1874. N°. 47. Zondag 19 April. Uitgever A. A. BAKKER Cz, IIËLDEiiSCHE EN NIEUWEDIEPER COURANT. .Wij huldigen het goede." Ttriehqit Dih#»d»o-, DoNniEiiia- Ziturdiq auniddae. Ahonmememtsprijs per kwartaal1-80; franco per poat - 1.Ö5. Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163. Prijs der Adverteatïën Van 14 regels 60 cent, elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. VERTREKDAGEN DER BRIEVENMAILS Naar Oost—Indiëria Triest 28 April 's avonds 6 u. gl, Marseille 23 April, 's avoncls 6 u. ,ar Brindisi 20 April, 's avonds 6 u. Curaqao en Suriname, 1 Mei, 's morg. 6 u. Kaap de Goede Hoop, via Southampton: 23 April, 'g morg. 6 u. Onze abonnés in de jfemeente ontvangen bij deze courant een bijvoegsel, behelzende het vervolg der mededeelingen omtrent de verrigtingen van het blokkade-cscader in de wateren van Atsjin. Aan buiten-abonnés wordt het op aanvrage gratis toegezonden. Binnenland. HELDER en NIEUWEDIEP, 18 April. Door de Nederlandsche Handelmaatschappij zijn bevracht voor Amsterdam de schepenLouise, Prinses Amalia, Waterloo, en Wijk aan Zee. Blijkens een tnededeeling van den wethouder Tindal, te Amsterdam, ziet het er met de hoofden van het Noordzee kanaal treurig uit. Zij zijn ontredderd en de werkzaamheden staan zoo goed als stil. Voor zoover bekend is zijn in den loop der week van 5 tot en met 11 dezer in deze provincie drie runderen uithoofde van longziekte onteigend en afgemaakt, en wel 1 te Haarlemmermeer, 1 te Heilo en 1 te Wijk aan Zee en Duin. In de provincie Noordholland werden in in 1871 wegens longziekte afgemaakt 2480 runderen; in 1872 1259 en in 1873 327. Er werden afgemaakt in het rijk in 1871 6078 runderen, in 1872 4009 en in 1873 2479. Overal heeft eene belangrijke afneming der ziekte plaats alleen Friesland maakt hierop eene uitzondering. Door het provinciaal bestuur van Noordholland is eer gisteren aanbesteed: 1. Het verdiepen van eenige gedeelten van het Noordhollandsch Kanaal, in massa; daarvoor waren de minste inschrijvers de heeren Schalk Goedkoop Dz te Amsterdam, voor f 61,447. 2. Het voorzien der boorden van het Noordhollandsch Kanaal, in vier perceelendaarvoor waren de minste inschrijvers: voor het 1ste perceel, de heer A Helsen, te Amsterdam, voor f 3345voor het 2de West-Friesche Correspondentie. XX. {Vervolg.) De doctor was warm geworden, had zijn pijp neêrgelegd en liep met groote treden zijn kamer op en neer. „Neen," vervolgde hij, na eenig zwijgen, „laat ons niet met onze voorvaderlijke zeden spotten, laten we zaken niet belachelijk voor stellen, die eigenlijk niet belachelijk zijn. Er is een drang in al het geschapene vooruit of.... achteruit. Stilstand schijnt een onmo gelijkheid en naarmate men dichter aan de centra der beschaving komt, moet men te sneller meê.... vooruit of achteruit. Een dwaas, die meent, den tijdgeest te kunnen stuiten door koppige vast houdendheid aan verouderde gebruiken of zienswijzen. Als men in den spoorwagen zit, moet men meerijden of men wil of niet, want waagde men het, er uit te springen, dan kwam men er niet zonder bloedigen kop af. Maar gelukindividueel geluk en het woord geluk is individueel bij uitnemendheid, is slechts te vereenigen met onop houdelijke gejaagdheid en beginsellooze zucht naar verandering. Nog minder om de mindere kosten aan de wufte kleeding onzer dames verbonden, dan om hare bespottelijke veranderlijkheid is het, dat ik de betrekkelijk onveranderlijke kleeding onzer dorpe lingen hoogacht. Die onveranderlijkheid drukt op alles een zegel van degelijkheid en van ernst. Men weet, als men een kleed koopt, dat men het tot het volgende jaar en nog vele jaren later dragen kan. Men doet dus wel goede, degelijke kwaliteit te kiezen en doet dit ook. Daarenboven getuigt de stabiliteit in de keuze der kleediug van