KENNISGEVING.
BERM BETREFFENDE DEN OORLOG MET ATSJIN.
Reg-ering-s-teleg-ram Atsjin 14,
Penang- 18 Februarij.
Eene versterking-, door Toekoe Nanta
van de VI Moekim teg-en onzen bondg-enoot
Toekoe Nek van Marassa a-ang-eleg-d, is den
12 dezer met verlies van 3 aooden en 13-
g-ewonden (allen minderen) g-enomen. Deze
operatie had zoowel een staatkundig- als
een krijgskundig- oogmerk en moest dienen
om de toenadering van het volk uit de
VI Moekim gemakkelijk te maken. De
versterking is aan Toelcoe Nek ter bewa
king overgegeven. Toekoe Nanta is gevlugt.
De uitwerking moet later blijken.
De cholera was nog niet geweken,
doch minder.
Binnenland.
tot de orde van den dag over te gaan, aangenomen met 18 tegen
8 stemmen. Tegen stemden de heeren de Breuk en Groen.
Over de oprigting van een huisje voor den afslag en de afreke
ning, voeren 't woord de heerenGiltjes, Braaksma, de Breuk,
Berghuijs en de Voorzitter. Ten slotte wordt besloten, dat het
Dag. Best. in deze met de vereeniging: „de Vischclub" in
overleg zal treden, zoowel omtrent de vergoeding van kosten als
over de inrigting, die zoo zou moeten zijn, dat het huisje ook voor
den afslag bij avond en 's morgens vroeg en voor het houden van
afrekening gebezigd kon worden.
Bij de gewone rondvraag vraagt en bekomt de heer de Breuk
het woord. Hij herinnert dat er onlangs eene som van f 800 is
toegestaan voor 't publiek maken van 't plan tot uitbreiding der
havenwerken alhier. Hij vraagt wat daarvan is gekomen. De
Voorzitter en de heer de Lange geven achtereenvolgens hieromtrent
inlichting, hierop nederkomende, dat wat de uitgave van tee-
kening en beschrijving der voorgestelde uitbreiding betreft,
dit vertraagd is door het vertrek van den heer Scholten. Nadat
de heer de Breuk had aanbevolen de zaak toch niet uit het oog
te verliezen, werd, daar niemand meer het woord verlangde, de
vergadering door den Voorzitter voor gesloten verklaard.
De BURGEMEESTER der Gemeente HELDER brengt ter ken
nis van. belanghebbenden, dat wegens noodzakelijke herstelling aan
de brng over het HELDERSCHE KANAAL, bij de Nieuwe Kerk,
die brug voor de vaart GESLOTEN zal zijn, van af Dingsdag den
24 dezer, des morgens ten 9 ure, en vermoedelijk gedurende do
7 daaraanvolgende dagen.
Helder, De Burgemeester voornoemd,
18 Februarij 1874. STAKMAN BOSSE.
Gisteren avond ontvingen wij het volgende telegram:
Tot toeligting( voor zoo veel noodig, van dit telegram zij
hier het navolgende aangeteekend, zegt de Staatscourant:
Zoowel de VI Moekim, staande onder het hoofd Toehoe
Nanta Setia, als de kampong Marassa, die met andere
kampongs de Moekim vormt, waarvan Toehoe Neh Radja
Moeda Setia het hoofd is, zijn gelegen in het district XXV
Moekim, westelijk van de Atsjin-rivier.
De twee genoemde Moekim-hoofden behooren tot de
Rijksgrooten (mantris hari hari,) vier in getal, die den
Sultan in het dagelijksch bestuur ter zijde stonden. (Zie
de beschrijving van de bestuurs-instellingen in Atsjin in
de St. Crt. van 15 Jan. jl., ook door ons geplaatst.)
Toehoe Neh Radja Moeda Setia heeft zoowel tijdens de
eerste als bij de tweede expeditie, herhaaldelijk aanrakingen
met de Nederlandsche autoriteiten gezocht, maar scheen
huiverig, zich openlijk aan onze zijde te scharen. Bij het
succes onzer wapenen schijnt hij die huivering te hebben
overwonnen.
