Benoemingen, enz. STATEN-GEXERAAL. B uite n I a n d. ingeland. Amerika. Burgerlijke Stand. Gemeente Helder. Burgerlijke Stand. Gemeente Texel. Marine-Haven Nieuwediep. SCHAGEll MARKT van HEDEN. petroleum-lampen gedurende de voorstelling in brand ge raakt. Het vlammende vocht stroomde op do toeschouwers neder en in een oogenblik stonden vele dames in laaija vlam. Velen zijn zwaar verwond; eene is reeds aan de gevolgen onder de hevigste pijnen bezweken. Een telegram uit St. Petersburg aan de Times meldt, dat de Keizer van Rusland waarschijnlijk tegen 1 Mei a. s. Engeland zal bezoeken. Uit Honolulu komt de tijding dat Willem Lunalilo, die eerst in Januarij van 't vorig jaar tot Koning der Sandwichs-eilanden of het rijk Hawaï werd uitgeroepen, den 3 Febr. jl. is overleden. Gelijk men weet was de aan sterken drank verslaafde Vorst reeds sedert eeriigen tijd lijdende. De kwestie der opvolging zal waarschijnlijk weder tot moeijelijkheden aanleiding geven, en Engeland en de Vereenigde Staten zullen niet in gebreke blijven schepen naar Honolulu te zenden. Pierre Veron deelt eenige bijzonderheden mede omtrent de wijze, waarop eenige beroemde Fransche schrijvers uit onzen tijd arbeiden. Alexandre Dumas, de vader, was gewoon zijne pen op te nemen, zonder te weten wat hij schrijven zou, maar zoodra hij het papier had aangeraakt was zijn geest opgewekt, gelijk anderen tot den strijd opgewekt zijn door wapengedruisch. Alfred de Musset was nooit in de goede stemming, vóór hij vijf of zes zijdjes papier had gevuld met allerlei grillige teekeningen en ineer absinth had gedronken dan goed voor hem was. Prosper Merimée begon zijne verhalen gewoonlijk aan het slot en na eenige ontknoopingen te hebben neergeschreven zette hij zich aan het begin. Victor Hugo had eene eigenaardige metbode. Hij werkte eigenlijk terwijl hij door de straten van Parijs slenterde of over de. rotsen dwaalde van Guernsy. Na een drama, een gedicht of een roman in zijn hoofd ontworpen en omgewerkt er. weder omgewekt te hebben gedurende een gansch jaar, zette hij zich op eens aan den arbeiden schreef het achtereen volgens neder. Al zijne drama's zijn in minder dan veertien dagen tijds gemaakt en soms schreef hij op één enkelen dag. een geheel bedrijf in verzen, maar over dat bedrijf had hij misschien zes maanden nagedacht. De Italiaansche natuuronderzoeker en reiziger Odoardo Beccari schrijft van de Aroc-eilandeii (ten zuiden van Nieuw-Guinea), die hij tot voorwerp zijner onderzoekingen uit een botanisch en Zoölogisch oogpunt gemaakt heeft, dat in den geheelen Archipel de pokziekte woedt; maar dat zij door de Hollanders met chinine behandeld en genezen wordt. In flinke dosis genomen, bewerkt de chinine dat het optreden der ziekte zeer geleidelijk geschiedt en dat de rijkelijke ettering langzaam en zonder moeijelijk heden verloopt. In het Hollandsche hospitaal te Amboina waren er door het gebruik van chinine slechts twee van de 300 zieken gestorven. Beccari zelf is door dit middel gered. Een stuk gewoon ijzer, dat een gulden waard is, wordt driemaal meer waard als het tot hoefijzers en vier maal als het tot gereedschap verwerkt wordt. Bewerkt tot gegoten voorwerpen en sieraden is de waarde f 45, tot naalden f 75, tot tafelmessen f 90, tot pennemessen f 700, tot sieraden van staal f 2000, tot hemdenknoopjes f 6000, en eindelijk tot horologieveeren is de waarde 50,000 maal meer dan in den ruwen toestand. Herbenoemd tot burgemeester van Midwoud, de heer T. Groot Jbz., secretaris dier gemeente. De luit. ter zee 1ste kl. Mac Leod heeft, op zijn verzoek, eervol ontslag verkregen als adjudant van Z. Exc. den gouverneur-generaal. De luits. ter zee 2de kl. J. H. Cremer en S. K. Sijbrandi' en de adelb. 