Benoeming-en, enz. Buitenland. Frankrijk. Een der eerste onder onze soldaten in Atsjin, die de Nederlandsche vlag op den kraton plantte, is C. de Rooy, uit Wijk bij Duurstede afkomstig en vroeger zouaafjin liet Pauselijk leger. De Rooy heeft zijn moed met het verlies van een zijner armen moeten bekoopen. (N. Rott. Crt.) Prins Frederik en Prins Alexander hebben ingeteekend op D. Dekker's „Ontwikkelingsgeschiedenis en beschrijving der gemeente Helder," uitgegeven door Berkhout en Comp., alhier. Volgens De Standaard is professor Chantepie de la Saussaye, te Groningen, onlangs door eene beroerte getroffen. Zijn toestand is, volgens de laatste berigten bijna hopeloos. Bedankt voor het beroep naar Oosterland op Wie- ringen door den heer W. J. Pijzei, pred. te Loenen. Drietal te Amsterdam Dr. Ph. J. Hoedemaker, te Rotterdam, ds. E. A. G. van Hoogenhuyze, te Steenwijk; en ds. J. G. Knotnerus A.Mzn. te Dordrecht. Men schrijft ons van Texel, dd. 13 dezer: „Door de rederijkerskamer „Leering en Genoegen" is, bij de voorstelling ten voordeele van de wed. P. Visser, bijeengebragt de som van f 198.50. Af voor onvermijdelijke onkosten - 9.45. Totaal f 189.05. Marken was een veertien dagen geleden vol ontzet ting. Een Markerin die te Purmerend diende, stal daar een bankje van f 40, dat zij voor een muntje van f' 10 scheen aangezien te hebben. De politie die haar verdacht, nam haar onder handen, maar kon bij onderzoek niets vinden, totdat men haar de kousen liet uittrekken, waar ze veel op tegen had. Het bleek toen dat zij het bankje tusschen de lakensche zolen van een kous had ingenaaid. De meid stond op het punt te trouwen, maar toen deze diefstal aan het licht kwam, zag haar aanstaande van haar af. Ze heeft toen in wanhoop de koppen van lucifers van verscheidene doosjes ingeslikt, waardoor ze natuurlijk zeer 1 ziek werd en daarom naar Marken zou worden overgebragt. Zij bereikte echter dit eiland niet, maar stierf op het schip, dat haar moest overbrengen. Door den raad der gemeente Zijpe is besloten, dat de kermis aan de Schagerbrug, invallende op den eersten Zondag der maand Julij, aan te vangen in dit jaar, voortaan zal worden gehouden op den derden Zondag van de maand Augustus en den daarop volgenden Maandag en Dingsdag, en verder de paardenmarkt op den zooeven genoemden Maandag. De leden van den gemeenteraad van Bovenkarspel zullen eene inzameling houden voor het koningsgeschenk. Van feestvieren hoort men hier en in de geheele streek nog niets. In het vorig jaar werd door den hoofdonderwijzer P. Fransen Jz. met behulp van het te Bovenkarspel bestaande Leesgezelschap eene kinderbiblioteek opgerigt. Langzamerhand nam de deelneming van oud en jong, aanzienlijk en gering zoodanig toe, dat die kinderbiblio theek thans ook volksbibliotheek is. In eene vergadering, jl. Woensdag avond gehouden, werd door den heer Fransen verslag uitgebragt. Daaruit bleek dat in den tijd van 11 maanden door hem waren afgegeven 2183 boekdeelen aan 149 lezers, verdeeld over 94 huisgezinnen. Voorwaar een zeer gunstig resultaat! Te Uitgeest is jl. Dingsdag avond brand ontstaan tengevolge van het omvallen van een petroleumlamp; het gebouw, waarin de brand voorviel, is geheel vernield. Dezer dagen waren te Breda eenige kinderen aan het spelen op den wal, dien men aan het slechten is, toen er een groot stuk grond losraakte en naar geneden viel, waar- nu rustig te slapen. Het gelukte mij spoedig Valentine haar her senschimmige vrees te ontnemen en een weinig beschaamd heeft zij mij daar juist laten gaan en mij opgedragen u uit uw romantisch nachtkwartier te bevrijden en u met mij naar Givres mede te nemen. Dat was ook de wensch van mijnheer -d'Avelon, die zeer verstoord