekte onder het rundvee, aanwijzing van de vermoedelijke oorzaak der besmetting in de provinciën Noord- en Zuidholland, alsmede raad gevingen over hetgeen met gunstigen uitslag tot bestrijding der ziekte zou kunnen leiden. Aan bedoelde circulaire is het volgende ontleend „De stand van de longziekte onder het rundvee is in Holland en Utrecht, vroeger brandpunten der ziekte, zeer gunstigin de overige provinciën komt zij niet of zelden meer voor, behalve in Friesland, waar zij in de laatste weken eene belangrijke uitbreiding heeft verkregen. Deze staat van zaken was voorzien. De ontdekking dat Holland en Utrecht telkens besmet werden door Fransch vee, waaraan op het oogenblik van het vervoer of op de markt nog geene teekenen der ziekte te bespeuren waren, heeft geleid tot de vaststelling van het Koninkl. besluit van 3 Oct. 1873 (Stbl. no. 135,) waarbij o. a. uitvoer van rundvee uit aangewezen besmette kringen verboden is. Het gevolg van dit verbod doet zieh thans reeds gevoelen in sterke vermindering van het aantal ziektegevallen in Holland en Utrecht, die hoofdzakelijk in de kringen voorkomen, waarop bovenvermeld besluit is toegepast en in belangrijke toe name der ziektegevallen in de stallen van Friesland, ook daar voornamelijk in de besmet verklaarde kringen, maar toch ook her haaldelijk daar buiten. Tot ongerustheid behoeft deze toestand geene aanleiding te geven. Met volharding zullen de maatregelen, die elders met zoo gun stigen uitslag aangewend zijn, ook in Friesland bij voortduring worden toegepast. Een tweede districts-veearts is in die provincie tijdelijk aangesteld; al het in de besmette kringen door de opzig- ters opgeschreven vee wordt wekelijks onderzocht, zoodat het ont staan der ziekte spoedig ontdekt wordt en de onteigening spoedig geschiedt. Toeh blijft Friesland een gevaarlijk brandpunt van besmetting voor de overige provinciën, indien de veehouders Friesch vee aankoopen. Konden zij gedurende een half jaarwelligt korter of langer, naar gelang van den loop dien de ziekte daar verder nemen zal zich onthouden van het aankoopen van Friesch yee, dan zouden zij niet alleen voor zich zeiven het gevaar van belangrijke verliezen door de longziekte afwenden, maar ook mede werken tot de veiligheid van den rijken Nederlandschen veestapel. Al geschiedt de aankoop buiten de kringen, waaruit de uitvoer verboden is; geeft dit toch geene zekerheid dat het aangekochte vee; niet reeds de kiemen der ziekte bij zich draagt. Herhaaldelijk toch komen buiten die kringen gevallen voor onder vee, dat waar schijnlijk in de weide besmet is geworden. Volstrekte onthouding van: aankoop van Friesch vee, zoo dit eenigzins mogelijk is, behoort dua aan: alle veehouders buiten Friesland met den meesten aandrang te. worden aangeraden." De premier, de heer Gladstone, heeft H. M. de Koningin aangeraden, het Parlement te ontbinden. H. M. heeft hierin toegestemd, en de verkiezingen zullen onverwijld plaats hebben. Het nieuwe Parlement zal den 5 Maart aanstaande bijeenkomen. Jl. Vrijdag werd te St. Petersburg voltrokken het huwe lijk tusschen Prins Alfred Ernst Albert, tweede zoon van Koningin Victoria, hertog van Edinburgh, hertog van Saksen, enz. enz., geboren 6 Aug. 1844, en groothertogin Maria Alexandrowna, eenige dochter van Keizer Alexander II, geboren 17 Oct. 1853. De plegtigheden werden verrigt stipt zooals zij bij het programma bepaald waren. De inze gening van den echt geschiedde volgens de gebruiken der orthodox-Grièksche on volgens die der Anglikaansche kerk. Van een tot vier ure duurde