GELD EEN BROODBAKKEBSKNECHT. EENE BERGER DIENSTBODE. EEN FATSOENLIJKE DIENSTBODE. Burgerlijke Stand. Gemeente Helder. 284ste STAATS LOTERIJ. Marine-Haven Nieuwediep. Ingezonden mededeelingen. ADVERTENTltN. Liefdadige landgenooten! D. BAKKER Jb. HARP. TER VOORKOMING VAN VERV0LG1NGSK0STEN beschikbaar op eerste hypotheek. S. MINNES, Mr. Brood- en Koekbakker te Wieringen, EEN ZINDELIJKE TEXELSGHE DIENSTBODE, Sd. KEIJSER Pz., Makelaar te Texel bericht zeker ingezonden als een sprekend bewijs van muggen zifterij bij onze rechterlijke macht. En gelijk de Warmen- huizev zaak een veel besproken onderwerp is geweest, is het te vreezen, dat ook deze zaak met kracht geëxploiteerd zal worden. Uilenspiegel van 9 Januarij jl. maakte zich ten koste van Alkmaar ten minste al bijzonder vroolijk. In zijne geestigheid maakt hij al processen aanhangig over twee castanjes, die een vrijer van een dienstmaagd gepoetst had, ja hij gaat verder, hij laat al door de rechtbank onderzoek doen naar het wegnemen van een kersenpit. Door te doen gelijk door zoovele dag- en weekbladen, waar van sommige, zooals Uilenspiegel, diep in het volksleven ingrijpen, gedaan wordt, doet men daar goed mede? Door Justitie en Policie belachelijk te maken, doet men daar wel aan? Ik betwijfel het, ja, ik durf meer zeggen, ik houd mij overtuigd dat men verkeerd doet. Denk niet, lezer van dit schrijven, dat ik de onschendbaar- en onfeilbaarheid van onze Kechtbanken wil verkondigendenk niet, dat ik alle handelingen, die meermalen door Rechtbanken zijn gepleegd in bescherming neem; denk niet dat ik in den waan verkeer, dat de heilige Justitie altijd even heilig is en dat per soonlijke questiëu altijd buiten de rechtzalen zijn geslotendenk niet dat ik de meening ben toegedaan, dat het van dagbladen en personen verkeerd gehandeld is, de uitspraken van Rechtbanken te bespreken, en zoo het wezen mocht, dat Rechters gegevene wetten verkeerd of valsch toepassen en daardoor partijdige vonnissen uit spreken, hen voor de rechtbank der publieke opinie te dagvaarden neen, in die meening verkeer ik niet; ik vind het zelfs goed in schijn partijdige vonnissen te publiceeren. Maar heeft dat plaats bij het uitgesproken vonnis de Warmenhuizer zaak betreffende? Ik geloof het niet. Daarom, dat dit vonnis besproken wordt, gelijk dit geschiedt in de dag- en weekbladen, dat het belachelijk wordt gemaakt, vind ik hoogst verkeerd, en heeft een uitwerking, die waarlijk niet in de bedoeling van de N. Rotterdammer Cou rant en evenmin in de bedoeling van de redactie van Uilenspiegel gelegen zal zijn. Ik denk dan ook, dat de inzender der berichten aan de N. Rotterdammer en'Uilenspiegel van Warmenhuizer zaak in haar verband en samenhang niet heel veel weet en alleen zijn oog gevestigd heeft op het zoogenaamde kleine feit, één dirkjespeer in den zak van den strooper, en op het zware vonnis door den Rechter uitgesproken. Wat de Wieringer zaak betreft, daar weet ik niets van, dus daarover zwijg ik; maar wat de Warmenhuizer zaak betreft, wij, burgers fan den Staat, wij mogen de Justitie dankbaar zijn, dat zij met kracht optreedt. Onlangs las ik in de Heldersche en Nieuwedieper Courant een stukje, getiteld: Kijkjes in het leven." De schrijver van dat stukje werpt daarin de beschuldiging op de Nederlanders in het algemeen, en op de bewoners van West-Friesland in het bijzonder, dat zij weinig eerbied en ontzag voor de Justitie hebben. Het is een zware beschuldiging, die hij op ons werpt. Maar mij komt het voor, dat de meening van den Schrijver van dat Kijkje bevestigd wordt door hetgeen ons in de N. Rotterdammer van, ik meen, Donderdag 8 Januari jl. wordt medegedeeld. In dat bericht wordt een klacht geuit, waaruit blijkt, dat de schrijver van het Kijkje het zoo erg mis niet heeft, en dat de Rotterdammers in ontzag voor de Justitie aan hetzelfde euvel mank gaan als de West- Friezen. In dat bericht wordt ons gemeld: «de Justitie wil twee dieven in den doos stoppen, maar één weet te ontsnappen. De hulp om den looper machtig te worden wordt ingeroepen, maar die Rotterdammers die van de ontsnapping getuige zijn, in plaats van aan de Justitie de behulpzame hand te bieden, laten hem vrij en frank gaan en steken de handen niet tot vatten uit." Duidelijk is het dus, de Justitie is te Rotterdam evenmin in hooge achting als in West-Friesland, en het rechtsgevoel, het eerbied hebben voor het mijn en dijn, laat ook daar nog iets te weuschen over. En als nu geaccrediteerde bladen, zooals de N. Rotterdammer, en een veel gelezen volksblad, zooals Uilenspiegel, berichten opnemen, die door een correspondent worden toegezonden, berichten diesoms heel aar dig en grappig zijn, maar die, zooals ik gerust aangaande de Warmen huizer zaak durf zeggen, in aanleiding en oorzaak niet worden medegedeeld, maar alleen het einde van de zaak en dat einde kan aanleiding geven tot geringachting van de Justitie, dan komt bij mij de vraag op: Is het van eenig geaccrediteerd dag- of week blad, dat het zedelijk beginsel van het volksvoedsel wenscht te geven, goed alle berichten, die het van zijn correspondenten ont vangt, al zijn ze ook heel uiïg, te plaatsen Gerust durf ik beweren, de N. Rotterdammer en Uilenspiegel willen het recht en dc eerlijk heid voorstaan en, zooveel in hun vermogen is, bevorderen, maar évenzeer boud ik mij overtuigd dat zij, door berichten van corres pondenten op te nemen, die ja niet onwaar, maar toch zeer een zijdig zijn en waarvan het einde in het nauwste verband staat met vele andere zaken en aangelegenheden, de zaak die ze met hand en tand vasthouden en beschermen zeer benadeelen. Het is waar, ik ben het met de berichtgevers van de N. Rotter dammer en Uilenspiegel volkomen eens, het klinkt dwaas en kin derachtig te vernemen dat bij een Provinciaal Gerechtshof kennis genomen wordt van het stelen van één dirkjespeer en twee pruimen. Het komt ons bespottelijk voor dat zulke zaken door Rechters van een Hof serieus behandeld kunnen worden. Maar o, er is in de wereld, zooveel dat ons op het eerste gerucht dwaas in de ooren klinkt. Bij onderzoek echter wordt dat kleine dwaze wel eens een groote zaak, die rijk in gevolgen zijn kan. Nogmaals zeg ik, van die Wieringer zaak weet ik niets, maar dat die Warmenhuizer zaak raak geloopen is, al bestaat het gevonden corpus delicti slechts in één dirkjespeer, ik ben de overtuiging toegedaan, dat het noo- dig, hoog nOodig was, dat de Rechter er zich mede bemoeide. De plattelandsbewoners mogen waarschijnlijk weinig ontwikkeld en daarom zeer bekrompen zijn, hun menschelijk gevoel zit misschien nog in de windsels, maar toch, voor hoe weinig ontwikkeld, bekrompen en ontbloot van waar humanisme zij gehouden mogen worden, zoo slecht is het met hen nog niet gesteld, dat zij het wegnemen van één dirkjespeer en twee pruimen tot een crimen zullen maken, en waarlijk geen Provinciaal Gerechtshof zal zich blootgeven aan de aardigheden van anderen, ter wille van landelijke bekrompenheid. Het ligt dus voor de hand dat er achter die ééne dirkjespeer en twee pruimen iets meer moet schuilen. Ik maak mij dan ook niet aan een onberaden oordeel schuldig, als ik zeg: de berichtgever aan de N. Rotterdammer Courant en de glosemaker in Uilenspiegel zijn geen bewoners van het platteland, ten minste niet van het platte land in 't noorden dezer provincie Het komt mij voor die berichtgevers moeten stedelingen zijn, menschen die misschien zoo nu en dan eens een uitstapje naar buiten hebben gedaan, en rekenen, zooals veel van die stedelingen doen, buiten is alles geoorloofd. Het komt mij voor, die berichtgevers zijn kooplui, makelaars, advocaten, zaakwaarnemers of zulke mannen. Zij kunnen bij uitstek op de hoogte zijn van de waarde van koffie, suiker, katoen, ijzer enz. maar hebben geen begrip van de waarde van landbouwprodukten. Verder houd ik