over die nachtelijke stoornis, de deuren achier mij gren delde en er mij verantwoordelijk voor maakte te zorgen, dat gij een rustig nachtkwartier kreegt. Als gij er echter op staat zal ik u weder naar de hoeve brengen. Ik heb er wel, zooals gij kunt begrijpen, geen grooten lust toe, want dan zou ik dien weg nog eens heen en terug moeten afleggen en op de hoeve nogmaals de nachtrust moeten storen. Ik verlang zeer naar rust, naar mijn goed bed te Givres en daar zult gij een pleizierige kamer vinden om u op te nemen. Daarenboven hebt gij, als gij met mij naar Givres gaat, het voorrecht over die ons beide na aan het hart liggende zaak morgen vroeg met mijn moeder zelve te kunnen spreken. Het is beter, dat gij met mij gaat; kom, het is van hier naar Givres nog slechts een klein stukje." Gaston zette zich reeds in beweging om verder te gaan. Max wendde zich om en volgde hem, maar toch een weinig besluite loos, maar hij kon moeielijk anders; hij kon op dit nachtelijk uur niet voegzaam naar de hoeve terugkeeren. Dadelijk naar Void te gaan, zooals hij eerst van plan geweest was, was ook niet zeer aanlokkend. Dat, wat Gaston de Ribeaupierre voorstelde, was klaarblijkelijk het doelmatigste, vooral als hij er nog belang in stelde die documenten te onderzoeken, en hij had geen voor wendsel, om dit niet te doen. Hij ging alzoo eenigen tijd zwijgend naast Gaston voort.... ook Gaston zweeg; deze gevoelde een zekere satanische vreugde over de gunstige wending, die hij aan de zaak, die hij reeds meer dan half verloren waande, gegeven had, en was nu zeer bevreesd, deze vreugde in zijne woorden of in den toon zijner stem te verraden. Slechts enkele woorden werden zoo nu en dan tusschen beide personen gewisseld. Gaston maakte Max met de innemendste bezorgdheid op de bemodderde plekken, van den weg opmerkzaam; hij verzekerde van tijd tot tijd dat men reeds nabij Givres was. En inderdaad, men zag het na een half uur reeds voor zich liggen, slechts een breede rij heuvels scheidde het van la Ferme d'oeil, het lag op den bodem van het dal aan de andere zijde dier heuvelrij. De rijweg liep uit op een groote tuinpoort, die gedurende den geheelen nacht ongesloten gebleven was. Gaston deed haar voor Max open en deze meende aan de boomen en struiken te zien, dat hij een Engelsch park was binnengetreden. Men ging verder langs paden, diemet week gruiszand waren verstrooid, tot men aan de andere zijde eener opene plek, die door een gras perk scheen ingenomen te worden, de muren en daken van een statig gebouw zag. Het lag geheel in het donker, slechts door één venster in het midden van het gebouw zag men licht. Wordt vervolgd onder een 5jarig jongentje bedolven werdzoodra men het onheil vernam, ging men aan het graven; toen men het kind vond had het reeds opgehouden te leven. Jl. Zaturdag heeft do justitie uit 's Bosch te Schijndel een geregtelijk onderzoek gedaan naar de oorzaken van den dood van een 3jarig kind, dat volgens algemeen gerucht was vergiftigd door het ingeven van eene vrij groote hoeveelheid jenever. De toen ingestelde lijkschouwing door deskundigen toonde, dat het kind minstens een half bierglas jenever was ingegeven, hetgeen den dood ten gevolge moest hebben. Tegen J. S..., oud 31 jaar en kostganger bij de ouders van het kind, wordt, hoezeer aan geen moedwil of boos opzet te denken valt, eene vervolging ingesteld ter zake van manslag door onvoorzigtigheid. Meer dan 200 vaartuigen met turf, allen gereed voor de afreis naar Holland en reeds te Zwartsluis gear riveerd, zijn door de ingevallen vorst verhinderd hunne reis te vervolgen. In het Noorden des lands worden alom reeds weder hardrijderijen op schaatsen aangekondigd, ijs en weder