de plegtige handeling, en ten 5 ure begon in het winterpaleis het diner, waar toasten werden uitgebragt, insgelijks volgens programma; 's avonds ten 9 ure werd in de stad een algemeene illu minatie ontstoken; het Britsche gezantschapshötel schitterde door zijne prachtige versiering. In den loop van den avond werd het feest met een bal ten hove besloten. De straten waren volgepropt met wandelaars en op de pleinen en andere plaatsen der stad waren de muziekkorpsen onvermoeid aan den arbeid. Alle mogelijke bijzonderheden omtrent dit huwelijk werden aan de Times uit Petersburg getelegrapheerd. Zelfs het gebed door den deken Stanley gehouden na de inzegening. Onmiddelijk op dit telegraphisch gebed volgt de beschrijving van den salon en de slaapkamer van het paleis, waar de hertog en de hertogin drie wittebroodsdagen gaan slijten. In het paleis van Zarskoe-Selo zal het paar drie dagen vertoeven, voordat het met de keizerlijke familie naar Moskou gaat. Het salon van de hertogin heeft een goud en grijs behangsel en de meubelen en gordijnen zijn blaauw. Op de tafel staat een groote vaas met lelietjes van dalen, enz., enz. De titels der Engelsche boeken, welke gereed liggen, om den Prins en de Prinses, zoo ze gedurende die dagen eens lezen willen, worden medegedeeld. De slaapkamer, zoo zegt het telegram, is gemeubileerd in het groen, grijs en rose. Een psyche staat in de kamer van welke de spiegel omlijst is met grijs porselein. De toilettafel prijkt met een spiegel, welke met kant is omlijst. Het zeer lage ledekant staat in een alcoof, welke door zware gordijnen kan worden afgesloten, enz., enz. Wij sparen onzen lezers de rest dezer bijzonderheden, zegt het Handelsblad en besluit aldus: Dat de Times hare kolommen openstelt voor dit schaamtelooze soort van ver- slaggeven, is te betreuren. Door welke gruwelijke onbe scheidenheid wordt een ongelukkige bruid vervolgd, enkel omdat ze de dochter van een magtigen Keizer is. Bijzon derheden, die Gustave Droz liefheeft, doch die gewone burgerlieden plegen geheim te houden, worden getelegra pheerd als zaken van het hoogste belang. De Prins en Prinses mogen wel eens achter de psyche en in de bad kuip kijken, of niet bijgeval een half dozijn verslaggevers zich in de kamer verstopt heeft. Voor den bergoorlog heeft men in Engeland bijzonder gescbut, dat door muilezels gedragen moet worden. In den Ashantijnschen oorlog werd dat voor het eerst gebruikt. Bij het beproeven van dat geschut wilde een officier eens proberen, of men niet het geschut op den rug van een ezel kon afvuren. Daardoor zou veel tijd bespaard kunnen worden. De proef vangt aan. De ezel wordt met den staart naar een schijf gezet, maar of hij lont geroken had, of wel om andere redenen, begint hij plotseling te draaijen. Schrik en ontsteltenis waren algemeen. De een liep weg, de ander wierp zich op den grond, een derde greep den ezel bij den kop en draaide met hem rond, maar bleef gevrijwaard om op 't noodlottig oogenblik voor den staart van den ezel te staan, van welken kant dood en verderf dreigden. De angstige spanning duurde natuurlijk slechts zoolang als de lont noodig had om te verbranden. Den officieren scheen het echter wel eene eeuwigheid. Gelukkig ging het schot af, toen de ezel te midden van zijne caprioles naar een hoop timmerhout gerigt stond, waarin de kogel bleef steken. Indien men, zegt een correspondent van de Times, van de litteratuur mag beweren, dat ieder volk die letter kunde heeft, welke het verdient te hebben, dan moet men al een zeer slechten indruk van het