1ste kl. J. B. Dukkers, laatstelijk behoord hebbende tot de rol van het schroefstoomsehip Djambi en met particuliere gele genheid van de Kaap de Goede Hoop naar Nederland overgevoerd, zijn met den 13 dezer op non-activiteit gesteld. Tweede Hamer. De Kamer heeft gisteren middag te 3 uren hare werkzaamheden hervat. De reeds bekende wetsontwerpen zijn ingekomen, zoomede de geloofsbrieven van den heer Luyben, tot wiens toelating, na beëediging, wordt besloten. De heer Gratama heeft voorgesteld om, met het oog op de inname van den kraton en de bewijzen van dapperheid, volharding en vaderlandsliefde van leger en marine voor Atsjin, uit naam der Kamer een adres van gelukwensching aan den Koning aan te bieden, en namens het Nederlandsche volk openlijk dank te brengen aan ons leger en onze vloot en den krijgsbe velhebber. Maandag te elf uren zal daarover beslist worden. De dag der discussie over de muntwet en de herziening van het regle ment van orde zal nader bepaald worden. België. Te Brussel bevoud zich een dame, mevrouw Beaudoin, 40 jaren oud, alleen te huis, toen zij aan haar deur hoorde bellen. Over haar balkon gaande liggen om te zién wie aan de deur stond, gleed haar voet uit en viel zij, het evenwigt verliezende, op de stoep. Toen men haar opligtte, was zij reeds een lijk. Een oogenblik daarna kwam haar echtgenoot te huis. Frankrijk. De regtbank der Seine heeft een echtscheiding uit gesproken tegen een huwelijkspaar, waarvan de vrouw 77 en de man nog 2 jaar ouder is. Hoe groot de ellende tegenwoordig in de lagere klassen te Parijs is, bewijst het vinden van een tienjarigen knaap die den hongerdood was gestorven. Voortdurend hoort men van zelfmoorden: den 14den hadden er drie op één voor middag plaats. De gezeten klasse doet wat zij kan om den ongelukkigen te hulp te komen. Men kan zich geen begrip vormen van de weldadigheid der Parijzenaars. Vooral de winkelstand onderscheidt zich zeer gunstig. In de armen wijken helpt men elkander wederkeerig. Nu de stieren- en hanengevechten uit de mode zijn, komt er weêr wat anders voor in de plaats, een great attraction voor de Parijzenaars, die pas hun dubbele dame hebben gehad en nu weêr onthaald worden op ratten- en uilcngevecbton. Er is toch te Parijs een Engelschman aangekomen en in zijn gevolg twee prachtige uilen, die tot de soort der rattendooders bekooren. De een heet Iron Mouth (ijzeren bek), de tweede Steal Moutli (stalen bek). Te Londen zijn die dieren reeds met veel succes opge treden. Zij vochten daar met 14 kolossale ratten uit Schotland en' keerden als overwinnaars uit de arena terug. De vraag is nu, of zij ook tegen de gevreesde rioolratten van Parijs opgewassen zijn. De wetenschap wacht op het antwoord en de rattenvangers-impressario op zijne recette. Clairville en Locoq, twee bekende Fransche tooneel- schriivers, hebben een kleine saynète geschreven of liever geïmproviseerd, getiteld: De weder-opstanding van mama Angot, dat binnen eenige dagen op het Théatre der Folies dramatiques te Parijs gespeeld zal worden, bij gelegenheid van de 365ste opvoering van de dochter van mama Angot. Mama Angot zal op het tooneel verschijnen in het kostuum van odaliske van het sérail te Constantinopel, om getuige te zijn van den