Den 30 Dec. jl. is het Engelsche oorlogschip de Thalia
op de reede van Atsjin verschenen, om een brief van
H. M. de Koningin aan den Sultan over te brengen,
waarin deze wordt aangespoord zich te onderwerpen aan
het Nederlandsch gezag.
Uit het bivak te Penajoeng (Atsjin) wordt o. a. dd. 9 Jan.
gemeld
„Onze troepen zitten nu weder in de missigit, die thans
alleen bestaat uit een 2| a 3 m. hoogen muur, die eene
vierkante ruimte van ongeveer 150 pas lengte bij 100 pas
breedte omsluit.
„De soldaat pruttelt natuurlijk, zooals gewoonlijk, maar
blijft evenals altijd geneigd om, bij het minste wat daartoe
aanleiding geeft, hartelijk te lagchen. Zijn toestand zou
aanmerkelijk verbeteren, indien eenige afwisseling in de
voeding kon gebragt worden. Die eeuwigdurende rijst en
soep gaan vreeselijk vervelen. Een groote stap is reeds
gedaan door het verstrekken van versch brood in plaats
van hard brood, zooals van heden af geregeld zal plaats
hebben. Vreemde dingen ziet men soms hier. Een inlandsch
soldaat krijgt slechts de halve hoeveelheid brood, die een
Europeaan toekomt, en toch verrigten zij evenveel arbeid;
krijgt nu de Javaan te weinig of de Europeaan te veel?
Aangaande de inneming van de missigit meldt een
particulier correspondent van de Penang Gazette o. a. het
volgende
„Dingsdag den 6den, bij het aanbreken van den dag,
begon een hevig bombardement, en te 6 uren marcheerde
een troepenmagt, ongeveer 2000 man sterk, over de brug
en raakte spoedig met de Atsjinezen handgemeen. Er
ontstond een vreeselijk gevecht: de Nederlanders werden
voor een deel met zware verliezen over de brug terugge
dreven, doch een aideeling, ongeveer 1200 man sterk,
slaagde er in vasten voet op de Atsjinesche zijde te
houden. Het bombardement werd hervat, en te 9| uur
werd een nieuwe poging gedaan om de buitenversterkingen
van den kraton stormenderhand in te nemen, doch met
dienzelfden ongunstigen uitslag. De Nederlanders werden
overal teruggeslagen, en tegen den middag werd geen
nieuwe aanval meer ondernomen. Het zware geschut zette
het bombardement onafgebroken voort. Het verlies aan
dooden en gewonden aan de zijde der Nederlanders wordt
op 400 geschat; van de Atsjinezen is dit met geen zeker
heid op te geven, maar dit moet verschrikkelijk wezen.
Zij werden bij geheele rijen neergeschoten, en steeds zag
men weder nieuwe duizendtallen over de lijken hunner
makkers toeloopen en zich op de aanvallers werpen. Van
6 tot 10 ure kunnen er aan beide zijden niet minder dan
1000 man gedood en gewond zijn, en algemeen gelooft
men dat er niet minder dan 20,000 Atsjinezen aan den
strijd deelnamen, waarvan velen met geweren gewapend
waren en met beleid en moed vochten.
Ten ongeveer 7 ure in dienzelfden morgen, terwijl dit
gevecht in het front plaats had, deden de Atjinezen een
aanval op het reservekamp en de stapelplaats van de levens
middelen der Nederlanders, gelegen aan den ingang der
rivier. Gelukkig voor de laatsten waren de aanvallers in
gering getal, daar deze belangrijke positie, naar men zegt,
slechts bewaakt wordt door 45 matrozen en mariniers, en
eenigen van hen op dat oogenblik ongekleed en aan het
baden waren. Onmiddelijk kwam een oorlogschip hen te
hulp, en door het vuur van dien bodem werden de Atsji
nezen weldra uiteengejaagd.