Fransche volk ver krijgen. Onder het keizerrijk had de litteratuur een slechten weg ingeslagen. De zucht naar ver gedreven weelde was algemeen geworden en de litteratuur had zich naar de publieke opinie gevoegd. Slechts enkelen waagden het tegen den stroom op te roeijen. Maar de meesten luister den naar de luim van den grooten hoop. Iedere rang in de maatschappij had zijn afzonderlijke letterkunde, eene letterkunde naar zijn zin. Het peil der litteratuur daalde en het getal der auteurs klom. Sinds onzedelijkheid en bederf het eerste vereischte geworden waren, had ieder copiïst, zoo al geen kennis zijner moedertaal, dan toch talent genoeg om auteur te worden. Dit bederf ging uit de boeken in de dagbladen over en van het dagblad tot het tooneel. In plaats van den roman, die betrekkelijk nog koud had gelaten, kwam de bekoring van het deco ratief, de schitterende verlichting en de verleiding in een actrice beligchaamd. Met groot talent was Dumas op dien weg voorgegaan. En wie hem, met minder talenten, op dien weg volgden, namen hun toevlugt tot de kunst van de modiste en den dameskleedermaker. Van toen af aan zochten de actrices door haar toiletten succes te behalen. Van het tooneel kwam het toilet in de wereld. De dames gingen zich kleeden als de actrices.... Men hoopte dat de oorlog en de droevige gevolgen van dien daarin eene verandering brengen zouden; doch het was te vergeefs gehoopt. Steeds daalt het peil der littera tuur. Hoe zeldzaam is het een „geleerde" te vinden, die in zijn werk zelfs de grootste vreugde vindtOnder de helden dezer tooneellitteratuur staat Sardou bovenaan. Toi letten, zoo heet het hoofdbestanddeel, waaruit hij de stukken zamenstelt, die wij hier niet noemen zullen. Van kwaad ging hij tot erger. Eerst dankte hij zijn succes aan stukken, waarin te veel toilet was, thans schijnt hij te willen ein digen met stukken, waarin men de dames kan verwijten, dat zij veel te weinig toilet hebben. Ook Dumas schijnt dien weg te zullen opgaan. Gelijk wij zeiden, de hoofd oorzaak hiervan is, dat het publiek de wet stelt. En het 5ubliek wil wel geamuseerd, maar niet bezedepreekt worden, 'rouwens het is ook vrij wat gemakkelijker over het publiek te heerschen door zijne ondeugden te vleijen, dan het daarvan te verlossen. Zeventiende ttjsC: "Nö. 10777" prijs" /"150Ö" e'ü premiën van f 30,000 en 3000. Opgave van af Zaturdag middag tot Dingsdag middag. ONDERTROUWD en GETROUWD: Geene. BEVALLEN: G. Borst, geb. Bakker, (Z.). J. Roemer, geb. van der Meer, (D.). H. C. Disper, geb. Kiene, (D.). M. Chalmers Hoynek van Papendreeht, geb. Visser, (Z). G. Marehandt, geb. Keijser, (Z.). B. Hott'man, geb. Keijzer, (D.). OVERLEDEN: S. Kruiff, 53 jaren. J. G. Bosman, 13 dagen. Zeilklaar liggende en vertrokken Schepen Groote Vaart. Aankomst. Vertrek. Schip. Gezagvoerder. Bestemming. 28 Oct. 25 Jan. Koophandel. J.E.Visser. Amerika.l 6 Jan. 20 Jan. Oastor. H. llaack. Middell. Zee. 25 Jan. City of Bangor. C.F.H.Menges. Amerika. Binnengekomen Koopvaardijschepen Groote Vaart. Binnenk. Schip. Gezagvoerder. Cargadoor. Herkomst. 25 Jan. Gladstone. J. Laughton. ZurMülilenStCo. Taganrog. 26 EasternQueen. W. Cook. Cheribon. 26 Ant.Hendr.Carol. M.Hoedemaker. Duink.&Goedk.Suriname. 26 Oceaan. W. Cramer. ZurMühlenStCo. Batavia. 27 Stad Dockum. J. P. Jurrjens. DuinkerSiGoedk. Pangooi laatst van Kaapstad. Binnengekomen Schepen bestemd hunne lading in de Buiten- of Binnenhaven te lossen. Schip. Gezagvoerder. Herkomst. Lading. Cargadoor. Lizzie. O. Olsen. Amble. Steenk. C. Berghuijs. KoningderNederlanden.M.C.Braat.Batavia viaSuez. Stukg.deV ries&Co. Soderhamn. H.IJ.Visser. Maulmain laatst v.Kaapstad.Hout.Amons&Co. Lincolnshire.S.Aiston.Neweastle.