dienende. Alleen in Friesland zijn ruim 30 dergelijke aankondigingen gepubliceerd zoodat men aldaar een laten winter te gemoet ziet. Jl. Zondag, tusschen 7 en 8 uren 's morgens, terwijl Philippe Inghelbrecht en zijn vrouw te Brugge naar de mis waren, hunne drie kinderen alleen te huis latende, waarvan het oudste naauwelijks vier jaren telde, hebben deze laatsten de wieg van hun jongste zusje in brand gestoken, wier gezigtje, regterarm en ligchaam verbrand zijn. Toen de moeder te huis kwam was het kind een lijk. Aan den Pesther Lloyd is het volgende schetsje ontleend van „den heer Thiers op reis." „Om 1 uur 15 minuten precies ziet men dagelijks aan 't station St. Lazare den heer Thiers en zijn hof. Eigenlijk veroorloof ik mij daar eene dichterlijke vrijheid, want van den heer Thiers ziet men niets dan de kleine, schitterende oogen, die nu al meer dan zeventig jaar met dezelfde meisjesachtige nieuwsgierigheid in de wereld uitkijken. De rest is pels. De heer Thiers draagt een dikgevoerden pelsjas, die op zich zelf niet bijzonder lang toch den grooten redenaar van den kin tot de schoenen totaal verbergt. Aan 't benedeneind ziet men bijzonder groote met bont omzoomde schoenen en bovenaan het ronde kleine gezigt half verstopt in eene vreeselijke pelsmuts. Buitendien draagt de heer Thiers nog pelshandschoenen van fabelachtige grootte en zoo uitgerust onderneemt hij stoutmoedig de reis naar Siberië? Neen, naar Versailles. De trein vertrekt eerst om 1 uur 40 minuten, maar de hier Thiers komt precies om kwart over eenen in de wachtkamer eerste klasse. Daar houdt hij „hof." (De beschrijving van dit ministeriële hof in de wacht kamer, waar de heer Barthelémy als ceremoniemeester fungeert, slaan wij over om den verslaggever, die met groote stoutmoedigheid eene plaats heeft veroverd in de coupé van Thiers, te begeleiden.) In de warmgestookte coupé legt Thiers zijn bontmagazijn af. Hij vertoont zich dan in een elegant salongewaad, met vadermoorders, een hoogen zwarten halsdoek en een lintje in 't knoopsgat. De heer Thiers noodigt de heeren uit hunne sigaren aan te steken. Daar hij echter niet rookt, waagt niemand het dit te doen. Plegtige stilte heerscht in de coupé. Monsieur Thiers knipt met het linkeroog. Dat beteekent waarschijnlijk in de taal der politieke mannen: „geef mij mijne dagbladen op," want de getrouwe Barthelémy opent eene portefeuille en daaruit vloeit een stroom dagbladen, Fransche, Engelsche, Amerikaansclie, Duitsche, Italiaansche, Spaansche, liberale, conservatieve, radicale en ultramon- taansche bladen van elke kleur, rigting en vak, voor staathuishoudkunde en spoorwegen, voor afgedankte monar chen en hoopvolle Prinsen en de heer Thiers leest dat alles op den weg van Parijs naar Versailles, in netto 38 minuten met uit- en aankleeden. Dat verdient gezien te worden. Terwijl hij het blad ontvouwt, heeft de heer Thiers de eerste pagina al doorgevlogen, dan neemt hij het geopende blad bij een boven- en benedenhoek en als bladzijde twee en drie zijn afgedaan dan ziet hij bladzijde vier na, want Thiers vergeet ook de aankondigingen niet. Zoo gaat het voort met stoomkracht. Onder de reusachtige Engelsche couranten verdwijnt de heer Thiers bijna, maar dat hindert hem niet. Hij behandelt zulk een gedrukt monster juist als het kleinste blaadje.... Dat heeft hij nog overgehouden uit den tijd, toen hij journalist was. Dat is métier. Na zulk eene fameuse lectuur, kan men, zeggen de journalisten, den genialen grijsaard vragen naar het geringste berigt uit het geringste blaadje, hij kent den inhoud met de daarin voorkomende namen en cijfers, trots den besten redacteur. Men komt te Versailles aan. De heer Thiers is alweer al schijnt