Later op denzelfden dag (Dingsdag 6 Jan.) word een
nieuwe aanval gedaan, en nu slaagden de Nederlanders er
in, na een woedend gevecht van beide kanten, de positie,
de missigit genaamd, te nemen, een buitenlinie der ver
sterkingen die rondom den kraton zijn gelegen. Zij hand
haafden zich daarin ondanks de bijna onafgebroken aan-
vallen der Atsjinezen, die wanhopige pogingen deden om
het verlorene te hernemen. Gedurende Dingsdagnaclit werd
het vuren voortgezet, maar er had geen treffen plaats.
Woensdag den 7den begonnen de Nederlanders den kraton
zelf te bombardeeren en onderhielden zij een geregeld vuur.
Op het oogenblik waarop ik dezen sluit, zijn zij in het
bezit van de missigitzij zijn voortdurend aan het vuur
van den vijand blootgesteld, en de definitive aanval op den
kraton wordt spoedig verwacht, zeker niet later dan mor
genochtend. Het is moeijelijk eenige voorspellingen te doen
omtrent den verderen loop van den veldtogt na dep val
van den Kraton want vallen moet die wanneer het
geheele Atsjinesche leger in het binnenland verjaagd zal
zijn. De geheele kwestie draait om dit puntzullen
de Nederlanders met hun zwakke magt in staat zijn zich
in de hoofdstad staande te houden en hun communicatie
met de schepen en het strandbivak vrij te houden? ISlatuurlijk
verwacht niemand dat de Atsjinezen na den val van den
kraton vrede zullen maken, tenzij de voorwaarden zeer
in hun voordeel zijn, wat niet van de Nederlanders ver-
wacht kan worden na zulk een moeijelijken strijd.
Langzamerhand, zoo meldt men o. a van de reede van
Atsjin, dd. 28 Dec., wordt nu inet 16 stoombarkassen en
eenige vlotten, benevens een aantal sloepen van de schepen,
al de lading der schepen gedebarkeerdeen vermoeijend
werk met den wind en de zee, die des middags hier staan
het gaat dan ook ontzettend langzaam. Er is pas een
tiende gedeelte der lading op den wal in loodsen gelost en
nog maar bijna uitsluitend vivres; er zijn nog bruggen,
kazernes, hospitalen, een ijzeren zeehoofd en een geheele
tramway met locomotief in de schepen; dus daar komt
nog wat kijken eer alles aan wal is. De firma Leroux
van Batavia, heeft een stoombakkerij in het kampement
opgerigt en die werkt goed.
HELDER en NIEUWEDIEP, 19 Februarij.
De 57ste veijaardag van Z. M. den Koning wordt
heden alhier gevierd. Reeds heden nacht ving men op 't
Vrijkorpsbal in Musis Sacrum daarmede aan. Met klokslag
van 12 ure werd onder algemeene instemming een
heildronk op 's Koning welzijn ingesteld. Door meerdere
toasten en door 't aanheffen van toepasselijke liederen werd
deze feestviering verder opgeluisterd.
Heden wapperen vlaggen en wimpels van de openbare
en vele particuliere gebouwen en van de in onze havens
liggende vaartuigen. De oorlogschepen zijn gepavoiseerd.
Paraden zijn gehouden door de aanwezige troepen van
land- en zeemagt. In de kazerne der infanterie heeft
heden namiddag een militair assaut plaats. Heden avond
zal in Tivoli eene Soiree Amusante gegeven worden door
de Onderofficiers-Vereeniging Vaderland en Oranje. Het
aan verscheidenheid rijke programma voorspelt een aange-
namen feestavond.
Jl. Dingsdag avond werd door den heer J. Rinner
eene voordragt gehouden in de sociëteit Mars. Spreker
las eene novelle, getiteld: „Een kind van gebeden," welke
met genoegen werd gehoord.
