Duitschland.
Italië.
Amerika
INGEZONDEN.
Burgerlijke Stand. Gemeente Helder.
Burgerlijke Stand. Gemeente Texel.
Burgerlijke Stand. Gemeente Wieringen.
SCHAGER MARKT van HEDEN.
uren tijds fr. 13.45 ontvangen. Zij sprak daarvoor 400
personen aan en ontving van 130 aangesprokenen eene
kleinigheid. Wordt eene van haar door de politie gevat,
de beide anderen hebben dan gelegenheid te ontsnappen.
Vraagt men haar naar het adres van de ongelukkige moedor,
de talrijke kinderen en den onbarmhartigen huisheer, dan
geraakt zij volstrekt niet van streek; zij geeft een adres
op en men vindt alles zooals zij heeft opgegeven, want de
houder van het troepje draagt zorg om de comedie thuis
evengoed te organiseeren als de vertooning op straat.
Een correspondent van Daily News brengt in de
volgende bewoordingen een welverdiende hulde aan onze
dapperen in Atsjin
„De fanatieke moed der Atsjinezen wordt ten volle
opgewogen door de standvastige dapperheid der Nederlanders,
bijzonder van de officieren, waarvan na elke ontmoeting
een groot deel op de lijst der gewonden en dooden voorkomt.
Sommigen worden beschuldigd van roekeloosheid, waaronder
generaal Verspijck, de tweede in het commando en altijd
vooraan. De inlandsehe troepen houden hem voor onkwets
baar; onderscheidene malen is hij reeds als gewond, ja, als
gesneuveld vermeld; gelukkig bleek telkens het gerucht
valsch te zijn, ofschoon hij twee of drie dagen na de
landing bijna verdronken ware, bij een poging om den
oostelijken mond van de rivier te paard over te trekken."
In den loop van dit jaar zal de helft der Pruissische
infanterie voorzien worden van spaden naar het stelsel
Linneroann, dat reeds bij het Deensche leger in praktijk
is gebragt. Dit geschiedt met het doel om aan de man
schappen bij het tirailleeren de gelegenheid te verschaffen,
zich tegen den vijand te dekken en hem met vrucht te
bestoken door het graven van kuilen, het opwerpen van
hoogten, enz., om zich daarin of daarachter tegen het vuur
des tegenstanders te vrijwaren.
Eenigen tijd geleden heeft zich te Hamburg eene
vereeniging geconstitueerd, ten doel hebbende het begraven
van overledenen af te schaffen en voortaan de lijken te
verbranden. Algemeen werd toen verwacht, dat het denk
beeld geen bijval zou vindenmaar in de laatste weken
heeft de vereeniging zooveel adressen van adhaesie ontvangen,
dat zij binnen kort eene groote volksvergadering ter bevor
dering der zaak zal bijeenroepen. Uit Keulen, Haenichen,
Bonn, Breslau, Nordhausen, Sleeswijk, Dresden, Frankfort,
Eger, Kolberg, Sheffield, Rheda, Londen en Franklin (in
den staat Missouri) is berigt ontvangen, dat aldaar ver-
eenigingen tot hetzelfde doel worden opgerigt. Reeds lang
bestaat er eene te Zurich, die onlangs eene vergadering
heeft gehouden.
In de Gartenlaube is een schrijven opgenomen van
een te New-York gevestigden Duitscher, waarin nadere
mededeelingen worden gedaan omtrent de wijze waarop in
Amerika spoorwegen worden gebouwd. Hoewel ten vorigen
jare door een gevoelige les een leerrijke waarschuwing is
ontvangen, bestaat er geen twijfel of het oude stelsel treedt
weer in vollen bloei, omdat de verlokkende aanbiedingen
der Amerikaansche zwendelaars in Europa maar al te zeer
medewerking en ondersteuning vinden.
In de Italiaansche Kamer keert een kwestie weder,
die reeds het vorige ministerie veel zorg heeft gebaard, die
namelijk van de uitgaven voor de defensiewerken. De regering
heeft daarvoor een crediet aangevraagd van 79 millioen,
maar de commissie wil die som vermeerderen met 88|
millioen, ten einde de geheele defensie in orde te brengen.