verjaardag van den triumf harer dochter. Volgens verklaring van den heer Kuhne, den Duitscben zendeling, door den Koning der Ashantijnen in vrijheid gesteld en naar het Engelsche kamp gezonden, om 's Konings vriendschappelijke gezindheid voor de blanken mede te deelen, zou het leger der Ashantijnen, dat ten vorigen jare de Prah overtrok, 40,000 man sterk zijn geweest, doch zouden daarvan slechts 20,000 man zijn teruggekeerd. Hij had de lijken van 300 hoofden door de straten van Coomasse zien vervoeren, gevolgd door huilende en schreeu wende vrouwen, die zich het ligchaam rood hadden geverwd en hun hoofden met groene bladeren versierd. Voor dat Kuhne tot sir Garnet Wolsely werd gezonden, had hij een onderhoud met den Koning, die hem vooraf een Koninklijken mantel had doen ter hand stellen, zooals alleen de bloedverwanten des Konings dragen, en een gouden periguin (36 dollars). Die geschenken moesten strekken, om den kwaden luim weg te nemen, waarin de heer Kuhne mogelijk wel ver- keerdet ten gevolge zijner gevangenschap van 4i jaar. Men zeide hem aan, dat hij denzelfden nacht moest ver trekken en des avonds liet de Koning hem bij zich ontbieden, tevens met bevel, dat hij zijn Koninklijken mantel moest omhangen. Toen hij in hel kleine vertrek was gekomen, waar de Koning zicli bevond, was deze op een laag bankje gezeten, bezig met zijn katten te spelen. Hij gaf den heer Kuhne last, den Gouverneur ie melden, dat de Koning den vrede wilde. Ik zal den blanken man niet bestrijden, voegde de vorst er bij, zelfs als hij hier op de markt komt, want mijn voorouders hebben hem nooit bestreden! Zelfs voor een Ashantijn is die leugen wel wat grof, als men weet, dat de hersenpan van sir Charles Macarthy nog steeds tot de kostbaarste kleinodiën van de Koninklijke familie van Ashantee behoort. Naar het schijnt heeft de Koning onlangs een groote meeting gehouden van zijn priesters en waarzeggers en vroeg hij daarin hunne zienswijze hoe hij tegenover deEngelschen moest handelen, of hij den vrede of den oorlog moest kiezen. De priesters wilden slechts antwoorden, onder voor waarde, dat hun leven gespaard zou» blijven, hoe dit ant woord ook mogt zijn. Daarop gaven zij te kennen, dat zij alles zwart zagen, met uitzondering van de straten van Coomassie, die vol bloed waren. Ontevreden over dit geheimzinnig antwoord, deed de Koning twee bokken brengen, een zwarte en een witte, die men, na vervulling van zekere ceremoniën, zamen liet vechten. De witte bok overwon gemakkelijk en doodde zijn tegenstander. Nadat die proef was genomen, was de Koning overtuigd, dat de blanken hem zouden overwinnen en zond hij het gezantschap tot sir Garnet Wolsely. In de eerste algemeeno jaarlijksche vergadering der leden van de Nederlandsche Vergadering te Londen, gehouden den 24 Jan. jl., werd eene commissie benoemd, belast mef de organisatie van eene nationale feestviering der Nederlanders te Londen, zoo mogelijk in geheel Enge land, op den 12 Mei a. s., ter gelegenheid der 25jarige regering van Z. M. den Koning. Deze commissie, bestaande uit de heeren J. Bolle, C. W. Groos, F. Koch, Th. Roelvink en P. van der Willigen, heeft zich thans ter ondersteuning van het plan met eene circulaire gewend tot de Nederlanders te Londen en in andere steden van liet Vereenigd Koninkrijk. De te Philadelphia verschijnende Press behelst in een harer laatste nummers van Jan. jl. het rapport van dr. James Hollingsworth ter zake vafi het overlijden der Siamesche