Aan het ministerie van Binnenlandsche Zaken is
gisteren aanbesteed: 1. de verlenging van den zuidelijken
dam van den Hoek van Holland; 2. het afgraven van de
gronden aan de noordzijde der doorgraving van den Hoek
van Holland, voor de verbetering van den waterweg van
Rotterdam naar zee. Minste inschrijvers: voor No. 1 de
heeren Volker, te Sliedrecht, en Volker, te Dordrecht, voor
f 409,000; voor No. 2 de heer Bos, te Dordrecht, voor
f 118,000.
Bedankt voor het beroep bij de Doopsgez. gemeente
te de Rijp, door ds. J. H. Boeke, pred. te Hengelo.
Dr. M. Cohen Stuart, die als afgevaardigde van de
Holl. Geref. Herv. kerk de vergadering der Evangelische
Alliantie te New-York is gaan bijwonen, zal niet voor het
einde van Maart hier te lande terugkeeren.
Naar men verneemt, zal er dit jaar waarschijnlijk
geen Zendingsfeest gehouden worden, daar men nog geen
plaats voor de zamenkomst heeft kunnen vinden.
Door de Tijd en de Noordbrabanter van gisteren
wordt het vasten-mandement medegedeeld van mgr. G. P.
Wilmer, bisschop van Haarlem.
- Te Terschelling is gestrand het Amerikaansche
schip Almira, kapt. Crosby, van Baltimore met tabak, wol
en verfwaren naar Bremen. Het schip zit in de buiten
gronden; het volk is gered. Men is thans met het bergen
van tuigage en lading bezig.
Het brandwezen zal te Amsterdam weldra, zijn wij
goed ingelicht tegen Julij, een algeheele hervorming onder
gaan. De stad wordt door een buizennet telegraphisch
verhonden, in drie groote kringen, die alle met een hoofd
station en de wachtposten van de brandweer, zoomede met
het hoofdbureau der politie in verband staan. Op 150
plaatsen zullen brandschellen geplaatst worden. Deze toe
stellen, even vernuftig als eenvoudig, hebben ieder een
nummer: ontstaat er brand, dan heeft men zich slpchts naar
't naast bijzijnde huis waar een brandschel is geplaatst te
begeven, even wordt er aan de schel getrokken en aan 't
hoofdstation weet men tegelijkertijd in welken omtrek de
brand is. Door den electrischen stroom wordt namelijk tevens
het nummer aangegeven der schel die 't sein gaf. Terstond
wordt bevel gegeven tot gereedmaken, terwijl men aanvraagt
of hulp noodig iswordt die verlangd, dan staat alles gereed
en twee minuten nadat de schel het eerste teeken heeft
gegeven, verlaat de spuit met slangen, personeel enz. in
twee goed bespannen wagens het station, zoodat in een
minimum van tijd, hulp op het terrein aanwezig is. Het
geheele systeem schijnt daarop berekend te zijn, bij den
aanvang van den brand reeds hulp te kunnen verleenen
en dan zal het slechts in hoogst zeldzame gevallen tot een
brand van eenige afmeting komen. De manschappen worden
thans in allerlei diensten geoefend zoowel in het telegrapheeren,'t
behandelen van de spuiten, als het zich bewegen in rook
en hitte enz. Yan wege 't Dagelijksch Bestuur is aan ver
schillende personen of inrigtingen verzocht een brandschel
in huis te nemen; daarbij is gelet op huizen waarvan de
bewoners het kortst slapen of' waar altijd wordt gewaakt als
bij bakkers, fabrieken, hospitalen enz. Voor iedere aan
zegging aan 't hoofdbureau wordt een gratificatie verleend,
terwijl het zoo ongunstig werkend premie-stelsel wordt
afgeschaft. (N. v. d. D.).
Na den afloop der op Zondag jl. in de Oude Kerk
te Amsterdam gehouden godsdienstoefening heeft dr. A.
Kuijper, predikant bij de Herv. gemeente aldaar, aan zijne
toehoorders medegedeeld, dat hij het hem opgedragen
mandaat als lid der Tweede Kamer heeft aangenomen.