de zon ook nog .zoo helder in zijn pels begraven. Voor het station staan de huurrijtuigen. De heer Thiers heeft „zijnen? koetsier, die voor al het geld van de wereld geen gewoon sterveling in zijn geheiligden wagen zou binnenlaten. Zijn gelaat straalt van zelfvol doening, als hij den trouwen Barthelémy en zijn meester „geladen" heeft en den hoogen bok beklimt. Het is alsof mijnheer de koetsier de géschiedenis van het keizerrijk geschreven en Pruissen uit het land verwijderd heeft. Zelfs het paard schijnt zijne waardigheid te gevoelen en draaft ernstig, niet te snel, niet te langzaam voort, zooals het een welopgevoed liberaal-conservatief trekdier past De reis is ten einde!" De Keizer van Oostenrijk, gisteren te Petersburg aangekomen, is aan het station van den spoorweg door den Czaar en de geheele Keizerlijke familie hartelijk ver welkomd. De borstbeelden van beide Keizers, met vlaggen versierd, prijkten voor vele huizen. De volksmenigte gaf blijken van sympathie. Het verblijf van den Keizer aldaar zal duren tot 22 Febr. Een der voormalige „helden van de Weener Beurs," de bankier Placht, die zich sedert eenige maanden onder beschuldiging van opligterij in hechtenis bevond, is dezer dagen tot 6 jaren zware kerkerstraf veroordeeld. Berigten van de kusten der Oostzee dd. 10 dezer gewagen van hevige stormen en overstroomingen van de kuststreken aldaar. Serrano heeft een eigenaardig middel aangewend om de ministers te verzoenen. Hij heeft hen allen aan een schitterend diner genoodigd, waarschijnlijk in de ver onderstelling dat men, na goed gegeten en gedronken te hebben, vriendschappelijk gestemd is. De heeren hebben goed gegeten en gedronken, maar of zij verzoend zijn, weet men nog niet. Griekenland beleeft weder een ministeriële crisis. Naauwelijks waren de zittingen der Kamer heropend, of de gezamenlijke ministers dienden hun ontslag in. Mej. Nellie Grant, dochter van den president der Yereenigde Staten, is verloofd aan een rijk Engelschman, den heer Sartout. Het huwelijk zal gelijktijdig plaats hebben met dat van den heer Frederik Grant, luitenant bij het Amerikaansche leger, met miss Kate Cooke. De Marine op 1 Jannarij 1874. Blijkens het dezer dagen verschenen jaarboekje der Koninklijke Nederlandsche Marine, bestond sedert 1 Jan. van dit jaar de zee-; raagt o. a. uit: 1 opperbevelhebber der zee- en landmagt (Z. M. de Koning); 1 luitenant-admiraal (Z. K. H. de Prins van Oranje); 1 admiraal van de vloot (Z. K. H. Prins Frederik); 1 luitenant admiraal, opperbevelhebber der vloot, (Z. K. H. Prins Hendrik); 1 luitenant ter zee 1ste klasse a la suite (Z. K. H. Prins Alexander). Het getal vlag-officieren bedraagt 5, te weten: 2 vice-admiraals en 3 schouten-bij-nacht. Er zijn verder: 20 kapts. ter zee, 41 kapt.- luits. ter zee, 122 luits. ter zee 1ste klasse, 203 idem 2de kl. Het getal adelborsten bedraagt te zamen 127, waarvan 66 1ste kl., 14 2de kl. en 47 3de kl., genietende de twee laatste klassen nog hunne opleiding bij het Koninklijk Instituut voor de Marine te Willemsoord. De geneeskundige dienst der zeemagt telt: 1, inspecteur, 6 dirigerende officieren van gezondheid 1ste kl., 25 idem 2de kl., 4 idem 3de kl1 apotheker 1ste kl. en 1 idem 2de kl. Het getal studenten, bestemd om opgeleid te worden tot offi cier van gezondheid bij de zeemagt, is 46. Hieronder bevinden zich. 3 candidaat-artsen en 16 studenten, aan wie het vergund is hunne studiën in de medicijnen voort te zetten aan de hoogescholen hier te lande, ten einde later als .officieren van gezondheid bij de zeemagt op te treden. De administratie bij de marine wordt uitgeoefend door: 3 in specteurs van administratie; 18 officieren van adm. lste kl., 30 idem 2de kl., 35 