De regering wil gaarne meer geld uitgeven voor die zaak,
maar zij ziet geen kans om het te krijgende belastingen
zijn overvoerd en het peil van het crediet staat te laag om
een nieuwe leening aan te gaan. De verhouding tot Frankrijk
is na het optreden van den minister Decazes veel verbeterd
en daarmeê de oogenblikkelijke drang tot den aanleg' van
vestingwerken verminderd.
Een later schrijven van den Times-correspondent te
Philadelphia bevat nadere bijzonderheden omtrent den zoo-
genaamden Women's Whisky War in Ohio. 't Is moeijelijk,
zoo leest men, zich een overdreven denkbeeld te vormen
van de geestdrift en de volharding, waaraan deze beweging
haar aanvankelijk succes te danken heeft. Door onver
droten bidden en zingen zijn de vrouwen er thans in
geslaagd om den drankverkoop feitelijk in de volgende
plaatsen van zuidelijk Ohio te doen ophoudente Nelson-
ville, Athens, Logan, Ripley, LebanOn, Leesburg George
town, Manchester, Washington, New Yienna, Blandchester,
Lancaster en Cedarville. Ook in de grootere steden, zooals
Xenia, Dayton, Springfield en Columbus, de hoofdplaats
van den Staat, wint de beweging veld. Te Xenia hebben 400
vrouwen, allen uit den gegoeden stand, den arbeid begonnen
door 't beleg te slaan voor de voornaamste „saloons," na
van een aantal regtsgeleerden de schriftelijke belofte te
hebben verkregen van niet voor de tappers te zullen pleiten.
De stad is in vier sectiën verdeeld, die elk doorkruist
worden door een troep van 100 biddende en zingende
vrouwen. Te Springfield heeft deze heilige oorlog ernstige
ongeregeldheden doen ontstaan; en te Columbus slaan de
tappers de handen ineen tot een defensieve alliantie. Zij
mogen dit trouwens wel, want de vrouwen van Columbus
hebben het niet alleen op de tappers, doch ook op het
gemeentebestuur gemunt, welke laatste zij door „moreele
pressie" hopen te dwingen tot 't doen sluiten van elke
herberg of kroeg in de stad.
Hoe vruchtbaar ook hier en daar aan rozen van vol
doening, is elders deze vrouwelijke kruistogt rijk aan de
doornen van teleurstelling. Zoo zijn te Mc Arthur de dames
't onderling oneens geworden, zoodat zij zich in twee par
tijen gesplitst hebben, die thans elkander veel heftiger dan
de tappers bevechten. Te New-Holland ontstond onder
hen een paniek, doordien een belegerde saloon-houder een
uitval deed met een gloeijenden pook. Te Waynesville
vonden zij een tegenstander in den burgemeester, die zijne
bevoegdheid toereikend schijnt te achten om zoowel nuchtere
als dronken rustverstoorders van de straten zijner gemeente
te weren. Te Jamcstown hebben de gezamenlijke tappers
een duren eed gezworen van „hun bedrijf eerst met den
laatsten droppel bloed" te zullen prijsgeventerwijl hun
collega's te Athensville tartend roemen, dat zij „praycr
prooi)" tegen al de gebeden van de vrouwen ter wereld
gepantserd zijn.
Ook in de Staten Indiana en Kentucky hoort men van
deze beweging, die aan lieden, met Amerikaansche toe
standen en 't Amerikaansche karakter onbekend, haast even
ongelooflijk als belagchelijk moet toeschijnen.
Mijnheer de Redacteur!
Beleefdelijk verzoek ik UEd. een plaatsje in uw veelgelezen blad
voor 't onderstaande
Jl. Zondag had ik het genoegen mij, nevens een zeer groot
aantal andere belangstellende toeschouwers, in de zaal van den heer
IJ. Buik, te Koegras, te bevinden, waar de werkende leden der
Bederijkerskamer „Anna en Maria Tesselschade," eene voor
stelling gaven.
Opgevoerd werden: Toornige oogenllikkendrama in 5 bedrijven,
en Jood Uilenspiegelkluchtspel in één bedrijf.
