1874. N°. 50. Zondag 26 April. 32 Jaargang. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN, ST. 163. De kerkelijk-politieke strijd in Pruisen. Binnenland. HELDERSCHE EN NIEUWEDIEPER COURANT .Wij huldigen het goede." Yersckijttt Dingsdag-, Donderdag- en Zatürdag uaraiddag. AbonaemeHtsprijs per kwartaal1.30. franco per poot - 1.65. Prij. der Advertentiën Van 14 regelt 60 cent, elke regel meer 15 cent. Groot, letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. VERTREKDAGEN DER RRTEVENMAILS Naar Ooet—lndië: via 'Iriést 28 April 's avonds 6 u. Marseille 7 Mei, 's avonds 6 u. Brindisi 4 Mei, 's avonds 6 u. Curagao en Suriname, 1 Mei, 's morg. 6 u. Kaap de Goede Hoop, via Southarnpton1 Mei, 's morg. 6 u. VERGADERING van den RAAD der gemeente ANNA PAULOWNA, op IMngsdng den 38 April 1874, des namiddags ten 2 ure. Anna Paulowna, 24 April 1874. De Voorzitter, C. E. PER K. Onderwerpen ter behandeling 1. Aanbieding Gemeenteverslag over 1874. 2. Ontslag en benoeming Hulponderwijzer. 3. Mededeeling ingekomen stukken. II. (Slot.) Pruisen heeft niet willen of durven breken met het bestaande stelsel van Landskerken, niet fiksch de hand geslagen aan de scheiding der zaken die tot den Staat of tot de Kerk behooren; in plaats van de bisschoppen vrij te laten op hun eigen kerkelijk gebied en hen kloek terug te wijzen waar zij dat overschrijden, heeft het wereldlijk gezag zich ingelaten met inwendige aangelegenheden der Kerk en gewild, dat de Kerkvorsten zich naar hare bevelen zouden gedragen. Zij heeft de hand in een wespennest gestoken. De catholieke Kerk verkiest vervolging en het martelaarschap boven onderdanigheid aan den Staat, en zij ■weet bij ondervinding, dat zij op die wijze niet de verlie zende maar de winnende partij is. Door geweld is van haar niets te verwerven. De meermalen genoemde catho- lieke Afgevaardigde verklaarde dan ook, dat de Kerk wel in andere Staten in dergelijke bepalingen van Staatswege, als de in Pruisen ingevoerde, toegestemd had, maar na onderhandeling bij vrijwillige overeenkomst, terwijl men het in Pruisen door overheersching zoover zocht tc brengen. Van daar dan ook, dat de waarnemende bisschop van West-Friesche Correspondentie. XX. (Slot.) Doctor Haring had mij langer, aan de praat gehouden, dan gewoonlijk. Bij het naar huis gaan had hij mij hartelijk de hand gedrukt en mij ten slotte nog toegevoegd: „Nu, jongmensch, stoor je nu niet al te veel aan het gezeur van een ouden knorrepot. Je weet wel, ik ben de man niet, om vooruitgang tegen te werken, integendeel, waar ik kan, ondersteun ik die. Ik ben van avond eens aan 't filosofeeren geweest. Dan borrelt allicht zoo eens een gedachte op, waarvan men nauwelijks zelf weet, of ze het gevolg is van diepe overtuiging, dan wel van consequentie aan voorafgegane bespiegelingen. Onze gezichteinder is nog zoo heel duister niet. Laat de tijdgeest de oppervlakte maar wat schuren, bet edel metaal zal hij niet deeren. Integendeel, het goud en het zilver zullen er te sehooner door uitkomen. Het lood, want waar is geen kaf onder het koorn, mag er vrij door verteeren en, wat verguld is, zijn luister verliezen. Een strijd met het leven geeft warmte en groei, een strijd tegen het leven den dood!" Een zeldzaam man, die doctor Haring, oogenschijnlijk de vroo- lijkheid en blijmoedigheid in persoon, altoos opgeruimd, den mond vol geestigheden, de ziel van het gezelschap onder vrienden. Onder vier oogen een zwaartillend filosoof. Het gesprokene had een diepen indruk