mij verzekerd, die bericht gevers hebben geen peren en pruimen te verliezen, en omdat zij nu geen boomgaarden hebben, waaruit ze met hun huisgezin een middel van bestaan, of een half middel van bestaan, of een gedeelte van hun bestaan moeten trekken, nu hebben die vruchten voor hen eene geringe waardezij hebben geen tuin met vruchtboomen, wier bloesems hun in het voorjaar beloften geven, en wier groeiende vruchten zij den ganschen zpmer met verlangende blikken aanschouwen. (Slot volgt.) Opgave van af Zaturdag middag tot Dingsdag middag. ONDERTROUWD en GETROUWD: Geene. BEVALLEN: J. J. Stam, geb. Mangel, (Z.). O. van Dam, geb. Ligthart, (1).). P. L. Verhoef, geb. Koning, (Z.). S. M. Lequin, geb. Herlaar, (Z.). M. van der Eijk, geb. Bais, (1).). C. van Dam, geb. Coppé, (D.). M. Biersteker, geb. Bakker, (Z.). A. Grooff, geb. Horn, (Z.). A. J. van den Heuvel, geb. Verhorst, (Z.). OVERLEDENJ. Vuurpijl, geb. Boom, 83 jaren. II. van Dam, 58 jaren. EERSTE KLRA.SSE. Eerste lijst: No. 12650 20,000; No. 5828 1000; No. 19057 400; No. 914 en 18248 ieder 200; No. 3674, 6633, 16378 en 16813 ieder 100. Weerkundige Waarnemingen te Helder (Landskeet) Weersgesteldheid Maart. Ij Uren. II Windrigting en Kracht. Barometer mm. Thermometer C. Vochtigh. 1 procent. 1 Toestand van de zee. Stand. Afw. Stand. Afw. 1 12 zotz. 0.3k. 764.50 f 4.52 7.9 f 2.9 0.87 Vlak. 2 12 o. 0.7„ 774.25 f14.26 4.6 - 0.4 0.91 3 8 no. 2.0« 776.44 f16.44 3.0 - 0.1 0.83 tl 3 12 ono. 0.6„ 776.49 f16.49 2.4 - 2.7 0.86 1 Maart 12 u. Helder, schoon. 2 Maart 12 u. Helder, mooi. 3 Maart 8 u. idem. 3 Maart 12 n. idem. Zeilklaar liggende en vertrokken Schepen Groote Vaart. Aankomst. Vertrek. Schip. Gezagvoerder. Bestemming. 19 Nov. 2 Maart.Nederl. Oranje. H. S. de Jongh. St. John. 13 Febr. 2 Maart. JanPietersz.Koen. P.Ouwehand. Batavia. 1 Maart. 2 Maart. Rotterdam. T, K. Bakker. Middell.Z'ee. 2 Maart. Vice-Admir.Maij. A. Huizer. Batavia. bATMBE BEBIOTE1V. Door 3 Maassche sloepen werden in den afgeloopen week alhier aangebragt: 1220 kabeljaauwen, 11 ijlbotten, 89 lengen, 1130 schelvisscbenbesomming f 2030. Door de vereenigde Urker en Enkhuizer vloot9000 roggen van 32 tot 50 ets., 420 kabeljaauwen h f 1,65, 180 wigtjes kleine schol van f 3,40 tot f 4,35. Door eenige Urkers van Terschelling39 wigtjes groote schol, zoomede diverse tongen en tarbotten; prijs per wigtje f22 tot f28. Eenige Katwijker en Scheveninger bommen bragten alhier aan 1280 tongen, 30 wigtjes schol, 40 tarbotten en eenige manden doode schol; besomming circa f 1100. Na afgelegd examen is door de commissie voor het examineeren van varenslieden te Rotterdam als derde stuurman toegelaten de heer J. Kramer, leerling aan de school voor de zeevaartkunde van den onderwijzer Leijer alhier. Naar wij vernemen is het lokaal Tivoli in andere handen overgegaan. Het bekende, maar nog in 't geheel niet verouderde tooneelstuk: «De armen van Parijs" werd gisteren avond in 't lokaal Tivoli door 't gezelschap van de heeren Boas, Judels en Louis Bouwmeester ten tooneele gebragt. De opvoering was, vooral wat de hoofdvertooners betreft, zeer verdienstelijk. De minister van Binnenl. Zaken heeft ter algemeene kennis gebragt, dat, volgens bij hem ingekomen ambtsberigt, in de week van 22 tot 28 Febr. jl. hier te lande aan Aziatische cholera zijn overleden: te Utrecht 2 personen. In den polder Waard en Groet (Noordholland), waar de meekrap-cultuur vóór 20 jaar is ingevoerd en in dien tijd eene groote uitgebreidheid heeft gekregen, zoo zelfs dat er zeven droogtorens en één stoommaalderij bestaan, zal deze cultuur spoedig hebben uitgediend. Het toenemend gebruik der Alizarine en daardoor ver oorzaakte lage meekrap-prijzen maken de verbouwing van 't artikel ten eenenmale onmogelijk. Men begint dan ook nu reeds de jarige meekrap uit te ploegen; een landbouwer had 61 bunder puike jarige mee krap te velde, welke reeds geheel zijn omgeploegd, hetgeen zeker door anderen zal gevolgd worden. En daar niemand voornemens is, in dit voorjaar kiemen te planten, zoo zal zeer zeker de teelt van 1874 in Noordholland de laatste zijn, daar men ook te Wieringen, Texel en Anna Paulowna- Polder geen meekrap meer denkt te planten. Jl. Zaturdag is ter begraafplaats Eik-en-Duinen de laatste hulde bewezen aan den dezer dagen te 's Hage overleden kapt.