De heeren en dames kweten zieh over het algemeen uitstekend
van hunne taak, doch inzonderheid werd mej. Z. toegejuicht, die in
het eerste stuk de zoo moeijelijke rol van Emma op uitnemende
wijze vervulde. Ook Joost Uilenspiegel hield zich flink en zal
zeker niet spoedig door de talrijke aanwezigen vergeten worden.
De heer de R. neme ons eene opmerking niet kwalijk. Gaarne
wenschten wij- van hem eene meer duidelijke geaccentueerde uit
spraak. Wanneer hij zich meer op eerte zuivere uitspraak toelegt,
twijfelen wij er niet aan of ook hij zal een zeer goed spreker
kunnen worden.
Hartelijk danken wij, uit naam der aanwezigen, heeren en dames
werkende leden voor 't genot ons geschonken. Dat zij hunne
krachten zullen inspannen om ons eeh volgenden winter meerdere
zulke genoegelijke avonden te verschaffen is onze wensch en daarom
roepen wij hen allen een hartelijk „tot weerziens" toe.
U bij voorbaat dank zeggende voor de plaatsing, noem ik mij,
Mijnheer de Redacteur, Uw. Dw. Dienaar,
N. N.
Opgave van af Dingsdag middag tot Donderdag middag.
ONDERTROUWD: Geene.
GETROUWDK. Overdiep en A. J. Bohlen.
BEVALLEN: G. I. Wink, geb. Jongsma, (Z.). C. Boon, geb.
van Scheijen, (D.).
OVERLEDENGeene.
van 4 tót 11 Maart 1874.
ONDERTROUWD: Pieter Paulus van Wessem en Marijtje List.
Cornelis Eelman en Jannetje Roeper. Leendert Roeper Wz. en
Antje Bruin. Biem Boon en Suzanna Kiljan. Paulus Plaatsman Jsz.
en Cornelisje Bremer.
GETROUWD: Geene.
GEBORENAnna Maria, dochter van Leendert Eelman en
Dirkje Bakker. Leendert, zoon van Pieter Kalis Cz. en Grietje
Bakker. Willem, zoon van Lammert Jongeboer en Neeltje Boon.
Grietje, dochter van Hendrik Maas Dz. en Antje Witte. Reinoutje,
dochter van Arie Eelman en Cornelisje Bruin. Jantje, dochter van
Jacob Geus Hz. en Pietertje Wuis.
OVERLEDEN: Paulus Bakker, 15 jaren, zoon van wijlen Jacob
Bakker en Aaltje Kikkert.
Van 1 tot 28 Februarij 1874.
ONDERTROUWDGeene.
GETROUWD: E. Pz. de Jong en M. Smit.
GEBORENDieuwertje, dochter van A. Koorn en H. Klein.
Antje, dochter van J. Kooijman en A. Mulder. Cornelis, zoon van
M. Tijsen en M. Lont. Pieter, zoon van S. J. de Vries en H.
Wiegman. Albert, zoon van J. Klein en R. Gorter. Dieuwertje,
dochter van S. Cz. de Vries en T. Heijblok. Geertje, dochter van
P. Luijt en E. Koorn. Catharina, dochter van J. Dovis en M.
Zasburg. Pieter en Nicolaas, zoons van W. Numijer en D. Keijzer.
Aaltje, dochter van H. Sprenkeling en T. Zandveld. Grietje, dochter
van J. Vroom en A. Kooij.
OVERLEDEN: Dirk, Roos, 30 jaren, echtgenoot van Maartje
Bakker. P. Maars, 37 jaren, echtgenoot van Maartje Heijblok.
Grietje Visser, 42 jaren, echtgenoote van S. Bakker. Jan Zomerdijk,
4 jaren, zoon van Sijtje Zomerdijk. Nicolaas Numijer, 2 dagen,
zoon van W. Numijer en Dieuwertje Keijzer. Catharina Dovis, 7
dagen, dochter van J. Dovis en Margaretha Zasburg.
LATRBE BEBIfiTEltT.
V oor zoover bekend is is in deze provincie in den
loop der week van 1 tot en met 7 dezer, slechts één rund
uithoofde van longziekte onteigend en afgemaakt, en wel
te Hoogwoud.