op mijn gemoed gemaakt, mijn hoofd gloeide en mijn pols joeg. T'huis gekomen had ik nog weinig lust tot slapen. Mijn hospita had het raam open gelaten, zoodat hij het binnentreden van mijn kamer een koele avondlucht mij tegenkwam, die mij goed deed. Om mijn geprik kelde zenuwen wat tot bedaren te brengen, ging ik voor het open raam zitten. Een prachtig tooneel ontvouwde zich hier voor mijn oogeu. De Zuiderzee, waarop mijne kamer het uitzicht heeft, geleek een spiegel, waarin de volle maan duizendwerf weerkaatst werd. Zil veren golfjes kabbelden en speelden op hare oppervlakte, door een zacht koeltje voortgedreven en levendig gehouden, tot ze eindelijk met zacht gemurmel op de steenen glooiing van den zeedijk braken. Aan de overzijde teekenden zich enkele torenspitsjes scherp op den azuren horizont af, als zoo vele vingers, die in welsprekend gebaar uit de duisternis der aarde naar den helderen hemel wijzen. Hechts, in statig geboomte, thans in schaduw gehuld, lialf verborgen, lag Hoorn. De gele toren met den gouden meermin aan de spits blonk als een baken op rotsen gebouwd in het prachtig maanlicht, fier en deftig het geheel beheerschend, of ze nog meesteresse was der zee. Of ze nog meesteres was der zeel Freibuïg, in Baden, de heer Kübel, aldaar volgens de wet van 1860 de regeering kennis geeft van de voorge nomen aanstelling van geestelijken, maar dit nalaat voor het tot zijnq diocese behoorende Pruisische Hohenzollern en daarvoor reeds geldboete beloopen heeft. Dat er op deze wijze opzet en overdrijving aan de zijde van het episcopaat en de verdere leiders der catholieken bestaat, is bezwaarlijk te ontkennenen in het Passauer Tagblatt, het orgaan van den vrijzinnigen, maar daarom de oud- catholieken geenzins genegen bisschop van Passau (Beieren) wordt dan ook de onderdrukking der catholieke Kerk, waarover voortdurend klachten worden aangeheven, toege schreven aan ultramontaansche drijvers in vereenigingen en couranten, „die blijkbaar vijandig jegen het Rijk gezind... onder het masker der godsdienst oorlog voeren met het Duitsche Rijk en met allen, die zij niet tot de hunnen rekenen.' Slechts een maatregel is er door Pruisen en vervolgens ook door Duitscldand genomen, welke wij kunnen toejui chen, namelijk de invoering van het burgerlijk huwelijk, waartoe de Pruisische Landdag in Februari, de Duitsche Rijksdag in de volgende inaand besloot. Al vaak waren bij de door de regeering als onwettig aangemerkte gees telijken de huwelijksregisters en voor de uittreksels dienende kerkelijke zegels in beslag genomen, en het werd dus meer dan tijd, verdere moeilijkheden en botsingen op dit punt te vermijden, die zich niet alleen met catholieke maar ook met protestantsche geestelijken voordeden, zooals in Westfalen, waar de huwelijksvoltrekking geweigerd werd indien het bruidspaar niet wilde beloven om de kinderen in de Luthersche godsdienst op te voeden, gelijk in Beieren met de priesters het geval was, indien de verloofden het leerstuk der pauselijke onfeilbaarheid niet aannamen. De regeering wilde slechts de bevoegdheid hebben om het houden der registers ook aan anderen dan geestelijken te kunnen opdragen, maar de Landdag en nog meer dan deze de Rijksdag leidden het daarheen, dat het geheel aan ambtenaren der burgerlijke gemeenten werd toevertrouwd. Prins Bismarck heeft verklaard, dat de regeering tot 1871 zeer vredelievend jegens de catholieke Kerk gezind geweest, maar alstoen door de vorming der centrumsfractie in den