ökanonst.v.d.Marine. ZurMühlenStCo. Weerkundige Waarnemingen te Helder (Landskeet) S a d V h. Windrigting en Kracht. Barometer mm. Thermometer C. Vochtigh.1 procent. J Toestand van de zee. •n Stand. Afw. Stand. Afw. 25 12 nwtn. 1.8k. 773.08 fl2.8L 4.0 f 0.7 0.70 weingolv 26 12 zw. 20, 767.62 t 7.87 6.8 f 3.4 0.88 hol in zee 27 8 nw. 13„ 768.11 t 7.88 6.4 f 4.6 0.79 Golvend 27 12 nw. 14„ 769.78 f 9.95 6.5 f 3D 0.78 Weersgesteldheid: 25 Jan. 12 u. Losbew., winderig, buijig. 26 Jan. 12 u. Digtbew., wind. 27 Jan. 8 u. Bewolkt, helder, winderig. 27 Jan. 12 u. Bewolkt, helder, winderig. LATEBE BEBIBTES. Een telegrafisch berlgt uit Aden meldt, dat de heer Idvingetone aan dissenterie overleden la. Zijn gebalsemd lijk zal vervoerd worden naar Zanzibar en van daar naar Engeland. Zr. Ms. transportschip Java, komm. kapt. luit. ter zee Mansvelt, is heden middag vertrokken naar de Kaap de Goede Hoop. Van het Amstels bier- en koffijhuis van den heer Caarls alhier wappert, ter eere van de overwinning der onzen, heden de vaderlandsche driekleur. Te Rotterdam heeft de ontvangst van 't telegram, 't berigt inhoudende dat de kraton der Atsjinezen is inge nomen, gisteren eene groote mate van geestdrift verwekt. Van de openbare gebouwen werden vlaggen uitgestoken en langs de straten werd het heugelijk nieuws als het ware uitgegalmd. Onderscheidene straten waren met een digten volksdrom vervuld, kleine vuurwerken werden afgestoken, vaderlandsche liederen werden aangeheven. In één 'woord 't was een regte feestavond. Men verzekert dat van wege de Sociëteit Amicitia een felicitatie-telegram aan generaal van Swieten is overgeseind. Ook in 's Hage heerschte gisteren namiddag een groote opgewektheid en vrengde. Vlaggen wapperden en vele hooggeplaatste personen kwamen den minister van Koloniën gelukwenschen. In den Kon. Franschen schouwburg heeft het orchest fanfares aan, gevolgd door 't Wilhelmus en 't Volkslied. Algemeen was ook daar de geestdrift. Gepraaid: 27 Dec. kaap Aden, W. 3/m. afstand: Zr. Ms. stoomschip Deli, van hier naar Atsjin. De minister van Binnenl. Zaken heeft ter algemeene kennis gebragt, dat, volgens bij hem ingekomen ambtsbe- rigten, in de week van 18 tot 24 Jan. jl. aan Aziatische cholera zijn overleden: te Gouda 3 personen; te Utrecht 7; totaal in het rijk 10 personen. Tot voorzitter, burgelijk lid en hunne plaatsvervangers in het 3de militiedistrict van Noordholland zijn voor de ligting der Nationale militie van 1874 benoemd: Tot voor zitter A. Maclaine Pont, lid der Prov. Staten; tot .zijn plaatsvervanger W. Bos, id.; tot lid P. A. van der Drift, lid van den gemeenteraad van Alkmaar; tot zijn plaats vervanger J. G. A. Verhoeff, id. Bedankt voor het beroep naar Hem door ds. L. Overman, pred. te Spijkenisse. Te Rotterdam is gisteren aanbesteed het bouwen van een nieuw bureau voor de N. Rott. Crt. Minste inschrijver tyas de heer Roepman voor f 126,658. -• ltjjarlge Ecbtvereeniftng VAN ANDRIES WILLEM BRUNING' JOHANNA ESBACH. Nieuuediep, 29 Januarij 1874. Uit naam der Familie. Allen die iets te vorderen hebben ian, K^of verschuldigd zijn aan de nalatenschap van wijlen den Zeer Eerw. Heer JOANNES STEPHANUS VAN BUCHEM, Pastoor te Helder en aldaar overleden, worden verzocht binnen eene maand daarvan OPGAVE te doen ten kantore van den ïfotaris J. w. HATTINGA RAVEN, te Helder,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1874 | | pagina 3