Jl. Donderdag overleed te Breda in 71jarigen ouder
dom mgr. Joh. van Genk, bisschop van Breda, huisprelaat
van den Paus.
Te Aalst is een vijjjarig doofstom knaapje door zijne
moeder alleen gelaten en verbrand.
Jl. Woensdag is in de St. George-kerk te Berlijn
de Japanees Tsusy door ds. Dahms gedoopt. Bij zijn over
gang tot het Christendom heeft hij den naam Ernst aan
genomen. Hij heeft bij de militaire autoriteit aanvraag
gedaan om bij het kadettenkorps te worden ingedeeld.
In Zwitserland vindt men op de gedrukte schoolorde,
in alle volksscholen ten toon gehangen:
„48. Voor het in orde houden der school moeten de
meisjes van de hoogste klasse de schoollokalen, de gangen,
de trappen en het plein voor het school ten minste driemaal
in de week zindelijk vegen, en daarna de tafels, de stoelen,
de vensterbanken, enz. behoorlijk afstoffen. De knapen
zullen daarentegen in den winter den toegang tot de school
banen, de sneeuw op het plein voor de school wegruimen
en het overige in orde houden."
Een Petersburgsch commissaris van politie had aan
2000 van de 2700 tappers aldaar bevolen hunne tapperijen
te sluiten. Twee dagen later ontving hij van de tappers een
doodkist met zijn portret er in, begeleid van een brief,
waarin zij dreigden de stad aan alle kanten in brand te
steken, als hij 't bevel niet introk. En wat deed de com
missaris? Hij liet den heeren tappers weten, dat zij binnen
24 uren met zak en pak moesten oprukken, en die er niet
uitging, werd uit de stad gezet. Dat is nu op zijn.Russisch
PER TELEGRAAF.
2 Paarden
Ossen
Stieren
8 Gelde-Koeijen
Kalf-Koeijen
Vaarzen
Hokkelingen
60 Nucht.Kalveren
Vette Rammen
230 Schapen
f 50a 80
- a
- -a
- 140al70
- 170al90
- a
- 5a 12
- 30a 34
Lammeren f 26 a 30
Bokken&Geiten - a
26 MagereVarkens - 12 a 22
10 Biggen - 5 a 8^
40 Kippen c. 75 al 7 5
50 Eenden - 60 al40
Boter per kop —1074a -
Kaas per kilogram - 40 a 50
Kip-Eijeren per 100 -260 a270
Eend-Eijeren -325 a
Een gesprek met Bismarck.
De bekende Hongaarscbe schrijver en journalist Maurus Jokai
heeft eene audiëntie bij Bismarck gehad, waarvan hij in een Oos-
tenrijksch blad een uitvoerig verslag geeft. Van de ontvangst
zegt hij het volgende„Bismarck ontving mij 's avonds te 9 uur
(soms geeft hij na middernacht audiëntie). Het was gemakkelijk
en eenvoudig hem te naderen. Zijn paleis is ,van buiten het een
voudigste der Wilhelmstrassp; zijn deur wordt niet eens door een
portier met beerenvel en stok bewaard; men moet aanschellen,
als aan de deur van gewone stervelingen. De voorkamer wordt
verlicht door een enkele moderateurlamp, die op een tafel staat.
De derde kamer van daar gerekend is het ontvang en werkvertrek
van Bismarck. Het ameublement is allereenvoudigst, zonder eenigen
prouk. In een hoek staat een ijzeren rustbed,' waaronder een
reusachtige St.-Bernard hond ligt. Voor het venster staat een
ijzeren kast en midden in de kamer een groote schrijftafel, waaraan
de ijzeren man zit.
Vorst Bismarck is een zes voet hóoge, athletische gestalte, met
breede schouders, groote handen, die bij een handdruk stalen spieren
verraden; zijn gezigt stemt met geen der in omloop zijnde portretten
overeen, die er allen te somber en zwartgallig uitzien. Mij kwam
het voor, dat hij veel van Frans Deak had; dezelfde digte, de
oogen overschaduwende wenkbraauwen, een over de lippen afhan
gende graauwe knevel, frissche gelaatskleur, op één plaats met een
likteeken doorsneden, een kaal, breed voorhoofd, heldere en groote
oogen, wier open blik geen photografie volkomen weergeeft.