tweelingbroeders. Daarin wordt gemeld, dat Chang en Eng in 1811 in een dorp op de kust van Siam geboren zijn en in 1829 naar Amerika zijn gekomen. Na door dat werelddeel en door Europa gereisd te hebben, kochten zij in 1846 eene plantage, nabij het stadje Traphole, in Noord- Caroline, en huwden twee zusters uit die streek. Eenigen tijd later kochten zij eene tweede plantage op een afstand van omstreeks 2 mijlen, waarop zij een woonhuis voor Engs gezin bouwden; het gezin van Chang bleef het eerste huis bewonen. De regel was, en van dien regel is, onder welke omstandigheden ook, nimmer afgeweken, dat de broeders beurtelings drie dagen in de woning van elk hunner doorbragten. Den voorlaatsten avond vóór den sterfdag was de bepaalde tijd om van het huis van Chang naar dat van Eng te verhuizen. Het was vinnig koud en de reis werd op een open wagentje volbragt. Chang klaagde zeer over de koude, maar Eng scheen gezond te zijn en bromde omdat hij bij het vuur moest zitten. Den volgenden dag gevoelde Chang zich echter beter, maar in den volgenden nacht was hij zeer onrustig en moesten de tweelingen, niettegenstaande het verzet van Eng, opstaan en ijich bij het vuur begeven. Later echter viel Eng vast in^slaap, en toen ten 4 ure in den ochtend een van Engs zonen in het vertrek kwam, ontdekte hij, dat zijn oom dood was. Eng werd wakker ten gevolge der daardoor ontstane opschudding, keerde zich verschrikt om naar de levenlooze gedaante naast hem en werd door hevige zenuwtrekkingen aange grepen. Voordat de geneesh.er, die in allerijl ontboden werd, was aangekomen, was ook Eng overleden. De lijken werden voorloopig in eene luchtdigte blikken kist en deze in eene houten kist geplaatst. Aan dr. Hollingsworth zou zijn opgedragen om de lijken zoo duur mogelijk te verkoopon. Uit het jaarverslag van de Commissie voor de land verhuizing te New—York blijkt, dat aldaar in 1873 uit vreemde havens zijn aangekomen 316,956 passagiers, waarvan 266,818 vreemdelingen waren en 50,138 peisonen die reeds vroeger in die stad waren gearriveerd. Van de vreemde lingen waren 4287 afkomstig uit Nederland. De New-York Herald meldt, dat de commissie van geneesheeren, die naar Mount-Airy is vertrokken, om op de lijken der Siamesche broeders een wetenschappelijk onderzoek in te stellen, met vergunning der beide vrouwen die lijken naar Philadelphia hebben medegenomen, waar bedoeld onderzoek beter kan geschieden. Vooraf had men de photographiën laten nemen van de beide afgestorvenen. Chang was zeer bleek, terwijl de trekken van Ijlng nog steeds hoogrood waren gekleurd. Geschiedkundige bijzonderheid. In den jare 1602, toen de Hollanders en Portugezen elkander met veel verbittering den voorrang betwistten in de Indische wate ren, was de Sultan van Atsjin een der magtigste vorsten, die in gindsche streken den schepter zwaaide. De handel van dat rijk was zeer aanzienlijk!; eene groote en goed uitgeruste koopvaardij vloot stelde zijne bewoners in gemeenschap met de meeste havens van het Oosteneen groot aantal oorlogschepen beschermden hunnen handel, en het rijk stond op zulk een hoogen trap van bloei en inagt, dat het voor de Europesche indringers van het hoogste behing was, met den vorst een verbond te sluiten. De vlag der Atsjinezen werd in die dagen gevreesd en geëerbiedigd door de volken van den Indischen Archipel; overal waar'hunne talrijke schepen zich vertoonden, beijverde men zich overeenkomstig hunne inzigten té handelen, zoodat de Hollandsche