Onder dankzegging voor de vele blijken van belangstelling,
die hij ontvangen had, verzocht de leeraar, dat zij, die
zijn besluit niet konden goedkeuren, het zouden eerbiedigen
als de vrucht eener met moeite gevestigde overtuiging, en
deelde hij mede, dat hij nog eenige weken zijn ambt als
predikant zou waarnemen totdat hij zijne oudste leerlingen
als leden der gemeente zou hebben aangenomen. Hij zou
te Amsterdam metterwoon gevestigd en met de Amster-
damsche gemeente door het geven van godsdienstonderwijs
verbonden blijven.
Te Rotterdam is jl. Maandag een tweejarig kind
verbrand door het vlam vatten zijner kleêren. Het kind
was door de moeder aan een buurvrouw ter bewaking
gegeven; deze, een boodschap moetende doen, had het
knaapje met haar eigen dochtertje van gelijken leeftijd op
een kamer opgesloten; de kleinen, alleen gelaten, wisten
zich meester te maken van lucifers, en zóó waren de
kleêren van het knaapje in brand geraakt. Bij haar terug
komst vond de vrouw het kind, dat haar toevertrouwd
was, als een lijk terug, terwijl haar eigen kind ongedeerd
was gebleven.
Jl. Vrijdag is in de rijksmunt te Utrecht eene
smeltkroes gesprongen, die voor f 50,000 aan goud bevatte.
De inhoud is op zeer weinig na weer teregt gekomen.
Een beroemde verzameling van middeneeuwsche oud
heden, die uit Nederland naar Parijs was overgebragt en
zich reeds in het Ilótel Drouot bevond, is op last van de
Nederlandsche regering voor het rijk aangekocht en zal dus
voor Nederland behouden blijven.
Deze collectie, door den heer D. van der Keilen bijeen-
gebragt, waarvan verscheidene voorwerpen in zijn Moyen-Age
gegraveerd zijn, is voor de studie onzer vroegste kunst
allerbelangrijkst; de zich daarin bevindende zaken munten
door zeldzaamheid en fraaije bewerking uit. (Arnh. Crt.)
De levering van 80 paarden voor de huzaren te
Zutphen is aangenomen door den heer F. Woltmann te
Hannover, voor f 568 per stuk.
Te Kampen en omstreken zijn de prijzen van het
vette vee in de laatste dagen aanmerkelijk gedaald en is
de verzending thans ook van weinig beteekenis. Niettegen
staande deze daling, hebben de meeste slagers aldaar het
rundvleesch van 90 ets. op f 1 de kgr. gebragt. De
nuchtere kalveren, die men geslagt naar elders verzendt,
zijn nog steeds hoog in prijs. Voor zoetemelksche kalveren
besteedt men van 25 tot 30 ets. het pond.
De heer M. A. Buiskool te Beerta, welke den 1
dezer den ouderdom van 87 jaren bereikte, heeft den 13
dezer aldaar op schaatsen gereden en kon nog vlug over
het ijs zwieren.
Drie-en-twintig gemaskerden, waaronder ééne dame,
die te Maastricht wat al te luidruchtig carnaval gehouden
hadden, hebben aldaar een nacht in de „spekkamer" door-
gebragt.
Omtrent het boekje Josua Davidson, dat nog al
opzien heeft gemaakt, maar waarvan het verbazing moet
wekken, dat een man als Vosmaer er zijn naam aan heeft
verbonden, terwijl zelfs de Commune van Parijs er in
geprezen wordt, zegt dr. A. Pierson, naar ons dunkt vrij
juist: „Zal ik u mijn slotsom zeggen? Naïviteit en onkunde;
anders niet." (U. D.)
De beroemde zangeres Desirée Artot de Padilla, die
ook hier te lande zoo hoog staat aangeschreven, is op hare
villa bij Parijs van eene dochter bevallen. Men verwacht
evenwel, dat zij in het midden van Maart te Berlijn weder
in de groote opera zal optreden.
Volgens een te Weenen verschijnend blad, ligt de
ex-Koning George van Hannover hoogst bedenkelijk ziek.
In den schouwburg te Ulm is een kroon met 20