Landdag tot eene veranderde houding genoodzaakt is. Uit de dezer dagen bekend geworden ir.structiën, tijdens het concilie te Rome aan den Noordduitschen gezant von Arnim aldaar gezonden, blijkt, dat de regeering toenmaals Vóór mij lag het Hoornsohe Hop, eens het tooneel van den strijd tegen den graaf van Bossu. Hoort, dat kabbelen der golfjes, dat klotsen van den vloed, als ze breekt op de keien, vormt klanken. Ziet, die spitsen aan de kimme verrijzen tot masten en wiegen zich zacht op de baren. Daar hoor ik een kreetzou het een meeuw zijn, die, door het maanlicht begunstigd, zijn aas zoekt, of een zeevalk, die, in het duister tusschen de steenen verscholen, zijn scherpen blik op het brekende water gevestigd houdt, of soms de zee wat aanbracht zijner gading? Neen, hoor, daar klinkt het weer en luider en van vele zijdenDe zoom van den zeeham krijgt leven en beweging, duizende lichten dansen langs den oever,.... daar gaat een vuurpijl op uit Hoorn,.... daar weer een uit zee. Ziet, de zee is met schepen bedekt, sloepen roeien van en naar den wal.... hoort het gebulder der kanonnen en het gejuich van het scheepsvolk. De storm loeit en overtreft het gebulder van het geschut. De zee is in een ziedend lavabed herschapen, kruitdamp, schuim, bloed, zegekreten 't Is weer stil geworden en de zee is kalm en met ranke vis- scliersvaartuigen bedekt. Aan de kimme teekent zich hier en daar een rookwolk af, afkomstig van een voorbijvarend stoomschip of van een of ander stoomgemaal. Een liefelijk gelui van klokken komt uit verschillende richtingen tot ons en stemt melodisch samen met het zingen der zee. In statige zondagskleedij begeven de landlieden zich naar het bedehuis om den Hemel te danken voor wat Hij hun al gaf. Of zij reden hebben tot danken? Zie om uZie dat groene, met geele en witte bloemen bezaaide tapijt, waarop het puik van Neerlands veestapel zijn wereldberoemd zuivel verzamelt. Zie dat zilveren kleed, dat als een sluier over de boomgaarden is uitgespreid en rijken oogst belooft, of het gouden veld van duizenden bloemen, liefelijk geurend en de bloesem der kostbaarste zaden. Zie de menschen zelf in hun rijken dos, in hunne fraaie en lachende woningen, maar zie vooral hun blinkend gelaat, hun open oog, de roozen op de koonen der kleinen 't Is weer voorbij, de Zuiderzee is niet meer! Tot zijn ouden grens teruggedreven, beukt het water thans, verre van hier, een nieuwen zeedijk. Hoorn is een groote stad geworden en aan de kimmen ziet men nieuwe dorpen, grooter dan Hoorn thans is. Breede straten ver het gevoelen was toegedaan van de Kerk geheel vrij te laten in hare inwendige aangelegenheden en een onzijdig standpunt tegenover haar aan te nemen. Wilden de Duitsche bisschoppen hunne toenmalige eigenaardige stelling blijven handhaven, zij zouden op de steun der regeering kunnen rekenen, maar in geen geval zou deze verder gaan dan de bisschoppen. De prelaten hebben hunne zoo toegejuichte en zoo krachtige stelling de een na dén ander opgegeven, zij hebben het nieuwe leerstuk aangenomen, de catholieke Afgevaardigden hebben, met den door dit leerstuk gesanc- tioneerden Syllabus als richtsnoer, zich tot eene parlemen taire fractie vereenigd, de regeering heeft dit als eene oorlogsverklaring beschouwd en in plaats van door behoed zame maatregelen, alle aanleiding tot conflicten te vermijden 't geen mogelijk had geweest indien zij van Nederland had willen leeren heeft zij de kamp aanvaard, door scherpe wetten de spanning vergroot