zeelieden door hunnen bijstand eene groote schrede naderden tot de vestiging van hun handel en tot de verdrijving der Portugezen. De Sultan toonde zich geneigd om zich met de Nederlanders te verbinden, en besloot een gezantschap naar Prins Maurits af te zenden, die zij bij hunne komst hier te lande, in diens legerplaats voor Grave aantroffen. Den léden December 1602, begaven zich de gezanten aan' hoofd der schepen, die onder bevel van Gerard de Roy en Laüéens Bicker met een rijke lading peper en specerijen huiswaars keerden. Den 20sten Juljj daaraanvolgende, kwamen de schepen voor Vlis- singen aan, dóch vóórdat'de gezanten" mét de Slaten-Generaal en Prins Maurits keiiiiis hadden gemaakt, stierf hun opperhoofd, Abdoe'l-Zamet, die te Middelburg met groote staatsie werd begraven. De gevolgen van dit bezoek waren van het grootste gewigt voor den handel der Nederlanders in de Indische wateren, en zoowel te Atsjin als op de omliggende eilanden, werden dé bewoners aange spoord om de Hollandsche schepen in hunne havens te ontvangen. Uit ii Vrijheidszin eu Dwingelandij," van Annie Foore, aflevering 4850, bladz. 406, 408, 409. Opgave van af Donderdag middag tot'Zaturdag middag. ONDERTROUWD: Geene. GETROUWD: P. de Jong en T. de Waard. BEVALLEN: A. C. Swaager, geb. Roggeveen, (D.). M. J. Zwick, geb. Goudswaardt, (DM. Delver, geb. Noot, (D.). H. de Ruiter, geb. Groot, (Z.). G. Egge, geb. Overdijk, (D.). A. A. J. Doezie, geb. Kloppers, (D.). OVERLEDEN: J. Vreeken, 5 maanden. J. van Sprang, 79 jaren. W. Metzelaar, 54 jaren. Ambtshalve ingeschreven 3. Van 11 tot 18 Februarij 1874. ONDERTROUWD: Geene. GETROUWD: Coenraad Vinken en Christina Martha van Veen. GEBOREN: Jan, zoon vau Fedde Daalder en Grietje Ellen. Comelis, zoon van Klaas Gieles en Anna Borgman. Hendrik, zoon van Comelis Saris en Martje de Boer. OVERLEDEN: Levenloos aangegeven 1. Zeilklaar liggende en vertrokken Schepen Groote Yaart. Aankomst! Vertrek. Schip.' Gezagvoerder. Bestemming. 10 Nov. Johannes. F.Nannings. Pensacola. 2 Febr. Aria&Betsy. R. llan. Batavia. 11 Febr. IJstroom. S. de Vries. Pensacola. 11 Febr. Jacob. J.H.BFreije. Buenos-Ayres. 13 Febr. Jan Pietersz.Koen. P.Ouwehaiid. Batavia. 14 Febr. Willem Jacous. W. P. de Vries. Suriname. 16 Febr. JohannaMeijer.E.Tholen.Curaijauv.PuertoCabello. 13 Jati. Dahlia. M. Chawford. Batavia via Suez. 25 Jan. Kon.derNcderl.A.G.M.Bruijns.Bat.v.Suez&Padang Binnengekomen Koopvaardijschepen Groote Vaart. Binnenk. Schip. Gezagvoerder. Cargadour. Herkomst. 18 Febr. Anita Garibaldi. L. Razetto. ZurMühlen&Co. Cheribón. Binnengekomen Schepen bestemd hunne lading in de Buiten- oj Binnenhaven te lossen. Schip. Gezagvoerder. Herkomst. Lading. Cargadoor. Mimer. P.Abrahamsen. Ornskuldvick. Hout. Amons Co. JohanEilardMarie.A.E.Scheurleer. Abo. Vesta. F. J.Hoffman. Ijordeaux. Stukg. Zurmühlen&Co Temon. J. Knowles. Neivcastle. Steenk.Duinker&Goedk* IiATKRK UEUIGTEX Voor zoover Bekend is, zijn in den"loop der week van 8 tot en met 14 dezer in de provincie Noordholland slechts twee runderen uithoofde van longziekte onteigend en afge maakt, en wel beiden te Sloten. PER TELEGRAAF. Paarden f a Lammeren f V Ossen a liokken StGeiten - a Stieren a Magere Varkeus - tt Gelde-Koeijen - a Biggen - a Kalf-Koeijen a Kippen c. a Vaarzen a Eenden a Hokkelingen a Boter per kop a Nucht.Kalveren - a Kaas per K.G. a Vette Rammen - a Kip-Eijeren per 100 - Schapen - Eend-Eijereu u

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1874 | | pagina 3