idem 3de kl. en 34 scheepsklerken. Bij de stoomvaart dienst zijn 4 officieren-machinist lste kl. en 3 idem 2de kl. De sterkte van het korps mariniers bedroeg op 1 Jan. jl. aan wal 38 officieren en 565 onderofficieren en minderen, te zamen 603; aan boord 15 officieren en 1166 minderen, te zamen 1181; zoodat het korps mariniers totaal 1784 aan officieren en minderen telde. De bepaalde sterkte behoort te wezen 51 officieren en 2119 onderofficieren en minderen, te zamen 2170; 2 officieren zijn over compleet, terwijl het getal ontbrekende onderofficieren en minderen 388 beloopt, weshalve 386 man aan de bepaalde sterkte ontbreken. Uit een algemeen overzigt van de schepen en vaartuigen van oorlog op 1 Jan. jl. blijkt, dat aanwezigzijna. 22 schepen tot verdedi ging van kusten, zeegaten, reeden en stroomen, waarvan 5 niet gepantserdb. 28 schepen voor de algemeene dienst, waaronder 1 gepantserd; c. 15 schepen bestemd voor bijzondere diensten, te weten 6 wacht- en kustsehepen, 9 instructie- en exercitievaartuigen; d. 30 schepen der Indische militaire marine. De ontvangsten en uitgaven bij het weduwen- en weezenfonds der militaire officieren bij de marine beliepen over 1873 f126,185.08$. daaronder begrepen een saldo van f 20,159.66$. Op 3i Dec. jl. genoten 195 weduwen gezamenlijk f 89,400; 23 kinderen aan onderstand f 4050 en 106 kinderen f 8800 aan kindergeld. De kas van ontvangsten en uitgaven voor het fonds voor oude en gebrekkige zeelieden bedroeg in ontvangst en uitgaaf f 5880.90. Door de Gedeputeerde Staten dezer provincie is benoemd tot lid der commissie voor de herziening der belastbare opbrengst dei- gebouwde eigendommen in de controle der directe belastingen Helder, de heer C. A. Beukenkamp. Benoemdtot kommandeur der orde van de Eikenkroon, de heer mr. C. Bergsma, lid der Staten van Friesland en burgemeester' der gemeente Idaarderadeeltot ridder der orde van den Gouden Leeuw van Nassau, de heer dr. R. Lammerts van Bueren, directeur van het geneeskundig gesticht voor krankzinnigen te Franeker. De luit.-kolonel-ingenieur F. A. Vaillant, commandant in de 5de stelling der genie, is benoemd tot voorzitter der commissie, belast met het in April a. s. te houden vergelijkend examen van onderofficieren van het bataillon mineurs en sappeurs voor de betrek king van fortificatie-opzigter. Aan den bottelier in het vaste corps dek- en onderofficieren J. J. Dekker, is toegekend de gouden medaille, voor vijftig jaren eerlijke en trouwe militaire dienst. De herbouw van de Vendöme-zuil vordert snel. Men verzekert, dat maarschalk Mac Mahon wenscht aan de onthulling, die eerlaög plaats zal hebben, den meest moge lijken luister bij te zetten en haar te doen plaats hebben in tegenwoordigheid van al de notabiliteiten en van de detachementen van al de troepen in de verschillende garnizoenen. De nood der arbeiders te Parijs is nog altoos zeer groot. Volgens eene opgave van de jongste dagen staan niet minder dan 80,000 woningen te Parijs leeg. De beambten bij de banken van leening verklaren, dat zij nog nimmer een zóó groot aantal panden, die geacht kunnen worden tot de eerste benoodigdheden te behooren, hebben zien inbrengen, hoewel de banken daarop slechts uiterst geringe sommen, verstrekken. Te Toulouse is een zeldzame diefstal gepleegd. Zonder den minsten eerbied of vrees voor de regterlijke magt; hebben de boosdoeners daar in het paleis van justitie inge broken, en 7000 francs gestolen uit de kas van den griffier. Jl. Donderdag is te Bourget het monument onthuld, opgerigt ter eere der Franschen, die aldaar gesneuveld zijn in de gevechten van 30 Oct. en 21 Dec. 187Ö. Op het

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1874 | | pagina 2