en een bedenkelijken toestand geschapen, waarvan het einde niet te voorzien is. Zij moge toejuiching vinden van een tweetal volksver gaderingen, in Januari te Londen gehouden, de Engelsche liberalen keuren, evenmin als de Nederlandsche, de han delingen der Pruisische regeering goed. Niet minder dan de Duitschers verzetten zij zich tegen kerkelijke aanmati ging en wijzen zij die nadrukkelijk af; maar zij meenen, dat volkomen scheiding van Kerk en Staat het meest geschikt is om die aanmatiging te beperken en tweespalt te vermijden, veel beter dan repressieve wetten, die onrust en verbittering wekken, een aan de vrijheid vijandigen staat van zaken scheppen en misschien nog voor haar doel te kort zullen schieten. HELDER en NIEUWEDIEP, 25 April. Door den commissaris des Konings van Noordholland is bepaald, dat de jaarlijksche aflevering van de voor de dienst bij de Nationale Militie aangewezen lotelingen zal plaats hebben te Helder in het locaal Tivoli op Zaturdag 2 Mei e. k., des voormiddags ten 9 ure. Een extrd-trein, die ten 7 u. 50 min. van Alkmaar naar hier vertrekt zal aan de verschillende stations de manschappen der onder scheidene gemeenten opnemen en ongeveer ten 9 u. 4 m. alhier aankomen. lengen zich tot verre in het landuit honderden zwarte gevaarten, als reuzen boven de witte huizen uitstekend, stijgen zwarte wolken, die haast liet zonlicht verduisteren, dat alleen onveranderd is gebleven. Waar de golfjes kabbelden, zwoegt en tobt het stoompaard voor zijn zwaren last en waar het vee dartelde, staan zwartgerookte fabrieken. Het gemurmel der golven heeft plaats gemaakt voor het gedreun der machine het gezang van den leeuwerik, als hij 's morgens de zon tegensnelt, voor het fluiten van den stoomwagen kolen damp voor bloemengeur! Toen ik wakker werd, was ik stijf van koude, want ik was voor het open raam in slaap gevallen. Alles spookte in mijn hoofd dooreen. Doctor Haring, een kandidaat-notaris, een boerenherberg, een staartklok vervolgens hoedendoozen, kabbelende golfjes, oorlog schepen, een zeeslag spoorwagens, stoommachines, rook en kwalm Brrrwat een henaauwde lucht in mijn kamer! Ha, nu begrijp ik het. Mijn petroleumlamp is half uitgegaan en verpest de lucht van mijn kamer. Op de tafel staan eenige ledige wijnflesschen en glazen. Men moet weten, dat ik onderwijzer ben op een der dorpen, gelegen aan de Zuiderzee. Nu hebben we hier een feestviering op touw gezet tegen 12 Mei en heeft er heden avond een commissie vergadering ten mijnen huize plaats gehad. Weet u, ik ben de secretaris dier commissie. Wij hebben een goed glaasje wijn ge dronken, dat is natuurlijk en een langen pijp gerookt, dat is nog natuurlijker. Om nu de tabaksrook te doen wegtrekken had ik, nadat de heeren vertrokken waren, mijn raam wat open gezet en was er zelf voor gaan zitten. De wijn en de kabbelende golfjes hebben mij zeker in slaap doen vallen en later doen droomen, eerst natuurlijk van nationale feesten en later van rook en kwalm. Dat kwam van die nare petroleum Foei, het heeft wel wat van een nachtmerrie, gelukkig, dat het raam openstond, anders was ik zeker gestikt! Ik doe spoedig de lamp uit en ga naar bed. GÉRARD. Errata in de Westfriesche Correspondentie van jl. Zondag: Kolom 1, regel 14 van hoven staat: „slechts," lees: „slecht." 2, 12 „zeven van deze,lees: „zeven- 3, 3, voudige." „kleuren," lees: „kleeren." lees: „als men wat steedsche manie ren aanleerde.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1874 | | pagina 1