tevredenheid met den stand, den staat en de omstandigheden waarin men geplaatst is. Mode is eigenlijk een naaperij op groote schaal. De een of andere Parijsche modist praktiseert een nieuw model hoed, of een nieuwe snid van een japon, of een nieuw kapsel van valsch haar. Dat 's één. Een vermaarde vrouw, die gewoon is in mode den toon te geven, komt er meê in de opera en nu vindt de heele Parijsche wereld het mooi, al is het nog zoo leelijk, dat 's twee. De modemagazijnen van Parijs apen het model na en weten het hunne klanten spoedig aan te prijzen, zoo dat in korten tijd heel Parijs gekleed is naar dat model, dat 's drie! Groote firma's uit Londen, Berlijn en Amsterdam zenden extra gezanten, in dit geval modisten of snijders, naar Parijs om het beroemde model na te apen. Reclame in de courant: Grande nouveauté! Bahlman en Comp. hebben de eer een gedistingeerd dames- publiek te informeeren, dat zij zoo even ontvangen hebben het echte Parijsche model van de Robe a la.... d la...., ja hoe zal ik het noemen?" vroeg doctor Haring. „A la Madame Mac Mahon, bijv." vulde ik aan. perceel, de heer G Ilonijk, te Purmerende, voor f 8988; voor het 3de perceel, de heer R. Krom, te Buiksloot, voor f 11,330; voor het 4de perceel, de heeren Gebr. Janzen, te Nieuwediep, voor f 14,044. De heeren J. Ch. Benit en Louis Krom, leden van het Noordhollandsch-Friesch-Spoorweg-Comité Bloem c. s., hebben aan de twee Kamers der Staten-Generaal een adres gezonden, waarin zij de medewerking dier Kamers verzoeken ter bevordering van de belangen van genoemd Comité. Het eenjarig onderhoud van de kazerne-gebouwen te Hoorn is eergisteren aanbesteed en aangenomen door den heer K. Bakker aldaar, voor f 3273. Jl. Woensdag is in het huis van correctie tc Hoorn de gewone jaarlijksche afslag verleend aan gevangenen die tijdens hun verblijf aldaar zich goed gedragen hebben. Onder gepaste toespraak werd hun deze beschikking dooi de commissie van administratie medegedeeld. De afslag heeft zich bepaald tot het verleenen aan: 2 gevangenen geheele kwijtschelding, 7 gevangenen zes maanden afslag en 16 gevangenen 3 maanden afslag. De gemeenteraad te Ursem heeft de jaarwedde van elk der hoofdonderwijzers aan de scholen te Rustenburg en te Ursem, met ingang van 1 dezer, verhoogd tot op f 800, met vrije woning. Jl. Woensdag werd te Amsterdam, onder voorzitter schap van ds. Ludw. C. Lentz, de algemeene voorjaars vergadering gehouden van het Nederlandsch Luthersch Genootschap voor in- en uitwendige zending, waarbij 55 predikanten, proponenten, theol. studenten en verdere leden der Luthersche kerk uit alle oorden des lands tegenwoordig waren. Des avonds werd een vriendschappelijke bijeen komst gehouden. In de najaarsvergadering zullen de heeren W. F. Bornscheuer en J. P. G. Westhoff punten ter behandeling inleiden. Als een aardig bewijs van hetgeen men te Amsterdam van de aanstaande feesten verwacht, kan dienen dat voor het gebruik eener kamer uitzigt hebbende in een straat, waardoor de stoet zal passeren, in de nabijheid van het Koninklijk paleis aldaar, de enorme som van f 400 wordt betaald, terwijl door de bewoners van een andere, zelfs zeer korte straat p. m. f 4500 voor versiering is bijeen- gebragt, waarin de verlichting nog niet is begrepen. De leening van f 200,000 voor de Lutine-onder- neming is jl. Donderdag te Amsterdam reeds meer dan volteekend, zoodat de gelegenheid tot inschrijving gesloten is. Gisteren morgen is te Amsterdam in de Eggerstraat, „Precies, a la Madame Mac Mahondat is Zeitgemass, zouden de Duitschers zeggen. Welnu dat is vier. Eenige dagen later slenteren de Auisterdamsclie dames met het nageaapte Parijsche model door de Kalverstraat, dat haar door hare respective modemaakster is aangeraden, dat 's vijf. Winkeliers uit Alkmaar