-luit. ter zee J. A. H. Hugenholtz. De plegtigheid werd bijgewoond door verscheidene hoogge plaatste marine-officieren en door een adjudant van Z. K. H. Prins Hendrik. De marine heeft door den dood van dezen officier een groot verlies geleden, en alleen de uitdrukkelijke wensch van den overledene was oorzaak, dat bij deze gelegenheid het woord niet genomen werd, om de groote verdiensten van den overledene in herinne ring te breDgen. (Plaatsruimte betaald). RHEUMATIEK EN ZENUWPIJN. Hoewel eerstgenoemde, verschrikkelijke kwaal, joDge en sterke menschen aantast, en laatstgenoemde oumeedoogend hare slagtoffers ouder de zwakken uitkiest en deze over 't algemeen voor ongenees lijk gehouden worden, zoo zijn echter een paar flacons Eau d'Anvers van den heer Aug. de Marbaix voldoende om iemand geheel van deze kwalen te genezen. Ontijdig bevallen van twee doode Zonen, MARRETJE KUIJPER, geliefde Echtgenoote van C. KEIJSER Pz. Texel, 28 Februarij 1874. Op den 28sten Februarij jl. overleed ten onzen huize, onze geliefde Moeder en Behuwdmoeder J. VUURPIJL, geb. BOOM, in den ouderdom van 84 jaren. Helder, 2 Maart 1874. C. J. E. VUURPIJL. M. VUURPIJL, geb. Arkerooij. Op verlangen van de overledene zullen geene uiterlijke teekenen van rouw worden aangenomen. Heden ontvingen wij de treurige tijding, dat onze geliefde Zoon JOHANNES VAN NUIJSENBURG, na eene hevige ziekte van slechts vijf dagen, den 15den Januarij jl. te Atsjin is overleden, in den nog jeugdigen leeftijd van circa 21 jaren. Zij die den overledene van nabij gekend hebben zullen gevoelen hoe deze zware slag ons treft. Nieuwediep, 2 Maart 1874. W. KLAVERSTEIJN. L. C. KLAVERSTEIJN—v. MELLE. Mede uit naam der Broeders en Zusters. Voor de menigvuldige blijken van deelneming, bij 't overlijden van mijn geliefden Echtgenoot ontvangen, betuig ik bij deze, mede namens Kinderen en Behuwdkinderen, mijn hartelijken dank. Wed. C. OVER DE LINDEN—VAN DER BURG. Reeds vroeger vestigden wij uwe aandacht op het treurig lot van de weduwe PAULUS VISSER en hare 5 jeugdige Kinderen, die op Zondag 18 Januarij plotseling haar man verloor, toen deze, wegens den heerschenden storm, willende ankeren, en bij die poging, tot behoud van zijn schip, in het Noordhollandsch Kanaal verdronk, is hare hoop thans op u gevestigd. Tot nog toe is het slechts mogen gelukken f 180 bijeen te krijgen, en dit is geenszins voldoende om haar een of andere broodwinning te verschaffen. Mogen nog velen haar willen bijstaan om dit doel te bereiken. Tot het ontvangen van uwe bijdragen hebben zich bereid verklaard te Helder en Nieuwediep ds. G. E. BRON, ds. DYSERINCK, de firma HOOGLAND VAN HER WERDEN, BLOK bevrachter en S. VISSER Wz.te Texel T. METS, W. METS Tz., T. KONING Cz. en Gebrs. KRüSE; te Egmond aan Zee E. LUITSZ en ds. A. VAN LAER Jr. Namens de Commissie, E. LUITSZ. Voor de verkieziug van twee Hoofd ingelanden te Zijpe, op Woengdng 1 Maart, worden dringend aanbevolen de Heeren: en worden de nalatige belastingschuldigen in den Hoofdelijken Omslag aangemaand, het verschuldigde binnen ACHT BAGEW na heden aan te zuiveren. Helder, den 3 Maart 1874. De Gemeente-Ontvang er, DE VEIJE VAN BUUREN. Adres: Notaris SMIT te Helder. Tégen 20 Maart a. s. wordt verlangd die wasschen kan, tegen 1.25 in de week, bij A. KONING, te Burg op Texel. Men vraagt om dadelijk in dienst te treden Adres in persoon of met franco brieven, aan B. SCHOUTEN, Landbouwer te Anna Paulowna. vraagt tegen 1 April a. s.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1874 | | pagina 3