De vorst was zoo beleefd om mij mijn ingestudeerde aanspraak
niet te laten uitspreken en begon oumiddelijk mij te zeggen, dat
ik nog zeer jong was; hij had gedacht, dat ik veel ouder was,
want hij had reeds als eerste luitenant een recensie over mjj in de
Augsb. Ztg. gelezen, dat „toenmaals" nog een verstandig blad was.
Ik zeide hem, hoe oud ik was. „Dan ben ik u nog tien jaar vooruit,"
antwoordde hij. Daarop verzocht hij mij aan den anderen kant
plaats te nemen, nam uit de ijzeren kast een kistje met sigaren en
presenteerde mij. „Ik dank u, ik rotok niet." Ook hij rookt geen
sigaren; hij is gewoon aan zijn meerschuimen pijp.
Intusschen ging een zijdeur open en de vorstin en hare dochter
kwamen binnen. De man van ijzer heeft ook zijn magneet. Beiden
waren in bal-toilet. De vorstin is thans nog een indrukwekkende
schoonheid met een edel aangezigt en een daarmede overeenkomende
gestalte; de dochter is een ideale verschijning; zij waren van plan
naar een soirée aan het hof te gaan en kwamen more patrio afscheid
van het hoofd van het gezin nemen. Bismarck gaf haar een
patriarchalen kus en zond aan de majesteiten door zijne vrouw
een eerbiedige groet.
Daarop gingen wij weder aan de schrijftafel zitten, tegenover
elkander. De vorst sprak en ik luisterde."
Natuurlijk liep het gesprek vooral over den toestand van Oos-
tenrijk-Hóngarije. „Dat dualisme moet gehandhaafd worden,"
meende Bismarck.
„Wij hebben goede vrienden, die ons verdacht willen maken,
dat wij de Oostenrijksche erflanden willen annexeren, God bewaar
ons! Wij hebben onze handen vol genoeg met Elzas-Lotharingen
en met den Deenschen grenstwist en als het niet door geografische
gronden verboden ware geweest, hadden wij geen voetbreed grond,
waarop Franschen wonen, bij Duitschland gevoegd. Dat is een
onverzoenlijke, wilde vijand! Ja, de Franschen zijn een wild volk!
Als wij er de koks, de kleermakers en de kappers afrekenen, houden
wij koperkleurige Indianen over(!). Waren wij maar in staat om
ons te bevrijden van hetgeen wij verworven hebbenLaat staan,
dat wij trek hadden in de bedevaartgaande volkstammen van
Oostenrijk. En wat zouden wij met Weenen als grensstad doen?
Weénen en Buda-Pest zijn bestemd om in het oosten rijke midden
punten voor beschaving en handel te worden. En de Duitsche
minister, wien het in zou vallen iets van Oostenrijk te annexeren,
zou waard zijn(Hier maakte hij met de hand eene beweging,
die ophangen beduidt). Ik voor mij zou in staat zijn, om, als de
Oostenrijksche erflanden „met alle geweld" bij ons willen komen,
„daarom" oorlog tegen hen te voeren.
Toen ik, verklaart Maurus Jokai verder, van de opruijing der
nationaliteiten in Hongarije sprak, die iedereen aan Rusland toeschrijft,
zeide de vorst: „Gij moet weten, dat er tweeërlei Russische politiek
is: de Peterburgsche en de Konstantinopelsche. Zoodra een gezant
naar Konstantinopel gaat, wordt hij daar bij de anderen dadelijk
gek; daar kibbelen zij met elkander; zij concurreren, intrigeren en
doen aan groote Europesche politiek, alsof die hun alleen toever
trouwd ware. Alles uit wederszijdsch vertrouwen, totdat zij
teruggeroepen worden. Als gij last van Russische intrigeus hebt,
kunnen die slechts uit Konstantinopel komen, niet uit Petersburg.
Zij hebben dus hoegenaamd geen gewigt. De Russische Czaar en
de Russische regering willen opregt vrede."
Ik veroorloofde mij eenige bezwaren, ingeval van een troonsver-
anderitig, op te werpen.
„Geloof mjj, zeide Bismarck, de Russische troonopvolger zal