en Hoorn apen op hunne beurt de Amsterdamsche modellen na en smeeren ze nu als nummers zes of zeven onze Noordhollandsche dames aan, zoodat wij het pleizier hebben eindelijk onze dorpsdames, precies als de Parijsche haute volce gekleed door Hoorn te zien paradeeren „Precies meent u, doclor?" „Ja, precies, dat wil zeggen na een zes of zeven van deze destillatie." „Maar, doctor, is dat nu niet goed? Dat brengt immers het geld in omloop, was het dan beter, dat het geld opgestapeld werd en niemand voordeel had van de welvaart onzer landlieden?" „Dat is een geheel andere vraag," antwoordde doctor Haring, „ik heb het gezegd, als men in den spoorwagen zit, moet men meerijden en uit een soeiaal oogpunt is het zeker goed. Doch uit den aard der termen staat het sociaal belang tegenover het individueel belang. Het sociaal belang is het belang van de som der indivi duen, waarin dat van ieder afzonderlijk individu moet opgaan. Daar nu alle individuen echter geen gelijken inleg kunnen geven, spreekt het van zeiven, dat de een bij deze oplossing winnen en de ander verliezen moet. Geloof me, we hebben hier te doen met een groot sociaal vraagstuk, waarvan liet belang verre boven hoeden- doozeu en staartklokken gaat. Men moet meê en men gaat ook meê, even als in den spoorwagen, 't best is nog, daar men toch de reis doen moet, maar bij tijds vrijwillig plaats te nemen, men heeft dan nog kans een goed plaatsje te krijgen en behoeft niet af te wachten, dat een onheusche conducteur u ten laatste in den arm neemt en in een beestenwagen stopt." „U beschouwt dus de vooruitgang in beschaving, de meerdere ontwikkeling onzer landiiedeu als een noodzakelijk kwaad, dat men niet tegen kan gaan, waar men zich dus aan moet gewennen, om er niet door gedeerd te worden, doch dat op zich zeiven een kwaad blijft." „Trek het niet te ver, het woord kwaad is door mij niet genoemd en vooruitgang in beschaving en ontwikkeling zijn op zich zeiven juist voortreffelijke zaken, de vraag is slechts hoe men dit opvat. Wanneer onder onze landlieden meerdere zucht naar kennis, naar nuttige en degelijke wetenschap ontwaakte, zou ik niets liever zien, dan dat, vooral wanneer die te vereenigen bleek met tevredenheid in den stand, waarin zij geplaatst zijn. Maar is zulks het geval? Beschaving en vooral ontwikkeling, het woord geeft het aan, moeten bock Gravenstraat, eene dienstbode, bezig zijnde met glazen wasschen, door het openslaan van een venster van de 4de verdieping op straat gevallen en eenige oogenblikken daarna overleden Door den heer Leemans is in de jl. Maandag te Amsterdam gehouden vergadering der Letterkundige Afdeeling van de Koninklijke Academie van Wetenschappen voorgesteld, eene commissie te benoemen, ten einde de Academie voor te lichten bij het uitspreken van een oordeel over de waarde en echtheid van liet befaamde Oera Linda Bok. Na eene uitvoerige discussie, waaraan onderscheidene leden deelnamen, bleek uit de gehouden stemming, dat de meerderheid der aanwezigen het door den heer Leemans aangeprezen onderzoek geene voor de Academie aanbeve lingswaardige taak acht. Vrij algemeen was men overtuigd, dat het zoogenaamde Oera Linda Bok niets is dan eene recente en niet eens handige bedriegerij. Ook de heer Leemans zelf bleek die meening te zijn toegedaan. In de Haarlemmermeer, digt bij het Hoofddorp, is jl. Donderdag een wedstrijd met zaaiwerktuigen gehouden. De uitslag zal later worden medegedeeld. Te 's Hage is jl. Donderdag aanbesteed het bouwen van eene sluis met beweegbare brug bezijden den Ooster- doksdijk te Amsterdam. Minste inschrijvers de heeren Verwaaijen en Kooy, te Arnhem en Amsterdam, voor f 71,870. Jl. Woensdag is op de Maas een schuit, geladen met afval van vlas, door brand vernield. De schipper en zijn knecht hadden juist den tijd zich te redden. Als een zeldzaamheid meldt men dat bij den landbouwer J. G. Slegh, te Kerkwijk, een koe een kalf heeft ter wereld gebragt, wegende 54 kilogram. Omtrent de hondententoonstelling te Amsterdam, leest men in het Utr. Dagbl. „De menschen buiten Amsterdam kunnen zich geen denkbeeld vormen, hoe weinig geboren en getogen Amster dammers van de natuur weten. Dat ze op een buitenpartij een sloot vol eendenkroos voor een mollig grastapijt aan zien en dan op practische wijze leereu, dat meer zaken dan gras groen zijn, is nog te begrijpen. De gevleugelde bewoners van onzen wereldbol onder scheiden ze in drie soorten: „vinkies, kippies en duifies." Vinken zijn de huismusschen en al wat in een kooi zit, zoo is b. v. een kanarie een geel vinkie. Kraaijen, hoewel bij naam en daad bekend, behooren tot de zwarte duiven. Wat eijeren legt zijn kippen, een faisant is een mooi „kippie;" ten slotte is al wat zwemt een eend. van binnen beginnen, in den mensch niet aan den mensch; maar ziet men niet, dat de beschaving in de meeste gevallen alleen van buiten zit, in fraaiere kleuren in grootere weelde? En zij, die werkelijk betere vorming erlangen, zijn zij nog tevreden in hunnen stand, zien we ze niet den een na den ander onze dorpen verlaten, om het groot getal te vermeerderen van hen, die, soms toegerust met buitengewone gaven en kennis, op een schrale bezoldiging van het een of ander ambt moeten teeren?" „Doctor, n is van daag vreeselijk pessimistisch, u zou het dus niet als een geluk beschouwen, als in onze dorpen een andere geest geboren werd, als men met wat steedsehe manieren aanlande, wat iiefde begon te gevoelen voor kunst bijv., wat meer conversatie leerde, in één woord als langsamerhand het onderscheid tusschen stedeling en dorpeling verdween?" „Ik weet niet, wat ik er van zeggen moet," antwoordde doctor Haring, „voor sommigen zou het een groot geluk, voor anderen een groot ongeluk zijn. Onze West-Friesche landlieden zijn over het algemeen gelukkig en tevreden in hun stand, dien zij ten zeerste liefhebben, omdat hij hun bij uitnemendheid waarborgt, wat zij boven alles liefhebben, hunne vrijheid en onafhankelijkheid. Daar enboven zijn zij braaf, trouw enkuisch. Ik geloof niet, dat er een hoekje in de wereld is, dat hen in deze deugden vooruit is. Zij hebben, niettegenstaande hunne misschien wel eens overdrevene begrippen van onafhankelijkheid een diepen eerbied voor recht en voor wettig gezag. Hoe meci men doordringt in hun intiem leven, hoe dieper blik men werpt in hun zedelijk bestaan, des te meer achting verkrijgt men voor de rechtschapenheid en goeden trouw, die al hun doen en laten beheerscht. Notariële akten, gij zult dit zelf weten, en over het algemeen schriftelijke verbindtenissen, houden zij er slechts op na, waar de wet dit nadrukkelijk voor schrijft, omdat het dan wel moetanders zouden ze het in vele gevallen onnoodig achten en bovendien gaarne de kosten, er aan verbonden, uitwinnen. Beloften, onderlinge overeenkomsten, lee ningen, handel, ja niet zelden beschikkingen hij uitersten wil, geschieden zeer dikwerf alleen, zoo als zij dat noemen, op goede mannen zeggen af, en niemand valt het in, zich aan een mondeling aangegane verbindtenis te onttrekken." „Maar, doctor, als men u moet gelooven, leven we hier onder een menschensoort, die ik waande, dat uitgestorven was, u doet mij onwillekeurig denken aan Ovidius, waar liij zegt: iiurea prima sata est aetas, quae, vindice nullo, Sponte sua, sine lege, fidem rectumgue colebat." „In vele opzichten, ja," antwoordde doctor Haring ernstig, „en deze aanhaling uit de metamorphose is hier zeer goed op zijn plaats, vooral omdat ook hier een gedaante-verwisseling te voorzien en

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1874 | | pagina 1